Subsidieregeling maatschappelijk initiatief stadsdeel West

Geldend van 11-05-2017 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 27-09-2016

Intitulé

Subsidieregeling maatschappelijk initiatief stadsdeel West

Subsidieregeling maatschappelijk initiatief stadsdeel West

Artikel 1               Begripsomschrijvingen

  • In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

    • a.

      algemeen bestuur: het algemeen bestuur van de bestuurscommissie als bedoeld in de Verordening op de bestuurscommissies;

    • b.

      ASA 2013: Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013;

    • c.

      basisvoorzieningen: voorzieningen in het sociaal domein, waarvan binnen de gemeente Amsterdam is vastgesteld dat deze in de regel in elk stadsdeel voor de bewoners aanwezig zijn;

    • d.

      bestuurlijke ambitie Ruimte voor Initiatief: stedelijk kader waarin wordt beschreven op welke manier de gemeente Amsterdam maatschappelijk initiatief tegemoet wil treden en wil faciliteren;

    • e.

      co-creatie: een vorm van samenwerking, waarbij alle deelnemers invloed hebben op het proces en het resultaat van dit proces, zoals een plan, advies of product;

    • f.

      gebiedsagenda: document waarin de bestuurscommissie heeft vastgelegd wat er de komende periode in een bepaalde buurt moet gebeuren;

    • g.

      gebiedsplannen: uitvoeringsplan per gebied gebaseerd op de gebiedsagenda;

    • h.

      maatschappelijk initiatief: een initiatief van één of meer bewoners of ondernemers dat uit eigen beweging wordt opgestart ten behoeve van anderen of de samenleving;

  • penvoerder: de organisatie die namens een samenwerkingsverband de aanvraag indient en verantwoordelijk is voor de uitvoering  van de beschikking;Stedelijk kader afspraken basisvoorzieningen in de stadsdelen 2017-2018: beleidskader waarin wordt beschreven wat de reeds bestaande, aangescherpte en nieuwe afspraken zijn met betrekking tot de basisvoorzieningen in het sociaal domein.

  • Optioneel aanvulling begripsomschrijvingen

Artikel 2               Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013

  • De Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 is van toepassing, tenzij daarvan in deze regeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.

Artikel 3               Doel subsidieregeling

  • Het doel van deze subsidieregeling is het stimuleren en faciliteren van samenwerkingsverbanden van bewoners, ondernemers of maatschappelijke organisaties die het heft in handen nemen om een maatschappelijk doel na te streven en daarbij zelf de uitvoering ter hand willen nemen. Ook heeft de subsidie tot doel activiteiten te faciliteren die inspelen op een lacune in het bestaande aanbod.

Artikel 4               Subsidiabele activiteiten

  • Het algemeen bestuur kan eenmalige subsidie verlenen ten behoeve van maatschappelijke initiatieven die een maatschappelijk doel nastreven. Activiteiten die tevens een aantal specifieke kenmerken hebben,  zoals tot stand gekomen door co-creatie of nieuwe vormen van participatie of ontstaan zijn uit experimenten op het gebied van maatschappelijk aanbesteden.

  • De subsidie wordt beschikbaar gesteld aan activiteiten die een impuls geven aan de ontwikkeling van de zogenoemde ‘nieuwe overheid':

    • -

      Activiteiten van organisaties voor en door bewoners in de wijk die een bijdrage leveren aan de maatschappelijke opgave in de wijk en die streven naar financiële onafhankelijkheid van de overheid. (Wijkondernemingen)

    • -

      Activiteiten van samenwerkingsverbanden van bewoners, ondernemers of maatschappelijke organisaties die het heft in handen nemen om een maatschappelijk doel na te streven en daarmee een bijdrage leveren aan de gebiedsplannen en gebiedsagenda's.

    • -

      Nieuwe vormen van actieve participatie en co-creatie waarbij een verschuiving in verhoudingen plaatsvindt tussen overheid, bewoners(initiatieven) en ondernemers naar gelijkwaardig partnerschap en nieuwe samenwerkingsverbanden.

    • -

      Initiatieven die een bijdrage leveren aan de gebiedsopgave waarbij sprake is van maatschappelijk aanbesteden (publieke taken die worden overgedragen aan (combinaties van) bewoners en ondernemers.

    • -

      Ontwikkeling van nieuwe vormen van samenwerking tussen de overheid, de bewoners en partners in een buurt

Artikel 5               Subsidieplafond

  • 1. Het algemeen bestuur kan voor de activiteiten, die volgens deze subsidieregeling voor subsidie in aanmerking komen jaarlijks een subsidieplafond vaststellen.

  • 2. Het algemeen bestuur kan binnen het subsidieplafond onderscheid maken per soort activiteiten of gebied.

Artikel 6              De aanvrager

  • 1. Als sprake is van een samenwerkingsverband dient één van de betrokken partijen als penvoerder de aanvraag namens het samenwerkingsverband in en draagt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de beschikking.

