Subsidieregeling voor broedplaatsen die in zwaar weer verkeren als gevolg van de coronacrisis

Geldend van 09-11-2021 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling voor broedplaatsen die in zwaar weer verkeren als gevolg van de coronacrisis

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

gelet op artikel 3, tweede lid, van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013, en het op 20 juni 2019 vastgestelde Atelier- en Broedplaatsenbeleid 2019-2022, in aanvulling op de generieke economische Rijksmaatregelen en de specifieke Rijksmaatregelen voor de cultuursector

besluit de volgende regeling vast te stellen:

Subsidieregeling voor broedplaatsen die in zwaar weer verkeren als gevolg van de coronacrisis

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemene reserve: Vrij besteedbare reserves; voor deze reserves bestaat geen verplichting op grond van wet, statuten of subsidievoorwaarden om deze aan te houden (ook wel overige reserves genoemd);

  • b.

    ASA 2013: Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013;

  • c.

    Broedplaats: een gebouw met een CAWA-percentage van minimaal 40%, waarbij het CAWA-oppervlak verhuurd wordt tegen het CAWA-tarief. Daarnaast kan er sprake zijn van verhuur van publiekstoegankelijke ruimte en verhuur aan niet-CAWA-creatieven. Het CAWA-percentage kan lager zijn wanneer daar expliciet akkoord op is gegeven;

  • d.

    CAWA: Commissie voor Ateliers en (Woon)Werkpanden Amsterdam;

  • e.

    CAWA-creatieven: alle personen die voldoen aan de basis- of toptoets van de CAWA waarmee wordt beoordeeld of iemand in aanmerking komt voor toewijzing van een (woon)werkruimte;

  • f.

    CAWA-oppervlak: Het WO van de broedplaats verhuurd aan CAWA-creatieven;

  • g.

    CAWA-percentage: deel van het WO van een broedplaats dat wordt verhuurd aan CAWA-creatieven;

  • h.

    CAWA-tarief: een huur van maximaal € 310,- per maand excl. water, elektra, verwarming, internet en BTW voor een atelier of een werkplek prijspeil 2019, waarbij geldt dat de huurprijs jaarlijks kan worden verhoogd met de Consumentenprijsindex;

  • i.

    Continuïteitsreserves: reserves die tot doel hebben de continuïteit van de broedplaats te waarborgen, ook wel aangeduid als calamiteitenreserves;

  • j.

    College: college van burgemeester en wethouders van Amsterdam;

  • k.

    Coronacrisis: economische gevolgen van de uitbraak van het coronavirus (COVID-19);

  • l.

    Rijksmaatregelen: maatregelen van het Rijk om de financiële gevolgen van de coronacrisis (deels) te compenseren. Dat zijn generieke economische maatregelen waar ook de broedplaatsen gebruik van kunnen maken, en maatregelen specifiek voor de cultuursector;

  • m.

    Steunmaatregel: gemeentelijke steunmaatregel in verband met de coronacrisis voor broedplaatsen;

  • n.

    Verlies: het saldo van:

    • de gemiste inkomsten als gevolg van de coronacrisis;

    • de extra inkomsten als gevolg van de generieke en specifieke compensatieregelingen van het Rijk, als mede van door andere overheden getroffen (coulance)regelingen;

    • de lagere uitgaven als gevolg van de coronacrisis;

    • de extra kosten als gevolg van de coronacrisis;

    • de extra bijdragen van gelieerde partijen (b.v. steunfonds).

  • o.

    weerstandsvermogen: dat deel van de som van de algemene reserve en continuïteitsreserves 2020 dat voor een broedplaats noodzakelijke is als financiële buffer voor het opvangen van calamiteiten. Het minimale weerstandsvermogen betreft 5 procent van de gerealiseerde baten in 2019;

  • p.

    WO: Woon- / werkoppervlak volgens de NEN 2580.

Artikel 1.2 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013

De ASA 2013 is van toepassing, tenzij daarvan in deze regeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.

