Regeling vervallen per 01-01-2007

Verordening Binnenhavengeld 2006

Geldend van 01-01-2006 t/m 31-12-2006

Intitulé

Verordening Binnenhavengeld 2006

Inhoud

Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vaartuig: een drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebezigd dan wel bestemd of geschikt is voor het dragen of vervoer te water van personen of goederen, of voor het dragen of vervoer van al dan niet met het drijvende lichaam een geheel uitmakende voorwerpen;

  • b.

    meetbrief: het document als bedoeld in artikel 782, vierde lid, van het Wetboek van Koophandel juncto het Besluit binnenschependocumenten (besluit van 24 oktober 1983, Staatsblad nr. 548);

  • c.

    schip: een binnenschip;

  • d.

    binnenschip: een vaartuig, niet-zijnde een pleziervaartuig, dat uitsluitend wordt gebruikt voor de vaart op de binnenwateren;

  • e.

    vrachtschip: een binnenschip dat hoofdzakelijk wordt gebezigd voor het vervoer van goederen;

  • f.

    pleziervaartuig: een vaartuig dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor de niet bedrijfsmatige recreatie;

    g drijvend object: drijvende werktuigen ten dienste van de overslag van ladingen of het verrichten van technische werken ten behoeve van de scheepvaart;

  • g.

    laadvermogen: het in tonnen uitgedrukte verschil tussen de zoetwaterverplaatsing van het schip bij de grootst toegelaten diepgang en die van het ledige schip;

  • h.

    ton: een massa van 1000 kilogram;

  • i.

    dienst: de Dienst Binnenwaterbeheer Amsterdam;

  • j.

    havendienst: de afdeling Havendienst, ressorterend onder de Haven Amsterdam;

  • k.

    tabel: de bij deze verordening behorende tarieventabel;

  • l.

    milieuvriendelijke wijze: zelfstandig aangedreven door een elektromotor of op spierkracht.

  • m.

    termijn: een in de tabel vermeld tijdvak waarin het gebruik plaatsvindt, waarbij wordt bedoeld onder:

  • doorvaart: een ononderbroken enkele reis door Amsterdam via de hoofdvaarwegen (Amstelroute en Kostverlorenvaartroute) met een maximumduur van 24 uur en beginnende op het tijdstip van aankomst;

  • 3, 7, 10, 14 dagen: een aaneengesloten tijdvak van respectievelijk 3, 7, 10 en 14 maal 24 uur, beginnende op het tijdstip van aankomst;

  • een kwartaal: een kalenderkwartaal;

  • een jaar: een kalenderjaar;

Aard van de heffing; belastbaar feit

Artikel 2

Onder de naam binnenhavengeld wordt een recht geheven ter zake van het gebruik met een vaartuig van voor de openbare dienst bestemd gemeentewater of van andere voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die in beheer of onderhoud zijn bij de gemeente dan wel terzake van het genot van door of vanwege de gemeente verstrekte diensten.

Belastingplicht

Artikel 3

Belastingplichtig is de schipper, de reder, de eigenaar, de gebruiker van het vaartuig, degene die het vaartuig heeft gecharterd of degene die als vertegenwoordiger voor een van dezen optreedt.

Maatstaf

Artikel 4

  • 1. Maatstaf voor de berekening van het binnenhavengeld is:

    • a.

      het laadvermogen van het vaartuig, uitgedrukt in tonnen, of

    • b.

      de oppervlakte van het vaartuig, uitgedrukt in vierkante meters, of

    • c.

      de lengte van het vaartuig, uitgedrukt in meters.

  • 2. Uit de tabel blijkt welke maatstaf per soort vaartuig van toepassing is.

Tarief

Artikel 5

Het binnenhavengeld wordt geheven naar de tarieven die zijn opgenomen in de tabel, met inachtneming van de daarin gegeven aanwijzingen en het bepaalde in artikel 6.

