Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels over het ondersteunen van activiteiten van professionele kunst- en cultuurorganisaties binnen de kaders van de door de gemeente Amsterdam opgestelde nota Hoofdlijnen kunst en cultuur 2021-2024 (Tijdelijke regeling vierjarige subsidies Amsterdams Fonds voor de Kunst - Kunstenplan 2021-2024)

Geldend van 30-01-2020 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels over het ondersteunen van activiteiten van professionele kunst- en cultuurorganisaties binnen de kaders van de door de gemeente Amsterdam opgestelde nota Hoofdlijnen kunst en cultuur 2021-2024 (Tijdelijke regeling vierjarige subsidies Amsterdams Fonds voor de Kunst - Kunstenplan 2021-2024)

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

gelet op artikel 4 lid 2 van de Verordening Amsterdamse culturele infrastructuur, Hoofdlijnen en Kunstenplan 2019

besluit de volgende regeling vast te stellen:

Tijdelijke regeling vierjarige subsidies Amsterdams Fonds voor de Kunst - Kunstenplan 2021-2024

PARAGRAAF 1

Algemene bepalingen

ARTIKEL 1.1 DEFINITIES

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Aanvrager: de rechtspersoon als bedoeld in artikel 1.4 van deze regeling;

  • b.

    Amsterdam Bis: Amsterdamse Basis Infrastructuur (Amsterdam Bis), bestaande uit de in de op grond van de Hoofdlijnen gesubsidieerde kunstinstellingen die gezamenlijk de basis van het culturele leven in Amsterdam vormen;

  • c.

    Adviescommissie: door het bestuur van het AFK ingestelde commissie van deskundigen die over een subsidieaanvraag adviseert;

  • d.

    AFK: Amsterdams Fonds voor de Kunst;

  • e.

    Amateurkunst: het actief beoefenen van kunst, uit passie, liefhebberij of engagement, zonder daarmee primair in het levensonderhoud te willen voorzien. Onder amateurkunst wordt in deze regeling niet ‘talentontwikkeling’ begrepen;

  • f.

    Bestemmingsfonds subsidie AFK: een egalisatiereserve waarin overschotten van de subsidie die op grond van deze regeling is verleend worden opgenomen. Deze reserve mag uitsluitend worden besteed aan nog niet gerealiseerde activiteiten waarvoor het AFK subsidie heeft verstrekt in de periode 2021-2024;

  • g.

    Bestuur: bestuur van het Amsterdams Fonds voor de Kunst;

  • h.

    Cultuureducatie: activiteiten voor jongeren tot en met achttien jaar die bijdragen aan het leren omgaan met kunst (‘kennismaken’ en ‘ontwikkelen’), zowel binnen- als buitenschools;

  • i.

    Geconsolideerde jaarrekening: een jaarrekening waarbij de verschillende geldstromen en vermogens van gelieerde rechtspersonen zijn samengevoegd;

  • j.

    Gelieerde rechtspersoon: rechtspersoon of rechtspersonen die een in aanmerking te nemen invloed heeft of hebben op het resultaat en/of het functioneren van de aanvrager of die zeggenschap heeft of hebben over de aanvrager;

  • k.

    Publiek: toeschouwers en bezoekers van en deelnemers aan activiteiten op het gebied van kunst en cultuur;

  • l.

    Rechtsvoorganger: de rechtspersoon die is opgegaan in de rechtspersoon die een subsidieaanvraag heeft ingediend of de organisatie waaruit de aanvrager voortkomt of de rechtspersoon waarvan de aanvrager in de rechten en verplichtingen is getreden;

  • m.

    Talentontwikkeling: activiteiten ten behoeve van de artistieke ontwikkeling van talent, gericht op een professionele loopbaan in de kunsten (‘bekwamen’ en ‘excelleren’).

ARTIKEL 1.2 DOEL

Deze regeling heeft als doel om activiteiten van professionele kunst- en cultuurorganisaties te ondersteunen die belang hebben voor de stad en die bijdragen aan een kwalitatief, veelzijdig en over de stad gespreid cultuuraanbod, met een gevarieerd publieks- en ander maatschappelijk bereik binnen de kaders van de door de gemeente Amsterdam opgestelde Nota Hoofdlijnen kunst en cultuur 2021-2024.

ARTIKEL 1.3 WAARVOOR KAN WORDEN AANGEVRAAGD

  • 1. Aanvragers kunnen subsidie aanvragen voor een bijdrage aan de exploitatie van hun eigen organisatie om zelf, in continuïteit en in samenhang culturele activiteiten te realiseren.

  • 2. Organisaties kunnen subsidie aanvragen in één van de volgende disciplines:

    • a.

      Muziek en muziektheater

    • b.

      Theater

    • c.

      Dans

    • d.

      Erfgoed (musea)

    • e.

      BFNA (beeldende kunst, fotografie, nieuwe media en architectuur)

    • f.

      Film

    • g.

      Letteren

    • h.

      Cultuureducatie

ARTIKEL 1.4 WIE KAN AANVRAGEN

  • 1. Een aanvrager moet voldoen aan alle hierna genoemde voorwaarden en dient:

    • a.

      Op de uiterste datum van indiening aantoonbaar minimaal drie jaar actief te zijn in de discipline waarvoor de subsidie wordt aangevraagd en de activiteiten waarvoor wordt aangevraagd in continuïteit uit te voeren; en

    • b.

      op de uiterste datum van indiening minimaal drie jaar rechtspersoonlijkheid te bezitten met volledige rechtsbevoegdheid zonder winstoogmerk en in dezelfde vorm of samenstelling de activiteiten waarvoor wordt aangevraagd in continuïteit uit te voeren; en

    • c.

      gevestigd te zijn in Amsterdam wat blijkt uit de statutaire zetel danwel het bezoekadres op het uittreksel van de Kamer van Koophandel; en

    • d.

      in de statuten te hebben vastgelegd dat het doel is het ontplooien van activiteiten op het gebied van kunst en cultuur.

  • 2. Instellingen die op naam zijn aangewezen in de Amsterdam Bis van de gemeente Amsterdam kunnen geen aanvraag op grond van deze regeling indienen.

  • 3. Aanvragers die uitsluitend of overwegend activiteiten op het gebied van amateurkunst verrichten, kunnen geen aanvraag op grond van deze regeling indienen.

  • 4. Per aanvrager kan maximaal één aanvraag worden ingediend voor het subsidietijdvak 2021-2024.

ARTIKEL 1.5 BESCHIKBAAR SUBSIDIEBEDRAG

  • 1. Het bestuur stelt voor de periode 2021-2024 een subsidieplafond vast voor het verstrekken van subsidies in het kader van deze regeling, conform de Hoofdlijnen van het Kunstenplan 2021-2024 en onder voorbehoud van de jaarlijkse verstrekking van de bijbehorende middelen door de gemeente Amsterdam.

  • 2. Bij de vaststelling van het subsidieplafond als bedoeld in lid 1 van dit artikel wordt tevens de verdeling van dit bedrag over de verschillende disciplines bekend gemaakt. Deze bedragen gelden als (deel)subsidieplafonds.

  • 3. Indien blijkt dat in één of meer disciplines het subsidieplafond niet wordt overschreden, kan het bestuur besluiten om het resterende bedrag aan één of meer andere disciplines toe te voegen.

  • 4. Een besluit tot het vaststellen, verhogen of verlagen van een subsidieplafond wordt bekendgemaakt in een dag- of nieuwsblad en via de website van het AFK.

ARTIKEL 1.6 WEIGERINGSGRONDEN

  • 1. Het bestuur weigert de gevraagde subsidie als:

    • a.

      de aanvraag niet past binnen de doelstelling van de regeling zoals opgenomen in artikel 1.2;

    • b.

      de activiteiten op grond van artikel 1.3 niet voor subsidie in aanmerking komen;

    • c.

      de aanvrager op grond van artikel 1.4 niet voor subsidie in aanmerking komt.

