Subsidieverordening groene daken en muren gemeente Amsterdam

In deze verordening wordt verstaan onder:

• a.

  college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam;

• b.

  gebouw: elk bouwwerk als bedoeld in de Woningwet dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

• c.

  groen dak: onder een groen dak wordt verstaan een dak tenminste bestaande uit een wortelwerende, een drainage-, een substraat- en een vegetatielaag;

• d.

  eigenaar: de eigenaar, de opstalhouder, de erfpachter, de vruchtgebruiker, de gerechtigde tot een appartementsrecht, degene aan wie een rechtspersoon deelnemings- of lidmaatschapsrechten heeft verleend die recht geven op het gebruik van het dak van een gebouw;

• e.

  verticaal groen: een groene of levende muur zijnde een verticale constructie van planten niet grondgebonden in een substraat tegen de gevel of vlak voor maar losstaand van de gevel in de grond;

• f.

  f. monument:een onroerende zaak die is opgenomen in het monumentenregister zoals bedoeld in de Monumentenwet 1988, dan wel een onroerende zaak die is geplaatst op de gemeentelijke monumentenlijst zoals bedoeld in de vigerende monumentenverordening van het stadsdeel;

• g.

  woonwagen: voor bewoning bestemd gebouw als bedoeld in de Woningwet dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst;

• h.

  woonboot: een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt als of is bestemd tot woonverblijf, niet zijnde een object dat valt onder de Woningwet, en dat uit hoofde van zijn feitelijke bestemming of gebruik plaatsgebonden is;

• i.

  binnenblok of gesloten bouwblok: een bebouwd terrein dat aan tenminste 3 zijden omsloten wordt door hogere woonbebouwing;

• j.

  sociale verhuurder: een toegelaten instelling krachtens artikel 70 van de Woningwet of bedrijf of tak van dienst als bedoeld in artikel 196 van de Gemeentewet.

Met deze subsidieverordening wil het college de aanleg van groene daken en verticaal groen stimuleren met als doel een bijdrage te leveren aan het verminderen van CO2-emissies door energiebesparing, het voorkomen van wateroverlast in het bebouwde gebied, het binden van fijn stof, het terugdringen van geluidshinder, het tegengaan van de opwarming van de stad en het verhogen van de biodiversiteit en woonkwaliteit.

Deze verordening is van toepassing op het grondgebied van de gemeente Amsterdam.

Het college kan subsidie verlenen voor de aanleg op een bestaand dakoppervlak van een groen dak of van verticaal groen met een minimumoppervlakte van 40m2.

1. De gemeenteraad van Amsterdam bepaalt jaarlijks bij de vaststelling van de begroting welke maximale bedragen voor de uitvoering van deze verordening beschikbaar worden gesteld;

2. Voor de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag zoals bedoeld in het vorige lid wordt verwezen naar artikel 1:4 van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam (ASA), met dien verstande dat als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht eenmalig de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen met betrekking tot de verdeling als de datum van ontvangst geldt;

3. Als aanvragen een gelijke ontvangstdatum hebben en gezamenlijk het subsidieplafond overschrijden, zoals genoemd in het eerste lid, krijgen bij de verdeling van het beschikbare bedrag die activiteiten voorrang die het meest overeenkomen met het doel van de regeling;

4. Aanvragen die wegens het bereiken van het subsidieplafond niet kunnen worden gehonoreerd worden aangehouden tot het volgende begrotingsjaar. Aanvragen die ook in dat jaar niet kunnen worden gehonoreerd wegens het bereiken van het subsidieplafond, worden geweigerd. De aanvrager wordt hiervan schriftelijk in kennis gesteld.

5. Van de hierboven beschreven verdelingsregeling kan naar het oordeel van het college op grond van bijzondere omstandigheden worden afgeweken in geval van een belangwekkend project, een zogenaamd icoonproject.

1. Voor het aanvragen van de subsidie wordt gebruikgemaakt van het daarvoor door het college vastgestelde aanvraagformulier.

2. Een subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door:

• a.

  Eigenaren van gebouwen, woonwagens of woonboten (VVE's, bedrijven en sociale verhuurders);

• b.

  Huurders van gebouwen, woonwagens of woonboten met akkoord van de eigenaar;

• c.

  Bewoners boven te vergroenen daken in een binnenblok.

3. De subsidieaanvrager krijgt een ontvangstbevestiging en binnen zes weken de beslissing op het subsidieverzoek als dat aan alle gestelde eisen voldoet.

4. Met verwijzing naar artikel 2:1 van de ASA worden bij de aanvraag de volgende gegevens en bescheiden overgelegd:

• a.

  een gespecificeerde begroting van de kosten en/of een offerte van de kosten;

• b.

  een situatietekening van schaal 1:1000;

• c.

  een foto van het bestaande dak of de bestaande gevel waarvoor het verticaal groen komt.

