Verordening overlegprocedure lokaal onderwijsbeleid

Geldend van 20-12-2001 t/m heden

Intitulé

Verordening overlegprocedure lokaal onderwijsbeleid

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Art. 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de Gemeenteraad: de Gemeenteraad van Amsterdam;

  • b.

    Burgemeester en Wethouders: Burgemeester en Wethouders van Amsterdam;

  • c.

    het bevoegd gezagsorgaan: het bestuur van een volgens de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde en in Amsterdam gevestigde school of nevenvestiging;

  • d.

    Lokaal Onderwijs Forum (LOF): het overlegorgaan tussen Burgemeester en Wethouders en de bevoegde gezagsorganen als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs, mede bedoeld voor het wettelijk voorgeschreven op overeen-stemming gericht overleg;

  • e.

    lokaal onderwijsbeleid: die terreinen van het onderwijsbeleid, waarop de gemeente en de stadsdelen als lokale overheid kunnen worden aangesproken;

  • f.

    sectoraal overleg: het overlegorgaan van de wethouder voor Onderwijs met de portefeuillehouders Onderwijs van de stadsdelen dan wel de overlegorganen van Burgemeester en Wethouders met de bevoegde gezagsorganen van de openbare en bijzondere scholen van hetzij het voortgezet onderwijs, hetzij het (voortgezet) speciaal onderwijs, dan wel het overlegorgaan van de afzonderlijke stadsdeelbesturen met de bevoegde gezagsorganen van het primair onderwijs in het desbetreffende stadsdeel;

  • g.

    werkgroepen: de door het LOF ingestelde werkgroepen ter voorbereiding en uitvoering van het lokaal onderwijsbeleid;

  • h.

    regiegroep LOF: het orgaan dat de LOF-vergaderingen voorbereidt en de uitvoering van het door het LOF vastgestelde lokaal onderwijsbeleid coördineert;

  • i.

    advies van de Onderwijsraad: het advies van de Onderwijsraad over een onderwerp waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertise-centra en de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • j.

    raadscommissie: de desbetreffende commissie van advies van de gemeenteraad als bedoeld in art. 82 van de Gemeentewet.

Hoofdstuk 2 Overleg

Paragraaf 2.1 Overlegorgaan lokaal onderwijsbeleid

Art. 2 Functie overlegorgaan

  • 1. Er is een overlegorgaan lokaal onderwijsbeleid, genaamd Lokaal Onderwijs Forum (LOF), waarin Burgemeester en Wethouders met de vertegenwoordigers van alle bevoegde gezagsorganen van het openbaar en het bijzonder onderwijs overleg voeren over de hoofdlijnen van de voorbereiding en uitvoering van het lokaal onderwijsbeleid. Het lokaal onderwijsbeleid wordt vastgesteld door de Gemeenteraad.

  • 2. In het overleg van het Lokaal Onderwijs Forum komen aan de orde:

    • a.

      de onderwerpen waarop het op overeenstemming gericht overleg als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs van toepassing is;

    • b.

      overige onderwerpen van overleg betreffende het lokaal onderwijsbeleid.

  • 3. Op de onderwerpen als genoemd in het tweede lid, onder b, is art. 9 niet van toepassing.

Art. 3 Vertegenwoordiging

  • 1. Alle bevoegde gezagsorganen worden uitgenodigd deel te nemen aan het overleg in het Lokaal Onderwijs Forum. Elk bevoegd gezagsorgaan wijst daartoe een vertegenwoordiger namens hem aan. Bevoegde gezagsorganen die wensen zich te laten vertegenwoordigen, doen hiervan schriftelijk mededeling aan het secretariaat van het LOF.

  • 2. Burgemeester en Wethouders worden in het Lokaal Onderwijs Forum vertegenwoordigd door de wethouder voor Onderwijs.

  • 3. Derden kunnen deelnemen aan het overleg als meer dan de helft van de deelnemende bevoegde gezagsorganen het hier mee eens is. Zij zijn uitgesloten van de besluitvorming.

Art. 4 Secretariaat en voorzitterschap

  • 1. Burgemeester en Wethouders voeren het secretariaat van het Lokaal Onderwijs Forum, alsmede van de overleggen als bedoeld in art. 6, lid 2, onder a en b.

  • 2. Het voorzitterschap van het Lokaal Onderwijs Forum, alsmede van de overleggen als bedoeld in art. 6, lid 4B, onder a en b, en art. 8 wordt uitgeoefend door de wethouder voor Onderwijs.