  • 2. Het bestuur weigert de subsidie voorts als:

    • a.

      De aanvrager ook zonder subsidie over voldoende gelden beschikt of kan beschikken, hetzij uit eigen middelen hetzij uit middelen van derden, om de activiteit te realiseren;

    • b.

      De te subsidiëren activiteiten niet zullen worden uitgevoerd in de periode 2021-2024;

    • c.

      De aanvrager niet voldoet aan de normen met betrekking tot good governance op het terrein van bestuur, toezicht en verantwoording zoals opgenomen in de Governance Code Cultuur (2019);

    • d.

      De aanvrager een museum betreft en dat museum niet is ingeschreven in het Museumregister;

    • e.

      De aanvraag naar het oordeel van het bestuur onvoldoende concreet is met betrekking tot de uit te voeren activiteiten;

    • f.

      De adviescommissie de aanvraag in de categorie ‘niet honoreren’ als bedoeld in artikel 3.3 lid 1 heeft ingedeeld;

    • g.

      De adviescommissie de aanvraag in de categorie ‘honoreren’ als bedoeld in artikel 3.3 lid 1 heeft ingedeeld en het subsidieplafond wordt overschreden door toekenning van de subsidie;

    • h.

      De adviescommissie de aanvraag in de categorie ‘honoreren’ als bedoeld in artikel 3.3 lid 1 heeft ingedeeld en het resterende bedrag van het subsidieplafond minder dan 50% van het aangevraagde bedrag bedraagt;

    • i.

      De aanvraag ‘onvoldoende’ scoort op het beoordelingscriterium ‘Uitvoerbaarheid’ als bedoeld in artikel 3.1. lid 1 en 3;

    • j.

      De aanvraag niet voldoet aan de regels die zijn gesteld om voor subsidie in aanmerking te komen;

    • k.

      Indien de aanvrager in strijd met de wet- of regelgeving handelt of de activiteiten waarvoor wordt aangevraagd strijdig zijn met de wet- of regelgeving;

    • l.

      Aan de aanvrager subsidie is of zal worden verleend op grond van de Amsterdam Bis van de gemeente Amsterdam.

ARTIKEL 1.7 FUSIE

  • 1. Bij een (voorgenomen) juridische fusie tussen twee of meer organisaties, dienen alle betrokken organisaties te voldoen aan de criteria die in artikel 1.4 worden gesteld aan de aanvrager, waarbij een van de betrokken partijen als penvoerder fungeert.

  • 2. De penvoerder dient, in afwijking van artikel 1.3 lid 1, namens de overige bij de fusie betrokken rechtsperso(o)n(en) de subsidieaanvraag in en is verantwoordelijk voor de uitvoering van het ondernemingsplan, totdat de fusie is gerealiseerd.

  • 3. Bij de subsidieverlening kan het bestuur verplichtingen opleggen met betrekking tot de termijn waarbinnen het in de aanvraag opgenomen voornemen tot fusie gerealiseerd moet zijn.

PARAGRAAF 2

Aanvraagprocedure

ARTIKEL 2.1 INDIENINGSVEREISTEN AANVRAAG

  • 1. Een subsidie als bedoeld in deze regeling wordt via het daarvoor bedoelde digitale formulier op www.amsterdamsfondsvoordekunst.nl aangevraagd.

  • 2. De aanvraag bestaat uit de volgende verplichte onderdelen:

    • a.

      Volledig ingevuld aanvraagformulier;

    • b.

      Ondernemingsplan van maximaal twintig pagina’s;

    • c.

      Actieplan inclusie als bedoeld in de Nota Hoofdlijnen kunst en cultuur 2021-2024;

    • d.

      Jaarverslag bestaande uit bestuursverslag en jaarrekening van 2017 en 2018;

    • e.

      Meerjarenbegroting 2021-2024;

    • f.

      Afschrift van de statuten;

    • g.

      Uittreksel Kamer van Koophandel van maximaal drie maanden oud;

    • h.

      Maximaal drie bijlagen bestaande uit (live) registraties en/of andere documentatie met informatie over de activiteiten van 2017 en later. (Live) registraties mogen gezamenlijk in totaal maximaal dertig minuten duren en andere documenten mogen gezamenlijk in totaal een omvang hebben van maximaal vijf pagina’s.

  • 3. Indien sprake is van een gelieerde rechtspersoon/ gelieerde rechtspersonen als bedoeld in artikel 1.1 onder j, dan dienen van deze rechtspersoon/ rechtspersonen de stukken genoemd in artikel 2.1 tweede lid onder d, f en g bij de aanvraag verplicht te worden ingediend tezamen met de geconsolideerde jaarrekeningen over 2017 en 2018.

  • 4. Indien sprake is van fuserende organisaties als bedoeld in artikel 1.7 dan dienen van de fuserende instellingen de stukken genoemd in artikel 2.1 tweede lid onder d, e, f, g en h bij de aanvraag verplicht te worden ingediend. Tevens dient een overzicht van de fuserende organisaties te worden ingediend vergezeld van een handtekening van een tekenbevoegde vertegenwoordiger van elke fusiepartner.

  • 5. De aanvraag dient in het Nederlands te zijn opgesteld.

  • 6. Aanvragen die op het uiterste moment van indiening niet compleet zijn, worden niet in behandeling genomen.

ARTIKEL 2.2 INDIENING AANVRAAG

  • 1. Een aanvraag voor de periode 2021-2024 kan worden ingediend van 23 december 2019 tot en met 3 februari 2020 tot uiterlijk 17:00 uur.

  • 2. Aanvragen die na 3 februari 2020 17:00 uur binnenkomen, worden niet in behandeling genomen.

PARAGRAAF 3

Beoordelingsprocedure

ARTIKEL 3.1 BEOORDELINGSCRITERIA

  • 1. De aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de vier volgende criteria:

    • a.

      Artistiek belang;

    • b.

      Belang voor de stad;

    • c.

      Uitvoerbaarheid;

    • d.

      Diversiteit en inclusie.

  • 2. Alle criteria wegen in alle disciplines even zwaar, met uitzondering van het criterium artistiek belang. Dit criterium telt in de totale weging 1,5 maal zwaarder dan de andere afzonderlijke criteria.

  • 3. Indien de aanvraag ‘onvoldoende’ scoort op het beoordelingscriterium ‘Uitvoerbaarheid’ wordt de subsidie geweigerd.

  • 4. In de toelichting op deze regeling zijn de criteria en de wijze waarop de adviescommissies de criteria wegen, uitgewerkt.

ARTIKEL 3.2 ADVIESCOMMISSIES

  • 1. Het bestuur legt aanvragen die voldoen aan de vereisten om voor subsidie in aanmerking te komen voor advies voor aan een adviescommissie. Het bestuur beslist aan welke adviescommissie advies wordt gevraagd.

  • 2. De adviescommissie beoordeelt de aanvragen aan de hand van de criteria genoemd in artikel 3.1 lid 1.

  • 3. De adviescommissie adviseert tevens over de subsidiehoogte.

ARTIKEL 3.3 RANGORDE EN VERDELING BUDGET

  • 1. Bij de beoordeling als bedoeld in artikel 3.1 en 3.2 worden de aanvragen door de adviescommissie binnen de discipline in een rangorde geplaatst en ingedeeld in de categorie ‘honoreren’ of de categorie ‘niet honoreren’.

  • 2. De subsidie wordt volgens deze rangschikking binnen de discipline aan aanvragers - geplaatst in de categorie ‘honoreren’ - toegekend, totdat het subsidieplafond is bereikt.

