Regeling vervallen per 07-07-2018

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent de vertrouwenscommisie burgemeestersvacature Verordening op de vertrouwenscommissie burgemeestersvacature gemeente Amsterdam 2018

Geldend van 16-05-2018 t/m 06-07-2018

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent de vertrouwenscommisie burgemeestersvacature Verordening op de vertrouwenscommissie burgemeestersvacature gemeente Amsterdam 2018

De gemeenteraad van Amsterdam

Overwegende dat de procedure inzake de benoeming van een burgemeester in de gemeente Amsterdam in gang is gezet;

Gelet op;

  • -

    de artikelen 61, lid 2 en 3 en 149 van de Gemeentewet;

  • -

    de circulaire benoeming, klankbordgesprekken en herbenoeming van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 29 september 2017 en de Handreiking burgemeesters, benoeming, herbenoeming, klankbordgesprekken en afscheid d.d. 1 mei 2016,

Besluit:

  • I.

    vast te stellen de navolgende verordening:

VERORDENING OP DE VERTROUWENSCOMMISSIE BURGEMEESTERSVACATURE GEMEENTE AMSTERDAM 2018

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • A.

    de minister: de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • B.

    de commissaris: de commissaris van de Koning in de provincie Noord-Holland;

  • C.

    de commissie: de vertrouwenscommissie, zijnde een bijzondere raadscommissie, die belast is met de voorbereiding van de aanbeveling tot vervulling van de vacature burgemeester;

  • D.

    de raad: de gemeenteraad van Amsterdam;

  • E.

    de secretaris: de secretaris van de commissie.

Artikel 2 Taak en bevoegdheden

  • 1. De commissie heeft tot taak een door de commissaris van de Koning aan te reiken selectie van kandidaten te beoordelen.

  • 2. Indien de commissie ook andere kandidaten die op de voorgeschreven wijze hebben gesolliciteerd en die niet behoren tot de selectie van de commissaris van de Koning, wil beoordelen, stelt zij de commissaris van de Koning hiervan onverwijld in kennis.

  • 3. Indien de commissie besluit een door de commissaris van de Koning geselecteerde kandidaat niet te ontvangen, stelt zij de commissaris van de Koning beargumenteerd hiervan onverwijld schriftelijk in kennis. Eveneens stelt de commissie de betreffende kandidaat hiervan onverwijld in kennis.

  • 4. De commissie verschaft zich slechts door tussenkomst van de commissaris van de Koning de door haar nodig geachte informatie over de kandidaten.

  • 5. De commissie brengt haar in artikel 7 bedoelde bevindingen uit op basis van de namen en eventuele verdere gegevens die de commissaris van de Koning haar verstrekt en op basis van mondelinge en schriftelijke informatie die de door haar ontvangen kandidaten haar geven, zulks na weging van een en ander.

  • 6. De commissie licht het concept van haar verslag en haar bevindingen bedoeld in artikel 7 toe aan de commissaris van de Koning.

Artikel 3 Samenstelling

  • 1. De commissie bestaat uit twaalf leden, te benoemen door en uit de gemeenteraad, zodanig dat elke fractie in de commissie is vertegenwoordigd.

  • 2. Indien de gemeenteraad niet heeft bepaald wie voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van de commissie zijn, kiest de commissie deze uit haar midden.

  • 3. De raad kan één of meer wethouders als adviseur toevoegen aan de commissie.

  • 4. Een adviseur is geen lid van, en heeft geen stemrecht in, de commissie.

  • 5. Plaatsvervangende leden worden niet aangewezen. Het lidmaatschap is persoonlijk. Vervanging van een lid door de raad is mogelijk tot het moment dat de commissie de namen van de kandidaten van de commissaris heeft ontvangen.

  • 6. De raadsgriffier en de plaatsvervangend raadsgriffier worden toegevoegd aan de commissie als ambtelijk secretaris respectievelijk plaatsvervangend secretaris en geven uit dien hoofde ambtelijke ondersteuning aan de commissie.

Artikel 4 Vergaderingen

  • 1. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste drie leden dit noodzakelijk achten.

  • 2. De commissie vergadert niet indien niet tenminste de helft plus één van het aantal leden aanwezig is.

  • 3. De voorzitter bepaalt de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering. De voorzitter roept de volgende personen schriftelijk tot de vergadering op:

    • a.

      de leden van de commissie;

    • b.

      de sollicitanten naar het ambt van burgemeester, elk voor zover met de betreffende sollicitant een gesprek plaats heeft.

  • 4. Een adviseur wordt uitgenodigd voor de vergaderingen van de commissie. Lid 3 is van overeenkomstige toepassing.

  • 5. De in het tweede lid bedoelde oproeping geschiedt ten minste achtenveertig uren voorafgaand aan de vergadering. Indien bijzondere omstandigheden een spoedige bijeenkomst van de commissie vergen, kan van de in de eerste volzin van dit lid bedoelde termijn worden afgeweken doch geschiedt de oproeping ten minste acht uren voorafgaand aan de vergadering.

Artikel 5 Stemming

  • 1. De commissie besluit over de vaststelling van een conceptaanbeveling bij meerderheid van stemmen, waarbij elk lid één stem heeft.

  • 2. Indien de stemmen staken, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden geen bevindingen van de commissie, maar de verschillende meningen binnen de commissie door middel van het verslag van bevindingen, zoals bedoeld in artikel 7, opgenomen.

