Besluit van het algemeen bestuur van stadsdeel Noord van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent subisides voor bewondersinitiatieven Subsidieregeling bewonersinitiatieven stadsdeel Noord

Geldend van 02-02-2023 t/m heden

Intitulé

Besluit van het algemeen bestuur van stadsdeel Noord van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent subisides voor bewondersinitiatieven Subsidieregeling bewonersinitiatieven stadsdeel Noord

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    algemeen bestuur: het algemeen bestuur van de bestuurscommissie als bedoeld in de Verordening op de bestuurscommissies;

  • b.

    ASA 2013: Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013;

  • c.

    basisvoorzieningen: voorzieningen in het sociaal domein, waarvan binnen de gemeente Amsterdam is vastgesteld dat deze in de regel in elk stadsdeel voor de bewoners aanwezig zijn;

  • d.

    bewonersinitiatieven: initiatieven genomen door bewoners of bewonersgroepen voor activiteiten die een bijdrage leveren aan de sociale cohesie en de leefbaarheid in de buurt;

  • e.

    gebiedsagenda: document waarin de bestuurscommissie heeft vastgelegd wat er de komende periode in een bepaalde buurt moet gebeuren;

  • f.

    gebiedsplannen: uitvoeringsplan per gebied gebaseerd op de gebiedsagenda;

  • g.

    leefbaarheid: de mate waarin de kwaliteit van de leefomgeving is afgestemd op de menselijke behoeften, verlangens en eisen;

  • h.

    penvoerder: de organisatie die namens een samenwerkingsverband de aanvraag indient en verantwoordelijk is voor de uitvoering van de beschikking;

  • i.

    sociale cohesie: maatschappelijke samenhang, mate waarin mensen zich met elkaar verbonden voelen in een bepaalde buurt;

  • j.

    Stedelijk kader afspraken basisvoorzieningen in de stadsdelen 2017-2018: beleidskader waarin wordt beschreven wat de reeds bestaande, aangescherpte en nieuwe afspraken zijn met betrekking tot de basisvoorzieningen in het sociaal domein.

Artikel 2 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013

De Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 is van toepassing, tenzij daarvan in deze regeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.

Artikel 3 Doel subsidieregeling

Deze subsidieregeling is van toepassing op subsidie voor activiteiten die bijdragen aan de opgaven in de buurt zoals geformuleerd in de gebiedsagenda’s en het Stedelijk kader afspraken basisvoorzieningen. Het doel van deze subsidieregeling is buurt- en bewonersinitiatieven te stimuleren en te faciliteren.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

Het algemeen bestuur kan eenmalige subsidie verlenen ten behoeve van bewonersinitiatieven die van meerwaarde zijn op het bestaande aanbod van fysieke of sociale voorzieningen of een lacune in het bestaande aanbod opvullen.

Artikel 5 Subsidieplafond

  • 1. Het algemeen bestuur kan voor de activiteiten, die volgens deze subsidieregeling voor subsidie in aanmerking komen jaarlijks een subsidieplafond vaststellen.

  • 2. Het algemeen bestuur kan binnen het subsidieplafond onderscheid maken per soort activiteiten of gebied.

  • 3. Per activiteit kan maximaal € 5.000,- subsidie worden aangevraagd.

Artikel 6 De aanvrager

  • 1. Subsidie kan worden aangevraagd door bewoners en vrijwilligersorganisaties die wonen of gevestigd zijn in stadsdeel Noord.

  • 2. Enkel bewoners en vrijwilligersorganisaties komen in aanmerking voor subsidie.

  • 3. Als sprake is van een samenwerkingsverband dient één van de betrokken partijen als penvoerder de aanvraag in namens het samenwerkingsverband en draagt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de beschikking.

