Regeling vervallen per 01-03-2020

Besluit van de directeur van de directie Inkomen van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent algemeen ondermandaatbesluit en vervangingsregeling

Geldend van 17-01-2020 t/m 29-02-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2020

Intitulé

Besluit van de directeur van de directie Inkomen van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent algemeen ondermandaatbesluit en vervangingsregeling

De directeur van de directie Inkomen,

Gelet op:

  • -

    de Gemeentewet;

  • -

    het Burgerlijk wetboek;

  • -

    de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam;

  • -

    de Budgethoudersregeling;

BESLUIT:

  • I

    Ondermandaat, volmacht en machtiging te verlenen voor zover betrekking hebbend op het eigen taakgebied aan de volgende functionarissen, c.q. diens plaatsvervanger:

het afdelingshoofd Inkomensvoorziening

het afdelingshoofd Armoedebestrijding

het afdelingshoofd Ondersteuning ondernemers

het afdelingshoofd Handhaving Werk en Inkomen

het afdelingshoofd Budget- en inkomensbeheer bijzondere doelgroepen

de teamleider

de medewerker voorzieningen

de klantmanager

de inkomensconsulent

de medewerker communicatie

de sociaal rechercheur

de handhavingspecialist

de boetespecialist

de medewerker terugvordering en verhaal

de teamleider ondersteuning ondernemers

de adviseur ondersteuning ondernemers

de inkomensconsulent ondersteuning ondernemers

de budgetconsulent FIBU (schuldhulpverlening) met betrekking tot de bijzondere doelgroepen

de teamleider administratie/incasso Kredietbank

de teamleider schuldhulpverlening Kredietbank

de kredietbeslisser

de medewerker incasso Kredietbank

de medewerker schuldregeling Kredietbank

de manager handhaving

de coördinator schuldhulpverlening

de consulent schuldhulpverlening Kredietbank

de medewerker ondersteuning Kredietbank

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1

Functionarissen oefenen een aan hun gemandateerde bevoegdheid niet uit indien sprake is van een politiek of bestuurlijk gevoelig onderwerp.

Hoofdstuk 2 Overdracht algemene bevoegdheden

Artikel 2

Overdracht algemene bevoegdheden, op grond van bijlage 1 van het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam (zie bijlage).

  • 1.

    Ondergemandateerd aan het afdelingshoofd en de teamleider worden de volgende bevoegdheden op grond van de Gemeentewet met betrekking tot het aangaan van een privaatrechtelijke overeenkomst:

    • a.

      Het nemen van besluiten over het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen voor zover deze op grond van bijlage 1, onder B van het Bevoegdhedenbesluit aan de gemeentesecretaris zijn gemandateerd (zie bijlage bij dit ondermandaatbesluit).

    • b.

      De bevoegdheid als vermeld in het eerste lid, onder a., wordt slechts uitgeoefend met inachtneming van hetgeen daarover in de Budgethoudersregeling is vermeld en binnen de instructies van de mandaatgever.

    • c.

      De bevoegdheid als vermeld in het eerste lid, onder a., wordt voorts slechts uitgeoefend indien daarvoor een financiële dekking aanwezig is in de vorm van een daarvoor bestemde begrotingspost.

    • d.

      De gemandateerde bevoegd is tot het aangaan van een financiële verplichting overeenkomstig het bepaalde in de Budgethoudersregeling.

  • 2.

    Ondergemandateerd aan het afdelingshoofd , de teamleider, de klantmanager, en de inkomensconsulent, voor zover betrekking hebbend op het eigen taakgebied, worden de volgende bevoegdheden op grond van de Gemeentewet en de Wet tegemoetkomingen loondomein:

    • a.

      Het in en buiten rechte vertegenwoordigen van de gemeente (art. 171 Gemeentewet), ter uitvoering van een gegeven mandaat.

    • b.

      De ondertekening van stukken die van het college uitgaan (art. 59a, tweede lid Gemeentewet).

    • c.

      Het nemen van alle conservatoire maatregelen en doen wat nodig is ter voorkoming van verjaring of verlies van recht en bezit, behalve beslaglegging (artikel 160, derde lid van de Gemeentewet).

    • d.

      Het nemen van besluiten over geleden schade als gevolg van feitelijk handelen en genomen beschikkingen zoals kosten rechtsbijstand, wettelijke rente en gevolgschade (artikel 160, eerste lid onder e van de Gemeentewet).

    • e.

      Het verlenen van ondermachtiging aan notarissen en medewerkers van een notariskantoor ten behoeve van het passeren van notariële akten (artikel 171, tweede lid van de Gemeentewet).

