Besluit van de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent Mandaat aan de president-directeur van het Havenbedrijf Amsterdam N.V. inzake het technisch beheer van het Havengebied en de Havenmeester inzake de handhaving van deze bevoegdheden en aan de bestuurscommissies West en Nieuw-West voor bevoegdheden op het terrein van de openbare orde en veiligheid en de handhaving in het Havengebied

Geldend van 14-01-2021 t/m heden

Intitulé

Besluit van de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent Mandaat aan de president-directeur van het Havenbedrijf Amsterdam N.V. inzake het technisch beheer van het Havengebied en de Havenmeester inzake de handhaving van deze bevoegdheden en aan de bestuurscommissies West en Nieuw-West voor bevoegdheden op het terrein van de openbare orde en veiligheid en de handhaving in het Havengebied

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

Gelet op de artikelen 10:1 tot en met 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

Overwegende dat:

  • er afspraken zijn gemaakt ten tijde van de verzelfstandiging van Havenbedrijf Amsterdam N.V. om aan de president-directeur van Havenbedrijf Amsterdam N.V. bevoegdheden inzake het technisch beheer van Westpoort te mandateren en dat deze afspraken niet zijn gewijzigd;

  • de grenzen van de stadsdelen West en Nieuw-West met ingang van 1 januari 2015 zijn gewijzigd en aan het grondgebied van deze stadsdelen de gebieden Sloterdijk 1, Sloterdijk 2, Sloterdijk 3 en Sloterdijk 4 zijn toegevoegd (zie Gemeenteblad afd. 3A, nr. 82/229). Binnen die gebieden geldt vanaf die datum dus dezelfde bevoegdheidsverdeling als in de rest van de stad;

  • er naar aanleiding daarvan specifieke afspraken voor het Havengebied zijn gemaakt enerzijds over de invulling van het technisch beheer en de handhaving daarvan en anderzijds over de overige bevoegdheden op het terrein van de openbare orde en veiligheid in het algemeen en de horeca en evenementen in het bijzonder alsmede de handhaving daarvan;

  • de president-directeur van Havenbedrijf Amsterdam N.V. de bevoegdheden voor het technische beheer in het Havengebied behoudt, het algemeen bestuur en de voorzitters van de bestuurscommissies ook de bevoegdheden voor het technisch beheer voor de Sloterdijkgebieden aan de president-directeur van Havenbedrijf Amsterdam N.V. zullen mandateren en dat de Havenmeester verantwoordelijk wordt voor de handhaving van die bevoegdheden ;

  • het algemeen bestuur respectievelijk de voorzitter van de bestuurscommissies West en Nieuw-West een mandaat krijgen voor de overige bevoegdheden op het terrein van de openbare orde en veiligheid in het algemeen en de horeca en evenementen in het bijzonder in het gehele Havengebied en dat dit mandaat ook de handhaving van die bevoegdheden omvat.

Brengen ter algemene kennis dat de burgemeester op 14 september 2015 en het college tijdens zijn vergadering op 22 september 2015 heeft besloten:

  • I.

    Mandaat en machtiging te verlenen aan de president-directeur van Havenbedrijf Amsterdam N.V. voor het uitoefenen van de hierna vermelde bevoegdheden in verband met het technisch beheer:

    • a.

      Het beslissen op aanvragen tot verlening van vergunningen en ontheffingen op grond van de volgende bepalingen uit de Algemene Plaatselijke Verordening 2008: Algemene plaatselijke verordening 2008

      Artikel 4.2 (vastmaken van voorwerpen);

      Artikel 4.3 (voorwerpen en stoffen op, aan, boven of in de openbare weg);

      Artikel 4.6 (schade en hinder voorwerpen op, aan, boven of in de openbare weg);

      Artikel 4.7 (plakken en kladden);

      Artikel 4.12 (verspreiden voorwerpen voor reclamedoeleinden);

      Artikel 4.13 (werkzaamheden);

      Artikel 4.14 (beplanting);

      Artikel 4.17, eerste tot en met vijfde lid (verontreiniging van weg en water);

      Artikel 4.19, eerste lid (bestrijden gladheid);

      Artikel 4.20 (parkeren van voertuigen van autobedrijf en dergelijke);

      Artikel 4.21 (te koop aanbieden van voertuigen);

      Artikel 4.22 (wrakken);

      Artikel 4.23 (parkeren van reclamevoertuigen);

      Artikel 4.24, eerste en derde lid (parkeren van grote voertuigen);

      Artikel 4.25 (caravans en dergelijke);

      Artikel 4.26 (blokkeren van parkeerruimte);

      Artikel 4.27 (parkeren van fietsen en bromfietsen);

      Artikel 5.5 (hinder van toestellen, machines en dergelijke);

      Artikel 5.7 (hinder door motorvoertuigen en bromfietsen);

      Artikel 5.9 (openbare groenvoorziening);

      Artikel 5.10 (bestrijding Iepziekte).