Toepassing van de tarieven

Artikel 6

Voor de toepassing van de tarieven:

  • a.

    geldt als laadvermogen het aantal tonnen zoals blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

  • b.

    wordt de oppervlakte van een vaartuig gesteld op het product van de lengte over alles en de grootste breedte, zoals blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

  • c.

    wordt de lengte van een vaartuig gesteld op de lengte over het dek gemeten of zoals blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

  • d.

    wordt de maatstaf ambtshalve vastgesteld, indien de meetbrief niet wordt overgelegd of indien deze de vereiste gegevens niet vermeldt;

  • e.

    wordt een gedeelte van een eenheid van tijdsduur of lengte voor een volle eenheid gerekend;

  • f.

    wordt een gedeelte van een eenheid van oppervlakte, inhoud of massa niet in aanmerking genomen;

  • g.

    wordt ter bepaling van de duur van het gebruik niet in aanmerking genomen de tijd, nodig voor het dokken of herstellen van het schip door een door de dienst erkende scheepsreparatie-inrichting.

Vrijstellingen

Artikel 7

Binnenhavengeld wordt niet geheven ter zake van het gebruik:

  • a.

    waarvoor zeehavengeld of geld uit anderen hoofde aan de gemeente verschuldigd is;

  • b.

    met een schip dat uitsluitend de gemeente aandoet voor het in de haven dokken, het bij een door de dienst erkende scheepsreparatie inrichting herstellen, het voor de eerste maal vaarklaar maken, het stellen van kompassen en het ontschepen van doden, mits:

    1° het gebruik niet langer duurt dan voor een en ander noodzakelijk is en de duur van twee maanden niet te boven gaat, en

    2° vooraf van het voornemen tot en onmiddellijk na afloop van de handelingen of werkzaamheden aan de gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, wordt kennis gegeven; de laatste kennisgeving dient in geval van reparatie vergezeld te gaan van een door de beheerder van de betrokken scheepsreparatie inrichting afgegeven schriftelijke en gespecificeerde verklaring die de inhoud van de kennisgeving bevestigt;

  • c.

    met een vaartuig in directe dienst van de gemeente;

  • d.

    met een vaartuig in directe dienst van het rijk of de provincie, mits geen personen of goederen bedrijfsmatig worden vervoerd;

  • e.

    met een reddingsboot van de Koninklijke Noord en Zuid HollandscheReddings-maatschappij;

  • f.

    met een opleidingsschip voor de Rijn- of binnenvaart of de marine of de koopvaardij, uitsluitend als zodanig in gebruik;

  • g.

    met een vaartuig dat zonder te laden of te lossen voor een nacht voor anker ligt op een door de gemeenteambtenaar, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, aangewezen vrije ankerplaats;

  • h.

    met een tot de inventaris van een schip behorend werkvlot met een oppervlakte van niet meer dan 1 m2 of met een roeiboot, al dan niet met aanhangmotor, behorende bij een schip en uitsluitend in gebruik tot onmiddellijke scheepsdienst of tot het overbrengen van opvarenden;

  • i.

    met een uitsluitend met peddels voortbewogen kano of opblaasbare boot of met een zeilplank;

  • j.

    met een niet voor verhuur bestemde roeiboot, welke uitsluitend met riemen wordt voortbewogen, mits toebehorend aan een onderwijsinstelling, een opleidingsinstituut of een vereniging waar roei-onderricht wordt gegeven;

  • k.

    met een vaartuig dat uitsluitend over het IJ de gemeente ononderbroken doorvaart zonder te lossen, te laden, aan te leggen aan kaden, wallen of steigers of gebruik te maken van enig ten gerieve van de scheepvaart dienend, door de gemeente aangelegd of onderhouden kunstwerk. Onder laden wordt voor de toepassing van dit artikel niet begrepen het laden van drinkwater dan wel voorraden voor eigen gebruik, mits dit laden geschiedt aan een op een vaste plaats gemeerd liggend drijvend bunkerstation op het IJ dan wel op een door de gemeenteambtenaar, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, aangewezen vrije ankerplaats dan wel varend over het IJ;

  • l.

