Regeling vervallen per 24-12-2019

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent het binnenwater (Regeling op het binnenwater 2019)

Geldend van 23-05-2019 t/m 23-12-2019

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent het binnenwater (Regeling op het binnenwater 2019)

Burgemeester en wethouders van Amsterdam

Brengen ter algemene kennis dat zij in hun vergadering van 26 maart 2019 hebben besloten:

  • I.

    Vast te stellen de Regeling op het binnenwater 2019.

Hoofdstuk 1

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel 1.1 Begrippen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    exploitatievergunning voor vervoer van goederen: vergunning als bedoeld in artikel 2.5.1 van de verordening;

  • -

    exploitatievergunning voor vervoer van personen: vergunning als bedoeld in artikel 2.4.1 van de verordening;

  • -

    verordening: Verordening op het binnenwater 2010.

Paragraaf 2 Nadere algemene regels over het gebruik van de openbare wateren

Artikel 1.2.1 Vaststelling maximumaantal personen

  • 1.

    Het aantal personen bedoeld in artikel 2.1.1, eerste lid, van de verordening is dertien.

  • 2.

    Artikel 2.1.1, eerste lid, van de verordening is niet van toepassing op een zeeschip, binnenschip of vaartuig in gebruik bij een overheidsdienst en geldt niet op de primaire vaarwegen.

Hoofdstuk 2 Verplichtingen voor houders van een exploitatievergunning voor vervoer van personen

(gereserveerd)

Hoofdstuk 3 Algemene regels voor vergunningen

Paragraaf 1

(gereserveerd)

Paragraaf 2 Wijziging van een exploitatievergunning voor vervoer van personen

Artikel 3.2.1 Wijziging van een vergunning op aanvraag

  • 1.

    De gevallen, bedoeld in artikel 2.2.6, tweede lid, van de verordening waarin een vergunning op aanvraag wordt gewijzigd zijn:

    • a.

      tijdelijke vervanging van het vaartuig, indien wordt voldaan aan de voorwaarden, gesteld in de bijlage bij de Regeling passagiersvaart 2013, zoals deze luidde tot het moment van inwerkingtreding van dit artikel;

    • b.

      permanente vervanging van het vaartuig: indien het vervangende vaartuig tot hetzelfde segment behoort en kleiner is dan of even groot is als het oorspronkelijk vergunde vaartuig en voldoet aan alle overige (milieu)eisen en aan de specifieke vergunningsvoorschriften die voor het oorspronkelijk vergunde vaartuig van toepassing zijn;

    • c.

      vervanging van een vaartuig dat groter is dan 20x4,25m door een vaartuig dat kleiner is dan of gelijk is aan 20x4,25m en dat voldoet aan alle overige (milieu)eisen en de specifieke vergunningsvoorschriften die voor het oorspronkelijk vergunde vaartuig of nieuwe segment van toepassing zijn;

    • d.

      verbouwing van het vaartuig: indien het vaartuig na verbouwing tot hetzelfde segment behoort als het oorspronkelijk vergunde vaartuig, en even groot blijft als of kleiner dan het oorspronkelijk vergunde vaartuig en ook voldoet aan alle eisen die op grond van deze regeling en de specifieke vergunningsvoorschriften voor het oorspronkelijk vergunde vaartuig van toepassing zijn;

    • e.

      wijziging van de vergunninghouder: indien de aanvraag:

      • i.

        een bewijs bevat dat degene die beoogt de vergunninghouder te worden eigenaar is van het vaartuig of eigenaar wordt op het beoogde wijzigingsmoment, en

      • ii.

        een verklaring bevat de vergunninghouder dat hij geen eigenaar meer is van het vaartuig of dat hij geen eigenaar meer zal zijn op het beoogde wijzigingsmoment.

  • 2.

