Regeling vervallen per 19-11-2019

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent ‘groene subsidie’ Subsidieregeling Stadslandbouw en Voedselinitiatieven 2019

Geldend van 01-03-2019 t/m 18-11-2019

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent ‘groene subsidie’ Subsidieregeling Stadslandbouw en Voedselinitiatieven 2019

Burgemeester en wethouders van Amsterdam

Brengen ter algemene kennis dat zij in hun vergadering van 5 februari 2019 hebben besloten:

  • I.

    Vast te stellen de subsidieregeling Stadslandbouw en Voedselinitiatieven 2019

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Dagelijks Bestuur: het dagelijks bestuur van een bestuurscommissie als bedoeld in de Verordening op lokaal bestuur, zijnde de rechtsopvolger van het Algemeen Bestuur (AB) van een bestuurscommissie als bedoeld in de Verordening ;

  • b.

    ASA 2013: Algemene subsidieverordening Amsterdam 2013;

  • c.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam.

Artikel 2 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013

De Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 is van toepassing, tenzij daarvan in deze regeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.

Artikel 3 Doel subsidieregeling

Het doel van deze regeling is verduurzamen van de voedselketen (stadslandbouw en voedsel), conform de paragraaf ‘Stadslandbouw en voedsel’ uit de Agenda Groen.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

Het college kan innovatieve activiteiten subsidiëren gericht op verduurzaming van de voedselketen. Activiteiten gericht op een alternatieve wijze van productie, verwerking en distributie in de voedselketen, de bewustwording over duurzaam voedsel, de herkomst van voedsel en/of duurzame vormen van stadslandbouw komen voor subsidiering in aanmerking

Artikel 4.1 Criteria waaraan de aanvraag wordt getoetst

Voor innovatieve initiatieven op het gebied van verduurzaming van de voedselketen die bijdragen aan het doel in artikel 3.1 van deze regeling, kan het college een eenmalige subsidie verstrekken indien de activiteit past binnen de kaders zoals geschetst in de paragraaf ‘Stadslandbouw en voedsel’ uit de Agenda Groen en aan minimaal drie van de volgende criteria voldoet:

  • a.

    er is sprake van een zekere mate van innovatie op het vlak van productie, verwerking en/of distributie in de voedselketen;

  • b.

    de activiteit is op te schalen en kan elders worden ingezet en worden uitgebreid;

  • c.

    de activiteit is circulair en koppelt verschillende onderdelen van de voedselketen aan elkaar, draagt bij aan verkorting van de voedselketen en zorgt voor waardebehoud van stromen in de keten;

  • d.

    bijdraagt aan meervoudige doelstellingen (productie, educatie, participatie, duurzaamheid, gezondheid);

  • e.

    de activiteit na eenmalige subsidie op zelfstandige wijze, eigen inkomsten of andere vorm van financiering, kan worden voortgezet.

Artikel 4.2 Subsidiabele kosten

  • 1. Subsidiabele kosten zijn kosten die rechtstreeks betrekking hebben op het realiseren van de activiteit en die naar het oordeel van het College noodzakelijk zijn en resteren na aftrek van bijdragen van derden.

  • 2. De subsidie voor innovatieve initiatieven gericht op verduurzaming van de voedselketen bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten met een minimum bedrag per subsidieaanvraag van € 5.000,- en een maximum bedrag per subsidieaanvraag van € 80.000,-.

Artikel 5 Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor innovatieve initiatieven gericht op verduurzaming van de voedselketen bedraagt maximaal € 120.000,- per kalenderjaar voor de periode vanaf 1 januari 2019 t/m 31 december 2019.

Artikel 6 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2013 wordt bij de subsidieaanvraag voor innovatieve initiatieven gericht op verduurzaming van de voedselketen de volgende informatie overgelegd:

  • a.

    een beheerplan: het eventuele noodzakelijke beheer van het initiatief moet zijn geborgd en aangeleverd worden door middel van een beheerplan en bijbehorende begroting;

  • b.

    een visuele verbeelding waaruit blijkt hoe de gerealiseerde activiteit er na voltooiing er uit ziet.

