Regeling vervallen per 28-07-2015

Bijzondere subsidieverordening aangepast sporten

Geldend van 01-01-2001 t/m 27-07-2015

Intitulé

Bijzondere subsidieverordening aangepast sporten

Inhoud

Art. 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    gehandicapte: persoon met fysieke en/of verstandelijke beperkingen of stoornissen die het normaal geachte functioneren belemmeren;

  • b.

    sport: bewegingsactiviteiten die in de vrije tijd worden beoefend anders dan op medisch voorschrift;

  • c.

    sportorganisatie: een organisatie  die is aangesloten bij een sportbond;

  • d.

    sportbond: een overkoepelende organisatie van sportverenigingen/organisaties die rechtstreeks is aangesloten bij het Nederlands Olympisch Comité, de Nederlandse Sport Federatie of de plaatselijke afdeling van een dergelijke organisatie;

  • e.

    gemeentelijke tarieven: tarieven zoals vastgelegd in het tarievenbesluit met betrekking tot gemeentelijke sportaccommodaties, waartoe laatstelijk door Burgemeester en Wethouders is besloten op 5 november 1999;

  • f.

    ASA: de Algemene Subsidieverordening Amsterdam, zoals laatstelijk door de Gemeenteraad vastgesteld op 17 december 1997, nr. 812 (Gemeenteblad 1997, afd. 3, volgn. 109).

Art. 2 ASA

De ASA is van toepassing voorzover daarvan in deze verordening niet wordt afgeweken.

Art. 3 Subsidieplafond

Als subsidieplafond geldt het jaarlijks door de Gemeenteraad in het kader van de begrotingsbehandeling beschikbaar gestelde bedrag voor de stelpost Subsidies voor activiteiten en sportstimulering: aangepast sporten, onder begrotingsnummer 530.2.03.

Art. 4 Subsidieverstrekking

  • 1. Burgemeester en Wethouders kunnen waarderingssubsidies verstrekken aan:

    • a.

      sportorganisaties die zich feitelijk aantoonbaar richten op het stimuleren, coördineren en begeleiden van sport voor gehandicapten;

    • b.

      andere in Amsterdam gevestigde organisaties die zich blijkens de statuten het stimuleren, coördineren en begeleiden van sport voor gehandicapten ten doel stellen en zich ook feitelijk aantoonbaar op de verwezenlijking van dit doel richten;

    • c.

      stadsdelen.

  • 2. Burgemeester en Wethouders kunnen de volgende waarderingssubsidies verstrekken:

    • a.

      startsubsidie ten behoeve van kosten die noodzakelijk zijn bij de start van een nieuwe activiteit;

    • b.

      evenementensubsidie ten behoeve van kosten die noodzakelijk zijn in verband met een activiteit met een eenmalig karakter;

    • c.

      meerkostensubsidie ten behoeve van de extra kosten die voor gehandicapten moeten worden gemaakt om sport te kunnen beoefenen in vergelijking met de kosten die valide sporters maken indien op overeenkomstige wijze sport wordt beoefend;

    • d.

      scholingssubsidie ten behoeve van kosten die de aanvrager maakt voor kaderontwikkeling en voorlichting.

  • 3. Van de subsidies, vermeld in het tweede lid van dit artikel, zijn de onder a, b, en d genoemde subsidies incidenteel en is de onder c genoemde subsidie periodiek.

Art. 5 Subsidieaanvraag

  • 1. In afwijking van art. 2.1 van de ASA is geen sprake van een datum waarvoor alle aanvragen moeten zijn ingediend en kunnen subsidieaanvragen gedurende het gehele jaar worden ingediend.

  • 2. Een aanvraag bevat in elk geval de volgende informatie:

    • a.

      een opsomming van activiteiten die zullen worden verricht door aanvrager en een vermelding van de wijze waarop die activiteiten zullen bijdragen aan de stimulering van sportdeelname door gehandicapten;

    • b.

      een overzicht van activiteiten die de afgelopen drie jaar door aanvrager zijn verricht met het oog op stimulering van sportdeelname door gehandicapten;

    • c.

      indien in het kader van aangepast sporten aan aanvrager in het verleden subsidie is verstrekt, een financieel verslag en een activiteitenverslag van hetgeen is bewerkstelligd met de laatstelijk verstrekte subsidie;

    • d.

      in geval van een aanvraag door de onder art. 4, lid 1, onder a en b, genoemde organisaties, de statuten en de inschrijving bij de Kamer van Koophandel; in geval van aanvraag van het onder art. 4, lid 2, onder c, genoemde subsidie een berekening van de hoogte van de meerkosten en een voortgangsrapportage.

  • 3. Burgemeester en Wethouders kunnen in bijzondere omstandigheden te hunner beoordeling van het in het tweede lid gestelde afwijken.

Art. 6 Subsidiecriteria

  • 1. Burgemeester en Wethouders stellen subsidie vast aan de hand van de in de ASA genoemde algemene criteria. Daarnaast wordt getoetst, of en in hoeverre:

    • a.

      aanvrager daadwerkelijk een bijdrage levert aan de stimulering van sportdeelname door gehandicapten;

    • b.

      aanvrager bijdraagt aan de integratie van gehandicapten onder niet-gehandicapten;

    • c.

      aanvrager samenwerkt met andere organisaties die zich bezighouden met de stimulering van sportdeelname door gehandicapten;

    • d.

      de organisatie van aanvrager democratisch functioneert;

    • e.

      nog andere gemeentelijke financiële ondersteuning kan worden verstrekt waaruit de in art. 4, tweede lid, genoemde kosten kunnen worden gedekt;

    • f.

      een redelijke eigen bijdrage in de kosten wordt geleverd door aanvrager;

    • g.

      de eventueel in het verleden verstrekte gemeentelijke subsidies doelmatig zijn besteed door aanvrager.

  • 2. Aan de hand van de mate waarin wordt voldaan aan de in het eerste lid bedoelde criteria kunnen Burgemeester en Wethouders bepalen, of en in hoeverre subsidie wordt verstrekt ten behoeve van de kosten, vermeld in art. 4, tweede lid.

  • 3. Bij vaststelling van de hoogte van het subsidiebedrag kunnen Burgemeester en Wethouders voor de prijzen die aanvrager hanteert voor diensten die ook door de gemeente Amsterdam worden geleverd, ervan uitgaan dat die prijzen niet hoger liggen dan de gemeentelijke tarieven.

  • 4. Burgemeester en Wethouders beslissen op een aanvraag om subsidie binnen 13 weken, maar kunnen deze termijn in bijzondere omstandigheden te hunner beoordeling met ten hoogste 13 weken verlengen.

  • 5. In afwijking van hetgeen is gesteld in art. 1.3, derde lid, van de ASA vindt geen gelijktijdige beslissing op aanvragen plaats.

  • 6. Subsidie wordt in elk geval geweigerd op grond van het feit dat het subsidieplafond voor het desbetreffende begrotingsjaar is bereikt.

Art. 7 Evaluatieplicht

  • 1. Burgemeester en Wethouders stellen minimaal eens in de vier jaar een verslag vast.

  • 2. Het verslag dient inzicht te geven in de doeltreffendheid en de effecten van de subsidie in de praktijk over een tijdsperiode vanaf het moment van inwerkingtreding van deze verordening of vanaf het laatst opgestelde verslag tot 31 december van het jaar voorafgaande aan het jaar dat het verslag wordt vastgesteld.

Art. 8 Slotbepaling

Deze verordening wordt aangehaald als de Bijzondere Subsidieverordening Aangepast Sporten en treedt in werking met ingang van 1 januari 2001.