    • f.

      Het doen leggen en opheffen van conservatoir beslag (artikel 160, eerste lid onder e van de Gemeentewet).

    • g.

      Het aangaan van overeenkomsten voor budgetbeheer (artikel 160, eerste lid onder e van de Gemeentewet).

    • h.

      Het afgeven van een doelgroepverklaring aan de werkgever, als bedoeld in de Wet tegemoetkomingen loondomein (artikel 2.3 Wtl).

  • 3.

    Ondergemandateerd aan het afdelingshoofd , de teamleider , de klantmanager, de inkomensconsulent, de medewerker voorzieningen, de boetespecialist, de medewerker terugvordering en verhaal, de adviseur ondersteuning ondernemers, de budgetconsulent FIBU, de manager handhaving, de kredietbeslisser, de medewerker incasso Kredietbank en de medewerker schuldregeling Kredietbank, voor zover betrekking hebbend op het eigen taakgebied, worden de bevoegdheden op grond van de Algemene wet bestuursrecht, zoals bedoeld in bijlage 1, onder C van het Bevoegdhedenbesluit (zie bijlage bij dit ondermandaatbesluit).

  • 4.

    Ondergemandateerd aan het afdelingshoofd en de teamleider, worden de volgende bevoegdheden op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob):

    • a.

      Het beslissen op verzoeken om verstrekking van informatie met betrekking tot bestuurlijke aangelegenheden (art. 6 Wob).

    • b.

      Het beslissen inzake het eigener beweging verstrekken van informatie met betrekking tot bestuurlijke aangelegenheden (art. 8 Wob).

  • 5.

    Ondergemandateerd aan het afdelingshoofd, worden de volgende bevoegdheden op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG):

    Indien nodig, het doen van een mededeling aan de betrokkene van een inbreuk in verband met persoonsgegevens (art. 34 AVG).

  • 6.

    Ondergemandateerd aan het afdelingshoofd ,de teamleider, de inkomensconsulent, de klantmanager, de manager handhaving, de consulent schuldhulpverlening Kredietbank en de adviseur ondersteuning ondernemers, worden de volgende bevoegdheden op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG):

    Bevoegdheden en feitelijke handelingen die verband houden met de uitoefening van de rechten van betrokkene als bedoeld in hoofdstuk III van de AVG (artikelen 12 tot en met 23 van de AVG), deze zijn:

    • -

      het recht op inzage;

    • -

      het recht op rectificatie en aanvulling;

    • -

      het recht om minder gegevens te laten verwerken;

    • -

      het recht om bezwaar te maken tegen de gegevensverwerking;

    • -

      het recht op vergetelheid;

    • -

      het recht op dataportabiliteit, d.w.z. het recht om persoonsgegevens op te vragen en over te dragen aan een andere verantwoordelijke;

    • -

      het recht met betrekking tot geautomatiseerde besluitvorming op basis van profilering.

  • 7.

    Niet gemandateerd aan functionarissen worden besluiten op grond van bijlage 1 van het Bevoegdhedenbesluit (zie bijlage) ten aanzien van A. Arbeidsrechtelijke regelingen en WOR, F. Algemene Verordening Nadeelcompensatie en G. Archiefwet en aanverwanten.

Hoofdstuk 3 Directie specifieke bevoegdheden op grond van bijlage 4, hoofdstuk III Cluster Sociaal, onderdeel 1, rve-directeur Inkomen, van het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam

Artikel 3

  • 1. Ondergemandateerd wordt aan het afdelingshoofd Armoedebestrijding, het afdelingshoofd Budget- en inkomensbeheer bijzondere doelgroepen, de teamleider, de medewerker voorzieningen, de klantmanager, de inkomensconsulent, ieder op zijn eigen taakgebied, het nemen van besluiten als bedoeld in bijlage 4 Bevoegdhedenbesluit, onderdeel A. Subsidies en voorzieningen:

    De bevoegdheid tot het nemen van besluiten tot het verstrekken van subsidies en voorzieningen op het gebied van armoedebeleid, aan in de gemeentebegroting vermelde subsidieontvangers alsmede het verstrekken van subsidies waartoe het College ten laste van een begrotingspost heeft besloten op grond van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013.

  • 2. Ondergemandateerd wordt aan het afdelingshoofd, de teamleider, de inkomensconsulent, de klantmanager, de sociaal rechercheur, de handhavingspecialist, de boetespecialist, de medewerker terugvordering en verhaal, de medewerker voorzieningen, ieder op zijn eigen taakgebied, het nemen van besluiten als bedoeld in bijlage 4 Bevoegdhedenbesluit, onderdeel B, Participatiewet:

    • a.