    • b.

      Het verbinden van voorschriften en beperkingen aan de vergunningen en ontheffingen die onder a. zijn genoemd op grond van artikel 1.6 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008, en deze te wijzigen.

      Verordening basisinformatie 2018

    • c.

      Het geven van aanwijzingen voor het aanbrengen van naamborden op grond van artikel 8;

    • d.

      Het geven van aanwijzingen voor het aanbrengen van (huis)nummerborden op objecten door rechthebbenden op grond van artikel 9;

    • e.

      Het geven van aanwijzingen voor het aanbrengen van peilmerken en het daarmee uitvoeren van metingen op grond van 11 Verordening basisinformatie 2018 en art. 23 van het Reglement basisinformatie 2018;

    • f.

      Het uitoefenen van de bevoegdheden op grond van de overgangsbepalingen uit artikel 12;

    • g.

      Het gebruiken van een gegeven dat als authentiek gegeven in een basis- of kernregistratie beschikbaar is, als dat gegeven nodig is bij het vervullen van een gemeentelijke taak op grond van artikel 9 van het Reglement basisinformatie 2018;

    • h.

      Terug melden over de juistheid of het ontbreken van een authentiek gegeven in een basis- of kernregistratie aan de stelselbeheerder onder opgaaf van redenen op grond van artikel 10 van het Reglement basisinformatie 2018.

      Telecommunicatiewet

    • i.

      Het nemen van instemmingsbesluiten voor werkzaamheden in of op openbare gronden op grond van artikel 5.4.

      Verordening werken in de openbare ruimte

    • j.

      Het geven van aanwijzingen en het nemen van besluiten, niet zijnde het vaststellen van nadere regels.

      Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (Wion)

    • k.

      Het verrichten van handelingen, zoals het doen van meldingen of het indienen van verzoeken namens de gemeente of het gemeentebestuur als bedoeld in de Wion.

      Wet basisregistratie ondergrond

    • l.

      als bronhouder brondocumenten aanbieden aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties ter inschrijving in het register brondocumenten ondergrond (BRO) op grond van artikel 1 en 9 van de Wet basisregistratie ondergrond

    • m.

      als bronhouder terugmeldingen afhandelen op grond van artikel 33, derde lid, van de Wet basisregistratie ondergrond en artikel 10 van het Reglement basisinformatie 2018.

      Afvalstoffenverordening 2009

    • n.

      Het uitoefenen van de bevoegdheden inzake het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars op grond van artikel 10 in samenhang met artikel 14 van het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening 2009 Westpoort (nr. BD2009-006201);

    • o.

      Het handhaven van het verbod in artikel 12 inzake het ontdoen van autowrakken afkomstig van een huishouden anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit beheer autowrakken;

    • p.

      Het uitoefenen van bevoegdheden inzake het voorkomen van diffuse milieuverontreiniging op grond van artikel 16..

      Verordening op de straathandel

    • q.

      Het beslissen op aanvragen tot verlening van vergunningen voor staan- of ligplaatsen buiten de markten op grond van artikel 4.1;

    • r.

      Het instellen van een ventverbod op grond van artikel 5.5.

      Juridisch wegbeheer

    • s.

      Het nemen van verkeersbesluiten tot plaatsing of verwijdering van verkeerstekens voor een gehandicaptenparkeerplaats (bij woning of werk) op kenteken op grond van artikel 18 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 12, sub a van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer;

    • t.

      Het nemen van verkeersbesluiten op grond van artikel 18 van de Wegenverkeerswet 1994 en het beslissen op aanvragen tot het geven van ontheffingen volgens artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

    • u.

      De tijdelijke plaatsing of de toepassing van verkeerstekens en het tijdelijk uitvoeren van maatregelen op grond van de artikelen 34 tot en met 41 van Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer.

      Verordening op de nadeelcompensatie

    • v.

