Regeling vervallen per 31-12-2015

Verordening tegemoetkoming bouwactiviteiten Noord/Zuidlijn

Geldend van 15-07-2010 t/m 30-12-2015

Intitulé

Verordening tegemoetkoming bouwactiviteiten Noord/Zuidlijn

Inhoud

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      bedrijfsruimte: al dan niet besloten ruimte aan één van de bouwlocaties van de Noord/Zuidlijn, bestemd voor het verrichten van bedrijfsmatige activiteiten door personen. Daaronder zijn niet begrepen (verkeers)ruimten als hal en gang, toilet- en doucheruimte en (berg)ruimten als kelder, berging, zolder en garage;

    • b.

      bouwactiviteiten: werkzaamheden voor de aanleg van de Noord/Zuidlijn die kunnen leiden tot langdurige en aaneengesloten hinder voor de directe woonomgeving;

    • c.

      college: college van burgemeester en wethouders van Amsterdam;

    • d.

      hoofdbewoner: de huurder dan wel eigenaar-bewoner van een zelfstandige woning op wiens naam het huurcontract is gesteld dan wel wiens naam in de openbare registers van de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens als eigenaar-bewoner staat ingeschreven;

    • e.

      kamerbewoning: meerdere zelfstandige huishoudens binnen een zelfstandige woning;

    • f.

      ondernemer: de huurder dan wel eigenaar van een zelfstandige bedrijfsruimte, die in die bedrijfsruimte daadwerkelijk bedrijfsmatige activiteiten verricht ter uitoefening van zijn beroep of bedrijf en is ingeschreven in het Handelsregister van de Kamers van Koophandel en Fabrieken;

    • g.

      verblijfsruimte: besloten ruimte binnen een woonruimte, bestemd voor het verblijf van personen. Daaronder zijn niet begrepen (verkeers)ruimten als hal en gang, toilet- en doucheruimte en (berg)ruimten als kelder, berging, zolder en garage;

    • h.

      VROM-puntenstelsel: door het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM), als onderdeel van het Besluit huurprijzen woonruimte, ontwikkelde waarderingsstelsel voor zelfstandige woonruimte;

    • i.

      werktijdenontheffing: ontheffing verleend door of namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam om buiten de reguliere werktijden, van maandag tot en met vrijdag tussen 07.00 uur - 19.00 uur, bouwactiviteiten te verrichten;

    • j.

      zelfstandige woning: woonruimte die een eigen toegang heeft en door een huishouden kan worden bewoond, zonder dat die daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte, waarbij als wezenlijke voorzieningen worden aangemerkt: keuken en toilet. Onder een zelfstandige woning wordt in deze regeling eveneens begrepen een volledig voor kamerbewoning bestemde woning.

Artikel 2 Financiële tegemoetkoming

  • 1. Het college kan een lijst met adressen van woningen en bedrijfsruimten vaststellen waarvan de hoofdbewoner dan wel de ondernemer in aanmerking komt voor een financiële tegemoetkoming vanwege gederfd woon- respectievelijk gebruiksgenot waaronder in elk geval wordt begrepen overmatige langdurige geluidhinder en/of een langdurige slechte bereikbaarheid van woningen en bedrijfsruimten in de directe nabijheid van een bouwlocatie.

  • 2. Het college kan aanvullende adressen toevoegen aan de adressenlijst als bedoeld in het eerste lid, indien er werkzaamheden op bouwlocaties plaatsvinden die langer dan achttien maanden aaneengesloten duren. Het recht op de financiële tegemoetkoming ontstaat in die gevallen eerst na de periode van twaalf maanden, te rekenen vanaf de aanvang van de werkzaamheden.

  • 3. Het college bepaalt voorts:

    • a.

      de periode waarin sprake is van gederfd woon- respectievelijk gebruiksgenot;

    • b.

      de hoogte van de tegemoetkoming, alsmede de ingangsdatum waarop het recht van de financiële tegemoetkoming ontstaat.

  • 4. Het college kan de hoofdbewoner dan wel de ondernemer van een zelfstandige woning of bedrijfsruimte die voorkomt op de lijst van woningen met ramen in een verblijfs- of bedrijfsruimte aan de bouwplaats een financiële tegemoetkoming toekennen wegens gederfd woon- of gebruiksgenot door de aanleg van de Noord/Zuidlijn.