      Het uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken als bedoeld in de artikelen 6b, 7, 9, 9a, 10, 10a, 10f,15, 16, 17, 18, 18a, 18b, 19a, 28, 31, 35, 36, 36b, 40, 41, 42, 43, 44, 44a, 45, 47c, 48, 49, 51, 52, 53a, 54, 55, 57, 58, 60, 60a, 60b, 60c, 61, 62b, 62e, 62f, 62g, 62h, 63, 66, 67, 74, 76a, 77, 78j, 78o, 78y, en 78z en andere relevante artikelen van de Participatiewet.

    • b.

      Het uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken als bedoeld in de:

      • 1.

        Re-integratieverordening Participatiewet Amsterdam met uitzondering van het vaststellen van nadere regels als bedoeld in de artikelen 1.5, 3.1, 3.4, 3.6, 3.7 en 4.5.

      • 2.

        Maatregelenverordening Participatiewet.

      • 3.

        Verordening Tegenprestatie Participatiewet Amsterdam.

      • 4.

        Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet.

      • 5.

        Verordening WSW.

      • 6.

        Verordening Participatieraad Amsterdam.

      • 7.

        Amendement 2004/937 (motie Sargentini).

      • 8.

        Nadere regels Re-integratieverordening Participatiewet.

      • 9.

        Nadere regels Maatregelenverordening Participatiewet.

      • 10.

        Nadere regels financiële tegemoetkoming in de meerkosten voor mensen met een chronische ziekte of beperking.

      • 11.

        Beleidsregels Participatie minima kinderen.

      • 12.

        Beleidsregels Stadspas Amsterdam.

      • 13.

        Beleidsregels vergoeding kosten kinderopvang Amsterdam.

      • 14.

        Beleidsregels vervoersvoorzieningen minima ouderen.

      • 15.

        Beleidsregels volledige tegemoetkoming leges Nederlandse ID-kaart voor stadspashouders met een minimuminkomen.

      • 16.

        Beleidsregels Participatiewet, IOAW en IOAZ vanaf 21 januari 2015, zoals luidend na toevoeging van de Beleidsregels voorbereidingskrediet zelfstandigen.

      • 17.

        Beleidsregels Educatievoorziening volwassenen.

      • 18.

        Beleidsregels Investeringsfonds sociale firma’s Amsterdam.

      • 19.

        Beleidsregels premie in het kader van het Amsterdams experiment Participatiewet.

      • 20.

        Beleidsregels Re-integratieverordening vanaf 24 juli 2017.

  • 3. Ondergemandateerd wordt aan het afdelingshoofd, de teamleider, de inkomensconsulent, de klantmanager, de boetespecialist, ieder op zijn eigen taakgebied, het nemen van besluiten als bedoeld in bijlage 4 Bevoegdhedenbesluit, onderdeel C, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers:

    Het uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken als bedoeld in de artikelen 14, 15, 17, 17a, 20, 20a, 25, 28, 29, 29a, 34, 37a, 38, 38a, 42 en 47 en andere relevante bepalingen van de IOAW en de daarbij behorende besluiten.

  • 4. Ondergemandateerd wordt aan het afdelingshoofd, de teamleider, de inkomensconsulent, de klantmanager, de boetespecialist, ieder op zijn eigen taakgebied, het nemen van besluiten als bedoeld in bijlage 4 Bevoegdhedenbesluit, onderdeel D, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen:

    Het uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken als bedoeld in de artikelen 14, 15, 17, 17a, 20, 20a, 25, 28, 29, 29a, 34, 37a, 38, 38a,42 en 47 en andere relevante bepalingen van de IOAZ en de daarbij behorende besluiten.

  • 5. Ondergemandateerd wordt aan het afdelingshoofd, de teamleider ondersteuning ondernemers, de adviseur ondersteuning ondernemers, de inkomensconsulent ondersteuning ondernemers, de volgende bevoegdheden op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004:

    Het uitoefenen van de bevoegdheden en het uitvoeren van de taken als bedoeld in de artikelen 8, 12, 16, 17, 23, 35, 36, 38, 39, 40, 41, 42, 43a, 43b, 44 en 45 van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004.

