Beleidsregels Regeling Tegemoetkoming kosten openbaar vervoer voor mantelzorgers

Geldend van 03-01-2023 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2023

Intitulé

Beleidsregels Regeling Tegemoetkoming kosten openbaar vervoer voor mantelzorgers

Burgemeester en wethouders van Amsterdam

Brengen ter algemene kennis dat zij in hun vergadering van 29 januari 2019 hebben besloten:

  • 1.

    In te stemmen met de wijzigingen in de Beleidsregels Participatie minimakinderen, dit betreft de leeftijd van het kind in de begripsomschrijvingen. Naar aanleiding van het B&W besluit van 11september 2018 is de leeftijd voor voorschoolse educatie verlaagd van 2,5 naar 2 jaar.

  • 2.

    In te stemmen met de wijzigingen in de Beleidsregels Regeling Tegemoetkoming kosten openbaarvervoer voor mantelzorgers, het betreft het verlengen van de aanvraagperiode tot en met 31december 2019. Dit naar aanleiding van een evaluatie van de regeling waaruit blijkt dat de regeling bijdraagt aan een belangrijke doelstelling om financiële belemmeringen om mantelzorg te verlenen(deels) weg te nemen.

  • 3.

    Vast te stellen de vernieuwde beleidsregels:

    • a.

      Participatie minimakinderen

    • b.

      Regeling Tegemoetkoming kosten openbaar vervoer voor mantelzorgers

  • 4.

    In te trekken de oude beleidsregels:

    • a.

      Participatie minimakinderen vastgesteld bij besluit van B&W van 6 augustus 2018,Gemeenteblad, nummer 169587;

    • b.

      Regeling Tegemoetkoming kosten openbaar vervoer voor mantelzorgers vastgesteld bij besluit van B&W van 4 april 2017.

  • 5.

    Te bepalen dat de besluiten onder 3 en 4 worden gepubliceerd in het Gemeenteblad, op de dag na publicatie in werking treden en terug werken tot 1 januari 2019.

Beleidsregels Participatie minimakinderen

Het betreft hier beleidsregels voor de volgende onderdelen:

Scholierenvergoeding, Reiskostenvergoeding, PC-voorziening en Kindbonnen .

Deze maken deel uit van het Kindpakket van de gemeente Amsterdam.

Beleidsregels Regeling Tegemoetkoming kosten openbaar vervoer voor mantelzorgers

Artikel 1: Begripsomschrijving

  • 1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a)

      aanvrager: de alleenstaande, de alleenstaande (ouder) of het gezin;

    • b)

      AOW: Algemene ouderdomswet;

    • c)

      college: het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Amsterdam;

    • d)

      fiscaal inkomen: het brutoloon met daarbij gerekend belaste vergoedingen;

    • e)

      WML: wettelijk minimum loon;

    • f)

      mantelzorg: zorg en ondersteuning gegeven aan een naaste (partner, ouder, kind, vriend,buur, kennis) die chronisch ziek is en/of een beperking heeft. De zorg en ondersteuning islangdurig, intensief en onbetaald en wordt gegeven vanuit een persoonlijke band tussenmantelzorger en verzorgde;

    • g)

      mantelzorger: de persoon die mantelzorg verleent;

    • h)

      oudere: degene, die de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt;

    • i)

      peildatum: 31 december van het jaar dat voorafgaat aan het jaar van aanvraag;

    • j)

      pensioengerechtigde leeftijd: leeftijd, waarop recht op ouderdomspensioen ontstaat zoalsbedoeld in artikel 1 onder i Algemene Ouderdomswet (AOW);

    • k)

      refertejaar: het laatste volledige kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar van aanvraag;

    • l)

      verzorgde: de persoon die mantelzorg ontvangt;

    • m)

      vrijwilliger: de persoon die werk verricht in enig georganiseerd verband, onverplicht enonbetaald ten behoeve van anderen of de samenleving;

    • n)

      woonadres: het adres in de gemeente Amsterdam waar de aanvrager of de verzorgde opde datum van aanvraag staat ingeschreven in de Basis Registratie Personen (BRP).