  • 5. De financiële tegemoetkoming kan worden toegekend voor de periode waarin hinder is ondervonden en de hoofdbewoner of ondernemer feitelijk woonachtig is respectievelijk bedrijfsmatige activiteiten verricht op het aangegeven adres.

  • 6. De duur van de bewoning van de woning dan wel de duur van het gebruik van de bedrijfsruimte voorafgaande aan de aanvraag is niet relevant voor het al dan niet verstrekken van een financiële tegemoetkoming.

  • 7. Het college kan afwijken van het bepaalde in lid 3, indien een strikte toepassing naar zijn oordeel zou leiden tot een onvoldoende vergoeding van het gederfde woon- respectievelijk gebruiksgenot.

Artikel 3 Hoogte van de tegemoetkoming

  • 1. De hoogte van de vergoeding is gebaseerd op het VROM-puntenstelsel.

  • 2. De werkzaamheden geven recht op een maandelijkse financiële tegemoetkoming gebaseerd op de tegenwaarde van 25 punten overeenkomstig het VROM-puntenstelsel indien de woning of de bedrijfsruimte direct aan de bouwplaats is gelegen.

  • 3. Indien de werkzaamheden gedurende minimaal 6 maanden aaneengesloten gedurende 24 uur per dag plaatsvinden en daarvoor een werktijdenontheffing is verleend die ook feitelijk wordt benut, wordt, ingeval sprake is van een woning of bedrijfsruimte als bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, een maandelijkse financiële tegemoetkoming gebaseerd op de tegenwaarde van 40 punten overeenkomstig het VROM-puntenstelsel toegekend.

  • 4. De werkzaamheden geven recht op een maandelijkse financiële tegemoetkoming gebaseerd op de tegenwaarde van 10 punten overeenkomstig het VROM-puntenstelsel indien de woning of de bedrijfsruimte is gelegen in een zijstraat die aansluit op de bouwlocaties, met een maximum van 50 meter gemeten vanaf de gevels die evenwijdig lopen aan de bouwplaats.

  • 5. Het college stelt jaarlijks aan de hand van de daarvoor geldende VROM-tabel de waarde van één VROM-punt vast en is bevoegd tot het aanpassen van de hoogte van de maandelijkse financiële tegemoetkoming.

Artikel 4 Aanvraag

  • 1. Het college verleent de financiële tegemoetkoming uitsluitend op aanvraag.

  • 2. De hoofdbewoner of ondernemer maakt gebruik van het "Aanvraagformulier tegemoetkoming bouwactiviteiten Noord/Zuidlijn" en zendt dit volledig ingevuld, voorzien van de gevraagde bescheiden aan het college.

  • 3. De hoofdbewoner toont aan feitelijk woonachtig te zijn op het aangegeven adres, ten tijde van de bouwactiviteiten door middel van:

    • a.

      het huurcontract dan wel het eigendomsbewijs van de woning;

    • b.

      een geldig legitimatiebewijs of een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

    • c.

      een kopie van een recent bankafschrift, niet ouder dan één maand.

  • 4. De ondernemer toont aan feitelijk bedrijfsmatige activiteiten te verrichten op het aangegeven adres, ten tijde van de bouwactiviteiten door middel van:

    • a.

      het huurcontract dan wel het eigendomsbewijs van de bedrijfsruimte;

    • b.

      een recent uittreksel uit het Handelsregister;

    • c.

      een geldig legitimatiebewijs;

    • d.

      een kopie van een recent bankafschrift, niet ouder dan één maand.

  • 5. De aanvraag dient uiterlijk binnen 6 maanden na afloop van het voorgaande kalenderjaar te worden ingediend.

  • 6. Bij verhuizing maakt de hoofdbewoner of de ondernemer zo snel mogelijk, doch uiterlijk op de dag van verhuizing, aan het college kenbaar dat hij of zij met ingang van de bepaalde datum niet meer woonachtig is respectievelijk bedrijfsmatige activiteiten verricht op het desbetreffende adres. Het bepaalde in artikel 6, tweede lid, is bij verhuizing van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Weigeringsgronden

  • Het college kan de aanvraag voor een financiële tegemoetkoming weigeren indien:

    • a.

      de aanvrager niet feitelijk woonachtig is geweest of bedrijfsmatige activiteiten heeft verricht op het aangegeven adres voor (een gedeelte van) de periode waarvoor de aanvraag wordt gedaan;

    • b.

      de hoofdbewoner of ondernemer uit anderen hoofde een financiële tegemoetkoming geniet met betrekking tot de bouwactiviteiten Noord/Zuidlijn;

    • c.

      de aanvrager niet voldoet aan de in deze regeling gestelde criteria of niet voorkomt op de lijst met adressen van woningen en bedrijfsruimten waarvan de hoofdbewoner dan wel de ondernemer in aanmerking komt voor een financiële tegemoetkoming vanwege gederfd woon- respectievelijk gebruiksgenot.