Artikel 7               Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

  • In aanvulling op artikel 5 van de ASA 2013 worden bij de subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overlegd:

  • 1. Een activiteitenplan waarin is beschreven

    • a.

      voor welke activiteiten subsidie wordt aangevraagd

    • b.

      welke resultaten bereikt gaan worden

    • c.

      welke mensen bereikt gaan worden en hoeveel

    • d.

      waar het initiatief plaatsvindt

    • e.

      met welke bewoners en/of organisaties wordt samengewerkt

    • f.

      wie de andere initiatiefnemers zijn met vermelding van naam- en adresgegevens

    • g.

      of er voor dit initiatief ergens anders financiering is aangevraagd en voor welk bedrag

Artikel 8              Weigeringsgronden

  • 1. In aanvulling op artikel 9, eerste lid, van de ASA 2013 weigert het algemeen bestuur een subsidie te verlenen als:

    • a.

      de aanvraag alleen is bedoeld om het duurzame voortbestaan van een organisatie te financieren

    • b.

      de financiële onderbouwing voor het initiatief onvoldoende is

    • c.

      de activiteiten slechts commerciële doeleinden hebben

    • d.

      de activiteiten slechts gericht zijn op vermaak

    • e.

      de activiteiten reeds hebben plaatsgevonden.

  • 2.In aanvulling op artikel 9, tweede lid, van de ASA 2013 kan het algemeen bestuur geheel of gedeeltelijk weigeren een subsidie te verlenen als:

    • a.

      door de aanvrager naar het oordeel van het algemeen bestuur niet aangetoond kan worden dat de activiteiten voldoende worden ondersteund door meerdere bewoners en partners in de buurt.

    • b.

      de activiteiten naar het oordeel van het algemeen bestuur niet of onvoldoende bijdragen aan het doel van de subsidieregeling dan wel niet passen binnen de subsidiabele activiteiten die in deze regeling worden omschreven;

    • c.

      voor de financiering van de activiteit een andere gemeentelijke regeling bestaat.

Artikel 9              Aanvullende verplichtingen

  • Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2013, zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:

    • a.

      de subsidieontvanger maakt de activiteiten bekend via de voor de buurt geëigende communicatiekanalen;

    • b.

      de subsidieontvanger draagt zorg voor eventueel benodigde vergunningen, ontheffingen of overige toestemmingen;

    • c.

      de subsidieontvanger draagt zorg voor het afsluiten van eventueel benodigde verzekeringen;

    • d.

      accommodaties waar de activiteiten plaatsvinden moeten bereikbaar, toegankelijk en bruikbaar zijn voor mensen met een lichamelijke beperking;

    • e.

      de subsidieontvanger dient binnen acht weken na afronding van de activiteit een kort verslag is, waaruit blijkt dat de activiteit is uitgevoerd.

    • f.

      het algemeen bestuur kan in de verleningsbrief nader richting geven ten aanzien van gedragscodes, handelswijzen en andere verplichtingen die voortvloeien uit vastgestelde gemeentelijke beleidskaders.

Artikel 10            Overgangsbepaling

  • 1. Een aanvraag om verlening of vaststelling van subsidie op grond van regeling wijkondernemingen waarop bij de inwerkingtreding van deze regeling nog niet is beslist, wordt afgedaan volgens de bepalingen van de regeling wijkondernemingen.

  • 2. Een subsidie die is verleend op grond van de regeling wijkondernemingen wordt vastgesteld volgens de bepalingen van de regeling wijkondernemingen.

Artikel 11.           Citeertitel

  • Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling maatschappelijk initiatief stadsdeel West

Toelichting

Algemene toelichting

 De nota ‘Stedelijk kader Afspraken basisvoorzieningen in de stadsdelen 2017-2018'  vormt  het beleidskader voor de uitvoering van de voorzieningen op het gebied van de Wet maatschappelijke ondersteuning, Participatie , Jeugd en Schuldhulpverlening, waarvoor de bestuurscommissies verantwoordelijkheid dragen. Basisvoorzieningen dragen bij aan de versterking en stimulering van de dragende samenleving en bieden ondersteuning bij het versterken van de zelf- en samenredzaamheid van Amsterdammers. Bij de inrichting van de basisvoorzieningen hebben de bestuurscommissies de ruimte om zelf invulling te geven aan de wijze waarop de afspraken worden vormgegeven passend bij de lokale situatie en vraag. 

Hoofdstuk 7 van het Stedelijk kader basisvoorzieningen betreft het faciliteren van bewoners- en maatschappelijke initiatieven.

De ‘Subsidieregeling basisvoorzieningen in de stadsdelen', biedt het juridisch kader voor de bestuurscommissies om subsidie te verlenen voor activiteiten ter uitvoering van de basisvoorzieningen.

Deze subsidieregelingen zijn aanvullend op de subsidieverordening ASA 2013. De ASA bevat alle basisregels, onder andere over indieningstermijnen, beslistermijnen en verantwoordingseisen. Deze aanvullende subsidieregeling geldt alleen voor subsidies die kunnen worden verleend door de bestuurscommissies.

