Regeling vervallen per 21-03-2018

mandaatbesluit ten behoeve van de omgevingsdienst noordzeekanaalgebied

Geldend van 03-03-2016 t/m 20-03-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

mandaatbesluit ten behoeve van de omgevingsdienst noordzeekanaalgebied

inhoud

Artikel 1 Begrips- en overige bepalingen

1.

  • a.

    mandaat:  de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan een besluit te nemen;

  • b.

    machtiging : de bevoegdheid om handelingen  te verrichten- zogenaamde feitelijke handelingen- die noch als een besluit, noch als privaatrechtelijke handeling kunnen worden aangemerkt;

  • c.

    mandaatgever: het bestuursorgaan dat aan een in het mandaatregister genoemde functionaris  -de  gemandateerde- de bevoegdheid  geeft om in naam van het bestuursorgaan besluiten te nemen;

  • d.

    gemandateerde: de functionaris,  die van de mandaatgever de bevoegdheid heeft gekregen om in naam van de mandaatgever besluiten te nemen;

  • e.

    ondermandaat: een door een gemandateerde verleend  mandaat  van een aan hem gemandateerde  bevoegdheid;

  • f.

    mandaatregister: het bij dit besluit behorend register waarin ten aanzien van het uitoefenen  van bevoegdheden vermeld wordt aan welke functionarissen mandaat  of machtiging wordt verleend.

2. De algemene bepalingen die zijn opgenomen  voor mandaat  in de Algemene wet bestuursrecht gelden tevens voor de bevoegdheden  op grond van machtiging, gelet op artikel10:12 hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht.

3· Ingeval van afwezigheid van de in eerste lid onder e bedoelde functionaris, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door zijn of haar plaatsvervanger (of waarnemer) als beschreven in artikel  4.

Op plaatsvervanging zijn de bepalingen van deze mandaatregeling van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2 Reikwijdte van het ondermandaat

  • 1. De functionaris die ondermandaat krijgt voor  het uitoefenen  van een bevoegdheid, is met betrekking tot  die bevoegdheid tevens bevoegd tot:

    • a.

      het verrichten van alle benodigde  (feitelijke) voorbereidingshandelingen;

    • b.

      het voeren van correspondentie;

    • c.

      het verstrekken van mondelinge of schriftelijke informatie en gegevens van feitelijke en objectieve  aard;

    • d.

      het ondertekenen van de betreffende stukken;

    • e.

      het voldoen aan publicatieverplichtingen;

    • f.

      het verdagen (verlengen)  c.q. opschorten  van beslistermijnen inzake te nemen besluiten overeenkomstig van toepassing zijnde regelgeving,voor zover niet opgenomen in het ondermandaatregister;

    • g.

      het beslissen op ingebrekestellingen wegens het niet tijdig beslissen als bedoeld in paragraaf  4.1.3.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • h.

      overige direct met de gemandateerde bevoegdheid samenhangende handelingen;

    • i.

      het vragen van adviezen en het inwinnen van inlichtingen.

  • 2. De ondermandaatverlening omvat tevens de bevoegdheid om, ter zake van de bevoegdheden  opgenomen in het bij dit ondermandaatbesluit behorende ondermandatenregister, te weigeren, in te trekken, te wijzigen, voorschriften of voorwaarden te stellen, niet in behandeling te nemen, te verzoeken om aanvullende  gegevens te verstrekken een en ander voor  zover niet reeds opgenomen  in het ondermandaatregister en mits niet uitdrukkelijk uitgesloten of beperkt.

  • 3. Van het ondermandaat dat op grond van dit register  is toegekend, mag slechts gebruik worden gemaakt voor zover de bevoegdheid in het kader van de uitoefening van werkzaamheden voor de bestuurscommissie wordt toegepast.

  • 4. De functionaris die ondermandaat krijgt voor het uitoefenen van een bevoegdheid, is niet gerechtigd  deze uit te oefenen indien hij of zij tevens belanghebbende is.

  • 5. Tenzij uitdrukkelijk uitgesloten of beperkt- als vermeld onder 'voorwaarden ondermandaat/opmerking' in het ondermandatenregister-is de ondergemandateerde functionaris bevoegd tot het verlenen van verder ondermandaaL

  • 6. Het ondermandaat mag niet uitgeoefend worden als de ondermandaatgever vooraf te kennen heeft gegeven zelf te willen beslissen.

Artikel 3 Rapportage en verantwoording

De ondergemandateerde functionaris rapporteertren ieder geval één keer per jaar .aan het Dagelijks Bestuur over de wijze waarop gebruik is gemaakt van de ondergemandateerde bevoegdheden.

Artikel 4 Plaatsvervanging

De ondergemandateerde functionaris regelt bij afwezigheid  schriftelijk zijn of haar vervanging en wijzen daartoe de plaatsvervangers  (of waarnemers) aan. Indien een bevoegdheid is uitgeoefend door een plaatsvervanger of waarnemer, dient dit in de ondertekening tot uitdrukking te worden gebracht als volgt:

"bij  afwezigheid" of  "b.a."

Functie en naam plaatsvervangerHandtekening plaatsvervanger

Naam van de ondergemandateerde

Artikel 5 Inwerkingtreding, verval mandaatbesluiten, wijziging regelgeving

  • 1. Dit besluit treedt  in werking  de dag na bekendmaking op http://www.amsterdam.nl/bekendmakingenen werkt terug tot  en met 1 januari 2015.

  • 2. Met ingang van 1januari 2015 vervalt het eerder aan de Directeur Omgevingsdienst NZKG verleende overbruggingsmandaat.

  • 3 · In geval van wijziging van regelgeving waarop een verleende bevoegdheid berust, blijft de bevoegdheid verleend en wordt  geacht te zijn verleend op grond van de corresponderende bepalingen  van de gewijzigde  regelgeving. De wijzigingen worden zo spoedig mogelijk in het ondermandaatregister verwerkt.

Artikel 6 Citeerwijze

Dit besluit wordt  aangehaald als Ondermandaatbesluit Dagelijks  Bestuur ten behoeve van de Omgevingsdienst NZKG Stadsdeel Centrum  2015.

registeromgevingsdienstnzkg.pdf (330 Kb)