  • 3. Bij het maken van een keuze tussen twee of meer aanvragen die in het totaal binnen de discipline gelijk zijn gerangschikt, is de beoordeling bij het criterium ‘Belang voor de stad’ leidend. Ontstaat daarna nogmaals een gelijke rangschikking, dan is de beoordeling bij het criterium ‘Artistiek belang’ bepalend.

  • 4. In het geval een subsidie niet volledig verleend kan worden als gevolg van overschrijding van het subsidieplafond, vindt gedeeltelijke verlening plaats aan de eerstvolgende in de rangorde en ter hoogte van het nog beschikbare bedrag. Indien het resterende bedrag minder dan 50% van het aangevraagde bedrag bedraagt, wordt de aanvraag afgewezen.

  • 5. Indien het bestuur een subsidieplafond verhoogt, wordt eerst de subsidie van een aanvraag die wegens ontoereikendheid van het budget gedeeltelijk was toegewezen, alsnog verhoogd tot het geadviseerde bedrag. Vervolgens wordt steeds de eerstvolgende aanvraag toegewezen totdat het subsidieplafond is bereikt.

ARTIKEL 3.4 BESLUIT

  • 1. Het bestuur beslist over de subsidieverlening voor een periode van vier jaar en over de subsidiehoogte. De subsidie wordt verleend onder voorbehoud van de jaarlijkse verstrekking van de bijbehorende middelen door de gemeente Amsterdam.

  • 2. Het bestuur informeert de aanvrager op 3 augustus 2020 schriftelijk over zijn besluit waarbij tevens het advies van de adviescommissie wordt toegestuurd.

  • 3. Het bestuur kan de beslissing op de aanvraag voor ten hoogste zes weken verdagen, onder schriftelijke mededeling aan de aanvrager.

PARAGRAAF 4

Verplichtingen en verantwoording

ARTIKEL 4.1 AAN DE SUBSIDIE VERBONDEN VERPLICHTINGEN

  • 1. De subsidieontvanger meldt direct aan het bestuur als:

    • a.

      De activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt niet of niet geheel zullen doorgaan; of

    • b.

      niet (geheel) aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan; of

    • c.

      er aanzienlijke artistieke of zakelijke wijzigingen zijn ten opzichte van het plan op basis waarvan subsidie is verstrekt; of

    • d.

      er wijzigingen zijn ten opzichte van het ondernemingsplan op basis waarvan subsidie is verstrekt en die redelijkerwijs tot een andere waardering van de aanvraag zouden hebben kunnen leiden.

  • 2. De aanvrager is verplicht het actieplan inclusie gedurende de subsidieperiode in zijn geheel uit te voeren.

  • 3. Het bestuur kan de aanvrager bij een positief financieel resultaat verplichten een bestemmingsfonds AFK te vormen. Dit bestemmingsfonds mag uitsluitend worden besteed aan nog niet gerealiseerde activiteiten waarvoor het AFK subsidie heeft verstrekt in de periode 2021-2024.

  • 4. Indien er sprake is van een fusie als bedoeld in artikel 1.7 dan kan het bestuur aanvullende verplichtingen opleggen bij de subsidieverlening.

  • 5. In aanvulling op de in de vorige artikelleden genoemde verplichtingen kan het bestuur bij beschikking andere verplichtingen aan de subsidie verbinden.

ARTIKEL 4.2 BEVOORSCHOTTING

De subsidieontvanger ontvangt jaarlijks als voorschot een kwart van het totale toegekende subsidiebedrag, waarbij het voorschot in termijnen wordt overgemaakt.

ARTIKEL 4.3 VERANTWOORDING

  • 1. De subsidieontvanger dient jaarlijks uiterlijk op 1 juli over het voorgaande jaar een verantwoording in.

  • 2. De verantwoording dient conform het Handboek verantwoording Vierjarige subsidies 2021- 2024 onderstaande stukken te bevatten:

    • a.

      Indien het verleende subsidiebedrag van het AFK per jaar minder dan € 125.000 bedraagt: een jaarrekening en bestuursverslag;

    • b.

      indien het verleende subsidiebedrag van het AFK per jaar € 125.000 of hoger is: een jaarrekening, bestuursverslag, controleverklaring en een rapport van feitelijke bevindingen.

  • 3. Indien sprake is van een gelieerd rechtsperso(o)n(en) dan dienen de tevens de jaarrekeningen van deze rechtsperso(o)n(en) alsmede de geconsolideerde jaarrekening te worden ingediend.

  • 4. Bij subsidies lager dan € 125.000 per jaar is de subsidieontvanger vrijgesteld van de verplichting om een controleverklaring in te dienen als bedoeld in artikel 4:78 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 5. Het bestuur stelt in het Handboek verantwoording Vierjarige subsidies 2021-2024 nadere voorwaarden aan de inrichting van de verantwoording.

  • 6. Het bestuur kan een deskundige aanwijzen die onderzoek verricht naar de (controle) werkzaamheden van de accountant. De subsidieontvanger werkt aan dit onderzoek mee, dan wel draagt er zorg voor dat de accountant meewerkt.

ARTIKEL 4.4 VASTSTELLING SUBSIDIE

  • 1. Het bestuur stelt de subsidie vast binnen zestien weken na ontvangst van de complete verantwoording over de subsidieperiode.

  • 2. Als de activiteiten volgens plan zijn uitgevoerd en is voldaan aan alle aan de subsidie verbonden verplichtingen, stelt het bestuur de subsidie overeenkomstig de subsidieverlening vast.

  • 3. De subsidie kan aan het einde van de subsidieperiode lager worden vastgesteld indien de aanvrager een bestemmingsfonds AFK heeft.

  • 4. Het bestuursorgaan kan de in lid 1 van dit artikel genoemde termijn voor ten hoogste zes weken verdagen, onder schriftelijke mededeling aan de aanvrager.

PARAGRAAF 5

Overige bepalingen

ARTIKEL 5.1 INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van 23 december 2019, en is te raadplegen op www. amsterdamsfondsvoordekunst.nl

ARTIKEL 5.2 CITEERTITEL

Deze regeling wordt aangehaald als: regeling Vierjarige subsidies AFK 2021-2024.

Ondertekening

Goedgekeurd door het bestuur van het Amsterdams Fonds voor de Kunst.

Annabelle Birnie

directeur-bestuurder

Aldus vastgesteld in de vergadering van 21 januari 2020.

De voorzitter

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Toelichting

De regeling Vierjarige subsidies 2021-2024 (hierna: de regeling) maakt deel uit van het vierjarige

Kunstenplan 2021-2024 van de Gemeente Amsterdam. In de Hoofdlijnennota legt de Gemeente Amsterdam de beleids- en procesmatige basis voor de verschillende vormen van kunstsubsidiëring in de stad vast. Ook definieert de Gemeente Amsterdam de hoofdcriteria die worden toegepast op alle aanvragers in het Kunstenplan 2021-2024: artistiek belang, belang voor de stad, uitvoerbaarheid, diversiteit en inclusie. In het verlengde van de Hoofdlijnen en de beleidsuitgangspunten van het AFK, legt de regeling Vierjarige subsidies daarbij een aantal accenten.

DOEL VAN DE REGELING VIERJARIGE SUBSIDIES

Deze regeling heeft als doel om activiteiten van professionele kunst- en cultuurorganisaties te ondersteunen die belang hebben voor de stad en die bijdragen aan een kwalitatief, veelzijdig en over de stad gespreid cultuuraanbod, met een gevarieerd publieks- en ander maatschappelijk bereik binnen de kaders van de door de gemeente Amsterdam opgestelde Nota Hoofdlijnen kunst en cultuur 2021-2024. Het culturele aanbod dat met steun van het AFK tot stand komt en wordt gepresenteerd dient een wezenlijke aanvulling te zijn op het aanbod in de Amsterdamse Basisinfrastructuur (hierna: Amsterdam Bis) en vindt verspreid over de stad plaats.