Artikel 7 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 9, tweede lid, van de ASA 2013 kan het college een subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren als:

  • a.

    niet wordt voldaan aan het bepaalde in de artikel 3, 4, 4.1, 4.2 van dit hoofdstuk;

  • b.

    het initiatief niet past binnen de Agenda Groen;

  • c.

    het initiatief al is uitgevoerd voordat subsidieverlening heeft plaatsgevonden;

  • d.

    het initiatief een commerciële doelstelling heeft;

  • e.

    de activiteit louter gericht is op vermaak;

  • f.

    op basis van een regeling subsidie is verstrekt voor dezelfde activiteit;

  • g.

    de bijdrage bedoeld is om het voortbestaan van een (vrijwilligers)organisatie te financieren.

Artikel 8 Aanvullende verplichtingen

Naast de verplichtingen op grond van artikel 10 en 11 van de ASA 2013, zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:

  • a.

    activiteiten moeten binnen 1 jaar na subsidieverstrekking zijn voltooid;

  • b.

    de openbare ruimte wordt niet aan de openbaarheid onttrokken.

Artikel 9 Verantwoording

In aanvulling op artikel 14, tweede lid, van de ASA 2013 bevat de aanvraag tot subsidievaststelling:

  • a.

    kopieën van originele facturen;

  • b.

    kopieën van betaalbewijzen.

Artikel 10 Slotbepalingen

  • 1. Deze regeling treedt in werking op 1 maart 2019.

  • 2. Deze regeling vervalt van rechtswege op 1 januari 2020.

  • 3. Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Stadslandbouw en Voedselinitiatieven 2019.

  • II.

    In te stemmen dat de voornoemde subsidieregeling op 1 maart 2019 in werking treedt.

 

  • III.

    In te stemmen met het verlenen van mandaat aan de directeur van Ruimte en Duurzaamheid om subsidie te verstrekken om subsidie te verstrekken op basis van de subsidieregeling Stadslandbouw en Voedselinitiatieven Amsterdam 2019.

Ondertekening

Burgemeester en wethouders voornoemd,

Femke Halsema,

Burgemeester

Peter Teesink,

Secretaris

Toelichting Subsidieregeling Stadslandbouw en Voedselinitiatieven 2019

Algemene toelichting bij de subsidieregeling

Inleiding

September 2015 is in de Gemeenteraad de Agenda Groen vastgesteld. Het beleid over Groen in de Buurt en Stadslandbouw is hierin als volgt geformuleerd.

Stadslandbouwinitiatieven en innovatieve voedselinitiatieven:

Er is een groeiend aantal vernieuwende initiatieven in Amsterdam gericht op verduurzaming van de voedselketen. Van het verwerken van biologisch geteeld voedsel tot nieuwe producten en het verkopen van deze producten. De productie en verwerking van gezond en duurzaam voedsel in en rondom de stad is een nieuwe economische factor in de stad geworden. Deze ontwikkeling sluit aan bij de ambities van de stad over duurzaamheid. Naast economie en duurzaamheid gaat het bij stadslandbouw ook over bewustwording. De productie en consumptie van gezond eten en de gezonde bezigheid van het tuinieren, kan op langere termijn een positief effect hebben op de gezondheid van bewoners. Verder zijn lokale betrokkenheid en sociale cohesie, belangrijke positieve effecten van stadslandbouw.

Ook zijn welzijns- en zorginstellingen, woningcorporaties, scholen en natuur- en milieucentra met stadslandbouw bezig. De ruimte voor nieuwe volkstuinparken binnen de gemeentegrenzen is zeer beperkt, maar ruimte om te tuinieren is er genoeg. Denk aan (tijdelijke) moestuinen op braakliggende terreinen en in stadsparken, kruidenbakken op pleinen, op daken of op grotere schaal aan de randen van de stad, zoals in de Tuinen van West.

Daarnaast erkent het bestuur het belang van het verduurzamen van de voedselketen. Schonere distributie en minder verspilling zijn belangrijk. Door bij te dragen aan initiatieven die het verduurzamen en verkorten van de voedselketen tot doel hebben, wordt een gewenste ontwikkeling gestimuleerd. Hierdoor kan meer uitwisseling tussen stad en platteland plaatsvinden en kan de afzet van lokale producten in de stad kan toenemen. Samenwerking rondom voedsel in de metropoolregio Amsterdam is hiervoor essentieel. Het stadsbestuur is enthousiast over de opkomst van stadslandbouw en bewustwording rond voedsel. Zij zien hun rol vooral in het faciliteren van initiatieven rondom stadslandbouw en voedsel, cofinanciering en het eventueel wegnemen van belemmerende regels.