Paragraaf 2.2 Voorbereiding overleg

Art. 5 Uitnodiging

  • 1. Alvorens Burgemeester en Wethouders een voorstel aan de Gemeenteraad doen over een onderwerp met betrekking tot het lokaal onderwijsbeleid waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is, wordt de voorgenomen inhoud van dit voorstel met een toelichting daarop toegezonden aan alle bevoegde gezagsorganen.

  • 2. De toezending geschiedt onder bekendmaking van de plaats, de datum en het tijdstip waarop het overleg in het Lokaal Onderwijs Forum zal aanvangen. Tussen de datum van de toezending van het voorstel en de datum van het overleg liggen ten minste twee weken.

  • 3. In het Lokaal Onderwijs Forum vindt op overeenstemming gerichte bespreking plaats van de voorgenomen inhoud van het voorstel als bedoeld in lid 1.

  • 4. De bevoegde gezagsorganen die niet deelnemen aan het overleg in het Lokaal Onderwijs Forum, kunnen vóór de datum van het overleg hun zienswijzen schriftelijk kenbaar maken aan Burgemeester en Wethouders. Burgemeester en Wethouders stellen de deelnemers aan het overleg hiervan in kennis.

Art. 6 Sectoraal overleg

  • 1. Het overleg in het Lokaal Onderwijs Forum wordt mede voorbereid in het sectoraal overleg zoals omschreven in lid 3. Dit overleg bereidt, voorzover van toepassing, in overleg met de werkgroepen als bedoeld in art. 7, de besluitvorming door het Lokaal Onderwijs Forum voor.

  • 2. Het sectoraal overleg is verantwoordelijk voor de uitvoering van de besluitvorming door het Lokaal Onderwijs Forum, voorzover deze uitvoering op het terrein van de desbetreffende sector ligt, en heeft de mogelijkheid om sectorspecifiek beleid te voeren.

  • 3. Het op overeenstemming gericht overleg als bedoeld in art. 2, lid 2, kan ook plaatsvinden in het sectoraal overleg, voorzover het een onderwerp betreft dat uitsluitend betrekking heeft op de desbetreffende sector. In het huishoudelijk reglement worden de onderwerpen van het op overeenstemming gericht overleg opgenomen waarover door het sectoraal overleg zelfstandig kan worden beslist.

  • 4. Het sectoraal overleg vindt plaats in de volgende gremia:

    • A

      het Overleg Lokale Overheden (OLO). Dit is het overleg van de wethouder voor Onderwijs en de portefeuillehouders Onderwijs van de stadsdelen. In dit overleg wordt de inbreng van de lokale overheid/overheden ten behoeve van het LOF besproken. Het betreft hier de inbreng met betrekking tot het primair, het (voortgezet) speciaal onderwijs en het voortgezet onderwijs. Het bijzonder onderwijs wordt als toehoorder uitgenodigd bij dit overleg;

    • B
      • a.

        het Overleg Voortgezet Onderwijs (OVO). Dit is het periodieke overleg tussen Burgemeester en Wethouders en de bevoegde gezagsorganen van de openbare en bijzondere scholen voor voortgezet onderwijs;

      • b.

        het Overleg Speciaal Onderwijs (OSO). Dit is het periodieke overleg tussen Burgemeester en Wethouders en de bevoegde gezagsorganen van de openbare en bijzondere scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs, categorieën twee en drie;

      • c.

        het Decentraal Lokaal Onderwijsoverleg (DLO). Dit is het door de afzonderlijke stadsdeelbesturen ingestelde overleg tussen het stadsdeelbestuur en de schoolbesturen van het openbaar en bijzonder primair on-derwijs in het desbetreffende stadsdeel. Dit overleg, dat mede de functie heeft van het voeren van "op overeenstemming gericht overleg" over het onderwijsbeleid van het stadsdeel, is tevens belast met de beleidsvoorbereiding en uitvoering van het onderwijsachterstandenbeleid op stadsdeelniveau.

Art. 7 Werkgroepen

  • 1. Het LOF kan werkgroepen instellen die de opdracht krijgen het lokaal onderwijsbeleid mede voor te bereiden en uit te voeren.

  • 2. In het huishoudelijk reglement worden taken en bevoegdheden van de werkgroepen nader omschreven. De werkgroepen kunnen besluiten om ter voorbereiding en uitvoering van het lokaal onderwijsbeleid subwerkgroepen of projectgroepen in te stellen.

Art. 8 Regiegroep LOF

  • 1. Ten behoeve van het LOF functioneert een regiegroep LOF. De regiegroep coördineert de uitvoering van het door het LOF voorbereide lokaal onderwijsbeleid. In het door het LOF vast te stellen huishoudelijk reglement worden de coördinerende taken van de regiegroep LOF nader omschreven.