    Voor de werking van het eerste lid, onderdelen b tot en met d, worden de volgende segmenten onderscheiden:

    Bemand groot: bemand passagiersvaartuig langer dan 14m en/of breder dan 3,75m en korter dan of gelijk aan 20m en/of smaller dan of gelijk aan 4,25m, en voorzien van een overkapping die ten minste 55% van het oppervlak van het vaartuig beslaat en die nagelvast is aangebracht;

    Bemand gesloten: bemand passagiersvaartuig korter dan of gelijk aan 14m en smaller dan of gelijk aan 3,75m, en voorzien van een overkapping die ten minste 55% van het oppervlak van het vaartuig beslaat en die nagelvast is aangebracht;

    Bemand open: bemand passagiersvaartuig korter dan of gelijk aan 10m en smaller of gelijk aan3,15m, zonder (vaste) overkapping;

    Onbemand: onbemande passagiersvaartuig korter dan of gelijk aan 5,50m en smaller dan of gelijk aan 2m;

    Waterfiets: waterfiets korter dan of gelijk aan 3,85m en smaller dan of gelijk aan 1,55m.

Hoofdstuk 4

(gereserveerd)

Hoofdstuk 5 Vrijstellingen

Paragraaf 1 Vrijstellingen van algemene regels

(Gereserveerd)

Paragraaf 2 Vrijstellingen van vergunningplicht

Artikel 5.2.1 Vrijstelling roei-, zeil, en kanosport

Van artikel 2.4.1, eerste lid, van de verordening is vrijgesteld het varen met een ongemotoriseerd vaartuig:

  • a.

    indien dat plaatsheeft in het kader van het beoefenen van de roei-, zeil-, kajak- of kanosport en indien dat vaartuig eigendom is van een vereniging of stichting, die als doelstelling heeft het beoefenen van een of meer van deze watersporten, en

  • b.

    indien de vereniging of stichting bij het college heeft gemeld dat zij van deze vrijstelling gebruik wenst te maken.

Hoofdstuk 6

Paragraaf 1 Overgangsrecht

Artikel 6.1.1 Overgangsrecht

Een melding die is gedaan op grond van artikel 4.2, onderdeel 2, van de Regeling Passagiersvaart Amsterdam 2013 zoals deze luidde tot het moment van inwerkingtreding van deze regeling wordt aangemerkt als een melding als bedoeld in artikel 5.2.1, onderdeel b.

Paragraaf 2 Slotbepalingen

Artikel 6.2.1 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na die van bekendmaking.

Artikel 6.2.2 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als de Regeling op het binnenwater 2019.

  • II.

    Vast te stellen de toelichting op Regeling op het binnenwater 2019:

Ondertekening

Toelichting

  • 1.

    Inleiding

Per 1 juni 2019 is de Verordening op het binnenwater 2010 gewijzigd. Deze wijzigingen zijn onderdeel van het gemeentelijke beleid dat is gericht op het tegengaan van drukte en overlast op en aan het water. Een deel van de wijzigingen in de Verordening op het binnenwater 2010 aangebrachte wijzigingen biedt een basis om maatregelen die zijn aangekondigd in de Nota Varen deel 1 uit te voeren. De overige maatregelen maken deel uit van een modernisering van de verordening. Met deze regeling worden een van de in de Nota Varen deel 1 aangekondigde maatregelen vastgelegd. Het betreft een verbod om te varen met meer dan 13. Deze maatregel wordt in paragraaf 2 separaat toegelicht.

Deze regeling is een kaderregeling. Wanneer de overige regels, die voornamelijk zien op vergunningverlening, worden vastgesteld krijgen deze een plek in deze regeling. Daarom zijn hoofdstuk 2, paragraaf 2 van hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4 gereserveerd voor deze inhoud.