5. Wanneer voor de aanleg van het groen dak of verticaal groen een bouwvergunning en/of een monumentenvergunning of een andere gemeentelijke vergunning of ontheffing vereist is, wordt een kopie van de aanvraag meegezonden van de verleende vergunning(en) en/of ontheffing zelf. Het is ook mogelijk om de aanvraag voor een vergunning of ontheffing gelijktijdig in te dienen met de subsidieaanvraag. In dat geval wordt de maximale termijn voor de beslissing over de subsidie verlengd met de maximale termijn voor de beslissing over de vergunning of ontheffing.

1. De subsidieontvanger is verplicht:

• a.

  ontwerp en aanleg van het groene dak of verticaal groen veilig en deugdelijk uit te voeren en te onderhouden;

• b.

  binnen dertien weken na de datum van subsidieverlening met het treffen van de voorzieningen een begin te maken;

2. Het college kan besluiten andere verplichtingen op te leggen.

Onder de subsidiabele kosten van de aanleg van een groen dak of van verticaal groen worden begrepen: de kosten die worden gemaakt terzake van:

• a.

  de ontwerp- en aanlegkosten

• b.

  de verschuldigde en niet verrekenbare omzetbelasting

1a. De subsidie voor eigenaren, bewoners, huurders en VVE's bedraagt € 50,- per m2 voor een groen dak en voor verticaal groen;

1b. De subsidietoekenning bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 20.000,- per subsidieaanvraag.

2. de gemeente kan desgevraagd bij een goedgekeurde aanvraag een voorschot van 50% op het totale toegekende subsidiebedrag verlenen.

1. De subsidieontvanger dient een aanvraag tot subsidievaststelling in na uiterlijk 4 weken na de gereedmelding van de gesubsidieerde activiteiten;

2. Bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie overlegt de subsidieontvanger de facturen van de originele rekening en betaalbewijzen betreffende de uitgevoerde werkzaamheden. Uit deze stukken moet blijken hoeveel m2 groen dak of verticaal groen zijn aangelegd;

3. In het geval dat de activiteit waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel heeft plaatsgevonden, wordt de subsidie lager vastgesteld naar rato van het gerealiseerde aantal m2 maar met een ondergrens van tenminste 40 m². Als er sprake is van minder dan 40 m2 wordt de subsidie op nihil gesteld;

4. De vaststelling van de subsidie vindt plaats na goedkeuring binnen twee maanden na de gereedmelding van de aanleg. Als de gereedmelding niet wordt gedaan kan het college ingevolge artikel 4:47 Awb de subsidie ambtshalve vaststellen;

5. Het (restant van het) subsidiebedrag wordt betaalbaar gesteld binnen 4 weken na de vaststelling van de subsidie.

1. Onverminderd het bepaalde in art 4:48 en art. 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht kan het college de subsidie weigeren of intrekken, indien blijkt dat:

• a.

  de verplichtingen op grond van artikel 6 niet zijn nagekomen;

• b.

  de benodigde vergunning(en), genoemd in artikel 6, niet is/zijn verleend;

• c.

  de minimale oppervlakte van het groene dak of verticaal groen minder dan 40m2 is;

• d.

  al uit andere hoofde een subsidie is verkregen voor de aanleg van het groen dak;

• e.

  de aanvrager die geen eigenaar is van het (bij)gebouw, woonwagen of woonboot waarvoor de subsidie wordt aangevraagd geen verklaring van de eigenaar kan overleggen, bijv. via medeondertekening van de aanvraag, dat die met de aanvraag akkoord is.

2. Het college kan de subsidie eveneens weigeren of intrekken, indien:

• a.

  de kosten van de subsidiabele voorzieningen niet in redelijke verhouding staan tot het te verkrijgen resultaat;

• b.

  de aanvrager is begonnen met het werk voordat op de aanvraag tot het verlenen van de aangevraagde subsidie is beslist, tenzij het college vooraf schriftelijk toestemming hebben verleend voor het alvast mogen uitvoeren van het werk;

• c.

  de werkzaamheden niet binnen 6 maanden na de datum van verlening van de subsidie zijn uitgevoerd.

Het college kan in bijzondere gevallen van het bepaalde in deze regeling afwijken of bepalingen buiten toepassing laten, voor zover toepassing ervan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Deze verordening kan worden aangehaald als Subsidieverordening groene daken en muren gemeente Amsterdam.

De Subsidieverordening groene daken en muren gemeente Amsterdam treedt in werking één dag na publicatie in het Gemeenteblad.