Regeling vervallen per 25-02-2020

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent de heffing en de invordering en de subsidie van een BIZ-bijdrage voor de BI-zone Osdorper Ban (Verordening BI-zone Osdorper Ban eigenaren 2020)

Geldend van 01-01-2020 t/m 24-02-2020

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent de heffing en de invordering en de subsidie van een BIZ-bijdrage voor de BI-zone Osdorper Ban (Verordening BI-zone Osdorper Ban eigenaren 2020)

De raad van de gemeente Amsterdam;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 2 juli 2019;

gelet op artikel 1, eerste lid en artikel 7, vierde lid, van de Wet op de bedrijveninvesteringszones; en

gelet op de tussen de gemeente Amsterdam en de BIZ-vereniging van eigenaren Osdorper Ban gesloten subsidieovereenkomst;

gezien het advies van de commissie FEZ

besluit

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering en de subsidie van een BIZ-bijdrage voor de BI-zone Osdorper Ban eigenaren 2020.

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    BI-zone: het aangewezen en gearceerde gebied op de van deze verordening deel uitmakende, en als bijlage 1 toegevoegde, kaart.

  • b.

    de Wet: de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

  • c.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

  • d.

    de uitvoeringsovereenkomst: de tussen de gemeente Amsterdam en de BIZ-vereniging van eigenaren Osdorper Ban gesloten Uitvoeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 7, lid 4 van de Wet.

  • e.

    BIZ-plan: het plan van aanpak dat door de vereniging is opgesteld waarin is aangegeven hoe de vereniging voornemens is de BIZ-subsidie te besteden.

Artikel 2 Aanwijzing vereniging

De BIZ-vereniging van eigenaren Osdorper Ban (hierna: de vereniging) wordt aangewezen als vereniging als bedoeld in artikel 7 van de Wet.

Hoofdstuk II Belastingbepalingen

Artikel 3 Aard van de belasting

Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die verbonden zijn aan activiteiten in de openbare ruimte en op het internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.

Artikel 4 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. De BIZ-bijdrage wordt gedurende een periode van 3 jaren jaarlijks geheven ter zake van binnen de BI-zone gelegen onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen en die als bestemming hebben, dan wel in gebruik zijn als: (detail)handel/winkel of horeca.

  • 2. De BIZ-bijdrage wordt geheven van degenen die bij het begin van het kalenderjaar van in de BI-zone gelegen onroerende zaken het genot hebben krachtens eigendom, bezit of beperkt recht.

  • 3. Voor de toepassing van het vorige lid wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 5 Belastingobject

  • 1. Als een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient, wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dient.

  • 2. Een onroerende zaak dient niet in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak niet in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

Artikel 6 Maatstaf van heffing

  • 1. De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde voor het kalenderjaar bedoeld in artikel 4, tweede lid, van deze verordening.

  • 2. Bij de bepaling van de heffingsmaatstaf wordt buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van de onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

  • 3. De heffingsmaatstaf als bedoeld in het eerste lid geldt voor de gehele in artikel 4, eerste lid genoemde periode.

  • 4. In afwijking van het bepaalde in het derde lid wordt, indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

  • 5. In afwijking van het eerste en het derde lid, wordt de BIZ-bijdrage van een onroerende zaak die binnen de BI-Zone gedurende de in artikel 4, eerste lid genoemde periode nieuw tot stand is gekomen, geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde vanaf het kalender jaar volgend op het kalenderjaar waarin de onroerende zaak in gebruik is genomen overeenkomstig zijn beoogde bestemming.

Artikel 7 Belastingtarief

De BIZ-bijdrage bedraagt bij een WOZ-waardeklasse van:

Klasse 1.tot en met € 150.000: € 1000,- per jaar

Klasse 2.vanaf € 150.001 tot en met € 250.000: € 1000,- per jaar

Klasse 3.vanaf € 250.001 tot en met € 500.000: € 2000,- per jaar

Klasse 4.vanaf € 500.001 tot en met € 750.000: € 2000,- per jaar

Artikel 8 Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden de aanslagen betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en de tweede een maand later.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ-bijdrage.

Hoofdstuk III Subsidiebepalingen

Artikel 11 Algemeen

Indien en voor zover in deze verordening daarvan niet is afgeweken, is de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 van toepassing.

Artikel 12 Subsidievaststelling

  • 1. De subsidie wordt verstrekt aan de vereniging voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in het van deze verordening deel uitmakende en als bijlage 2 toegevoegde, BIZ-plan.

  • 2. De subsidie bedraagt maximaal het bedrag van de jaarlijks te ontvangen BIZ-bijdragen, verminderd met de daarmee samenhangende perceptiekosten, die zijn vastgesteld op 2,5%.

  • 3. In de Uitvoeringsovereenkomst worden nadere regels gesteld over de wijze van bevoorschotting en de verrekening van meer- en minderopbrengsten van de ontvangen BIZ-bijdragen.

Hoofdstuk IV Slotbepalingen

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op een door het college te bepalen tijdstip nadat is gebleken van voldoende steun onder de bijdrageplichtigen als bedoeld in artikel 4 van de Wet.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening BI-zone Osdorper Ban eigenaren 2020.

Ondertekening

Aldus besloten door de gemeenteraad voornoemd

in zijn vergadering op 19 september 2019.

De voorzitter

Femke Halsema

De raadsgriffier

Jolien Houtman

Bijlage 1 Kaart BI-zone Osdorper Ban eigenaren 2020

afbeelding binnen de regeling