Op dit moment geldt de Regeling uitgifteronde 2022 voor exploitatievergunningen passagiersvaart. Die regeling bepaalt dat vergunningen slechts worden uitgegeven indien daarvoor een aanvraag is ingediend in maart 2020. Regels voor het toetsen van aanvragen en het verdelen van vergunningen worden op een later moment aan deze regeling toegevoegd. In de tussenliggende periode moeten echter wel worden bepaald in welke gevallen reeds verleende vergunningen kunnen worden gewijzigd. Deze regels waren tot inwerkingtreding van deze regeling opgenomen in de Regeling passagiersvaart Amsterdam 2013. Er is voor gekozen de inhoud van deze regels over te nemen uit die regeling zoals die luidde tot daarin wijzigingen werden aangebracht ter uitvoering van de uitgifteronde in 2016. In deze artikelen is verduidelijkt wat wordt verstaan onder een overkapping, omdat daarover in de praktijk onduidelijkheid bleek te bestaan.

  • 2.

    Verbod om met meer dan 13 personen aan boord te varen

Eén van de in de Nota Varen deel 1 opgenomen maatregelen is een verbod op het varen met meer dan 13 personen aan boord, met een uitzondering voor houders van een exploitatievergunning voor het vervoeren van personen. Het gewijzigde artikel 2.1.1 van de Verordening op het binnenwater 2010 vormt de juridische basis voor deze maatregel. Dat artikel bepaalt dat het verboden is te varen met “een vaartuig of object waarop meer dan een door het college vastgesteld of omschreven aantal personen aanwezig is”. Het maximaal toegestane aantal aanwezige personen wordt door het college vastgesteld, evenals eventuele beperkingen van het gebied waar de maatregel geldt. Het verbod is in beginsel alléén van toepassing is op de binnenwateren en niet in het havengebied. Verder heeft het college op grond van het tweede lid van artikel 2.1.1 (nieuw) de bevoegdheid om de reikwijdte van het verbod te beperken.

Met deze regeling wordt bepaald dat het maximale aantal 13 personen is. Met dit aantal is aansluiting gezocht bij het Binnenvaartbesluit en de Binnenvaartregeling, waarin ook een onderscheid wordt gemaakt tussen vaartuigen bestemd of gebruikt voor vervoer van meer dan 12 personen. Omdat uit die rijksregelingen bijvoorbeeld verplichtingen voortvloeien met betrekking tot het verplichte vaarbewijs, wordt in deze wijziging omwille van de duidelijkheid voor gebruikers hetzelfde aantal gehanteerd. In tegenstelling tot deze rijksregelingen wordt met deze regeling geen onderscheid gemaakt tussen bemanning en passagiers. Omdat de commerciële vaart is uitgezonderd van het verbod raakt deze regel voornamelijk de pleziervaart. Met deze kleinere vaartuigen is het onderscheid tussen passagiers en bemanning meestal niet te maken. Uitgaande van het feit dat het besturen van deze vaartuigen meestal zal plaatsvinden door één persoon is ervoor gekozen in deze regel een maximum van 13 te hanteren om feitelijk hetzelfde resultaat te borgen als in de genoemde rijksregelingen.

Na inwerkingtreding van deze regeling kunnen handhavers volstaan met het tellen van het aantal personen dat zich op een vaartuig bevindt. Voor het constateren van een overtreding is dan niet van belang of de vaarbeweging tegen betaling plaatsvindt. Daardoor wordt het veel eenvoudiger om handhavend op te treden tegen degenen die thans illegaal, dus zonder vergunning, passagiersvervoer of vaartochten aanbieden.

  • III.

    In te stemmen met intrekking van de Regeling Passagiersvaart Amsterdam 2013, zoals laatstelijk gewijzigd op 13 juni 2017 (Gemeenteblad 141738, 14 augustus 2017) en de daarbij behorende toelichting.

  • IV.

    Dat de beslispunten I tot en met III in werking treden op de eerste dag na die van bekendmaking in het Gemeenteblad.

Burgemeester en wethouders voornoemd,

Femke Halsema,

burgemeester

Peter Teesink,

gemeentesecretaris