Artikel 6 Betaling

  • 1. De financiële tegemoetkoming wordt per maand berekend en eenmaal per 6 maanden uitgekeerd.

  • 2. Bij de aanvang en het einde van de bouwactiviteiten wordt een gedeelte van de maand als volledige maand beschouwd.

  • 3. Ten onrechte uitgekeerde tegemoetkomingen kunnen geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd.

Artikel 7 Tijdelijke gebruiksovereenkomst

  • De hoofdbewoner of ondernemer die een overeenkomst heeft voor het tijdelijk gebruik van woon- of bedrijfsruimte, niet zijnde een reguliere huurovereenkomst met een minimaal redelijke huurprijs, komt niet in aanmerking voor een tegemoetkoming op grond van deze verordening.

Artikel 8 Hardheidsclausule

  • Het college kan het bepaalde bij of op grond van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 9 Intrekking

  • De Tegemoetkomingsregeling bouwactiviteiten Noord-Zuidlijn, ruwbouwfase 2008-2010 wordt ingetrokken.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte in het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1januari 2010.

  • 2. Deze verordening is van kracht tot en met 31 december 2015.

Artikel 11 Citeertitel

  • Deze verordening wordt aangehaald als Verordening tegemoetkoming bouwactiviteiten Noord/Zuidlijn.

Toelichting

Toelichting bij de Verordening tegemoetkoming bouwactiviteiten Noord/Zuidlijn

1. Algemene toelichting

De aanleg van de metroverbinding Noord/Zuidlijn veroorzaakt hinder voor de bewoners en ondernemers rond de bouwlocaties. De mate van hinder is (mede) afhankelijk van de duur en (wisselende) intensiteit van de werkzaamheden. Ondanks dat het werk vordert, blijkt dat er in 2010 nog altijd bouwactiviteiten zijn waarbij bijvoorbeeld langdurige ernstige hinder voor de directe woon- en werkomgeving van de bouwplaatsen zal ontstaan en waarbij (eventueel) buiten de reguliere werktijden moet worden gewerkt. Deze hinder kan bijvoorbeeld bestaan uit langdurige overmatige geluidsproductie en een langdurige slechte bereikbaarheid van woningen in de directe nabijheid van een bouwplaats. Tevens kan worden gesteld dat, in relatie met het opschuiven van de datum van ingebruikname van de Noord/Zuidlijn naar 2017, de huidige bouwterreinen tot eind 2015 in min of meer ongewijzigde vorm aanwezig zullen zijn. Daarmee wordt de (bouw)periode van reguliere overlast overschreden.

Mede naar aanleiding van de raadsvoordrachten met betrekking tot het overnemen van de adviezen zoals door de Commissie Veerman neergelegd in haar rapport ´Bouwen aan Verbinding´ (juni 2009) zijn de regelingen met betrekking tot de omgeving langs het tracé Noord/Zuidlijn nader bezien. Naar aanleiding hiervan is ervoor gekozen om de Tegemoetkomingsregeling bouwactiviteiten Noord-Zuidlijn, ruwbouwfase 2008-2010, in te trekken en te vervangen door de nieuwe Verordening tegemoetkoming bouwactiviteiten Noord/Zuidlijn.

Eén van de uitkomsten van de raadsadviezen is, dat het wenselijk is om de tegemoetkomingsregeling ook open te stellen voor ondernemers aan de bouwplaats(en) van de Noord/Zuidlijn. Ook voor hen geldt dat zij, net als bewoners, aanzienlijke overlast rond de bouwlocaties kunnen ondervinden. Deze overlast maakt geen onderscheid tussen de verschillende gebruikers (bewoners en ondernemers) van verblijfsruimten. Daarbij komt dat er ondernemers zijn die geen beroep kunnen doen op de door de gemeenteraad vastgestelde Verordening Nadeelcompensatie en Planschade Noord-Zuidlijn van 20 juli 2000 (nr. 392, Gemeenteblad afd 3, volgnr. 89) en gewijzigd bij raadsbesluit van 9 mei 2001 (nr. 267, Gemeenteblad 2001, volgnr. 49), omdat zij niet aan één of meer van de daaraan gestelde voorwaarden voldoen. Deze groep komt door de nieuwe Verordening tegemoetkoming bouwactiviteiten Noord/Zuidlijn in elk geval in aanmerking voor een financiële tegemoetkoming voor de overlast die zij ondervinden van de bouw van de Noord/Zuidlijn.