Artikel 7 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2013 worden bij de subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd:

Een activiteitenplan waarin in ieder geval het volgende omschreven moet worden:

  • -

    de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd

  • -

    welke resultaten bereikt gaan worden

  • -

    wie bereikt gaat worden en om hoeveel mensen het gaat

  • -

    waar het initiatief plaatsvindt

  • -

    met welke bewoners of organisaties wordt samengewerkt

  • -

    wie de andere initiatiefnemers zijn met vermelding van hun naam- en adresgegevens

  • -

    of er voor dit initiatief ergens anders financiering is aangevraagd en voor welk bedrag

Artikel 8 Weigeringsgronden

  • 1. In aanvulling op artikel 9, eerste lid, van de ASA 2013 weigert het algemeen bestuur een subsidie te verlenen als:

    • a.

      de aanvraag alleen is bedoeld om het duurzame voortbestaan van één organisatie te financieren;

    • b.

      de activiteiten slechts commerciële doeleinden en karakter hebben;

    • c.

      de activiteiten slechts gericht zijn op vermaak;

    • d.

      door de aanvrager naar het oordeel van het algemeen bestuur niet aangetoond kan worden dat de activiteiten voldoende worden ondersteund door meerdere bewoners en partners in de buurt;

    • e.

      de activiteiten reeds hebben plaatsgevonden.

  • 2. In aanvulling op artikel 9, tweede lid, van de ASA 2013 kan het algemeen bestuur geheel of gedeeltelijk weigeren een subsidie te verlenen als:

    • a.

      de uitvoering van het buurt- of bewonersinitiatief naar het oordeel van het algemeen bestuur niet of onvoldoende bijdraagt aan de opgaven in de buurt zoals geformuleerd in de gebiedsagenda’s en gebiedsplannen;

    • b.

      er sprake is van een initiatief waarvoor financiering op grond van een andere gemeentelijke regeling mogelijk is;

    • c.

      onderdelen van de aanvraag personeelskosten bevatten, tenzij de uitvoering van de activiteit professionele inzet vereist;

    • d.

      voor de inhuur van professionele inzet een commercieel, in plaats van maatschappelijk, uurtarief gerekend wordt;

    • e.

      de activiteit zich heeft ontwikkeld tot een structurele activiteit waarvoor onder een andere subsidieregeling middelen kunnen worden aangevraagd;

    • f.

      er meer dan 20 % van het aangevraagde bedrag voor organisatiekosten begroot is;

    • g.

      er subsidie gevraagd wordt voor een excursie zonder educatief doel;

    • h.

      aanvragen uitsluitend gericht zijn op sport- of kunstbeoefening, of uitsluitend bestaan uit fysieke of groene kostenposten. Dergelijke activiteiten en kostenposten komen enkel in aanmerking wanneer deze onderdeel zijn van een sociale activiteit en dienen afgestemd te zijn met de gebiedsmakelaar en/of wijkbeheer.;

    • i.

      het initiatief geen open karakter heeft, enkel gericht is op de eigen doelgroep en niet voor iedereen vrij toegankelijk is;

    • j.

      Er meer dan € 1,- per persoon, per activiteit wordt aangevraagd ten behoeve van consumpties. In uitzonderlijke gevallen kan hierop een uitzondering gemaakt worden indien consumpties een essentieel onderdeel van de activiteit zijn en een bijdrage noodzakelijk is;

    • k.

      Er subsidie gevraagd wordt voor de volgende niet-subsidiabele kostenposten:

      • Vrijwilligersvergoedingen

      • Kosten voor beheer en onderhoud

    • l.

      De aangevraagde bedragen niet in redelijke verhouding tot de duur, het bereik en het te verwachten effect of resultaat van de activiteit staan;

    • m.

      Aan de aanvrager in hetzelfde kalenderjaar al subsidie is toegekend voor dezelfde of een soortgelijke activiteit op basis van deze regeling;

Artikel 9 Aanvullende verplichtingen

Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2013, zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:

  • a.

    de subsidieontvanger maakt de activiteiten bekend via de voor de buurt geëigende communicatiekanalen;

  • b.

    de subsidieontvanger draagt zorg voor eventueel benodigde vergunningen, ontheffingen en overige toestemmingen;

  • c.

    de subsidieontvanger draagt zorg voor het afsluiten van eventueel benodigde verzekeringen;

  • d.

    de subsidieontvanger dient binnen acht weken na afronding van de activiteit een kort verslag in, waaruit blijkt dat de activiteit heeft plaatsgevonden;

  • e.

    het algemeen bestuur kan in de verleningsbrief nader richting geven ten aanzien van gedragscodes, handelswijzen en andere verplichtingen die voortvloeien uit vastgestelde gemeentelijke beleidskaders.

Artikel 10 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling bewonersinitiatieven stadsdeel Noord.