  • 6. Ondergemandateerd wordt aan het afdelingshoofd, de teamleider, de inkomensconsulent, de klantmanager de volgende bevoegdheden op grond van de Wet kinderopvang:

    Het uitoefenen van de bevoegdheden en het uitvoeren van de taken als bedoeld in artikel 1.13 van de Wet Kinderopvang.

  • 7. Ondergemandateerd wordt aan het afdelingshoofd, de teamleider schuldhulpverlening Kredietbank, de budgetconsulent FIBU (schuldhulpverlening) met betrekking tot de bijzondere doelgroepen, de inkomensconsulent, de klantmanager de volgende bevoegdheden op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening:

    • a.

      Het opstellen van een plan alsmede het weigeren van een aanvraag (artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening).

    • b.

      Het geven van inzicht (artikel 4, derde lid van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening).

    • c.

      Verzoek in verband met een afkoelingsperiode (artikel 5 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening).

    • d.

      Het vaststellen van de identiteit van een persoon (artikel 7 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening).

    • e.

      Het nemen van besluiten op aanvragen van bijzondere doelgroepen en zelfstandigen om schuldhulpverlening en het beëindigen van schuldhulpverlening (Wet gemeentelijke schuldhulpverlening), het beleidsplan en de beleidsregels Schuldhulpverlening en de Wet schuldsanering natuurlijke personen en titel III van de Faillissementswet).

  • 8. Ondergemandateerd wordt aan het afdelingshoofd, de teamleider administratie/incasso GKA, de teamleider schuldhulpverlening GKA, de kredietbeslisser, de medewerker incasso GKA, de medewerker schuldregeling GKA de volgende bevoegdheden op grond van het Bankreglement Gemeentelijke Kredietbank Amsterdam (GKA), (Gemeenteblad 2009 afd. 3B nr. 45) en Garantiefonds Microkredieten Amsterdam en het Europees Fonds voor Regionale ontwikkeling, en het verstrekken van leningen in het kader van het publiek belang:

    • a.

      Het nemen van besluiten inzake het verstrekken van kredieten aan kredietnemers met een inkomen tot 130% van het minimumloon, een beschadigd kredietverleden of problematische schulden dan wel aan kredietnemers die zonder extra zekerheden geen krediet kunnen krijgen, in overeenstemming met de Wet financiering decentrale overheden (artikel 15, tweede lid van het Bankreglement GKA).

    • b.

      Het nemen van besluiten tot het verlenen van borgstellingen ten behoeve van banken voor klanten in het kader van Microkredieten Amsterdam.

    • c.

      Het nemen van besluiten inzake het verstrekken van saneringskredieten

    • d.

      Het nemen van besluiten tot het incasseren dan wel kwijtschelden van verstrekte kredieten (artikel 32 en 33 van het Bankreglement GKA).

    • e.

      Het aanbieden van budgetbeheer, budgetbegeleiding, schuldregeling en schuldhulpverlening.

  • 9. Ondergemandateerd wordt aan het afdelingshoofd de volgende bevoegdheden op grond van het Bankreglement Gemeentelijke Kredietbank Amsterdam (GKA), (Gemeenteblad 2009 afd. 3B nr. 45):

    • a.

      Het opstellen van algemene voorwaarden die van toepassing zijn op de door de gemeentelijke kredietbank gesloten kredietovereenkomsten (artikel 24 van het Bankreglement GKA).

    • b.

      Het opstellen van algemene voorwaarden die van toepassing zijn op de door de gemeentelijke kredietbank gesloten overeenkomst tot schuldregeling (artikel 39 van het Bankreglement GKA).

    • c.

      Het vaststellen van een kredietvergoeding (interest) als bedoeld in (artikel 30, eerste lid van het Bankreglement GKA).

    • d.

      Het nemen van besluiten in alle gevallen waarin de Wet op het financieel toezicht of het Bankreglement van de GKA niet voorziet, (artikel 51 van het Bankreglement GKA).

    • e.

      Het beheren van Microkredieten Amsterdam (inkomsten en uitgaven van het fonds).

  • 10. Ondergemandateerd wordt aan het afdelingshoofd, de teamleider ondersteuning ondernemers, de inkomensconsulent ondersteuning ondernemers, de klantmanager ondersteuning ondernemers, de volgende bevoegdheden inzake Microkredieten Amsterdam:

    Het nemen van besluiten tot het begeleiden van klanten na de start van een eigen bedrijf of zelfstandig beroep en de verlenging van borgstelling in het kader van Microkredieten Amsterdam, al dan niet in samenwerking met contractpartners.