Voorts bevat de nieuwe verordening een bepaling waarin criteria zijn opgenomen om nieuwe bouwlocaties aan de adressenlijst toe te voegen. Vereist is dat op een bouwlocatie ten minste 18 maanden onafgebroken bouwactiviteiten zijn verricht. Het recht op de financiële tegemoetkoming ontstaat in dat geval na 12 maanden voor bewoners en ondernemers in de directe omgeving van die bouwplaats die als gevolg van die bouwactiviteiten langdurige ernstige hinder ondervinden.

Naast ondernemers is de kring van adressanten uitgebreid met bewoners en ondernemers die woonachtig respectievelijk feitelijk werkzaam zijn in de zijstraten die aansluiten op de bouwlocaties. Ook zij ondervinden immers overlast als gevolg van de werkzaamheden. Daarbij geldt een maximum van 50 meter, gemeten vanaf de gevels parallel aan de bouwlocaties.

De adressen van de woningen/bedrijfsruimten die hinder ondervinden van de bouwactiviteiten kunnen per bouwactiviteit en bouwlocatie verschillen. Om als gemeentebestuur daarop snel en flexibel, met een financiële tegemoetkoming aan de bewoners en ondernemers die het aangaat te kunnen reageren, is het wenselijk om een verordening op hoofdlijnen vast te stellen, waarbij het college de ruimte wordt geboden adequaat te kunnen inspelen op veranderende omstandigheden. Deze verordening voorziet daarin.

Verordening Nadeelcompensatie en Planschade Noord-Zuidlijn in relatie tot de Verordening tegemoetkoming bouwactiviteiten Noord/Zuidlijn

Wanneer sprake is van financiële schade als gevolg van de bouwactiviteiten voor de Noord/Zuidlijn kunnen bewoners en ondernemers een beroep doen op de Verordening Nadeelcompensatie en Planschade Noord-Zuidlijn. Die verordening voorziet in financiële tegemoetkomingen in geval van schade door de vaststelling van het bestemmingsplan Noord-Zuidlijn of de daarmee samenhangende planologische besluiten (planschade) en winstderving (nadeelcompensatie). De afhandeling van deze schadeverzoeken verloopt met behulp van een onafhankelijke Schadecommissie.

De Verordening Nadeelcompensatie en Planschade Noord-Zuidlijn zou ook voor bewoners kunnen worden ingezet als middel om een verlies van woonkwaliteit te kapitaliseren. In dat geval zouden de bewoners van de panden rond de bouwplaatsen aan de huurcommissie kunnen verzoeken om op grond van het VROM-puntenstelsel een aftrek toe te passen waarna, bij honorering van het verzoek, een huurverlaging plaats zou vinden. Het daardoor ontstane verlies aan huurinkomsten zou vervolgens door de eigenaar kunnen worden geclaimd onder de Verordening Nadeelcompensatie en Planschade Noord/Zuidlijn.

Die procedure is echter tamelijk omslachtig en tijdrovend en daarom niet aantrekkelijk voor bewoners en eigenaren. Om die reden had de gemeente Amsterdam naast de Verordening Nadeelcompensatie en Planschade Noord/Zuidlijn een afzonderlijke Tegemoetkomingsregeling bouwactiviteiten Noord/Zuidlijn, ruwbouwfase 2008-2010 vastgesteld. Deze tegemoetkomingsregeling was een vereenvoudigde schaderegeling die voorziet in een directe toekenning door de gemeente van een financiële tegemoetkoming aan bewoners rond bouwplaatsen die langdurig en aaneengesloten hinder ondervinden als gevolg van de bouwactiviteiten ten behoeve van de aanleg van de Noord/Zuidlijn. De Verordening tegemoetkoming bouwactiviteiten Noord/Zuidlijn vervangt de Tegemoetkomingsregeling bouwactiviteiten Noord/Zuidlijn, ruwbouwfase 2008-2010, zonder dat deze wat betreft bewoners gewijzigd is.