De regeling is bedoeld voor alle disciplines binnen de culturele sector en ondersteunt zowel bewezen kwaliteit als vernieuwing. De regeling biedt ruimte voor gevestigde en relatief jonge organisaties (die minimaal drie jaar bestaan), voor zowel actuele kunst als cultureel erfgoed, voor het produceren van kunst en voor het presenteren daarvan aan een publiek, voor cultuureducatie en voor het stimuleren van jong talent.

WAARVOOR AANVRAGEN?

U kunt subsidie aanvragen voor een bijdrage aan de uitbating van uw eigen culturele organisatie om zelf, in continuïteit en in samenhang, culturele activiteiten uit te voeren. Dit betekent dat u een aanvraag kunt doen als uw organisatie in continuïteit artistiek-inhoudelijke (met inbegrip van cultuureducatieve) publieksactiviteiten organiseert. Deze horen samen een logisch en onderscheidend geheel te vormen. Dit betekent dat ook voor festivals met een jaarlijkse of tweejaarlijkse editie subsidie kan worden aangevraagd.

DE ACTIVITEITEN KUNNEN BESTAAN UIT:

  • Productie: het zelf ontwikkelen en produceren van bijvoorbeeld muziek, films, creatieve technologie, installaties, debatten, theater-, dans- en muziektheaterstukken.

  • Presentatie: het zelf organiseren of programmeren van bijvoorbeeld festivals in verschillende disciplines, concerten, digitale presentaties, uitvoeringen of voorstellingen, cultuur-inhoudelijke debatactiviteiten, tentoonstellingen en beheeractiviteiten van cultureel erfgoed die samenhangen met de presentatie ervan. Bij erfgoed gaat het dan bijvoorbeeld om (collecties van) schilderijen, beelden, meubels, boeken, gebruiksvoorwerpen en in sommige gevallen ook onroerend erfgoed, zoals gebouwen.

  • Cultuureducatie: activiteiten voor jongeren tot en met achttien jaar die bijdragen aan het leren omgaan met kunst, zowel binnen- als buitenschools. Het gaat hierbij om het zelf leren maken van kunstproducten, het leren kijken of luisteren naar kunstproducten, en het leren beoordelen van kunstproducten. De activiteiten richten zich op kennismaken met, of ontwikkelen van vaardigheden binnen deze discipline.

  • Talentontwikkeling: activiteiten bestemd voor de artistieke ontwikkeling van talent, gericht op een professionele loopbaan in de kunsten. Het gaat hier om activiteiten die talent helpen zich te ‘bekwamen’ of excelleren’, ter voorbereiding op het hoger kunstvakonderwijs of een professionele loopbaan, of bij de eerste stappen in de beroepspraktijk.

  • Internationale activiteiten op het gebied van productie, presentatie, cultuureducatie en talentontwikkeling, die samenhangen met de reguliere activiteiten van een organisatie en een verbinding hebben met de stad Amsterdam (bijvoorbeeld door uitwisseling van makers, thematiek, presentatieplek of anderszins zichtbaarheid voor Amsterdams publiek).

 

WIE KAN AANVRAGEN?

Aanvragen kunnen worden ingediend door producerende organisaties (zoals bijvoorbeeld theatergroepen, dansgezelschappen, muziekinitiatieven en medialabs), presenterende organisaties (zoals bijvoorbeeld podia, festivals, digitale platforms en presentatie-instellingen beeldende kunst), debatpodia met culturele programmering, erfgoedorganisaties en musea, ontwikkelinstellingen en organisaties voor cultuureducatie.

 

Wanneer uw organisatie overwegend of uitsluitend activiteiten op het gebied van amateurkunst verricht, dan kunt u geen aanvraag op grond van deze regeling indienen. Ook organisaties die op naam zijn aangewezen in de Amsterdam Bis kunnen geen aanvraag op grond van deze regeling indienen.

 

Bestaansduur

Een aanvrager moet op 3 februari 2020 (de uiterste datum van indiening) gedurende minimaal drie jaar rechtspersoonlijkheid bezitten met volledige rechtsbevoegdheid en zonder winstoogmerk. Dit betekent dat alleen stichtingen en verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid kunnen aanvragen.

 

Rechtspersonen zonder volledige rechtsbevoegdheid zoals een eenmanszaak, maatschap vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap of verenigingen met beperkte rechtsbevoegdheid kunnen niet aanvragen. Ook rechtspersonen met een winstoogmerk zoals een BV of NV kunnen niet aanvragen.

 

Activiteiten in continuïteit

Ook zijn aanvragers aantoonbaar minimaal drie jaar actief in de discipline waarvoor ze de subsidie aanvragen en voeren de activiteiten waarvoor ze aanvragen in continuïteit uit. Om te beoordelen of de organisatie minimaal drie jaar in continuïteit actief is in de discipline waarvoor subsidie wordt aangevraagd, maakt het AFK gebruik van het ‘track record’ dat moet worden ingevuld op het aanvraagformulier. Het betreft de activiteiten en het publiek van de organisatie in zijn huidige vorm, of van een rechtsvoorganger van de organisatie.

 

Rechtsvoorganger

Om te beoordelen of een organisatie minimaal drie jaar bestaat, kan in uitzonderingsgevallen de bestaansperiode van een voorganger (‘de oude rechtspersoon’) van een organisatie meegenomen worden indien aan alle volgende voorwaarden is voldaan:

  • Inhoudelijke continuïteit: de organisatie voert dezelfde activiteiten uit als de oude rechtspersoon, deze worden verricht door dezelfde mensen en de organisatie streeft blijkens de statuten dezelfde doelstelling(en) na;

  • de oude rechtspersoon en de huidige organisatie voldoen aan de eisen die de regeling in artikel

1.4 stelt aan de aanvrager;

  • de oude rechtspersoon oefent geen activiteiten meer uit die overeenkomen met de activiteiten van de aanvrager; en

  • uit de financiële gegevens van beide rechtspersonen volgt dat de aanvrager in de toekomst de gewenste organisatorische stabiliteit en financiële continuïteit kan waarmaken.

 

Gevestigd in Amsterdam

Een aanvrager moet zijn gevestigd in Amsterdam wat blijkt uit de statutaire zetel danwel het bezoekadres op het uittreksel van de Kamer van Koophandel.

 

Samenwerking of fusie

Bij gezamenlijke aanvragen is er óf sprake van een (voorgenomen) fusie, óf van een (verregaande, structurele) samenwerking tussen afzonderlijke organisaties die ieder een rechtspersoon zijn.

  • Bij een (voorgenomen) juridische fusie tussen twee of meer organisaties, dienen alle betrokken organisaties te voldoen aan de eisen die worden gesteld aan de aanvrager, waarbij een van de betrokken partijen als penvoerder fungeert. De penvoerder dient namens de overige bij de fusie betrokken rechtspers(o)on(en) de subsidieaanvraag in en is verantwoordelijk voor de uitvoering van het ondernemingsplan, totdat de fusie is gerealiseerd.

  • Bij een samenwerking tussen organisaties dienen de betreffende organisaties ieder hun eigen aanvraag en ondernemingsplan in. Beschrijf de samenwerking in het ondernemingsplan van iedere afzonderlijke aanvraag zo uitvoerig mogelijk als nodig is voor een goed begrip. Omdat subsidietoekenning plaats vindt aan een rechtspersoon, is het belangrijk dat u de begroting indient voor uw eigen organisatie. Een begroting van de volledige samenwerking, waarin het aandeel van de afzonderlijke samenwerkingspartners zichtbaar wordt, kunt u apart uploaden.