De gemeentelijke pagina Stadslandbouw: www.amsterdam.nl/stadslandbouw heeft als belangrijkste doel om te informeren over relevante gemeentelijke informatie en om gemeentelijke hindernissen die stadslandbouw bemoeilijken op te heffen. Om stadslandbouw verder te stimuleren, wordt samen met maatschappelijke partners de portal www.voedselpoortamsterdam.nl opgezet, die als paraplu moet dienen voor de vele initiatieven op het gebied van stadslandbouw. De Voedselpoort wil overzicht en transparantie creëren waardoor stadslandbouw makkelijker van de grond kan komen.

Artikelsgewijze toelichting

In het artikelsgewijze deel wordt per bepaling in ieder geval aandacht besteed aan de vraag of bij die specifieke bepaling sprake is van een aanvulling op of van een afwijking van de ASA 2013. Dan wordt de (reden voor de) aanvulling of afwijking toegelicht.

Artikel 3 Doel subsidieregeling

Bewoners, stichtingen, verenigingen en ondernemers/bedrijven kunnen ook meehelpen bij de verduurzaming van de voedselketen (stadslandbouw en voedsel) en het verbeteren van de bewustwording over voedsel en de herkomst daarvan. Vandaar dat er ook voor innovatieve initiatieven gericht op verduurzaming van de voedselketen, uitgevoerd door bewoners, stichtingen, verenigingen en ondernemers/bedrijven, een bijdrage Groengelden (vanaf € 5.000, - per project) mogelijk is.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

Dit artikel geeft aan welke activiteiten voor subsidie in aanmerking komen en welk bestuursorgaan hierover beslist.

Artikel 4.1 Criteria waaraan de aanvraag wordt getoetst

In dit artikel zijn de criteria geformuleerd waaraan een initiatief moet voldoen om in aanmerking te komen voor subsidie.

Artikel 4.2 Subsidiabele kosten

Dit artikel geeft aan welke kosten subsidiabel zijn, wat het maximale percentage dat subsidiabel is, eventueel een minimum totaalbedrag en een maximum totaal bedrag per subsidie aanvraag. Vooral kosten die rechtstreeks verbonden zijn aan het realiseren van de activiteit zijn subsidiabel. Als de aanvrager de omzetbelasting (BTW) kan verrekenen, bijvoorbeeld met de Belastingdienst, beperkt de subsidie zich tot de ‘kale' kosten.

Artikel 5 Subsidieplafond

In dit artikel wordt het totaal budget vermeld dat beschikbaar is als subsidiebijdrage voor uitvoering van deze regeling binnen een afgesproken termijn. Als dit plafond bereikt is, dan is het budget op en stopt de regeling, en kan er geen aanspraak meer worden gedaan op subsidie. Het betreft een regeling met een looptijd vanaf 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019.

Artikel 6 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

Naast de standaard verplichtingen die bij elke aanvraag moeten worden aangeleverd, zoals in de ASA 2013 is opgenomen, moet er bij de aanvraag voor deze regeling een aantal aanvullende specifieke gegevens overlegd worden om de aanvraag goed te kunnen beoordelen. Welke specifieke gegevens aangeleverd moet worden, staat in dit artikel opgenomen. De visuele verbeelding van de activiteit kan bestaan uit een schets met daarin de maatregel verbeeldt in zijn omgeving, of een foto van de bestaande situatie met daarin de nieuwe situatie getekend.

Artikel 7 Weigeringsgronden

Naast de weigeringsgronden zoals geformuleerd in de ASA 2013 zijn er voor deze regeling een aantal aanvullende weigeringsgronden van toepassing die specifiek van aard zijn op deze activiteit. De weigeringsgronden staan in dit artikel opgenomen.

In ieder geval worden niet als subsidiabele kosten aangemerkt de kosten voor:

  • het (tijdelijk) huren van panden;

  • beheer en onderhoud;

  • commerciële doeleinden.

Artikel 8 Aanvullende verplichtingen

Naast de verplichting zoals opgenomen in de ASA 2013 zijn er voor deze regeling een aantal aanvullende specifieke verplichtingen opgenomen. Deze verplichtingen zijn specifiek van aard op deze activiteit en staan in dit artikel opgenomen.

Artikel 9 Verantwoording

Om de subsidie vast te kunnen stellen zijn specifieke documenten noodzakelijk, welke dit zijn worden hier benoemd.

Artikel 10 Slotbepalingen

Ingangsdatum, looptijd en citeertitel worden hier behandeld.