  • 11. Ondergemandateerd wordt aan het afdelingshoofd, de teamleider administratie/incasso Kredietbank Amsterdam, de teamleider schuldhulpverlening Kredietbank Amsterdam, de kredietbeslisser, de medewerker incasso Kredietbank, de medewerker schuldregeling Kredietbank:

    • a.

      Het nemen van besluiten tot het ten laste van Microkredieten Amsterdam uitbetalen van de borg aan een bank, na uitwinning van de borgstelling door deze bank.

    • b.

      Het vorderen op klanten van de na uitwinning van de borgstelling ten laste van Microkredieten Amsterdam gekomen bedragen.

    • c.

      Het nemen van besluiten tot het terugbetalen aan het ministerie van Economische Zaken ten behoeve van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO).

    • d.

      Het ten laste van Microkredieten Amsterdam vergoeden van kosten van bedrijfsadvisering en -begeleiding van contractpartners in het kader van Microkredieten Amsterdam.

  • 12. Ondergemandateerd wordt aan het afdelingshoofd en de teamleider, de volgende bevoegdheden op grond van de Faillissementswet:

    Het afgeven van een verklaring dat er geen reële mogelijkheden zijn tot buitengerechtelijke schuldsanering alsmede het aangeven welke aflossingsmogelijkheden er zijn, als bedoeld in artikel 285, eerste lid onder f, van de Faillissementswet.

  • 13. Ondergemandateerd wordt aan het afdelingshoofd, de teamleider, de klantmanager en de inkomensconsulent, de volgende bevoegdheden op grond van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering:

    Het geven van informatie respectievelijk van een verklaring betreffende het verrichten van periodieke betalingen, zoals bedoeld in de artikelen 475g, derde lid en 476a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

Hoofdstuk 4 Plaatsvervangingsregeling

Artikel 4

Plaatsvervanging:

  • a.

    De directeur Inkomen wijst als vervanger aan de directeur Participatie en de directeur Werk om zijn bevoegdheden ingevolge het Bevoegdhedenbesluit en de Budgethoudersregeling uit te voeren indien hij meer dan één werkdag afwezig is, bijvoorbeeld wegens ziekte, verlof of dienstreis.

  • b.

    De directeur Inkomen wordt vervangen door de directeur Participatie en bij afwezigheid van de directeur Participatie, door de directeur Werk .

  • c.

    De ondertekening als plaatsvervanger geschiedt op de volgende wijze:

    Namens burgemeester en wethouders,

    Plaatsvervangend directeur Inkomen,

  • II

    Dat dit besluit wordt gepubliceerd in het Gemeenteblad en terugwerkt tot 1 januari 2020.

  • III

    Het ondermandaatbesluit directie Inkomen van 16 juli 2019 (Gemeenteblad 2019, 174256), in te trekken.

Ondertekening

Amsterdam, 7 januari 2020

Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

R.H. Visser

directeur Inkomen

Bijlage 1 Bevoegdhedenbesluit

Bevoegdhedenbesluit, bijlage 1

Bevoegdheden die worden gemandateerd aan de gemeentesecretaris en worden ondergemandateerd tenzij expliciet voorbehouden aan de gemeentesecretaris.

A. Arbeidsrechtelijke regelingen en WOR

  • 1.

    Gemandateerd aan de gemeentesecretaris worden de volgende bevoegdheden:

    • a.

      de bevoegdheid in artikel 160, eerste lid, onder d, van de Gemeentewet te besluiten tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen in verband met aangaan, aanpassen, beëindigen en uitvoeren van arbeidsovereenkomsten van medewerkers met wie de gemeente een arbeidsovereenkomst heeft, heeft gehad of zal aangaan op grond van artikel 160 van de Gemeentewet en de daarmee verband houdende rechtshandelingen.

    • b.

      de bevoegdheid in artikel 160, eerste lid, onder c, van de Gemeentewet tot het inrichten van de ambtelijke organisatie.

  • 2.

    Ten aanzien van de bevoegdheden in het eerste lid worden de volgende bevoegdheden uitgezonderd:

    • a.

      het geven van de vereiste toestemming voor het opzeggen van de arbeidsovereenkomst (artikel 7:669 derde , BW) of het doen van een ontbindingsverzoek (art 7.671b BW) voor leden, kandidaatleden of ex-leden van de ondernemingsraad of onderdeelcommissie in het geval dat er op grond van het Burgerlijk Wetboek geen opzegverbod geldt;

    • b.

      het nemen van een besluit tot een ingrijpende reorganisatie waarbij in ieder geval sprake is van:

      • i.

