Besluit van het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van het stadsdeel Nieuw-West houdende uitgangspunten voor het aanwijzen van hondenuitren- en hondenverbodsgebieden (stadsdeel Nieuw-West)

Geldend van 15-11-2017 t/m heden

Intitulé

Uitgangspunten voor het aanwijzen van hondenuitren- en hondenverbodsgebieden (stadsdeel Nieuw-West)

Uitgangspunten voor het aanwijzen van hondenuitren- en hondenverbodsgebieden

versie na inspraakperiode

In 2016 heeft het Algemeen Bestuur van stadsdeel Nieuw-West tijdelijk extra hondenuitren- en hondenverbodsgebieden aangewezen. Het is echter nodig om alle hondenuitren- en hondenverbodsgebieden van Nieuw-West onder de loep te nemen, omdat de uitgangspunten per voormalig stadsdeel nogal verschillen.

In deze notitie worden de uitgangspunten voor het toekomstige nieuwe aanwijzingsbesluit uiteengezet.

Bevoegdheid

Op basis van de Algemeen plaatselijke verordening (APV), artikel 5.13, tweede lid het Bevoegdhedenregister C.26 en het Mandaatregister Nieuw-West is de bestuurscommissie (het AB heeft dit niet gemandateerd aan het DB) bevoegd hondenuitren- en hondenverbodsgebieden aan te wijzen via een aanwijzingsbesluit. Het stadsdeel is ook bevoegd beleid(sregels) over honden vast te stellen, mits de stedelijke kaders daarin niet voorzien (Bevoegdhedenregister onder “Algemene bepalingen en beperkingen” lid 1).

In deze notitie worden de uitgangspunten besproken en (na inspraak) ter goedkeuring voorgelegd aan het Algemeen Bestuur. Daaropvolgend wordt het aanwijzingsbesluit apart ter vaststelling aangeboden aan het Algemeen Bestuur.

Gemeentelijke kaders

Aanwijzing dient plaats te vinden binnen bestaande stedelijke kaders.

APV

In de APV van Amsterdam staat over hondenuitren- en hondenverbodsgebieden:

Artikel 5.13 Aanlijngebod

1. Het is de eigenaar of houder verboden zich met een hond op of aan de weg te bevinden als deze niet is aangelijnd.

2. Het college kan plaatsen aanwijzen waar het verbod van het eerste lid niet geldt.

Artikel 5.14 Verboden plaatsen voor honden

Het is de eigenaar of houder van een hond verboden deze uit te laten op een voor publiek toegankelijke kinderspeelplaats, zandbak of speelweide of op een andere door het college aangewezen plaats.

Beleidsdocumenten

In de Agenda Dieren van de gemeente Amsterdam staat over honden in de openbare ruimte:

1. De gemeente biedt een overzicht van uitrengebieden voor honden op de website. Dit betekent dat Amsterdam een kaart met hondenuitren- en hondenverbodsgebieden beschikbaar stelt op de website van Amsterdam.

2. Ecologisch waardevolle gebieden kunnen verstoord worden door loslopende honden. Het is daarom niet wenselijk dat in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) of de Amsterdamse Ecologische Structuur (AES) uitrengebieden voor honden worden ingesteld. De Agenda Dieren biedt hierin echter wel maatwerk, namelijk dat een uitrengebied in een ecologisch waardevol gebied mogelijk kan zijn als de verstorende werking voor de ecologie aantoonbaar laag is.

3. De opruimplicht voor hondenpoep geldt voor geheel Amsterdam. Uitzonderingen hierop zijn niet meer mogelijk.

En meer algemeen staat in de Agenda Dieren dat waar mogelijk het dierenwelzijn wordt verhoogd. De aanpak van dierenleed is de rode draad door de Agenda Dieren.

Uitgangspunten stadsdeel

Het stadsdeel vindt het nodig aanvullende uitgangspunten vast te stellen, die als richtlijn kunnen dienen voor de aanwijzing van hondenuitrengebieden. Voor hondenverbodsgebieden zijn de stedelijke uitgangspunten voldoende, met uitzondering van zwemstranden (voor mensen).

In andere stadsdelen zijn geen uitgangspunten vastgesteld voor het aanwijzen van hondenuitren- en hondenverbodsgebieden. Het aanwijzen van hondenuitrengebieden en hondenverbodsgebieden op basis van deze uitgangspunten leidt tevens naar verwachting tot meer begrip onder zowel hondenbezitters als niet-hondenbezitters.

De uitgangspunten zijn onderverdeeld in drie categorieën: algemene uitgangspunten, draagvlak en kenmerken.

Algemene uitgangspunten

• Verspreide ligging

De verschillende hondenuitrengebieden moeten verspreid liggen over het stadsdeel.

Hondenuitrengebieden mogen vanwege potentiële overlast niet direct grenzen aan woningen.