  • 2. De overige begrippen in deze beleidsregels worden gebruikt in dezelfde betekenis als in deParticipatiewet.

Artikel 2: Toekenning

Het college kent een tegemoetkoming in de kosten van openbaar vervoer toe aan mantelzorgers indien zij voldoen aan de voorwaarden genoemd in deze beleidsregels.

Artikel 3: Omschrijving tegemoetkoming in de kosten van openbaar vervoer

De tegemoetkoming in de kosten van openbaar vervoer houdt in:

  • -

    een periodiek te laden saldo op een OV-chipkaart;

  • -

    de hoogte van het saldo wordt in uitvoeringsbeleid vastgelegd.

Artikel 4: Voorwaarden voor verstrekking

Om in aanmerking te komen dient de aanvrager:

  • a)

    op de datum van de aanvraag ingeschreven te zijn in de Basisregistratie Personen van de gemeenteAmsterdam;

  • b)

    op de datum van de aanvraag te beschikken over een Burgerservicenummer;

  • c)

    op de Peildatum niet over een vermogen te hebben beschikt dat hoger was dan het op de peildatum geldende bedrag ingevolge artikel 34 lid 3 Participatiewet, of op de datum van aanvraag in geval van een minnelijke schuldregeling, een opgelegde schuldregeling op grond van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen, een schuldregeling van een door de gemeente aangewezen of gemandateerde instantie of een inkomen dat heeft geleid tot de verstrekking van voedselpakketten door Voedselbank Amsterdam of Voedselbank Gooi en Omstreken op basis van de daarvoor geldende toekenningscriteria van Voedselbank Nederland;

  • d)

    over het Refertejaar over een minimuminkomen te beschikken genoemd in artikel 5 van deze beleidsregels, of op de datum van aanvraag in geval van een minnelijke schuldregeling, een opgelegde schuldregeling op grond van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen, een schuldregeling van een door de gemeente aangewezen of gemandateerde instantie of een inkomen dat heeft geleid tot de verstrekking van voedselpakketten door Voedselbank Amsterdam of Voedselbank Gooi en Omstreken op basis van de daarvoor geldende toekenningscriteria van Voedselbank Nederland.

  • e)

    mantelzorger te zijn conform de aangegeven definitie van mantelzorg in artikel 1.g;

  • f)

    op de datum van aanvraag 18 jaar of ouder te zijn, doch de pensioengerechtigde leeftijd nog niette hebben bereikt;

  • g)

    te beschikken over een persoonlijke OV-chipkaart;

  • h)

    een afstand te moeten overbruggen van tenminste 3 kilometer tussen het woonadres van deaanvrager het adres van de verzorgde.

Artikel 5: Inkomensbepalingen

  • 5.1 Voor het bepalen van de hoogte van het inkomen worden op de peildatum de volgendedoelgroepen onderscheiden:

    • a.

      de alleenstaande;

    • b.

      de alleenstaande ouder met een kind jonger dan 18 jaar;

    • c.

      de gehuwden.

  • 5.2 Onder een minimuminkomen wordt verstaan:

    • a.

      een fiscaal gezinsinkomen, dat minder dan of gelijk is aan 130% van het bruto WML voor gehuwden of daaraan gelijkgestelden of;

    • b.

      een afgeleid percentage van het WML voor alleenstaanden of alleenstaande ouders dat elk half jaar door de directeur Inkomen wordt vastgesteld;

    • c.

      voor personen met de pensioengerechtigde leeftijd 130% van de AOW norm, of

    • d.

      een fiscaal gezinsinkomen dat hoger is dan 130% van die normen, maar waarvan dat meerdere is aangewend ter aflossing van een schuldenlast in het kader van een minnelijke schuldregeling bij de Gemeentelijke Kredietbank, een opgelegde schuldregeling op grond van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen of een schuldregeling bij een door de gemeente aangewezen of gemandateerde instantie, of een inkomen op grond waarvan op basis van de daarvoor geldende toekenningscriteria van Voedselbank Nederland voedselpakketten worden verstrekt door Voedselbank Amsterdam of Voedselbank Gooi en Omstreken aan het betreffende huishouden.