        een reorganisatie waarbij meer organisatie-onderdelen of meer grote onderdelen zijn betrokken en/of

      • ii.

        een reorganisatie met een aanzienlijk verlies aan arbeidsplaatsen en/of

      • iii.

        een reorganisatie die belangrijke beleidsmatige wijzigingen inhoudt en/of

      • iv.

        een verzelfstandiging, privatisering of uitplaatsing;

    • c.

      het besluiten tot het aangaan van een beëindigingsovereenkomst in de zin van artikel 7:670b van het Burgerlijk Wetboek en titel 7.15 van het Burgerlijke Wetboek (vaststellingsovereenkomst), voor zover het bedrag aan extra tegemoetkomingen, niet zijnde de wettelijke transitievergoeding in de zin van titel 7.10 BW of een voorziening als bedoeld in artikel 7:673b van het Burgerlijk Wetboek, uitstijgt boven € 75.000 ,- bruto;

    • d.

      Rechtshandelingen waarbij de gemeentesecretaris belanghebbende is;

    • e.

      het in individuele gevallen in het voordeel van de werknemer afwijken van de Cao Gemeenten als naar het oordeel van de werkgever toepassing ervan leidt tot onevenredig nadeel van de werknemer (artikel 1.7 Cao Gemeenten) en het toepassen van andere hardheidsclausules in arbeidsrechtelijke regelingen, zoals artikel 0.5 Cao Amsterdam, voor zover het hiermee gemoeide maximale bedrag uitstijgt boven € 75.000,- bruto;

  • 3.

    Voorbehouden aan de gemeentesecretaris blijven de volgende bevoegdheden:

    • a.

      het besluiten tot het aangaan van een beëindigingsovereenkomst in de zin van artikel 7:670b BW en titel 7.15 BW (vaststellingsovereenkomst) voor zover de extra tegemoetkoming, niet zijnde de wettelijke transitievergoeding in de zin van titel 7.10 BW of een voorziening als bedoeld in artikel 7:673b BW, uitstijgt boven €35.000,- bruto;

    • b.

      het in individuele gevallen in het voordeel van de werknemer afwijken van de Cao Gemeenten en/of de Cao Amsterdam als naar het oordeel van de werkgever toepassing ervan leidt tot onevenredig nadeel van de werknemer (artikel 1.7 Cao Gemeenten en/of artikel 0.5 Cao Amsterdam), en het toepassen van eventuele andere hardheidsclausules in arbeidsrechtelijke regelingen, voor zover het hiermee gemoeide maximale bedrag niet uitstijgt boven € 75.000,- bruto;

    • c.

      het besluiten tot het onverwijld opzeggen van de arbeidsovereenkomst om een dringende reden (op staande voet) (artikel 7:677 BW);

    • d.

      het nemen van een besluit tot reorganisatie, voor zover niet voorbehouden aan het College;

    • e.

      het besluiten tot het verrichten van rechtshandelingen ten aanzien van stedelijke directeuren, stadsdeelsecretarissen en directeuren van B&O;

    • f.

      het ten aanzien van RVE-managers besluiten tot het verrichten van rechtshandelingen met inachtneming van:

      • i.

        hoofdstuk 2 Cao Gemeenten (arbeidsovereenkomst);

      • ii.

        hoofdstuk 3 Cao Gemeenten (salaris, salaristoeslagen en vergoedingen) en aanvullingen in hoofdstuk 3 Cao Amsterdam;

      • iii.

        Titel 7.15, afdeling 9 BW (einde van de arbeidsovereenkomst);

      • iv.

        artikel 11.4 Cao Gemeenten (schorsing als ordemaatregel);

      • v.

        artikel 3.20 Cao Gemeenten;

    • g.

      het besluiten tot het verrichten van rechtshandelingen waarbij de desbetreffende stedelijk directeur, RVE-manager of stadsdeelsecretaris of directeur B&O, belanghebbende is.

    • h.

      het nemen van besluiten die advies-, instemmings- of overeenstemmingsplichtig zijn op grond van de Wet op de Ondernemingsraden WOR en de ARBO-wetgeving, voor zover zij niet zijn voorbehouden aan het college.

B. Gemeentewet

Gemandateerd aan de gemeentesecretaris worden de volgende bevoegdheden op grond van de Gemeentewet:

  • 1.