    met een binnenschip dat uitsluitend in het kader van het Vaar- en Rusttijdenbesluit ligplaats inneemt aan de Surinamekade en/of de Sumatrakade, voor een periode van tien aaneengesloten uren, mits de schipper hiervan vooraf melding heeft gedaan bij de havenautoriteiten;

  • m.

    met door een duwboot voortbewogen duwbakken, dan wel een gekoppeld samenstel, voor de duur van het ontkoppelen en koppelen van een of meer daartoe behorende duwbakken die onmiddellijk daarna naar hun bestemming buiten Amsterdam worden gebracht, met een maximum van twee aaneengesloten uren, mits de schipper van de duwboot hiervan vooraf melding heeft gedaan bij de havenautoriteiten. Dit geldt uitsluitend voor de locatie: monding van de Westhaven (ADM-haven);

  • n.

    met een binnenschip voor de duur van het aan c.q. van boord zetten van een auto op de daarvoor bestemde auto-afzetplaatsen (aangegeven met een bord met de tekst “auto-afzetplaats”), met een maximum van twee aaneengesloten uren, mits de schipper hiervan vooraf melding heeft gedaan bij de havenautoriteiten;

  • o.

    met een vrachtschip dat via de rijkswateren en het IJ de gemeente is binnengekomen en direct ligplaats heeft ingenomen aan de buitenzijde van de Vlugthaven, aan het deel van de Houthaven dat gelegen is aan de oostzijde van de pontsteiger dan wel aan de Surinamekade of de Sumatrakade, een en ander onder de navolgende voorwaarden:

    1. dat de schipper de gemeente uitsluitend bezoekt om het weekeinde door te brengen;

    2. dat van deze ligplaats slechts gebruik wordt gemaakt tussen vrijdag 15.00 uur en de daaropvolgende maandag 09.00 uur, alsmede op de volgende feestdagen: nieuwjaarsdag, tweede paasdag, Koninginnedag, Hemelvaartsdag, tweede pinksterdag en de beide kerstdagen, in welk geval de onderhavige vrijstelling met 24 c.q. 48 uur wordt verlengd tot de dag, volgend op een of meer van genoemde feestdagen om 09.00 uur.

Wijze van heffing

Artikel 8

Het binnenhavengeld wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

Verschuldigdheid

Artikel 9

Het binnenhavengeld is verschuldigd zodra het gebruik of genot begint.

Aangifte en betaling

Artikel 10

  • 1. De aangifte wordt gelijktijdig met de betaling gedaan bij de gemeenteambtenaar, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen.

  • 2. Het binnenhavengeld moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op de eerste werkdag, volgende op de dag van aankomst in gemeentewater.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid kan het binnenhavengeld worden betaald binnen 14 dagen na de dag van aankomst, mits ten genoegen van de gemeenteambtenaar, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, zekerheid tot betaling van het binnenhavengeld is gesteld.

  • 4. Bij voortgezet verblijf in de haven, na afloop van de termijn waarvoor aangifte is gedaan, begint een nieuwe termijn en neemt met betrekking tot de laatstbedoelde termijn het gebruik opnieuw een aanvang.

  • 5. In afwijking van het tweede lid moet het binnenhavengeld, verschuldigd uit hoofde van het driedagentarief voor pleziervaartuigen en het doorvaartarief, onmiddellijk na mondelinge aangifte contant worden betaald aan de gemeenteambtenaar, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen.

Restitutie

Artikel 11

Van het binnenhavengeld dat wordt betaald voor schepen naar een termijn van een jaar, wordt, indien het gebruik van de haven is geëindigd vóór het verstrijken van de termijn, op schriftelijk verzoek van de belastingschuldige, restitutie verleend voor zoveel vierden van het bedrag als er in dat jaar na de beëindiging van het gebruik nog volle kwartalen overblijven en waarbij het jaarbedrag eerst wordt herleid tot viermaal het kwartaaltarief.

Vignet

Artikel 12

Voor elk vaartuig waarvoor op aangifte is voldaan naar een jaartarief, wordt kosteloos een vignet uitgereikt.