Ondertekening

Toelichting

Algemene Toelichting

De nota ‘Stedelijk kader Afspraken basisvoorzieningen in de stadsdelen 2017-2018’ vormt het beleidskader voor de uitvoering van de voorzieningen op het gebied van de Wmo, Participatie, Jeugd en Schuldhulpverlening, waarvoor de bestuurscommissies verantwoordelijkheid dragen. Basisvoorzieningen dragen bij aan de versterking en stimulering van de dragende samenleving en bieden ondersteuning bij het versterken van de zelf- en samenredzaamheid van Amsterdammers. Bij de inrichting van de basisvoorzieningen hebben de bestuurscommissies de ruimte om zelf invulling te geven aan de wijze waarop de afspraken worden vormgegeven passend bij de lokale situatie en vraag.

Hoofdstuk 7 van het Stedelijk kader basisvoorzieningen betreft het faciliteren van bewoners- en maatschappelijke initiatieven.

De ‘Subsidieregeling basisvoorzieningen in de stadsdelen’, biedt het juridisch kader voor de bestuurscommissies om subsidie te verlenen voor activiteiten ter uitvoering van de basisvoorzieningen.

Deze subsidieregelingen zijn aanvullend op de subsidieverordening ASA 2013. De ASA bevat alle basisregels, onder andere over indieningstermijnen, beslistermijnen en verantwoordingseisen. Deze aanvullende subsidieregeling geldt alleen voor subsidies die kunnen worden verleend door de bestuurscommissies.

Hoofdstuk 7 van de basisvoorzieningen gaat over de realisatie van basisvoorzieningen en ruimte voor maatschappelijk initiatief. De activiteiten die gesubsidieerd kunnen worden vanuit de Subsidieregeling bewonersinitiatieven sluiten aan op meerdere programma’s van de basisvoorzieningen. Ook de gebiedsagenda’s zijn een belangrijk kader voor de subsidieregeling bewonersinitiatieven.

De subsidieregeling geeft ruimte voor maatwerk in de buurt en de mogelijkheid om aan te sluiten op de lokale actualiteit en opgaven.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • e.

    De gebiedsagenda bevat tevens een analyse van de problemen en kansen uit de buurt, bestuurlijke ambities, politieke wensen en projecten en programma’s

  • j.

    In het Stedelijk kader afspraken basisvoorzieningen in de stadsdelen 2017-2018 wordt eenduidig vastgelegd wat er minimaal aanwezig moet zijn aan basisvoorzieningen in de wijken en aan welk kwaliteitsniveau deze voorzieningen moeten voldoen.

Artikel 8 Weigeringsgronden

  • 2.

    Het bepalen van een maatschappelijk uurtarief gebeurt op basis van maatwerk. Dit tarief kan verschillen afhankelijk van het belang van de professionele inzet voor de activiteit en de buurt.

Artikel 9 Aanvullende verplichtingen

  • a.

    Voorbeelden van communicatiekanalen zijn www.jekuntmeer.nl, buurtkranten, flyers, buurtwebsites en facebookpagina’s;

  • d.

    Omdat het de bedoeling is dat initiatieven zich richten op vernieuwing en veelal experimenteel van aard zijn, is het belangrijk dat er gerapporteerd wordt over de resultaten, ook als de subsidie op grond van de ASA (bij subsidie onder € 5.000) direct bij verlening wordt vastgesteld en er dus geen inhoudelijke en financiële verantwoording geëist zal worden. Het algemeen bestuur kan tevens in het verleningsbesluit opnemen dat er op enigerlei wijze verantwoording moet worden afgelegd aan bijvoorbeeld bewonersplatforms, regiegroepen.

  • e.

    Voorbeelden van zulke verplichtingen zijn verlichtingen die voortvloeien uit het gemeentelijk beleid op gebied van preventie seksueel misbruik en LHTBI-beleid; het hanteren van de Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling; bij de activiteiten toepassen van het beleid Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht; het hanteren van de VOG-verklaring (verklaring omtrent gedrag) bij activiteiten met kinderen en kwetsbare volwassenen/ouderen; aanwijzingen in het kader van het diversiteitsbeleid; over samenwerking formele en informele partners om overlap en lacunes van activiteiten te voorkomen; afspraken ten aanzien van (keten)samenwerking.