Spaarloonverordening

Geldend van 17-03-1995 t/m heden

Intitulé

Spaarloonverordening

Inhoud

Art. 1

  • 1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt verstaan onder:

    • a.

      betrokkene:

      degene die is aangesteld op grond van het Ambtenarenreglement Amsterdam dan wel in dienst is genomen op grond van de Arbeidsovereenkomstenverordening Amsterdam;

    • b.

      spaarloonrekening:

      de ten name van de betrokkene staande rekening bij de Stichting Gemeentelijke Kredietbank Amsterdam;

    • c.

      spaarloon:

      de overeenkomstig deze verordening op de spaarloonrekening gestorte bedragen;

    • d.

      Uitvoeringsregeling:

      de Uitvoeringsregelingwerknemersspaarregelingen en winstdelingsregelingen (Staatscourant 1993, nr. 241);

    • e.

      overeenkomst van levensverzekering:

      en overeenkomst van levensverzekering als bedoeld in art. 8 van Uitvoeringsregeling.

  • 2. Voor de toepassing van deze verordening wordt de betrokkene

    die in een deelbetrekking is te werk gesteld, gelijkgesteld met een betrokkene die een volledige betrekking vervult.

Art. 2

Het spaarloon mag in ieder kalenderjaar waarin de betrokkene overeenkomstig deze verordening heeft gespaard, niet meer bedragen dan het in art. 11, eerste lid, onderdeel h, sub 2, van de Wet op de loonbelasting 1964 vermelde bedrag.

Art. 3

  • 1. Op schriftelijk verzoek van de betrokkene wordt maandelijks op zijn salaris een door hem te bepalen bedrag ingehouden en overgemaakt op zijn spaarloonrekening.

  • 2. Het is de betrokkene niet toegestaan, rechtstreeks stortingen op zijn spaarloonrekening te verrichten.

Art. 4

  • 1. Betrokkene kan het op zijn spaarloonrekening gestorte spaarloon opnemen indien:

    • a.

      het spaarloon ten minste vier kalenderjaren op de spaarloonrekening heeft gestaan;

    • b.

      het spaarloon wordt aangewend ter zake van de verwerving van een tot hoofdverblijf dienende eigen woning zoals bedoeld in art. 21, eerste lid, onder b, en tweede lid, van de Uitvoeringsregeling;

    • c.

      het spaarloon van een kalenderjaar wordt aangewend ter voldoening van premies, verschuldigd ingevolge een overeenkomst van levensverzekering.

  • 2. Betrokkene kan vrij beschikken over de bijgeschreven rente over het spaarloon.

  • 3. Voor het opnemen van het spaarloon, bedoeld in het eerste lid, onder b en c, is een schriftelijke machtiging vereist.

Art. 5

  • 1. Op verzoek van de betrokkene wordt de inhouding van het bedrag, bedoeld in art. 3, eerste lid, beindigd.

  • 2. Ten aanzien van het opnemen van het spaarloon is art. 4 van toepassing.

  • 3. Over spaarloon waarover door de betrokkene in strijd met deze verordening wordt beschikt, wordt alsnog loonbelasting en premies ingevolge de sociale-zekerheidswetten dan wel hetgeen daarmee overeenkomt, ingehouden overeenkomstig het bepaalde in art. 22, tweede en derde lid, van de Uitvoeringsregeling.

Art. 6

  • 1. De deelname aan deze verordening eindigt van rechtswege indien aan de betrokkene geen loon uit tegenwoordige dienstbetrekking in de zin van de wetgeving inzake loon- en inkomstenbelasting meer wordt betaald.

  • 2. Bij beindiging van de dienstbetrekking, daaronder begrepen het overlijden van de betrokkene, geeft de betrokkene dan wel zijn nagelaten betrekkingen aan, of de gespaarde bedragen, met behoud van de opnamemogelijkheden, vermeld in art. 4, eerste lid, onder b en c, op de spaarloonrekening zullen blijven staan zolang de in art. 4, eerste lid, onder a, vermelde termijn nog niet is verstreken dan wel dat gespaarde bedragen zullen worden opgenomen.

  • 3. Indien gespaarde bedragen volgens het tweede lid worden opgenomen, is het bepaalde in art. 22, eerste en derde lid, van de Uitvoeringsregeling van toepassing.

Art. 7

Het is de betrokkene niet toegestaan, het tegoed op zijn spaarloonrekening respectievelijk de afgesloten overeenkomst van levensverzekering op enigerlei wijze in onderpand te geven of zijn rechten hierop over te dragen.

Art. 8

Burgemeester en Wethouders geven nadere regels met betrekking tot het bepaalde in deze verordening.