Kwijtschelding

Artikel 13

Er wordt geen kwijtschelding verleend van het binnenhavengeld.

Nadere regels door het College van Burgemeester en Wethouders

Artikel 14

Het College van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het binnenhavengeld.

Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

Artikel 15

  • 1. De Verordening Binnenhavengeld 2004, vastgesteld bij raadsbesluit van 10 december 2003, nr. 721 (Gemeenteblad 2003, afd. 3A, volgnr. 258), laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 15 december 2004, nr. 834 (Gemeenteblad 2004, afd. 3A, volgnr. 323), wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2006.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als de Binnenhavengeldverordening 2006.

Bijlage

Tarieventabel 2006, behorende bij de Verordening Binnenhavengeld 2006

Heffingsgrondslagen:

A. Vrachtschepen per ton (laadvermogen)

B. Vrachtschepen per ton (laadvermogen), aangedreven op milieuvriendelijke wijze

C. Overige binnenschepen en drijvende objecten per m² (oppervlakte van het vaartuig)

D. Overige binnenschepen en drijvende objecten per m² (oppervlakte van het vaartuig), aangedreven op milieuvriendelijke wijze

E. Pleziervaartuigen per strekkende meter (lengte van het vaartuig)

F. Pleziervaartuigen per strekkende meter (lengte van het vaartuig), aangedreven op milieuvriendelijke wijze

Tarieventabel

Jaartarief

cat.

heffings-maatstaf

min. recht

door-

vaart

   3 dgn.

  7  dgn.

  10 dgn.

  14 dgn.

kwartaal

     jaar

ab*

  milieu **

A

per ton

2,5

0,0299

x

0,0899

0,1198

0,1597

0,8386

2,9954

x

x

B

per ton

2,5

0,0299

x

0,0899

0,1198

0,1597

0,8386

x

x

1,8215

C

per m²

2,5

0,0313

x

0,0943

0,1255

0,1674

0,8874

3,1843

x

x

D

per m²

2,5

0,0313

x

0,0943

0,1255

0,1674

0,8874

x

x

1,9623

E

per m

3

x

0,9

x

x

x

x

15,7

8,3

x

F

per m

3

x

0,9

x

x

x

x

x

x

8,3

*)

Het jaartarief (abonnement) is alleen geldig voor pleziervaartuigen die aantoonbaar een ligplaats hebben in een particuliere jachthaven in Amsterdam of daarbuiten en bovendien niet voor langere tijd worden afgemeerd in het openbaar water van Amsterdam (alleen doorvaren en aanleggen gedurende een korte periode is mogelijk; het laten liggen van het vaartuig tussen 23.00 uur 's avonds en 06.00 uur 's morgens is dan niet toegestaan).

**)

Het betreft hier op milieuvriendelijke wijze, dus met behulp van een elektromotor dan wel met spierkracht voortbewogen vrachtschepen, drijvende objecten en overige binnenvaartuigen alsook pleziervaartuigen.

Let op:

a. Het doorvaarttarief dient direct bij aankomst in gemeentewater contant te worden betaald aan een van de havengeldposten.

b. De tarieven voor de beroepsvaart worden nog verhoogd met 19% BTW (categorieën A tot D).

c. De tarieven voor de pleziervaart zijn inclusief 19% BTW (categorieën E en F).

Aanwijzingen, behorende bij de Verordening Binnenhavengeld 2006

  • De ruime geldigheidsduur van het doorvaartbriefje (24 uur) vindt zijn verklaring in de omstandigheid dat een deel van bedoelde schepen door hun hoogte gebruik moet maken van de spoorbruggen waarvan bijvoorbeeld die bij de Singelgracht slechts eenmaal per etmaal wordt bediend, en wel in de nachtelijke uren.

  • Onder 3, 7, 10 en 14 dagen wordt een aaneengesloten tijdvak verstaan van respectievelijk 3, 7, 10 en 14 maal 24 uur.

  • Alle tijdvakken, met uitzondering van het kwartaal- en jaartijdvak, vangen aan op het tijdstip van aankomst.