 

Samenloop met andere subsidieregelingen

Alleen organisaties die niet zijn opgenomen in de Amsterdamse Basisinfrastructuur van de Gemeente Amsterdam kunnen een aanvraag op grond van deze regeling indienen.

 

Organisaties die door het AFK vierjarig gesubsidieerd worden, kunnen geen aanvragen indienen voor de regelingen voor projectsubsidies van het AFK. Ook Amsterdam Bis instellingen zoals benoemd in het Kunstenplan 2021-2024 zijn uitgesloten van de regelingen voor projectsubsidies. Organisaties die vierjarig door het AFK worden gesubsidieerd kunnen wél aanvragen indienen voor de regeling Innovatie en Ontwikkeling 2021-2024 van het AFK.

  

Beschikbare subsidie

Omdat het aantal aanvragen naar verwachting hoger is dan het beschikbare budget, werkt het AFK met financiële subsidieplafonds. De subsidieplafonds per discipline voor de periode 2021-2024 zijn (per kalenderjaar) vastgesteld op:

  

Commissie

Subsidieplafond

2021-2024

Muziek en Muziektheater

2.345.000

Theater

5.225.000

Dans

1.800.000

Erfgoed (musea)

2.600.000

BFNA

3.300.000

Film

1.700.000

Letteren

710.000

Cultuureducatie

2.000.000

TOTAAL

€ 19.680.000

  

Als in één of meer disciplines het subsidieplafond niet wordt overschreden, kan het bestuur van het AFK besluiten om het resterende bedrag aan één of meer andere disciplines toe te voegen. Besluiten tot verhoging of verlaging van de budgetten worden op de website van het AFK gepubliceerd. Door te werken met subsidieplafonds garandeert het AFK pluriformiteit binnen de te honoreren aanvragen. Hierdoor is gegarandeerd dat alle disciplines goed vertegenwoordigd zijn.

 

EEN AANVRAAG INDIENEN

U kunt aanvragen alleen indienen met het digitale aanvraagformulier. Om subsidie aan te vragen heeft u een account nodig. Heeft u nog geen account, dan kunt u via Mijn AFK op de website een account aanvragen. U ontvangt dit account meestal binnen een werkdag, maar bij grote drukte kan het langer duren. Vraag het account daarom tijdig aan, maar in elk geval vóór 24 januari 2020.

 

In het aanvraagformulier vult u onder meer de algemene gegevens in over uw organisatie, het activiteitenoverzicht, de meerjarenbegroting en een samenvatting van uw ondernemingsplan.

 

Op het aanvraagformulier geeft u aan in welke discipline subsidie wordt aangevraagd: uitgangspunt hierbij is dat u kiest voor de discipline met de expertise die het beste aansluit bij de kern van de activiteiten van uw organisatie. Ook geeft u aan welke adviescommissie het beste aansluit om de aanvraag in behandeling te nemen: Muziek en Muziektheater, Theater, Dans, Erfgoed (Musea), BFNA (beeldende kunst, fotografie, nieuwe media en architectuur), Film, Letteren of Cultuureducatie.

Bij multidisciplinaire aanvragen kiest u voor de categorie multidisciplinair/crossover, waarna u de hoofddiscipline aangeeft waar uw aanvraag wordt behandeld. Daarnaast kunt u een tweede discipline aangeven als u van mening bent dat een co-advies vanuit een andere discipline wenselijk is.

 

Verplichte bijlagen

Naast het volledig ingevulde aanvraagformulier dient u de volgende verplichte bijlagen in:

  • Ondernemingsplan van maximaal twintig pagina’s;

  • Actieplan inclusie zoals bedoeld in de Nota Hoofdlijnen kunst en cultuur 2021-2024;

  • Jaarverslag 2017 en 2018 bestaande uit bestuursverslag en jaarrekening;

  • Meerjarenbegroting 2021-2024;

  • Afschrift van de statuten;

  • Uittreksel Kamer van Koophandel van maximaal drie maanden oud

  • Maximaal drie bijlagen bestaande uit (live) registraties en/of andere documentatie met informatie over de activiteiten van 2017 en later. (Live) registraties mogen gezamenlijk in totaal maximaal dertig minuten duren en andere documenten mogen gezamenlijk in totaal een omvang hebben van maximaal vijf pagina’s.

 

Alle stukken dienen in het Nederlands te zijn opgesteld. Het Actieplan inclusie is - net als de andere hiervoor genoemde documenten - een verplichte bijlage. Het indienen van alle verplichte bijlagen is een voorwaarde om uw aanvraag in behandeling te kunnen nemen. Wanneer in het actieplan en/of ondernemingsplan partners worden opgevoerd waarmee wordt samengewerkt, dan dient in de plannen van beide aanvragers deze samenwerking terug te komen. Indien één of meer samenwerkingspartners geen aanvraag indienen, dan raden we aan ook een intentieverklaring over de samenwerking mee te sturen. Uit deze verklaring moet duidelijk blijken dat de partners zich committeren aan de samenwerking.

 

Ook dient u een (live) registratie of andere documentatie van recente activiteiten mee te sturen met de aanvraag. Op basis van deze documentatie zal de commissie zich een (aanvullend) beeld vormen van de activiteiten in de periode 2017 tot het moment van aanvragen.

 

Als er sprake is van fuserende organisaties dan moeten alle fusiepartners ook de volgende stukken indienen:

  • Jaarverslag 2017 en 2018 bestaande uit bestuursverslag en jaarrekening;

  • Meerjarenbegroting 2021-2024;

  • Afschrift van de statuten;

  • Uittreksel Kamer van Koophandel van maximaal drie maanden oud

  • Maximaal drie bijlagen bestaande uit (live) registraties en/of andere documentatie met informatie over de activiteiten van 2017 en later. (Live) registraties mogen gezamenlijk in totaal maximaal dertig minuten duren en andere documenten mogen gezamenlijk in totaal een omvang hebben van maximaal vijf pagina’s.

Daarnaast moet een overzicht van de fuserende organisaties worden ingediend, samen met een handtekening van een tekenbevoegde vertegenwoordiger van elke fusiepartner.

 

Gelieerde rechtspersonen

In sommige gevallen heeft een andere rechtspersoon of hebben andere rechtspersonen zeggenschap over uw organisatie. Of hebben zij in aanmerking te nemen invloed op uw organisatie. Dan is er sprake van een gelieerde rechtspersoon of rechtspersonen. Er is sprake van in aanmerking te nemen invloed wanneer een rechtspersoon feitelijk beleidsbepalende invloed en/of invloed op het financiële resultaat kan uitoefenen in een andere rechtspersoon, bijvoorbeeld door middel van het benoemen van bestuursleden of als er eenzelfde directeur is. Ook kan gedacht worden aan een constructie waarbij sprake is van een moederonderneming met bijbehorende dochteronderneming(en).

 

Als er sprake is van een gelieerde rechtspersoon, dan hebben wij meer informatie nodig. U moet dan ook de volgende documenten van deze gelieerde rechtspersoon of rechtspersonen aanleveren:

  • Jaarverslag 2017 en 2018 bestaande uit bestuursverslag en jaarrekening;

  • Afschrift van de statuten;

  • Uittreksel Kamer van Koophandel van maximaal drie maanden oud

 

Termijn indiening

Aanvragen voor de periode 2021-2024 kunnen worden ingediend van 23 december 2019 tot uiterlijk 3 februari 2020 om 17.00 uur. Alleen als de aanvraag op tijd is ingediend, het aanvraagformulier volledig is ingevuld en alle verplichte bijlagen zijn toegevoegd, nemen we uw aanvraag in behandeling.