    Het besluiten over het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen mits

    • a.

      zij geen betrekking hebben op:

      • -

        de oprichting van of deelneming in een rechtspersoon;

      • -

        het lenen of uitlenen van geld;

      • -

        borgstelling of garantstelling voor schulden van derden;

      • -

        arbeidsrechtelijke bevoegdheden anders dan gemandateerd in onderdeel A. Arbeidsrechtelijke regelingen en WOR van deze bijlage; en

    • b.

      de rechtshandeling plaatsvindt binnen en met inachtneming van de door college en raad vastgestelde beleidskaders zoals het Inkoop- en Aanbestedingsbeleid van de gemeente Amsterdam en de daarop gebaseerde werkinstructies, de Notitie 10 Wegen naar een innovatiever aanbestedingsbeleid en een professioneler opdrachtgeverschap, de Notitie Samen Inkopen, de Notitie Doelgericht op afstand 2, het Lening- en garantiebeleid van de gemeente Amsterdam en het gemeentelijk integriteitsbeleid.

  • 2.

    Het in en buiten rechte vertegenwoordigen van de gemeente (art. 171 Gemeentewet), ter uitvoering van een gegeven mandaat.

  • 3.

    De ondertekening van stukken die van het college uitgaan (art. 59a, tweede lid Gemeentewet).

  • 4.

    Het nemen van alle conservatoire maatregelen en doen wat nodig is ter voorkoming van verjaring of verlies van recht en bezit, behalve beslaglegging (artikel 160, vierde lid van de Gemeentewet).

C. Algemene wet bestuursrecht

Gemandateerd aan de gemeentesecretaris worden de volgende bevoegdheden op grond van de volgende bevoegdheden op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb):

  • a.

    Het stellen van een termijn voor de aanvulling van een aanvraag en het beslissen omtrent het niet in behandeling nemen van een onvolledige aanvraag dan wel van een aanvraag die niet binnen de gestelde termijn is aangevuld (art. 4:5 Awb).

  • b.

    Het beslissen dat een aanvrager of derdebelanghebbende niet in de gelegenheid wordt gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen (art. 4:11 Awb).

  • c.

    Het kennis geven van de verdaging van een beslissing op een aanvraag (art. 4:14 Awb).

  • d.

    In het geval van niet tijdig beslissen de verschuldigdheid en de hoogte van de dwangsom bij beschikking vaststellen (art. 4:18 Awb).

  • e.

    Het vaststellen van de verplichting tot betaling van een geldsom aan of door de dienst of bedrijf

  • a.

    (bestuursrechtelijke geldschuld) (art. 4:86 Awb).

  • f.

    Het nemen van beslissingen inzake verrekening (art. 4:93 Awb).

  • g.

    Het verlenen van uitstel van betaling (art. 4:94 Awb).

  • h.

    Het verlenen van voorschotten (art. 4:95 Awb).

  • i.

    Het intrekken of wijzigen van de beschikking tot uitstel van betaling of verlenen van een voorschot (art. 4:96 Awb).

  • j.

    Het bij beschikking vaststellen van de wettelijke rente (art. 4:99 Awb).

  • k.

    Het geheel of gedeeltelijk verlenen van kwijtschelding.

  • l.

    Het aanmanen van de schuldenaar die in verzuim is (art. 4:112 Awb).

  • m.

    Het uitvaardigen van een dwangbevel om de betaling van een geldsom af te dwingen (artt. 4:114 Awb en 4:115 Awb).

  • n.

    Het beslissen tot het nemen van executiemaatregelen ter uitvoering van dwangbevelen.

  • o.

    Het aanwijzen van toezichthouders en het afgeven van legitimatiebewijzen (artt. 5:11 en 5:12 Awb).

  • p.

    Het behandelen en afdoen van klachten met inachtneming van afdeling 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht.

D. Wet Openbaarheid Bestuur

Gemandateerd aan de gemeentesecretaris worden de volgende bevoegdheden op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob):

  • a.

    het beslissen op verzoeken om verstrekking van informatie met betrekking tot bestuurlijke aangelegenheden (art. 6 Wob).

  • b.

    het beslissen inzake het eigener beweging verstrekken van informatie met betrekking tot bestuurlijke aangelegenheden (art. 8 Wob).

E. Wet bescherming persoonsgegevens

Gemandateerd aan de gemeentesecretaris worden de volgende bevoegdheden op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp)

  • a.

    Het doen van een melding van het voornemen een verwerking te starten (art. 27 Wbp).

  • b.

    Het meedelen aan een betrokkene of hem betreffende persoonsgegevens worden verwerkt (art. 35 Wbp).

  • c.

    Het meedelen of aan een verzoek van een betrokkene om gegevens te verbeteren, aan te vullen, te verwijderen of af te schermen, zal worden voldaan (art. 36 Wbp).