Artikel 6 Geheimhouding

  • 1. Op alle informatie van de commissie rust ingevolge de wet de verplichting tot geheimhouding, welke zich ook uitstrekt tot eenieder die van de informatie kennis draagt.

  • 2. De voorzitter ziet erop toe dat aan het gestelde in het vorige lid wordt voldaan.

  • 3. Deze geheimhoudingsplicht geldt ook tegenover de gemeenteraad.

  • 4. De commissie en haar leden verstrekken geen inzage in de stukken noch informatie over de stukken en over het behandelde in haar vergadering of in het gesprek aan raadsleden die geen zitting hebben in de commissie, noch aan anderen, behoudens het bepaalde in artikel 7.

  • 5. De vergaderingen van de commissie zijn ingevolge de wet besloten. De voorzitter van de commissie wijst in elke vergadering op de geheimhoudingsplicht.

  • 6. Stukken die van de commissie uitgaan worden onder vermelding van “geheim” door de voorzitter en de secretaris ondertekend en verstuurd. Stukken bestemd voor de commissie worden onder vermelding van “geheim” gezonden aan de secretaris en aldaar bewaard tot het moment van archivering. De secretaris ziet er op toe dat de vertrouwelijkheid in deze procesgang wordt gegarandeerd.

  • 7. De commissie treft een voorziening met betrekking tot de wijze waarop de geheimhouding wordt gewaarborgd bij het beheer van bescheiden, het voeren van correspondentie en bij de bepaling van plaats en tijdstip van de gesprekken.

  • 8. De geheimhoudingsplicht blijft ingevolge de wet ook na ontbinding van de commissie van kracht.

  • 9. Het in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de secretaris, de plaatsvervangend secretaris, de adviseurs en overigen aan wie geheimhouding is opgelegd.

Artikel 7 Verslag

  • 1. De commissie brengt over haar werkzaamheden ter voorbereiding op het doen van een aanbeveling schriftelijk en vertrouwelijk een verslag van bevindingen uit aan de raad en de commissaris van de Koning.

    Het verslag van bevindingen dat de commissie uitbrengt aan de raad en de commissaris van de Koning bevat in ieder geval:

    • a.

      een weergave van de wijze waarop de commissie haar werkzaamheden heeft verricht;

    • b.

      een conceptaanbeveling van twee personen met een gemotiveerde weergave van de bevindingen van de commissie.

  • 2. Indien de commissie niet tot een unaniem oordeel kan komen, worden de bevindingen vastgesteld bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen.

  • 3. Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in het verslag vermeld.

Artikel 8 Gesprekken met de kandidaten

  • 1. De secretaris nodigt namens de voorzitter de sollicitanten uit voor een gesprek met de commissie.

  • 2. De commissie treft daarbij de voorzieningen die nodig zijn ter bescherming van de privacy van de sollicitant. De plaats en het tijdstip van een gesprek worden zodanig gekozen dat wordt voorkomen dat sollicitanten hierdoor aan anderen bekend raken of tijdens het bezoek aan de commissie met elkaar in contact komen. Elk overleg met derden, in welke vorm dan ook, is uitgesloten.

Artikel 9 Ontbinding

  • 1. Lopende een procedure tot benoeming is ontbinding van de commissie uitsluitend mogelijk met ingang van de dag volgend op die waarop door de minister van BZK aan de gemeenteraad bekend is gemaakt dat in de vacature is voorzien.

Artikel 10 Archivering

  • 1. De secretaris van de commissie draagt er zorg voor dat na afronding van de benoeming alle archiefbescheiden onverwijld in een envelop worden verzegeld en gerubriceerd als "geheim", en worden geplaatst in de daartoe aangewezen archiefruimte

  • 2. De secretaris van de commissie draagt er zorg voor dat in het belang van een zorgvuldige overbrenging naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats, als bedoeld in artikel 12 van de Archiefwet 1995, een verklaring van overbrenging, als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995, wordt opgesteld voor archiefbescheiden waarvoor de wettelijke termijn verstreken is. In deze verklaring wordt melding gemaakt van het besluit tot toepassing van artikel 15, eerste lid sub a, van de Archiefwet 1995 en de daarin gestelde beperkingen aan de openbaarheid, tot de archiefbescheiden 75 jaar oud zijn. Alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden worden onmiddellijk vernietigd.

Artikel 11 Contactpersoon

  • 1. De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon naar buiten.

  • 2. Alle stukken bestemd voor de commissie worden gericht aan de voorzitter en gezonden aan de secretaris en aldaar bewaard tot het moment van ontbinding van de commissie.

  • 3. Alle stukken die van de commissie uitgaan worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend en door de secretaris verzonden.

Artikel 12 Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze verordening dan wel de circulaire van de minister d.d. 29 september 2017 niet voorziet, beslist de commissie

Artikel 13 Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening op de vertrouwenscommissie burgemeestersvacature gemeente Amsterdam 2018.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van haar vaststelling.

  • 3. Deze verordening vervalt met ingang van de dag volgend op die waarop de minister een besluit heeft genomen op de aanbeveling van de raad.

  • 4. Deze verordening zal aan de commissaris van de Koning ter kennis worden gebracht.

  • II.

    In te stellen de vertrouwenscommissie burgemeestersvacature gemeente Amsterdam 2018.

Ondertekening

Aldus besloten door de gemeenteraad voornoemd

in zijn vergadering op 12 april 2018.

De plv. voorzitter

J.F.W. Van Lammeren

De raadsgriffier

mr. M. Pe MEC