De vierjarige regeling is een zogenaamde ‘tenderprocedure’. Daarom is het AFK gebonden aan strenge regels. Alle aanvragers moeten gelijk worden behandeld en een gelijke kans maken op subsidie. Nagezonden informatie mag om die reden niet worden meegenomen in de beoordeling. Daarom wordt de uiterste datum voor het indienen van de aanvraag strikt gehanteerd. Verder kan het AFK geen informatie opvragen als de aanvraag incompleet of onvoldoende helder is. Het is de verantwoordelijkheid van de aanvrager dat de aanvraag alle noodzakelijke informatie en stukken bevat die voor beoordeling nodig is. En dat de aanvraag voor de gestelde deadline is ingediend.

LET OP:

Zorg ervoor dat uw aanvraag compleet is. In verband met de gelijke behandeling van aanvragen in een tenderprocedure moet de aanvraag op de sluitingsdatum compleet zijn. Wij mogen geen aanvullende informatie opvragen. Niet complete aanvragen worden daarom niet in behandeling genomen.

 

BEOORDELING VAN DE AANVRAAG

Een adviescommissie beoordeelt aanvragen voor de vierjarige subsidies van het AFK aan de hand van de beoordelingscriteria uit de regeling. De acht adviescommissies bestaan elk uit adviseurs die het AFK heeft geworven met zicht op de vierjarige subsidies. De adviseurs zijn geselecteerd op basis van hun professionele deskundigheid in één of meer relevante disciplines en thema’s binnen de kunsten. Daarnaast is in de adviescommissies gezorgd voor adviseurs die over relevante kennis beschikken met betrekking tot de positie van gevestigde kunsten en nieuwe artistieke ontwikkelingen in de stad de balans tussen presenterende en producerende organisaties, en met betrekking tot culturele diversiteit.

 

De adviescommissies zijn opgezet rond specifieke kunstdisciplines, om daarbinnen voldoende specialistische kennis te kunnen waarborgen over de breedte aan genres en subgenres. De commissies staan onder leiding van niet-meestemmende voorzitters met een breder maatschappelijk profiel. Om multidisciplinariteit te borgen is naast co-advisering tussen adviescommissies voorzien in overleg tussen de voorzitters. Meer informatie over de achtergronden van de commissieleden en voorzitters kunt u vinden op onze website.

Met het oog op continuïteit en integraliteit in de advisering neemt in zoveel mogelijk adviescommissies een adviseur zitting die voor de periode 2021-2024 ook bij de Amsterdamse Kunstraad adviseert. Op onze website is te zien wie deze commissieleden zijn.  

 

Bij een samenwerking tussen organisaties die alle een aanvraag indienen bij het AFK, zorgt het AFK ervoor dat de betrokken adviescommissies de relevante informatie over de aanvragen met elkaar uitwisselen. Ook stemmen zij de advisering over het aandeel samenwerking in de aanvragen op elkaar af. Als het gaat om een samenwerking binnen één discipline, vindt dit proces binnen de commissie plaats.

 

Indien uw organisatie structureel samenwerkt met een organisatie die op naam is aangewezen in de Amsterdam Bis, nemen wij hierover contact op met de Amsterdamse Kunstraad en de directie Kunst en Cultuur van de Gemeente Amsterdam. De aanvraag van en het advies over de betreffende organisatie in de Amsterdam Bis kan betrokken worden in de beoordeling van de samenwerking, als de aanvraag daar aanleiding toe geeft.

Voorafgaand aan verzending van het definitieve besluit met betrekking tot de subsidieverlening stellen wij u in de gelegenheid te reageren op feitelijke onjuistheden in het advies.

LET OP:

Het aanvraagformulier met de verplichte bijlagen is leidend bij de beoordeling of uw organisatie in aanmerking komt voor subsidie. Bij een discrepantie tussen aanvraagformulier en bijlage(n) baseert de adviescommissie zich op het aanvraagformulier. Het is dus van belang dat de volledige aanvraag met bijlagen helder is, onderling consistent en een goed uitgewerkt en volledig beeld geeft van de activiteiten die uw organisatie wil ondernemen. Het is uw eigen verantwoordelijkheid dat de adviescommissie op basis van uw aanvraag en verplichte bijlagen uw activiteiten goed kan beoordelen.

BEOORDELINGSCRITERIA

De adviescommissie toetst alle aanvragen die voldoen aan de formele vereisten om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen, aan de volgende vier criteria:

  • artistiek belang

  • belang voor de stad

  • uitvoerbaarheid en

  • diversiteit en inclusie

 

De criteria worden toegepast om vast te stellen welke aanvragen het beste passen bij de doelstellingen van deze regeling in het kader van het Kunstenplan 2021-2024 en de doelstellingen van het Amsterdams Fonds voor de Kunst.

Een positief advies op een of meer van de criteria betekent niet dat subsidie wordt verstrekt. Het totaalbeeld van de criteria is bepalend voor indeling in de categorie ‘honoreren’ of ‘niet honoreren’ door de adviescommissie (zie verder onder Subsidiehoogte).

 

Bij de beoordeling wordt per criterium gebruik gemaakt van een waarderingsschaal in woorden (zoals ‘goed’, ‘voldoende’, ‘zwak’) als conclusie van de inhoudelijke beoordeling per criterium. Alle criteria wegen daarbij even zwaar, met uitzondering van het criterium artistiek belang. Het criterium voor artistiek belang telt voor alle disciplines in de totale weging 1,5 maal zwaarder dan de andere afzonderlijke criteria. Indien de aanvraag ‘onvoldoende’ scoort op het beoordelingscriterium ‘Uitvoerbaarheid’ wordt de subsidie geweigerd.

De waarderingsschaal in woorden bij elk criterium is een hulpmiddel in het kader van een zorgvuldige en evenwichtige beoordeling van de ingediende aanvragen. Aan de waarderingsschaal in woorden zijn cijfers (punten) gekoppeld, voor een zorgvuldige vertaling naar een rangorde van de aanvragen. De besluiten worden dus gebaseerd op met argumenten omklede adviezen over aanvragen, aan de hand van de criteria en daarbij toegekende waarderingen met bijbehorende cijfers. Het AFK maakt de adviezen openbaar om inzicht te geven in de gemaakte keuzes.

 

De waarderingen met bijbehorende cijfers worden voor elk van de criteria - artistiek belang, belang voor de stad, uitvoerbaarheid en diversiteit en inclusie - als volgt toegepast. Het cijfer staat op zichzelf en betreft geen directe vergelijking met andere aanvragers.

 

WAARDERING

CIJFER

TOELICHTING

zeer goed

5

uitsluitend positief, er zijn geen punten van kritiek

goed

4

positief, slechts lichte punten van kritiek

voldoende

3

positief, met een aantal punten van kritiek

zwak

2

matig, met substantiële punten van kritiek

onvoldoende

1

onder de maat, de kritische punten hebben de overhand.

  

Met ‘artistiek’ wordt in de uitwerking van de criteria hierna ook de inhoud, het begeleidingsproces en de educatieve werkwijze van talentontwikkeling en cultuureducatie bedoeld; met ‘publiek’ ook deelnemers aan cultuureducatie en talentontwikkeling.

 

Bij het toetsen aan de criteria staat de aanvraag centraal. De adviescommissie baseert haar oordeel allereerst op de door de aanvrager ingediende stukken. Er wordt ook gekeken naar het verleden. De kwaliteit van activiteiten in het verleden kan immers een indicatie zijn voor de toekomst. Daarbij wordt gekeken naar de activiteiten uit de periode 1 januari 2017 tot en met het moment van adviseren. Voor zover mogelijk wordt ook gekeken of er sprake is van een ontwikkeling, positief dan wel negatief.