Artikel 1.3 Doel subsidieregeling

Het doel van deze subsidieregeling is het behoud van broedplaatsen voor de stad door middel van het verstrekken van een eenmalige subsidie in het kader van het Atelier- en Broedplaatsenbeleid 2019 – 2022, die de financiële positie van broedplaatsen te verbetert die als gevolg van de coronacrisis in hun voortbestaan worden bedreigd.

Hoofdstuk 2 Steunmaatregel Broedplaatsen

Artikel 2.1 Subsidiabele activiteiten en hoogte van de subsidie

  • 1. Het college kan een eenmalige subsidie verlenen aan broedplaatsen als compensatie van de verliezen die worden geleden als gevolg van de coronacrisis in de periode van 1 juli 2021 tot en met 31 december 2021.

  • 2. De hoogte van de subsidie wordt bepaald op basis van de uitkomst van de volgende formule:

    • a.

      de hoogte van het verlies van 1 januari 2021 tot 1 juli 2021;

    • b.

      verminderd met het bedrag dat resulteert uit de som van de algemene reserve en de continuïteitsreserves over 2020, voor zover dit bedrag niet nodig is voor het minimale weerstandsvermogen.

  • 3. De hoogte van de maximale subsidie wordt bepaald op basis van de uitkomst van de volgende formule: € 25,- vermenigvuldigd met het aantal m2 CAWA-oppervlak.

Artikel 2.2 Subsidieplafond en verdeling

  • 1. Voor deze subsidieregeling geldt voor het tijdvak dat loopt van 1 juli 2021 tot en met 31 december 2021 een subsidieplafond van € 300.000.

  • 2. Indien het subsidieplafond ontoereikend is om alle aanvragen die voor subsidie in aanmerking te honoreren, worden alle te verlenen subsidies verlaagd met een gelijk percentage.

Artikel 2.3 De aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een rechtspersoon.

Artikel 2.4 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

In aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2013 wordt bij de subsidieaanvraag ingediend:

  • a.:

    Plattegronden met nummering van de ruimte;

  • b.:

    Een volledig ingevuld en ondertekend Formulier Overzicht CAWA en Financiën, met daarin:

    • een overzicht van de CAWA-huurders op 31 december 2020, aansluitend op de plattegronden en daarin gehanteerde nummering;

    • het geraamde verlies voor de periode van 1 juli 2021 tot en met 31december 2021;

    • de omvang van de algemene reserve op 30 juni 2020;

    • de omvang van de continuïteitsreserves op 30 juni 2020;

    • de omvang van de gerealiseerde omzet in 2019.”

Artikel 2.5 Aanvraagtermijn eenmalige subsidies

  • 1. In afwijking van artikel 6 van de ASA 2013 wordt een subsidieaanvraag voor een subsidie uiterlijk 30 november 2021 ingediend bij het college.

Artikel 2.6 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 9, tweede lid, van de ASA 2013 kan het college geheel of gedeeltelijk weigeren een subsidie te verlenen als:

  • a.

    de broedplaats onvoldoende gebruik heeft gemaakt van de Rijksmaatregelen;

  • b.

    er in de aanvraag geen of onvoldoende reële onderbouwing is gegeven van het verlies.

  • c.

    blijkt dat het CAWA-percentage minder dan 40% bedraagt en daarover geen expliciete afspraak is gemaakt;

  • d.

    huurprijzen voor CAWA huurders boven € 310,- per maand exclusief water, elektra, verwarming, internet en BTW zijn voor een atelier of een werkplek prijspeil 2019;

  • e.

    blijkt dat niet wordt voldaan aan de voorwaarden uit een lopende beschikking van Bureau Broedplaatsen.

  • f.

    blijkt dat subsidieaanvrager in aanmerking komt voor een subsidie op grond van de Subsidieregeling eenmalige noodsteun voor culturele instellingen die in zwaar weer verkeren als gevolg van de coronamaatregelen.

