Regeling vervallen per 14-04-2019

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent het Uitvoerings- en aanwijzingsbesluit 2018 met bijbehorende Stratentabel 2018

Geldend van 24-07-2018 t/m 13-04-2019

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent het Uitvoerings- en aanwijzingsbesluit 2018 met bijbehorende Stratentabel 2018

Burgemeester en wethouders van Amsterdam

Brengen ter algemene kennis dat zij in hun vergadering van 19 december 2017 hebben besloten:

  • I.

    In te trekken:

    • a.

      het Uitvoerings- en Aanwijzingsbesluit 2017 en Stratentabel 2017;

  • II.

    Onder de voorwaarde van vaststelling door de gemeenteraad op 20 december 2017 van de Verordening Parkeerbelastingen 2018 en de gewijzigde Parkeerverordening 2013 vast te stellen:

    • a.

      het Uitvoerings- en Aanwijzingsbesluit 2018 en bijbehorende Stratentabel 2018;

  • III.

    Dat het Uitvoerings- en Aanwijzingsbesluit 2018 en bijbehorende Stratentabel 2018 worden gepubliceerd in het Gemeenteblad;

  • IV.

    Dat dit besluit in werking treedt per 1 januari 2018.

  • I.

    Alleen tegen voldoening van de belasting, als vermeld in artikel 1, onder a van de Verordening Parkeerbelastingen 2018, mag worden geparkeerd op de parkeerapparatuurplaatsen in de tariefgebieden 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 10-cent-tariefgebied en 10-cent-tariefgebied/tarief 4, zoals omschreven in de bij die verordening behorende Tarieventabel. Die voldoening moet mede geschieden met inachtneming van het tijdstip en de wijze waarop een en ander is aangegeven in de voorschriften die op of bij de parkeerapparatuur staan vermeld of uit de parkeerapparatuur blijken. De minimaal te betalen belasting bedraagt € 0,10 (dit geldt niet als het betalen geschiedt middels een mobiele telefoon of ander communicatiemiddel);

  • II.

    Bij voldoening van de parkeerbelasting moet het kenteken worden opgegeven van het in het betreffende gebied te parkeren voertuig. Daarnaast dienen de overige voorschriften die op de/het door de gemeente uitgegeven parkeerkaart/betaalbewijs, dan wel op de parkeerapparatuur zijn gesteld in acht te worden genomen;

  • III.

    Geen naheffingsaanslag wordt opgelegd binnen 10 minuten na het verstrijken van de geldigheidsduur van het tijdgebonden parkeerrecht, dan wel binnen 10 minuten na afloop van een periode waarvoor aangifte van parkeerbelasting is gedaan (dit geldt niet indien bij aanvang van het parkeren het in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via de mobiele telefoon, of andere communicatiemiddelen, inloggen op de centrale computer);

  • IV.

    Vervallen;

  • V.

    Elkaar in tijd overlappende parkeerrechten, met uitzondering van 10 cent-parkeerrechten en tijdgebonden parkeerrechten uit het tariefgebied 10-cent-tariefgebied/tarief 4, zijn geldig voor de totale van die tijdgebonden parkeerrechten bij elkaar opgetelde parkeertijd. Een tijdgebonden parkeerrecht gekocht voor het bedrag van een dagparkeerrecht, geldt als dagparkeerrecht;

  • VI.

    In de 10-cent-tariefgebieden, zoals bedoeld in de Tarieventabel bij de Verordening Parkeerbelastingen 2018, wordt alleen geparkeerd met een 10-cent-parkeerrecht dat in de ter plaatse daartoe aanwezige automaat is gekocht en/of door middel van het elektronisch in werking stellen van de parkeerapparatuur; een en ander in overeenstemming met de aanwijzingen die op, aan of bij de ter plaatse daartoe aanwezige parkeerautomaat zijn aangebracht, maar uitdrukkelijk niet met andere (nog geldige) tijdgebonden parkeerrechten of vergunningen

  • VII.

    In het 10-cent-tariefgebied/tarief 4, zoals bedoeld in de Tarieventabel bij de Verordening Parkeerbelastingen 2018, wordt alleen geparkeerd met een tijdgebonden parkeerrecht die in de ter plaatse daartoe aanwezige automaat is gekocht en/of door middel van het elektronisch in werking stellen van de parkeerapparatuur, een en ander in overeenstemming met de aanwijzingen die op, aan of bij de ter plaatse daartoe aanwezige parkeerautomaat zijn aangebracht, maar uitdrukkelijk niet met andere (nog geldige) tijdgebonden parkeerrechten of vergunningen;

  • VIII.