  • d.

    Het inlichten van derden, indien aan een verzoek als bedoeld in artikel 36 wordt voldaan alsmede het desgevraagd inlichten van de betrokkene daarover (art. 38 Wbp).

  • e.

    Het beslissen omtrent de beëindiging van de verwerking van de in artikel 8, onder e en f, bedoelde gegevens (art. 40 Wbp).

  • f.

    Het beëindigen van de verwerking van gegevens in de in artikel 41 bedoelde situatie (art. 41 Wbp).

  • g.

    Het doen van een kennisgeving/melding van een inbreuk op de beveiliging (art. 34a, eerste lid Wbp).

  • h.

    Het in kennis stellen van de betrokkene, indien de inbreuk waarschijnlijk ongunstige gevolgen zal hebben voor diens persoonlijke levenssfeer (art. 34a, tweede lid, Wbp).

F. Algemene Verordening Nadeelcompensatie

Gemandateerd aan de gemeentesecretaris worden de volgende bevoegdheden op grond van de Algemene Verordening Nadeelcompensatie (AVN)

  • a.

    Het beslissen op een aanvraag om nadeelcompensatie als bedoeld in artikel 2 van de AVN onder de voorwaarde dat de beslissing in overeenstemming is met een uitgebracht advies van de adviescommissie als bedoeld in artikel 13 van de AVN dan wel in overeenstemming is met het concept-besluit, zoals door het Schadeloket Algemene Nadeelcompensatie is vastgesteld

  • b.

    Het verlenen van goedkeuring van de met de schadebeperkende maatregelen gemoeide kosten als bedoeld in artikel 10 van de AVN.

  • c.

    Het beslissen op een aanvraag om een voorschot te verlenen als bedoeld in artikel 11 van de AVN, onder de voorwaarde dat de beslissing in overeenstemming is met een uitgebracht advies van de adviescommissie als bedoeld in artikel 13 van de AVN.

G. Archiefwet en aanverwanten

  • 1.

    Gemandateerd aan de gemeentesecretaris worden de volgende bevoegdheden op grond van de Archiefwet, Archiefbesluit 1995, Besluit informatiebeheer 2010 e.e.a. na overleg met en instemming van de conform art. 32, derde lid van de Archiefwet door burgemeester en wethouders benoemde functionaris (de gemeentearchivaris):

    • a.

      Het vervangen van archiefbescheiden door reproducties, teneinde de aldus vervangen bescheiden te vernietigen (art. 7 Archiefwet en art. 6 Archiefbesluit).

    • b.

      Het opmaken van een verklaring van vervanging van archiefbescheiden door reproducties (art. 8 Archiefbesluit).

    • c.

      Het vervreemden van archiefbescheiden (art. 8, eerste en tweede lid Archiefwet en artt. 7 en 8 Archiefbesluit).

    • d.

      Het opmaken van een verklaring van vervreemding van archiefbescheiden (art. 8 Archiefbesluit).

    • e.

      Het overbrengen van archiefbescheiden naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats (rve Stadsarchief) (art. 12, eerste lid Archiefwet en art. 9 Archiefbesluit).

    • f.

      Het vervroegd overbrengen van archiefbescheiden naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats (rve Stadsarchief)(art. 13, eerste lid Archiefwet).

    • g.

      Het verzoeken om het verlenen van een machtiging door Gedeputeerde Staten tot opschorting van de overbrenging van archiefbescheiden naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats (rve Stadsarchief)(art. 13, derde en vierde lid Archiefwet).

    • h.

      Het opmaken van een verklaring van overbrenging van archiefbescheiden naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats (rve Stadsarchief)(artikel 8 Archiefbesluit).

    • i.

      Het opmaken van een verklaring van vernietiging van archiefbescheiden (art. 8 Archiefbesluit ).

    • j.

      Het stellen van beperkingen aan de openbaarheid van archiefbescheiden (art. 15, eerste en tweede lid en art. 16, tweede lid Archiefwet en art. 10 Archiefbesluit).

    • k.

      De overdracht van informatie (archiefbescheiden) van een organisatieonderdeel aan een ander organisatieonderdeel (artikel 4, onder d van het Besluit informatiebeheer 2010).

  • 2.

    Gemandateerd aan de gemeentesecretaris worden de volgende bevoegdheden op grond van de Databankenverordening Amsterdam:

    • a.

      Het beslissen inzake verzoeken tot het opvragen of hergebruiken van gemeentelijke databanken (art. 2 Databankenverordening Amsterdam).