      Het beslissen op een aanvraag als bedoeld in artikel 2 van de Algemene Verordening Nadeelcompensatie voor zover het betreft de uitoefening van de bevoegdheden op grond van dit mandaat of de taken die zijn beschreven in de Operationele Havenovereenkomst tussen gemeente Amsterdam en Havenbedrijf Amsterdam N.V. en onder de voorwaarde dat de beslissing in overeenstemming is met een uitgebracht advies van de adviescommissie als bedoeld in artikel 13 van de Algemene Verordening Nadeelcompensatie, dan wel in overeenstemming is met het concept-besluit zoals door het Schadeloket Algemene Nadeelcompensatie is vastgesteld;

    • w.

      Het verlenen van goedkeuring van de met de schade beperkende maatregelen gemoeide kosten als bedoeld in artikel 10 van de Algemene Verordening Nadeelcompensatie;

    • x.

      Het beslissen op een aanvraag om een voorschot te verlenen als bedoeld in artikel 11 van de Algemene Verordening Nadeelcompensatie, onder de voorwaarde dat de beslissing in overeenstemming is met een uitgebracht advies van de adviescommissie als bedoeld in artikel 13 van de Algemene Verordening Nadeelcompensatie.

      Bomenverordening 2014

    • y.

      Het uitoefenen van alle taken en bevoegdheden die in deze verordening aan het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester zijn toegekend.

      Overige bevoegdheden

    • z.

      Het uitoefenen van alle taken en bevoegdheden om voor bovengenoemde bevoegdheden de leges te heffen en in te vorderen.

  • II.

    Mandaat en machtiging te verlenen aan de Havenmeester voor het uitoefenen van het toezicht en de handhaving van de onder I vermelde bevoegdheden.

  • III.

    Mandaat en machtiging te verlenen aan het algemeen bestuur respectievelijk de voorzitter van de bestuurscommissies West en Nieuw-West voor het uitoefenen van de hierna vermelde bevoegdheden en de handhaving en het toezicht op deze bevoegdheden in het kader van de openbare orde en veiligheid in het algemeen en de horeca en evenementen in het bijzonder:

    • a.

      Het beslissen op aanvragen tot verlening van vergunningen en ontheffingen op grond van de volgende bepalingen uit de Algemene Plaatselijke Verordening 2008:

      Algemene plaatselijke verordening 2008

      Artikel 2.17, tweede lid (aanwezigheid alcohol openbare weg);

      Artikel 2.17, vierde lid (aanwezigheid softdrugs openbare weg);

      Artikel 2.20, tweede lid (ontheffing verbod slapen op of aan de weg);

      Artikel 2.22, derde lid (aanwijzen van wegen en tijden verbod fietsverkoop);

      Artikel 2.26, tweede en derde lid (mededeling doen van oprichten of inrichting voor aanbieden nachtverblijf en vaststellen modelnachtregister);

      Artikel 2.28, 2.29 en 2.30 (bevoegdheden verkoopregister en opkopen);

      Artikel 2.40, eerste en derde lid, 2.43 (beslissen aanvraag evenement en stellen aanvraagtermijn);

      Artikel 2.41, vijfde en zesde lid (verbieden voorgenomen evenement);

      Artikel 2.42, eerste lid (aanwijzen van plaatsen waar 2.40 eerste lid niet geldt);

      Artikel 2.44, eerste en tweede lid (voorschriften en beperkingen en stellen dwangsom);

      Artikel 2.47, eerste lid (beslissen aanvraag vergunning evenement in gebouw of vaartuig);

      Artikel 2.49, eerste en tweede lid (straatartiesten);

      Artikel 2.50 (aanbieden van diensten);

      Artikel 2.52 (inzamelen geld of zaken);

      Artikel 2.53, eerste en tweede lid (beperkingen aanbieden gedrukte en geschreven stukken);

      Artikel 3.8, eerste lid (exploitatievergunning horecabedrijf);

      Artikel 3.15, eerste en derde lid (beperken openingstijden);

      Artikel 3.24 (wijzigen of intrekken exploitatievergunning);

      Artikel 3.17 en 3.18 (terras, aanwijzing niet toegestaan en vaststellen beleidsregels);

      Artikel 3.3 en 3.27 eerste lid (vergunning prostitutiebedrijf);

      Artikel 3.32 (bijzondere weigeringsgronden);

      Artikel 3.35, eerste lid (beperken openingstijden prostitutiebedrijf);