  • 5.3. In het refertejaar zijn 2 toetsinkomens van toepassing:

    • a.

      voor huishoudens onder de pensioengerechtigde leeftijd het inkomen zoals vermeld inartikel 5, het tweede lid onder a of c.

    • b.

      voor huishoudens met de pensioengerechtigde leeftijd het inkomen zoals vermeld in artikel5, tweede lid onder b of c.

      Voor gezinnen waarvan de partner op datum aanvraag de pensioengerechtigde leeftijd heeftbereikt is het hoogste toetsinkomen van toepassing.

  • 5.4 Indien door wijziging in de gezinssituatie ten aanzien van de aanvrager in de loop van het refertejaartwee of meer minimuminkomensniveaus van toepassing zijn, stelt het college naar evenredigheideen individueel minimuminkomensniveau vast.

  • 5.5 Indien over een refertejaar of een deel daarvan, een inkomenstoets in het kader van eengemeentelijke regeling heeft plaatsgevonden en daarbij is vastgesteld dat het inkomen niet hogeris dan het relevante toetsbedrag, kan het college besluiten dat het inkomen over (dat deel van) de referteperiode niet opnieuw wordt getoetst.

  • 5.5 Het inkomensniveau in het jaar voorafgaand aan het refertejaar is van toepassing indien degegevens over het refertejaar redelijkerwijs niet beschikbaar zijn. Hetzelfde geldt voor hetvermogensniveau op de peildatum.

Artikel 6: Uitsluitingsbepalingen

  • 6.1 Geen tegemoetkoming in de kosten van openbaar vervoer wordt verstrekt ten behoeve vanvrijwilligers.

  • 6.2 Geen tegemoetkoming wordt verstrekt aan een mantelzorger als al 3 mantelzorgers voor dezelfdeverzorgde een tegemoetkoming ontvangen.

  • 6.3 Geen tegemoetkoming wordt verstrekt aan een mantelzorger die reeds een tegemoetkomingontvangt voor een andere verzorgde.

  • 6.4 Geen recht op compensatie bestaat in geval van diefstal of verlies van de persoonlijke OV-chipkaartof in het geval van saldo lading op een verlopen of geblokkeerde kaart.

  • 6.5 Geen tegemoetkoming wordt verstrekt voor de periode vóór de datum van aanvraag.

Artikel 7: Aanvraagperiode en aanvraagprocedure

  • 7.1 De aanvraag van een vergoeding wordt uitsluitend in de aanvraagperiode gedaan door indiening van een door het college voorgeschreven formulier. Het formulier wordt ambtshalve of op aanvraag toegestuurd of kan worden gedownload van de website van de gemeente Amsterdam. Tevens kan een aanvraag digitaal worden ingediend. Voor aanvragers met een inkomen op grond waarvan op basis van de daarvoor geldende toekenningscriteria van Voedselbank Nederland voedselpakketten worden verstrekt door Voedselbank Amsterdam of Voedselbank Gooi en Omstreken bestaat een speciaal aanvraagformulier.

  • 7.2 Indien het voor een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is, is het college bevoegdde mantelzorger om aanvullende informatie te verzoeken. De mantelzorger is desgevraagd verplichtde gevraagde informatie te verstrekken.

Artikel 8: Inlichtingenplicht

  • 8.1 De mantelzorger stelt het college onmiddellijk van alle feiten en omstandigheden op de hoogtewaarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij aanleiding kunnen zijn voor de wijzigingvan de toekenning.

  • 8.2 De inlichtingenverplichting in het eerste lid geldt niet indien die feiten en omstandigheden doorhet college zelf kunnen worden vastgesteld.

Artikel 9: Intrekking en terugvordering

  • 9.1 Het college kan een besluit, genomen op grond van deze beleidsregel, geheel of gedeeltelijkintrekken indien de mantelzorger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt, terwijl demantelzorger wist, of redelijkerwijs had kunnen weten dat deze onvolledig of onjuist waren entot een ander besluit zouden hebben geleid.