 

In het ondernemingsplan wordt daarom specifiek gevraagd om te reflecteren op het verleden, niet alleen in artistiek opzicht, maar ook op aspecten van uitvoerbaarheid, belang voor de stad en diversiteit en inclusie. Bij organisaties die deel uitmaakten van het Kunstenplan 2017-2020 maakt de commissie tevens gebruik van evaluatiegegevens die over die periode beschikbaar zijn bij het AFK, de Gemeente Amsterdam en de Amsterdamse Kunstraad. Bij de beoordeling van organisaties die geen deel uitmaakten van het voorgaande Kunstenplan 2017-2020 kan het AFK eventueel gebruik maken van beschikbare evaluaties in het kader van de verantwoording van projectsubsidies bij het AFK die betrekking hebben gehad op de jaren 2017 of later. Ook is het verplicht om een (live) registratie of andere documentatie van activiteiten mee te sturen met de aanvraag, op basis waarvan de commissie een beeld kan krijgen van de activiteiten in het verleden.

 

Artistiek belang

Het artistieke belang betreft de beoordeling van het artistiek concept, de ambitie en de ontwikkeling die de aanvrager beoogt in artistieke zin: wat wil de organisatie maken of tonen en voor wie? Om het artistiek belang te bepalen beoordeelt de adviescommissie elke aanvraag op alle volgende aspecten:

  • a.

    de artistieke eigenheid

    In hoeverre is het artistieke plan origineel of heeft het een specifieke, herkenbare artistieke signatuur? En in hoeverre is het prikkelend, verrassend, bezield of ideeënrijk? Het gaat hierbij om de beoordeling van de artistieke voornemens en de uitwerking daarvan op zichzelf, ongeacht het publiek waarvoor het bedoeld is.

  • b.

    de artistieke betekenis voor het beoogde publiek:

    Is er een overtuigende visie op wat de aanvrager voor wie maakt of vertoont?

    Toont het plan inzicht in de culturele interesses van de doelgroepen? Sluit het artistieke plan daarop aan, is het naar verwachting aansprekend voor het beoogde publiek (in inhoud, repertoire, verhaal, stijl, genre, vorm, wijze van presenteren etc.)?

  • c.

    de artistieke ontwikkeling van de aanvrager:

    Is er sprake van reflectie op voorgaande periode(n) en een daaraan gerelateerde artistieke ontwikkeling en ambitie, met zicht op de langere termijn? Biedt het plan daarbij mogelijkheden voor de artistieke leiding, uitvoerenden en/of nieuwe makers om zich professioneel te ontwikkelen?

 

Belang voor de stad

Dit betreft de beoordeling van de verbinding van het plan met de stad en prominente ontwikkelingen daarin, van de interactie met een stedelijke omgeving die zich zowel afspeelt in de directe omgeving van bewoners als op internationaal niveau.

Om het belang voor de stad te bepalen beoordeelt de adviescommissie elke aanvraag op alle volgende aspecten:

  • a.

    Verbinding met de stedelijke samenleving

    Verbindt de organisatie zich blijkens het plan op overtuigende wijze inhoudelijk en/of praktisch met de bewoners van de stad, maatschappelijke organisaties in de stad of de buurt waar de organisatie gevestigd?

  • b.

    Spreiding

    De mate waarin het plan bijdraagt aan stedelijke spreiding van het cultuuraanbod en het publieksbereik daarvan. Het gaat er hier om of een aanvrager activiteiten ontplooit en publiek bereikt buiten de stadsdelen Centrum en Zuid. Hierbij wordt ook het realiteitsgehalte en de onderbouwing van de plannen beoordeeld, mede in het licht van de activiteiten en het publiek van de aanvrager en het verleden.

  • c.

    Eigen accent

    De mate waarin en wijze waarop het plan aansluit bij of anticipeert op aanvullend één van de volgende langere termijn ontwikkelingen (thema’s) in de stad. Centraal bij de beoordeling staat de inhoudelijke uitwerking van één van onderstaande thema’s die de aanvrager zelf kiest en uitwerkt:

    is de uitwerking overtuigend en prikkelend en past het in het geheel van activiteiten van de aanvrager?

    • Stad van dag & nacht: kunst als onderdeel van nachtcultuur, en door middel van kunst dag- en nachtcultuur verbinden.

    • Wereldstad: internationale uitwisseling of samenwerking die zowel relevant is voor de aanvrager als van betekenis is voor de stad. Ook samenwerking met of import van cultuuraanbod uit herkomstlanden van migranten kan hier deel van uit maken.

    • Hightech stad: toepassing van nieuwe, geavanceerde of experimentele technologie in artistiek aanbod of in culturele organisaties, of bijdragen van kunst aan de ontwikkeling van nieuwe, geavanceerde (informatie- en communicatie)technologie.

    • Leefbare stad: vanuit culturele invalshoek onderzoek naar of bijdrage aan de kwaliteit en aantrekkelijkheid van de leefomgeving voor bewoners. Denk hierbij bijvoorbeeld aan vraagstukken rond wonen, burgerschap of sociale cohesie.

    • Groene stad: verduurzaming van de organisatie in de zin van verantwoord omgaan met het milieu, of andersoortige bijdragen van kunst aan de ontwikkeling van Amsterdam als circulaire, schone stad.

 

Uitvoerbaarheid

Dit betreft de ‘reality check’ van de beoogde plannen. Het gaat om de beoordeling van de in het plan voorziene mensen, middelen en marketing in relatie tot het voorgenomen inhoudelijke plan: is het plan met deze personele, productioneel-organisatorische en financiële inzet uitvoerbaar? Om de uitvoerbaarheid van het plan te bepalen beoordeelt de adviescommissie elke aanvraag op alle volgende aspecten:

  • a.

    Het plan is realistisch en uitvoerbaar wat betreft werkwijze, organisatie, omvang en vakmanschap van medewerkers/personeel, en partners. Bij vakmanschap gaat het om de deskundigheid en ervaring van de belangrijkste betrokkenen op zowel artistiek als zakelijk-productioneel vlak.

  • b.

    De organisatie heeft een gezonde bedrijfsvoering die voldoende basis geeft om zowel de beoogde voornemens ten uitvoer te brengen als de organisatie op langere termijn effectief te laten functioneren.

  • c.

    De begroting is realistisch en passend bij het plan (kosten en inkomsten), en er is een passende financieringsmix met verschillende bronnen van inkomsten zodat risico’s worden gespreid.

  • d.

    Het marketingplan is realistisch en passend om het beoogde publiek te bereiken.

  

Diversiteit en inclusie

Dit betreft de beoordeling van de bijdrage die het ondernemingsplan, naast het Actieplan inclusie, levert aan de inclusiviteit van het cultuuraanbod, cultuurpubliek en de culturele organisaties in de stad, waarmee in dit criterium specifiek culturele diversiteit wordt bedoeld. Daarbij is het niet noodzakelijk dat ‘iedereen alles doet voor iedereen’ of dat één organisatie per se een publiek van allerlei culturen samen bereikt; daarin kunnen keuzes worden gemaakt. Ambities van een aanvrager dienen overtuigend, concreet en passend te zijn bij de organisatie, blijk te geven van zelfreflectie, en vergezeld te zijn van realistische stappen om het voorgenomen doel van de aanvrager te verwezenlijken. Doel is dat er een betere representatie ontstaat van de verschillende culturele achtergronden en verhalen, zodat de totale Amsterdamse bevolking zich beter herkent in het cultuuraanbod van de stad (zoals bedoeld in de Code Diversiteit & Inclusie).

 

Daartoe beoordeelt de adviescommissie elke aanvraag op alle volgende aspecten:

  • a.