Hoofdstuk 3 Verantwoording en vaststelling van de subsidie

Artikel 3 Verantwoording subsidies

In aanvulling op artikel 14, tweede lid, van de ASA 2013 bevat de aanvraag tot subsidievaststelling een financieel verslag, waarin een overzicht is opgenomen waaruit blijkt hoeveel verlies over de periode 1 juli 2021 tot en met 31 december 2021 is geleden als gevolg van de coronamaatregelen.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 4 Inwerkingtreding en overgangsrecht

  • 1. De wijzigingen van de subsidieregeling voor broedplaatsen die in zwaar weer verkeren als gevolg van de coronacrisis gepubliceerd 8 november 2021 in het Gemeenteblad 2021, nummer NUMMER, treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

  • 2. De wijzigingen in deze subsidieregeling zijn niet van toepassing op aanvragen die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding hiervan.

Artikel 5 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling broedplaatsen coronacrisis.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 30 juni 2020

De burgemeester

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Toelichting

De gevolgen van de coronacrisis voor de cultuursector in Amsterdam zijn ongekend

groot en hebben zeer ingrijpende maatschappelijke en economische gevolgen voor de

stad. Omdat er acuut hulp nodig is – in aanvulling op de generieke Rijksmaatregelen en de aanvullende Rijksmaatregelen specifiek voor de cultuursector – worden broedplaatsen extra ondersteund.

Doelstelling is het overeind houden van broedplaatsen, een cruciaal en fundamenteel onderdeel van de Amsterdamse kunst- en cultuurinfrastructuur, die als gevolg van de coronacrisis ernstig worden bedreigd in hun voortbestaan. Het uitgangspunt is dat de extra financiële steun terechtkomt bij die broedplaatsen die de steun van de gemeente het hardst nodig hebben en de ontstane tekorten niet zelf kunnen dragen.

Voor de uitvoering van de steunmaatregel is de Subsidieregeling voor broedplaatsen die in zwaar weer verkeren als gevolg van de coronacrisis ingericht. Het college heeft voor de uitvoering van de steunmaatregel € 0,3 miljoen uit het budget Broedplaatsen gereserveerd.

Voor deze regeling wordt het huisvesten van CAWA-creatieven als basis gebruikt. Historisch gezien zijn er broedplaatsen gesubsidieerd waarmee is overeengekomen dat het CAWA-percentage lager is dan 40%. Dat kan verschillende redenen hebben gehad, zoals de bestaande samenstelling van het huurdersbestand, uitzonderlijke wenselijkheid van het project of beperkingen van het gebouw. De plekken waar dit is overeengekomen hebben aangetoond van dusdanige waarde te zijn voor de stad dat zij ook in aanmerking komen voor subsidiëring. Daarnaast zijn er broedplaatsen waar nooit is gesubsidieerd door de gemeente Amsterdam maar die wel een substantieel deel van hun pand (meer dan 40%) verhuren aan CAWA-creatieven. Ook zij kunnen in aanmerking komen voor subsidiëring.

Toelichting per artikel

Artikel 1.3 Doel subsidieregeling

Doelstelling is het overeind houden van broedplaatsen, een cruciaal en fundamenteel onderdeel van de Amsterdamse kunst- en cultuurinfrastructuur, die als gevolg van de coronacrisis ernstig worden bedreigd in hun voortbestaan. Het uitgangspunt is dat de extra financiële steun terecht komt bij die broedplaatsen die de steun van de gemeente het hardst nodig hebben en de ontstane tekorten niet zelf kunnen dragen.

Artikel 2.1 Subsidiabele activiteiten en hoogte van de subsidie

Onder 2 is de formule opgenomen voor de berekening van het maximale subsidiebedrag.

Het startpunt de hoogte van het verlies in de periode van 1 januari 2021 tot 1 juli 2021. Het verlies is het saldo van lasten en baten. Hierbij is het uitgangspunt dat zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van de generieke Rijksmaatregelen, specifieke Rijksmaatregelen voor de cultuursector en de Subsidieregeling eenmalige noodsteun voor culturele instellingen die in zwaar weer verkeren als gevolg van de coronamaatregelen.