  • 9.2 Indien een besluit is ingetrokken kan op basis daarvan een reeds uitbetaalde vergoeding wordenteruggevorderd;

  • 9.3 Indien een vergoeding abusievelijk ten onrechte of tot een te hoog bedrag aan de mantelzorgeris uitbetaald, kan dit worden teruggevorderd.

Artikel 10: Hardheidsclausule

In bijzondere omstandigheden kan worden afgeweken van de bepalingen in deze beleidsregels, als toepassing daarvan onredelijke gevolgen heeft gezien de doelstelling van de regeling.

Artikel 11: Inwerkingtreding

De beleidsregels treden in werking op de dag na publicatie in het Gemeenteblad.

Artikel 12

Deze regeling wordt aangehaald als Regeling tegemoetkoming kosten openbaar vervoer voor mantelzorgers.

Ondertekening

Burgemeester en wethouders voornoemd,

Femke Halsema,

burgemeester

Peter Teesink,

gemeentesecretaris

Toelichting op de Beleidsregels Regeling tegemoetkoming kosten openbaar vervoer voor mantelzorgers

Algemeen:

Mantelzorgers in Amsterdam, die 3 kilometer of meer moeten reizen van hun Woonadres naar het adres van de Verzorgde, een inkomen tot 130% van het sociaal minimum hebben en vermogen dat de grens genoemd in de Participatiewet niet overschrijdt, kunnen gebruik maken van de Regeling tegemoetkoming kosten openbaar vervoer voor Mantelzorgers. Deze tegemoetkoming draagt bij aan verlaging van de reiskosten die Mantelzorgers maken. Met de voorgelegde beleidsregels is de regeling nader uitgewerkt en zijn begrippen verduidelijkt.

Artikel 4:

  • 4.f

    Pensioengerechtigden worden van de regeling uitgesloten, aangezien deze groep reeds gebruik kan maken van de regeling gratis OV, zoals uitgevoerd door GVB het gratis abonnement openbaar stadsvervoer voor ouderen. Met dit abonnement kunnen ouderen gedurende de gehele dag en op alle lijnen van GVB gratis met bus, tram en metro reizen en met Connexxion en EBS binnen de “stadsgrenzen” van Amsterdam. Zij zijn op deze wijze voldoende gecompenseerd in te maken reiskosten in verband met het verlenen van Mantelzorg.

  • 4.g

    De aanvrager dient te beschikken over een persoonlijke OV-chipkaart. Deze moet voor eigen rekening worden aangeschaft en de aanvrager dient het nummer van de kaart door te geven aan de gemeente.

Artikel 6:

  • 6.1

    Vrijwilligers worden van de regeling uitgesloten. De gangbare definitie van vrijwilligerswerk is “werk dat in enig georganiseerd verband, onverplicht en onbetaald wordt verricht ten behoeve van anderen of de samenleving”. Mantelzorg valt buiten de definitie van vrijwilligerswerk. Het vindt plaats in een informele setting, dat wil zeggen in familieverband, vrienden- of kennissenkring. In die zin ontbreekt het georganiseerd verband. Het onverplichte karakter is in de beleving van mantelzorgers vaak evenmin aanwezig, de verplichting wordt op z'n minst sterk gevoeld vanuit morele overwegingen(bron site VNG).

  • 6.2

    en 6.3. Er wordt per verzorgde maximaal aan 3 mantelzorgers een tegemoetkoming verstrekt. Mantelzorg gaat om intensieve zorg, vandaar dat een restrictie aan het aantal mantelzorgers per verzorgde is gesteld. Om dezelfde reden is opgenomen dat een mantelzorger slechts voor één verzorgde de tegemoetkoming kan aanvragen.

  • 6.4.

    Het is de eigen verantwoordelijkheid van een mantelzorger om te zorgen dat de gemeente beschikt over het juiste OV-chipkaartnummer dan wel om het saldo van een oude kaart over te laten zetten op een nieuwe kaart.

  • 6.5

    Er bestaat geen recht op toekenning met terugwerkende kracht