• Gebalanceerd in aantal

Een lappendeken aan uitren- en verbodsgebieden leidt tot onduidelijkheid en onbegrip. Niet elk gebied is dan met borden te markeren. Om duidelijkheid te krijgen in de openbare ruimte is die markering met borden wel gewenst. Dat betekent dat een goede balans moet worden gevonden in het aantal hondenuitrengebieden en hondenverbodsgebieden en de hoeveelheid borden die in de openbare ruimte worden geplaatst.

• Gevarieerd aanbod

Het stadsdeel wil een gevarieerd aanbod bieden. Dit aanbod draagt bij aan verhoging van het dierenwelzijn (speerpunt Agenda Dieren). In ieder geval moet er gelegenheid zijn tot:

Spelen: op open grasvelden kunnen honden spelen met andere honden en hondenbezitters. Een grasveld kan daarbij wel of niet extra ingericht worden met speeltoestellen (hiernaar is vraag vanuit de samenleving). 1

Wandelen: honden krijgen de gelegenheid om niet-aangelijnd stukken te wandelen met hun baasjes, bijvoorbeeld in grotere groengebieden. Hierbij wordt rekening gehouden met de wensen van hondenliefhebbers.

Zwemmen voor honden: honden krijgen de gelegenheid te zwemmen bij een aan te wijzen hondenstrand. Voor het plezier en welzijn van honden is zo’n hondenstrand gewenst.

Uitgangspunten over draagvlak

• Voldoende draagvlak

Er moet voldoende draagvlak zijn bij bewoners(groepen) om een stuk openbare ruimte aan te wijzen als hondenuitrengebied. Bij eventuele tegengestelde belangen is het van belang dat de diverse groepen na goed overleg met een gedragen oplossing komen; het stadsdeel zal hier dan actief belangenverenigingen benaderen.

Kenmerken hondenuitrengebieden

Een hondenuitrengebied moet een aantal kenmerken (niet) hebben.

• Open groen

Open groen (gazon, eventueel met solitaire bomen) is ideaal als hondenuitrengebied. Dicht bosplantsoen is hiervoor niet geschikt. Een groter groengebied met deels open grasveld en deels bosplantsoen is als wandelgebied met loslopende honden wel geschikt, omdat honden zich niet snel zullen begeven in het dichte bosplantsoen.

Ongemaaide grasvelden zijn geschikt om honden los te laten lopen, behalve wanneer deze grasvelden grasaren bevatten (deze kunnen voor honden gevaarlijk zijn). Ook in gebieden met andere schadelijke planten, zoals Berenklauw, zijn loslopende honden niet gewenst, vanwege het gevaar voor de dieren.

• Begrensd

Het is wenselijk dat een hondenuitrengebied duidelijke (natuurlijke) grenzen kent (omrand door bijvoorbeeld een haag, sloot of hek), zodat honden niet spontaan van het terrein af kunnen rennen en voor onveilige (verkeers-)situaties kunnen zorgen.

• Geen conflicterende andere functies

Loslopende honden zijn niet wenselijk in gebieden die (intensief) worden gebruikt voor begrazing, barbecueën en evenementen. Daarnaast is het niet wenselijk dat hondenuitrengebieden in de nabijheid (binnen 50 meter) liggen van scholen en speelplekken.

• Kosten nihil

Extra inrichtings- en onderhoudskosten zijn nihil.

• Link met sociale controle

De aanwezigheid van bewoners met honden kan een bijdrage leveren aan gebieden waar problemen zijn met sociale veiligheid. Juist in die gebieden is het daarom van belang dat ook hondenuitrengebieden worden aangewezen.

Kenmerken hondenverbodsgebieden

In de APV is al geregeld dat honden verboden zijn op speelplaatsen (inclusief openbare sportveldjes), speelweiden en zandbakken.

Aanvullend is het onhygiënisch en tegen afspraken met hogere overheden om honden toe te laten op speciaal daartoe ingerichte zwemstranden (voor mensen).

Vaststelling

Bovengenoemde uitgangspunten gelden als richtlijn voor het bepalen van hondenuitren- en hondenverbodsgebieden. De Bestuurscommissie stelt de uitgangspunten vast na inspraak.

Na vaststelling volgt een apart bestuurlijk traject voor aanwijzing van hondenuitren- en hondenverbodsgebieden. Hierin wordt aandacht besteed aan participatie en communicatie van eventuele veranderingen in hondenuitren- en hondenverbodsgebieden

Ondertekening

Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West
Mevrouw E.J.M. Plasmeijer,
Stadsdeelsecretaris
de heer A. Baâdoud,
voorzitter

Noot
1

Daarnaast bestaat in het stadsdeel de gelegenheid voor hondenbezitters lid te worden van een hondenvereniging en (tegen betaling) gebruik te maken van faciliteiten op sportparken. Hiervoor is echter geen aanwijzingsbesluit nodig en deze mogelijkheid wordt in deze notitie daarom niet verder meegenomen