De Subsidieregeling Maatschappelijk Initiatief sluit aan op hoofdstuk 7 van het ‘Stedelijk kader Afspraken basisvoorzieningen in de stadsdelen 2017-2018' en de bestuurlijke ambitie Ruimte voor Maatschappelijk Initiatief. Ook de gebiedsagenda's vormen een belangrijk kader. Deze regeling is bedoeld om richting te geven aan de veranderende verhouding tussen overheid en lokale partners (bewoners, bewonersnetwerken en (wijk)ondernemingen). Maatschappelijke initiatieven dragen bij aan sociale samenhang, activering, zorg voor elkaar, duurzame energie, beheer van groenvoorzieningen, educatie, gezondheid, integratie, leefbaarheid, cultuur, etc. Initiatiefnemers  zien heel direct wat nodig is in hun omgeving en kunnen dit 'van onderop' dikwijls slim en goed organiseren. Dergelijke initiatieven kunnen gefaciliteerd en gestimuleerd worden met behulp van de budgetten die de bestuurscommissies ter beschikking staan voor de basisvoorzieningen. Het stedelijk kader basisvoorzieningen geeft op dit punt handvatten, die met de subsidieregeling maatschappelijk initiatief nader worden geconcretiseerd. Hiermee wordt een proces gefaciliteerd waarbij initiatieven steeds meer taken oppakken en oplossingen bieden voor (lokale) opgaven die aanvullend zijn op wat de overheid doet maar ook taken en verantwoordelijkheid van de overheid overnemen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1                Begripsomschrijvingen

1 f. De gebiedsagenda bevat tevens een analyse van de problemen en kansen uit de buurt, bestuurlijke ambities, politieke wensen en projecten en programma's;1 j. In het Stedelijk kader afspraken basisvoorzieningen in de stadsdelen 2017-2018 wordt eenduidig vastgelegd wat er minimaal aanwezig moet zijn aan basisvoorzieningen in de wijken en aan welk kwaliteitsniveau deze voorzieningen moeten voldoen.

Artikel 3               Doel subsidieregeling

Deze samenwerkingsverbanden van bewoners, ondernemers of maatschappelijke organisaties kunnen (een deel van de ) taken overnemen,  of daarop aanvullen, van overheidsorganisaties en welzijnsinstellingen en op die wijze bijdragen aan opgaven in de buurt zoals geformuleerd in de gebiedsagenda's  of de doelstellingen binnen de stedelijke begroting.

Artikel 4               Subsidiabele activiteiten

Met een maatschappelijk initiatief wordt een maatschappelijk doel nagestreefd. Daarmee onderscheidt zo'n initiatief zich van beleidsparticipatie. Bij beleidsparticipatie vraagt de overheid burgers om mee te denken en mee te praten over overheidsplannen. Het is ook iets anders dan maatschappelijke participatie. Daar gaat het over deelname van individuele burgers aan het maatschappelijk verkeer.

Bij maatschappelijke initiatieven nemen bewoners of organisaties zelf het heft in handen om een ‘sociale onderneming' te starten of een organisatie in te richten waarbinnen activiteiten plaatsvinden die een maatschappelijk doel dienen, aanvullend op wat de overheid daarin doet. Het kan zelfs zo zijn dat een maatschappelijk initiatief een taak van de overheid overneemt.

Maatschappelijke Aanbesteden wordt gebruikt wanneer een overheidsinstantie de uitvoering van een taak wil verstrekken aan de samenleving in ruime zin (sociale ondernemers, maatschappelijke instellingen en verenigde burgers).

Artikel 6              De aanvrager

6.1.De penvoerder dient zowel de subsidieaanvraag als de aanvraag tot vaststelling in namens het samenwerkingsverband.

Artikel 9              Aanvullende verplichtingen

9 a. Voorbeelden van communicatiekanalen zijn http://www.jekuntmeer.nl/, stadsdeelwebsites, buurtkranten, flyers, buurtwebsites en facebookpagina's;

9 e. Omdat het de bedoeling is dat initiatieven zich richten op vernieuwing en veelal experimenteel van aard zijn, is het belangrijk dat er gerapporteerd wordt over de resultaten, ook als de subsidie op grond van de ASA (bij subsidie onder € 5.000) direct bij verlening wordt vastgesteld en er dus geen inhoudelijke en financiële verantwoording geëist zal worden. Het algemeen bestuur kan tevens in het verleningsbesluit opnemen dat er op enigerlei wijze verantwoording moet worden afgelegd aan bijvoorbeeld bewonersplatforms, regiegroepen.

9 f. Voorbeelden van zulke verplichtingen zijn verlichtingen die voortvloeien uit het gemeentelijk beleid op gebied van preventie seksueel misbruik en  LHTBI-beleid; het hanteren van de Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling; bij de activiteiten toepassen van het beleid Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht; het hanteren van de VOG-verklaring (verklaring omtrent gedrag) bij activiteiten met kinderen en kwetsbare volwassenen/ouderen; aanwijzingen in het kader van het diversiteitsbeleid; over samenwerking formele en informele partners om overlap en lacunes van activiteiten te voorkomen; afspraken ten aanzien van (keten)samenwerking.