  • 2. De regiegroep LOF bereidt de agenda van het LOF voor. Op de agenda worden geplaatst de onderwerpen als bedoeld in art. 2, lid 2, en voorts de jaarplannen, begrotingen en jaarverslagen van de werkgroepen waarover door het LOF binnen de kaders van het door de Gemeenteraad vastgestelde lokaal onderwijsbeleid moet worden beslist.

  • 3. Naast het verrichten van de coördinerende taken als bedoeld in het eerste lid maakt de regiegroep LOF ieder jaar een overzicht van de onderwerpen die in dat jaar hetzij in het LOF hetzij in het sectoraal overleg moeten worden besproken, alsmede op welk tijdstip, en stelt de agenda van het LOF vast. Op de agenda wordt per onderwerp aangegeven, of het een onderwerp betreft waarop art. 2, tweede lid, onder a, van toepassing is en over welk onderwerp een besluit dient te worden genomen.

  • 4. De regiegroep LOF bestaat uit de wethouder voor Onderwijs en uit leden van de in het LOF vertegenwoordigde bevoegde gezagsorganen. De samen-stelling van de regiegroep LOF wordt nader geregeld in het huishoudelijk reglement.

Paragraaf 2.3 Uitvoering overleg

Art. 9 Advies van de Onderwijsraad

  • 1. Indien één of meer vertegenwoordigers in het Lokaal Onderwijs Forum een advies van de Onderwijsraad wensen over een onderwerp waarop in relatie tot de vrijheid van richting en vrijheid van inrichting het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is, wordt dit in het Lokaal Onderwijs Forum door de vertegenwoordiger of vertegenwoordigers kenbaar gemaakt. Dit gebeurt aan de hand van een schriftelijk gemotiveerde omschrijving van de onderwerpen waarover het advies van de Onderwijsraad wordt verwacht. Hierbij wordt tevens het verband aangegeven tussen deze onderwerpen en de vrijheid van richting en de vrijheid van inrichting.

  • 2. Alle vertegenwoordigers worden in het Lokaal Onderwijs Forum in de gelegenheid gesteld hun zienswijzen naar voren te brengen over het verzoek om advies van de Onderwijsraad.

  • 3. Burgemeester en Wethouders zijn belast met de indiening van een verzoek om advies van de Onderwijsraad. Daarbij wordt de Onderwijsraad tevens geïnformeerd over de in het tweede lid bedoelde zienswijzen voorzover deze afwijken van de inhoud van het verzoek.

  • 4. Een afschrift van het door de Onderwijsraad uitgebrachte advies wordt zo spoedig mogelijk door Burgemeester en Wethouders toegezonden aan alle bevoegde gezagsorganen. Indien het geheel of gedeeltelijk opvolgen van het advies van de Onderwijsraad zou leiden tot een of meer inhoudelijke bijstellingen van het voorstel over een onderwerp waarover advies is gevraagd, zoals dat aan de orde is geweest in het Lokaal Onderwijs Forum als bedoeld in het eerste en het tweede lid, worden de bevoegde gezagsorganen bij de toezending van het afschrift van het advies van de Onderwijsraad uitgenodigd voor een nader bestuurlijk overleg.

    In alle andere gevallen beoordelen Burgemeester en Wethouders, of nader bestuurlijk overleg over het advies van de Onderwijsraad noodzakelijk is. Burgemeester en Wethouders geven dit aan bij de toezending van het afschrift van het advies van de Onderwijsraad.

  • 5. Het overleg als bedoeld in lid 4 vindt binnen vier weken plaats nadat de Onderwijsraad zijn advies heeft uitgebracht. Burgemeester en Wethouders informeren de Gemeenteraad over dit overleg in de vorm van een aanvulling op het verslag als bedoeld in art. 10.

Art. 10 Verslaglegging en informatie

  • 1. Van de besprekingen in het Lokaal Onderwijs Forum wordt door Burgemeester en Wethouders een verslag gemaakt.

  • 2. Het verslag bevat in ieder geval:

    • a.

      een overzicht van de gevolgde procedure;

    • b.

      de weergave van de zienswijzen zoals deze tijdens het bestuurlijk overleg door de vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen en de vertegenwoordiger van Burgemeester en Wethouders naar voren zijn gebracht;

    • c.

      het overzicht van de onderwerpen waarover in het Lokaal Onderwijs Forum geen of geen volledige overeenstemming is bereikt, waarbij wordt aangegeven wat de inhoudelijke redenen daarvan zijn;

    • d.

      het overzicht van de door de vertegenwoordiger van Burgemeester en Wethouders in het overleg toegezegde wijzigingen in het oorspronkelijke voorstel, naar aanleiding van de naar voren gebrachte zienswijzen als bedoeld onder b.