Ook geldt dat er rekening wordt gehouden met de mate waarin de broedplaats in staat is vanuit de vermogenspositie (en specifiek vanuit de algemene en continuïteitsreserves) het verlies zelf op te vangen. Hierbij hanteren we een ondergrens van 5% weerstandsvermogen. Hierdoor komt het geld terecht bij de plekken die dat het hardst nodig hebben. In deze regeling wordt het weerstandsvermogen berekend door de som van de algemene reserve en continuïteitsreserves te delen door het totaal van de baten.

Rekenvoorbeeld inzet weerstandsvermogen

Broedplaats A heeft een verlies van € 80.000;

De totale baten in de jaarrekening 2019 bedragen € 300.000;

De som van de algemene reserve en de continuïteitsreserves is per 30 juni 2021 € 50.000;

Het CAWA-oppervlak van de broedplaats is 4.000 m2

Het weerstandsvermogen bedraagt 5% van de gerealiseerde baten in de jaarrekening 2019, oftewel € 15.000. Voor een weerstandsvermogen van 5% is de ondergrens van de totale algemene en continuïteitsreserves € 15.000. Dit betekent dat broedplaats A voor € 35.000 het verlies zelf kan opvangen en een verlies resteert van € 45.000. De maximale subsidie op basis van het CAWA-oppervlak bedraagt € 60.000. Het resterende tekort is lager dan de maximale subsidie en kan dus in zijn geheel worden aangevraagd op basis van deze regeling.

Artikel 2.5 Weigeringsgronden

  • b.

    Het college kan een aanvraag weigeren als in de aanvraag geen of onvoldoende reële onderbouwing is gegeven van het verlies. Dat betekent dat het verlies inhoudelijk moet worden onderbouwd door middel van een berekening.

  • c.

    Binnen een broedplaats wordt het als wenselijk gezien een mix van CAWA-creatieven en andersoortige kunstenaars en ondernemers te hebben. Tussen de huurders kan dan een wisselwerking ontstaan waarbij het resultaat groter is dan de som der delen. Wordt het oppervlak voor CAWA creatieven kleiner dan 40% dan ontstaat een onwenselijke mix waarbij de invloed van de CAWA-creatieven op het geheel te klein wordt.

  • d.

    Wanneer huurprijzen voor CAWA huurders boven € 310,- per maand exclusief water, elektra, verwarming, internet en BTW voor een atelier of een werkplek prijspeil 2019 zijn, worden deze niet beschouwd als betaalbare plekken in het kader van het Atelier- en Broedplaatsenbeleid 2020 en komt de broedplaats niet in aanmerking voor subsidie.

  • e.

    Wanneer een broedplaats in de termijn van een beschikking zit en niet is voldaan in de daarin opgenomen afspraken is er geen grond tot subsidiëring van de exploitatie.

Artikel 2.7 Aanvullende verplichtingen

Het hoofddoel van de subsidie is het behoud van de broedplaats en daarmee betaalbare werkruimte voor CAWA-creatieven. Dat betekent dat de subsidie daar moet worden aangewend waar deze het hardst nodig is. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat de subsidie volledig moet worden ingezet voor compensatie van misgelopen publieksinkomsten. Indien de exploitatie van de broedplaats toelaat het geld op meerdere manieren in te zetten dan dient dit in eerste instantie te gebeuren ter compensatie van misgelopen huurinkomsten van CAWA-creatieven.

Artikel 3 Verantwoording

Broedplaatsen die een bijdrage ontvangen vanuit deze subsidieregeling dienen dit bedrag zichtbaar te verantwoorden in een financieel verslag waarin een overzicht is opgenomen waaruit blijkt hoeveel verlies over de periode 1 juli 2021 tot en met 31 december 2021 is geleden als gevolg van de coronamaatregelen. Indien de broedplaats de subsidie niet volledig heeft hoeven aan te wenden voor de geleden verliezen conform de formules, wordt de subsidie lager vastgesteld en moet het verschil worden terugbetaald.