    Het plan draagt in artistieke zin bij aan culturele diversiteit van het Amsterdamse cultuuraanbod, door bijvoorbeeld vorm, inhoud, repertoire en/of presentatiewijze. Waar zinvol werkt de organisatie hierbij samen met passende partners.

  • b.

    Het plan draagt bij aan het bereiken van een cultureel divers samengesteld publiek in de stad, met een onderbouwde keuze voor de betreffende publieksgroepen en een effectief plan voor het bereiken daarvan. Waar zinvol werkt de organisatie hierbij samen met passende partners.

  • c.

    De organisatie heeft een visie op en overtuigend plan voor diversiteit van het personeelsbestand en bestuur/toezicht. Waar zinvol werkt de organisatie hierbij samen met passende partners.

 

Rangorde en verdeling budget

Op basis van de beoordeling worden de aanvragen binnen de discipline door de adviescommissie in een rangorde geplaatst en ingedeeld in de categorie ‘honoreren’ of de categorie ‘niet honoreren’. De commissie adviseert het bestuur van het AFK om de subsidie volgens deze rangschikking aan aanvragers in de categorie ‘honoreren’ toe te kennen, totdat het subsidieplafond is bereikt.

 

Wanneer het subsidieplafond is bereikt en een aanvraag daardoor niet meer in zijn geheel kan worden gehonoreerd, geldt dat de aanvraag wordt afgewezen indien minder dan 50 % van het aangevraagde bedrag kan worden toegekend.

 

Het toekennen volgens de rangorde kan ertoe leiden dat twee organisaties een gelijk aantal punten hebben, maar dat deze aanvragen niet beiden kunnen worden gehonoreerd omdat dan het subsidieplafond wordt overschreden. In dat geval is het criterium ‘Belang voor de stad’ leidend en wordt de aanvraag met het hoogste aantal punten voor dit criterium gehonoreerd, tot het bedrag dat maximaal beschikbaar is binnen het subsidieplafond. Wanneer ook dat aantal punten gelijk is, prevaleert de aanvraag met de hoogste beoordeling op artistiek belang.

 

Subsidiehoogte per aanvraag 

De adviescommissie adviseert per aanvraag over de subsidiehoogte, waarna het bestuur bij de subsidieverlening beslist over de subsidiehoogte. Uitgangspunt bij het bepalen van de subsidiehoogte is niet per definitie het door de aanvrager opgegeven tekort, maar het bedrag dat door de commissie en het AFK (op basis van onderstaande richtlijnen) redelijk wordt geacht voor de desbetreffende aanvraag.

 

Bij het bepalen van de hoogte van de subsidie wordt rekening gehouden met meerdere aspecten:

  • Er moet sprake zijn van een redelijke en goed onderbouwde verhouding tussen aard/ grootte van de organisatie, de plannen en de kosten die daarvoor zijn begroot. Hierbij wordt ook gekeken naar wat gebruikelijk is in de sector en naar de uitgangspunten van de Fair Practice Code. Het is aan de aanvrager om deze verhouding te onderbouwen.

  • Het gevraagde subsidiebedrag moet in een redelijke verhouding staan tot de mate waarin de activiteiten van belang zijn voor de stad, tot het aandeel van de activiteiten in Amsterdam of tot het bereik van bezoekers en/of deelnemers in Amsterdam.

  • Er moet sprake zijn van een redelijke verhouding tot de begroting van de organisatie in de periode 2017-2020 en tot de in die jaren ontvangen subsidiebedragen van het AFK danwel in het kader van de Amsterdam Bis. Eventuele verhogingen dienen proportioneel te zijn voor zowel de organisatie zelf als in het licht van het totaal beschikbare budget binnen de discipline, en overtuigend te zijn onderbouwd.

  • Het AFK kan besluiten dat aan bepaalde onderdelen van het plan in het geheel geen subsidie wordt verleend, terwijl aan de andere onderdelen van het plan wel subsidie wordt toegekend. Hiervan kan sprake zijn indien de adviescommissie oordeelt dat bepaalde onderdelen van een plan niet voor subsidie in aanmerking komen of geen prioriteit krijgen.

  • De veelzijdigheid en samenhang in het culturele aanbod dat met het budget van de betreffende discipline kan worden ondersteund. Er moeten daartoe voldoende aanvragen in de discipline kunnen worden gehonoreerd.

 

BESLUIT

Het bestuur besluit op 3 augustus 2020 over alle aanvragen. Het besluit wordt per mail en per post aan alle aanvragers bekend gemaakt. Tevens vindt een publicatie op de website www.afk.nl plaats, waarbij wordt aangegeven of een aanvraag is toegekend en wat het toegekende subsidiebedrag is. Tevens worden de adviezen van de adviescommissie integraal gepubliceerd.

 

BEVOORSCHOTTING

De subsidie wordt voor een periode van vier jaar verleend, waarbij u jaarlijks 25% van het totaalbedrag ontvangt. Dit geldt ook als u zelf een andere procentuele verdeling heeft aangegeven in uw aanvraag. Dit voorschot wordt per jaar in termijnen naar u overgemaakt. Het aantal termijnen is afhankelijk van de hoogte van de subsidie. Een betaalschema wordt bij de subsidiebeschikking gevoegd.

 

VERPLICHTINGEN EN VERANTWOORDING

Alle veranderingen die wezenlijk zijn voor de subsidiëring moeten worden gemeld. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als bepaalde activiteiten komen te vervallen, als er sprake is van wijzigingen bij de artistiek verantwoordelijken of als er aanzienlijke veranderingen zijn in de financiering van de activiteiten en/of organisatie. Ook kan in het subsidiebesluit een verplichting zijn opgenomen op grond waarvan specifieke zaken gemeld moeten worden. Als achteraf blijkt dat sprake is van een wezenlijke verandering die niet is gemeld, kan het AFK de subsidie lager vaststellen of intrekken. Dit is geheel voor risico van de aanvrager. In geval van twijfel kan een aanvrager contact opnemen met het AFK om te bepalen of sprake is van een wezenlijke wijziging.

 

Er kan (tussentijds) de verplichting worden opgelegd om een bestemmingsfonds AFK te vormen wanneer blijkt dat het subsidiebedrag niet volledig is besteed.

 

Subsidies dienen jaarlijks voor 1 juli inhoudelijk en financieel tussentijds verantwoord te worden. De inhoudelijke verantwoording bestaat uit een bestuursverslag waaruit moet blijken dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en of de beoogde doelstellingen en resultaten zijn behaald. De gegevens die in het bestuursverslag vermeld dienen te worden, worden opgenomen in het Handboek verantwoording Vierjarige subsidies 2021-2024, dat wordt gepubliceerd op de website van het AFK.

 

Bij de financiële verantwoording geldt dat bij subsidiebedragen onder de € 125.000 per jaar minder strenge eisen worden gesteld aan de verantwoording. Zo hoeft de subsidieontvanger die minder dan € 125.000 per jaar subsidie ontvangt geen controleverklaring van een daartoe bevoegde accountant in te dienen. De financiële verantwoording moet worden ingericht volgens de regels van het Handboek verantwoording Vierjarige subsidies 2021-2024. Het AFK stelt de subsidie aan het eind van de subsidieperiode vast op basis van de voorgenomen prestaties en de inhoudelijke en financiële verantwoordingen.

 

TOT SLOT

Mocht u na lezing van deze toelichting nog vragen hebben dan verwijzen wij u naar de Veelgestelde Vragen over de vierjarige subsidies op www.afk.nl, of kunt u contact opnemen met een van onze medewerkers.

 

COLOFON

De Toelichting bij de regeling Vierjarige subsidies 2021-2024 is een uitgave van het Amsterdams Fonds voor de Kunst.

 

Samenstelling

Amsterdams Fonds voor de Kunst