      Indien toepassing wordt gegeven aan het gestelde in art. 9, eerste lid, dan wordt hiervan eveneens een weergave opgenomen in het verslag.

  • 3. Burgemeester en Wethouders zenden het concept van het verslag binnen een maand voor commentaar toe aan de vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen die hebben deelgenomen aan de besprekingen in het Lokaal Onderwijs Forum. De bevoegde gezagsorganen die niet hebben deelgenomen aan het overleg in het Lokaal Onderwijs Forum, ontvangen het concept van het verslag ter kennisneming. Binnen twee weken (de vakantieperiode niet meegerekend) nadat het concept van het eindverslag is toegezonden, maken de bevoegde gezagsorganen die hebben deelgenomen aan het overleg in het Lokaal Onderwijs Forum, schriftelijk hun opmerkingen over het concept van het verslag kenbaar.

  • 4. Burgemeester en Wethouders brengen het verslag gelijktijdig met het voorstel met betrekking tot het onderwerp waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is, ter kennis van de Gemeenteraad. Voorzover door Burgemeester en Wethouders is afgeweken van de in het Lokaal Onderwijs Forum naar voren gebrachte zienswijzen, zoals weergegeven in het verslag, wordt hiervan in het voorstel aan de Gemeenteraad melding gemaakt. Daarbij worden de redenen voor het niet of niet geheel overnemen van deze zienswijzen vermeld.

Art. 11 Heropening overleg

  • 1. Indien uit het advies van de commissie van advies over het voorgenomen voorstel aan de Gemeenteraad met de daaraan toegevoegde stukken als bedoeld in art. 7, vierde lid, met betrekking tot een onderwerp waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is, blijkt dat de meerderheid van de commissie van advies of een deel van de commissie van advies dat naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders geacht kan worden een meerderheid in de Gemeenteraad te vertegenwoordigen, van oordeel is dat het voorstel op een of meer onderdelen inhoudelijk bijstelling behoeft, kan een heropening van het bestuurlijk overleg in het Lokaal Onderwijs Forum plaatsvinden. Burgemeester en Wethouders beslissen daarover.

    Het bestuurlijk overleg wordt in ieder geval heropend indien het oordeel als bedoeld in de eerste volzin betrekking heeft op inhoudelijke onderdelen van het voorstel waarover in het Lokaal Onderwijs Forum overeenstemming was bereikt.

  • 2. Indien Burgemeester en Wethouders beslissen om het bestuurlijk overleg als bedoeld in het eerste lid te heropenen, roepen zij de vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen zo spoedig mogelijk bijeen, doch uiterlijk vóór het moment waarop de Gemeenteraad een besluit neemt over het voorstel over een onderwerp waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is. In het overleg worden de vertegenwoordigers in de gelegenheid gesteld hun zienswijze te geven op het in het eerste lid genoemde oordeel. Burgemeester en Wethouders informeren de Gemeenteraad over het resultaat van dit overleg in de vorm van een aanvulling op het verslag als bedoeld in art. 10. De Gemeenteraad betrekt de in dit aanvullende verslag neergelegd zienswijzen bij zijn besluitvorming over het desbetreffende onderwerp.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Art. 12 Arbitrage, geschillenregeling

  • 1. Indien een vertegenwoordiger van een bevoegd gezagsorgaan in het Lokaal Onderwijs Forum van mening is, dat de voorgenomen besluitvorming in het Lokaal Onderwijs Forum over een aan de orde zijnd onderwerp van het lokaal onderwijsbeleid zijn belangen zal schaden, dan wel hem zal beperken in het opstellen en het uitvoeren van het lokaal onderwijsbeleid, kan hij de leden van het Lokaal Onderwijs Forum verzoeken dat onderwerp, in afwachting van het eventuele advies van de Onderwijsraad als bedoeld in art. 9, voor advies voor te leggen aan een daartoe door het Lokaal Onderwijs Forum in te stellen commissie, welke bestaat uit één vertegenwoordiger aangewezen door en uit de schoolbesturen van het openbaar onderwijs, één vertegenwoordiger aangewezen door en uit de schoolbesturen van het bijzonder onderwijs en een derde door beide hiervoor genoemde vertegenwoordigers aan te wijzen onafhankelijke deskundige, die als voorzitter zal optreden.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde commissie brengt binnen 14 dagen na ontvangst van de aanvraag advies uit aan het Lokaal Onderwijs Forum.

Art. 13 Beslissing Burgemeester en Wethouders in gevallen waarin de verordening niet voorziet

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen Burgemeester en Wethouders, gehoord de vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen in het Lokaal Onderwijs Forum.

Art. 14 Citeertitel, inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening overlegprocedure lokaal onderwijsbeleid.

  • 2. De verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.