    Indien voldoening van de parkeerbelasting als vermeld in art 1, onder a van de Verordening Parkeerbelastingen 2018 door middel van het in werking stellen van parkeerapparatuur middels een daarvoor ingerichte mobiele telefoon of andere communicatiemiddelen geschiedt, gebeurt dit met inachtneming van de voorschriften die bij de verstrekking van of het toestaan van deze apparatuur, waarvan het model en de versie van gemeentewege wordt bepaald, zijn gesteld;

  • IX.

    Voor het aanbrengen en het verwijderen van een wielklem gelden de volgende voorschriften:

    • 1.

      - Direct nadat een nader door ons College vast te stellen aantal naheffingsaanslagen aan het voertuig is aangebracht, kan, in nader door ons College aan te wijzen stadsdelen, een wielklem aan het voertuig worden aangebracht;

    • 2.

      - De wielklem wordt verwijderd nadat de naheffingsaanslagen alsmede de kosten van het aanbrengen en verwijderen van de wielklem zijn voldaan. Hierna vindt verwijdering van de wielklem zo spoedig mogelijk plaats;

    • 3.

      - De onder 2 bedoelde kosten kunnen alleen worden voldaan op een daartoe aangewezen betaalkantoor van de desbetreffende handhaafinstantie, zoals vermeld op het naheffingsaanslagbiljet. Indien het voertuig is weggesleept, worden de kosten voldaan aan de Dienst Stadstoezicht;

  • X.

    De bloktijden, zoals bedoeld in artikel 3 van de Parkeerverordening 2013 en hoofdstuk 3 van de bij de Verordening Parkeerbelastingen 2018 behorende Tarieventabel, zoals die door de stadsdelen in hun tariefgebieden worden gehanteerd voor de zondag, gelden tevens op Nieuwjaarsdag, Tweede Paasdag, Bevrijdingsdag, Hemelvaartsdag, Tweede Pinksterdag, Eerste Kerstdag en Tweede Kerstdag. Wanneer het dagelijks bestuur van een stadsdeel geen bloktijden betaald parkeren heeft aangewezen voor een tariefgebied voor de zondag, dan wel indien een stadsdeel enkel bloktijden betaald parkeren heeft aangewezen voor een tariefgebied op de koopzondagen, dan is er op de genoemde feestdagen geen parkeerbelasting verschuldigd;

  • XI.

    Op Koningsdag hoeft geen parkeerbelasting te worden voldaan in de gehele stad Amsterdam;

  • XII.

    Ter nadere bepaling van de plaats en het tijdstip van het parkeren, als bedoeld in artikel 1 onder a van de Verordening Parkeerbelastingen 2018, bij dit besluit wordt tevens de in de bijlage opgenomen stratentabel vastgesteld;

  • XIII.

    De parkeerbelasting, genoemd in de Verordening Parkeerbelastingen 2018, is verschuldigd op de, door het College, conform artikel 3 van de Parkeerverordening 2013 aangewezen bloktijden;

  • XIV.

    De tarieven, genoemd in de Verordening Parkeerbelastingen 2018, zijn verschuldigd op de, door het College, conform artikel 3 van de Parkeerverordening 2013 aangewezen bloktijden;

  • XV.

    Het Uitvoerings- en Aanwijzingsbesluit van 1 december 2015 (Gemeenteblad 2015, afd. 3B, nr.243), laatstelijk gewijzigd bij collegebesluit van 21 juni 2016 (Gemeenteblad 2016, afd. 3B, nr. 128), wordt ingetrokken op het tijdstip van inwerkingtreding van de Verordening Parkeerbelastingen 2018, met dien verstande dat dit van toepassing blijft op de feiten die zich voordien hebben voorgedaan;

  • XVI.

    Dit besluit treedt in werking op het tijdstip van inwerkingtreding van de Verordening Parkeerbelastingen 2018;

  • XVII.

    Dit besluit wordt bekendgemaakt.

Ondertekening

Burgemeester en wethouders voornoemd,

J.J. van Aartsen

waarnemend burgemeester A.H.P. Van Gils, secretaris