      Artikel 3.36 (intrekken vergunning prostitutiebedrijf);

      Artikel 3.40 en 3.43 (vergunning escortbedrijf);

      Artikel 3.2, 3.40 en 3.43 (vergunning escortbedrijf niet in publiek toegankelijk gebouw);

      Artikel 3.44 (intrekken vergunning escortbedrijf);

      Artikel 3.2 en 3.44 (intrekken vergunning escortbedrijf niet in publiek toegankelijk gebouw);

      Artikel 3.3, 3.47 en 3.49 (beslissen aanvraag seksinrichting);

      Artikel 3.52 (intrekken vergunning seksinrichting);

      Artikel 3.53, eerste lid (sekswinkels);

      Artikel 4.5, tweede en derde lid (nadere regels stellen)

      Artikel 4.10 en 4.11 (reclame op of aan de weg);

      Artikel 5.4 (gebruik explosieven)

      Artikel 5.6, tweede lid onder b, c en d en derde lid (waarden Activiteitenbesluit niet van toepassing in bepaalde gevallen);

      Artikel 5.8 (wedstrijden);

      Hoofdstuk 5, paragraaf 5 (Dieren) behoudens 5.15 en 5.17;

      Gedoogverklaring softdrugs

    • b.

      Het verlenen van een gedoogverklaring inzake de verkoop van softdrugs aan horecabedrijven bedoeld in het besluit van de burgemeester van 4 april 1995, nr. 953306 en het vaststellen van een formulier voor de aanvraag voor een gedoogverklaring als zodanig bedoeld.

  • IV.

    Mandaat en machtiging te verlenen aan het algemeen bestuur respectievelijk de voorzitter van de bestuurscommissies West en Nieuw-West voor het uitoefenen van de handhaving en het toezicht inzake de hierna vermelde bevoegdheden in het kader van de openbare orde en veiligheid:

    • a.

      Het handhaven van en het toezien op de volgende bepalingen uit de Algemene Plaatselijke Verordening 2008:

      Algemene plaatselijke verordening

      Artikel 2.7 (openlijk gebruik en handel harddrugs);

      Artikel 2.18 (hinderlijk gedrag in of bij gebouwen);

      Artikel 2.19 (spelen om geld op de weg);

      Artikel 2.25 eerste en tweede lid (bewakingsapparatuur en bespieding);

      Artikel 2.32 tot en met 2.36 (openbare manifestaties en betogingen);

      Artikel 4.16 (gedenktekens);

      Artikel 5.3 (vuurwerk);

      Artikel 5.11 (doen van natuurlijke behoefte);

      Artikel 5.15 (gevaarlijke honden).

  • V.

    Te bepalen dat dit mandaat en deze machtiging alleen geldt voor het Havengebied dat op de bij dit besluit behorende kaart weergegeven is.

  • VI.

    Te bepalen dat de president-directeur van Havenbedrijf Amsterdam N.V., de Havenmeester en het algemeen bestuur en de voorzitter van de bestuurscommissies West en Nieuw-West ondermandaat en machtiging kunnen verlenen aan de door hen aan te wijzen functionarissen.

  • VII.

    Te bepalen dat de president-directeur van Havenbedrijf Amsterdam N.V., de Havenmeester en het algemeen bestuur en de voorzitter van de bestuurscommissies West en Nieuw-West alsmede hun plaatsvervangers bij het ondertekenen van de door hen op grond van dit mandaatbesluit te nemen besluiten duidelijk tot uitdrukking brengen dat wordt gehandeld namens het college van burgemeester en wethouders respectievelijk de burgemeester.

  • VIII.

    Te bepalen dat dit besluit voor het algemeen bestuur en de voorzitter van de bestuurscommissies West en Nieuw-West onmiddellijk in werking treedt en voor de president-directeur van Havenbedrijf Amsterdam N.V. en de Havenmeester zodra deze met het mandaat hebben ingestemd.

  • IX.

    Te bepalen dat het mandaatbesluit Westpoort van 29 april 2015 (Gemeenteblad 1 mei 2015, afdeling 3B, nr. 80) wordt ingetrokken.

  • X.

    Te bepalen dat dit besluit wordt gepubliceerd in het Gemeenteblad en geldt met terugwerkende kracht tot 1 april 2015.

Ondertekening

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam

A.P. van Gils

E.E. van der Laan

De burgemeester van Amsterdam,

E. E. van der Laan