Regeling vervallen per 25-05-2017

Verordening op de Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer

Geldend van 22-05-2003 t/m 24-05-2017

Intitulé

Verordening op de Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer

Inhoud

1 Inrichting en beheer van de dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer

Art. 1 Algemeen

Deze verordening verstaat onder:

  • stedelijke taken: de taken genoemd in bijlage A, behorende bij de Verordening op de stadsdelen, zoals omschreven onder VI.

    Stedelijke infrastructuur - Verkeer en Vervoer, en zoals nader toegelicht in de Nota Stedelijke Infrastructuur;

  • werken: wegen, straten, pleinen, rails, tunnels, bruggen, verkeerssystemen en waterbouwkundige objecten;

  • beheer: de permanente zorg voor werken, inclusief de zorg voor het optimaal functioneren daarvan.

Art. 2 Inrichting

  • 1. De inrichting van de dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer, hierna te noemen de dienst, wordt geregeld door Burgemeester en Wethouders.

  • 2. Burgemeester en Wethouders kunnen aanwijzingen geven omtrent de verhouding van de dienst tot de Bestuursdienst, de stadsdelen, andere diensten, bedrijven of afdelingen van de gemeente, alsmede omtrent de verplichting tot wederzijdse informatieverstrekking.

Art. 3 Beheer

  • 1. Het beheer van de dienst berust bij Burgemeester en Wethouders, hierin bijgestaan door een of meerdere commissies als bedoeld in art. 91 van de Gemeentewet.

  • 2. Aan het hoofd van de dienst is geplaatst een directeur, die is belast met de leiding van de dienst en met de regeling van alle aan de dienst opgedragen werkzaamheden.

2 Taak van de dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer

Art. 4 Functie en taken

  • 1.

    • a.

      De dienst geeft, op grond van verkenningen van maatschappelijke ontwikkelingen en toekomst-verwachtingen en met inachtneming van de door het gemeentebestuur geformuleerde algemene doelstelling voor die ontwikkelingen en terzake gestelde prioriteiten, beleidsadviezen over de ontwikkeling van mobiliteit, bereikbaarheid, verkeer, parkeren, vervoersmanagement en openbaar vervoer.

    • b.

      De dienst is belast met de uitvoering en beheer van werken en alles wat daarmee samenhangt, alsmede met een aantal stedelijke taken.

    • c.

      De dienst draagt zorg voor de instandhouding van de afgesproken werkverbanden uit het gemeentelijk coördinatiestelsel, ziet toe op kwaliteit en kwaliteitsbevordering en verzorgt de rapportagelijnen naar het bestuur en anderen.

    • d.

      De dienst kan activiteiten uitvoeren in opdracht van het gemeentebestuur, de stadsdelen, gemeentelijke diensten, bedrijven en onderdelen, en derden.

  • 2. De werkzaamheden van de dienst bestaan in hoofdzaak uit:

    • a.

      de integrale beleidsvoorbereiding en bestuursadvisering ten aanzien van mobiliteit, bereikbaarheid, verkeer, parkeren, vervoersmanagement en openbaar vervoer;

    • b.

      de programmering en prioritering van infrastructuurprojecten, zoals wegen, rails, bruggen, tunnels en parkeervoorzieningen;

    • c.

      het opdrachtgeverschap van de ontwikkeling en aanleg van dergelijke infrastructuurwerken;

    • d.

      het verkeersmanagement;

    • e.

      het opdrachtgeverschap van exploitatie van openbaar vervoer in de gemeente Amsterdam;

    • f.

      het optreden als eerste onderhandelaar met andere overheidslichamen op het werkterrein van de dienst, alsmede de coördinatie van de Amsterdamse inbreng bij projecten van andere overheden;

    • g.

      het voorbereiden van bestuurlijke besluitvorming;

    • h.

      het beheer en onderhoud van het hoofdwegennet en de kunstwerken in de hoofdnetten auto, rail en vaarwegen;

    • i.

      de vaststelling van het minimumniveau van straatverlichting;

    • j.

      het beheer van verkeersregelinstallaties;

    • k.

      het beheer en onderhoud van het centraal aangegeven hoofdnet rail;

    • l.

      het beheer van het Mobiliteitsfonds.

Art. 5 Overig

Burgemeester en Wethouders kunnen andere dan de in art. 4 genoemde taken aan de dienst opdragen.