Bij toepassing van de Verordening tegemoetkoming bouwactiviteiten Noord/Zuidlijn vervalt de mogelijkheid om voor hetzelfde doel een beroep te doen op de Verordening Nadeelcompensatie en Planschade Noord/Zuidlijn niet. Wanneer de bewoner of ondernemer echter al een bijdrage in verband met de hinder door bouwactiviteiten heeft ontvangen, zal deze bijdrage in de eventuele schadeberekening worden betrokken.

2. Relatie met leefbaarheidsmaatregelen Noord/Zuidlijn en de Tegemoetkomingsregeling Noord-Zuidlijn, ruwbouwfase 2008-2010

De leefbaarheidsmaatregelen van 24 november 2004 blijven onverminderd van toepassing. De Tegemoetkomingsregeling Noord-Zuidlijn, ruwbouwfase 2008-2010 en de daarop gebaseerde uitvoeringsregeling komen te vervallen.

3. Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In dit artikel worden enkele belangrijke begrippen die ten grondslag liggen aan de verordening nader uitgelegd.

a. ‘bedrijfsruimte'. In de eerste plaats is nader gedefinieerd wat onder bedrijfsruimte moet worden verstaan. Bedoeld is de bedrijfsruimte aan te wijzen die direct is gelegen aan de bouwplaats. Met ‘al dan niet besloten' is bedoeld dat de bedrijfsruimte ook een open pui kan zijn. Het maakt niet uit of de ondernemer gevestigd is op/rond het maaiveld of op een bovengelegen verdieping, mits er maar daadwerkelijk bedrijfsmatige activiteiten worden verricht (zie hieronder).

De uitgezonderde (verkeers)ruimten zijn identiek aan die van woonruimten, tenzij deze als bedrijfsruimte zijn aan te merken, zoals met een garage het geval zou kunnen zijn.

f. 'ondernemer'. De definitie van ondernemer is bewust ruim gehouden, zodat alle ondernemingsvormen daaronder kunnen worden begrepen. Inschrijving in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken is wel vereist. Door te eisen dat degene die huurder of eigenaar is van de bedrijfsruimte en in dat verblijf ook beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten verricht, wordt voorkomen dat bijvoorbeeld ‘brievenbusondernemingen' die gevestigd zijn op de adressenlijst ook aanspraak zouden kunnen maken op deze verordening. Ondernemers die daarom weliswaar gevestigd zijn op een adres dat op zich onder de regeling zou vallen, maar daar niet feitelijk werkzaam zijn, komen dus niet voor een financiële tegemoetkoming vanwege gederfd gebruiksgenot in aanmerking. Zij ondervinden immers niet daadwerkelijk overlast vanwege de bouwactiviteiten. Het vorenstaande laat onverlet dat dergelijke ondernemers eventueel wel op andere wijze schade kunnen leiden door de aanleg van de Noord/Zuidlijn die op enigerlei wijze voor vergoeding in aanmerking kan komen.

Artikel 2. Financiële tegemoetkoming

In dit artikel wordt geregeld dat het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam bevoegd is om een adressenlijst van woningen en bedrijfsruimten vast te stellen waarvan de hoofdbewoners en ondernemers die feitelijk werkzaam zijn op het opgegeven adres gedurende een bepaalde periode een financiële tegemoetkoming ontvangen. Kamerbewoners, die samen de voorzieningen in de woning gebruiken, worden niet gezien als bewoners van een zelfstandige woning. Bij kamerbewoning is sprake van meerdere huishoudens binnen een zelfstandige woning. De tegemoetkoming moet in dat geval door deze huishoudens in onderling overleg worden verdeeld. Per adres kan slechts één keer een financiële tegemoetkoming worden ontvangen. Een vergoeding aan iedere kamerbewoner afzonderlijk is dus niet aan de orde. Datzelfde geldt ook ingeval de hoofdbewoner tevens op hetzelfde adres als ondernemer actief is. Ook in dat geval kan slechts één keer de tegemoetkoming worden verstrekt.

Een woning geldt als een zelfstandige woning, als deze voorzien is van een eigen voordeur en geschikt of bestemd is voor bewoning, zonder daarbij afhankelijk te zijn van voorzieningen elders.

Artikel 3. Hoogte van de tegemoetkoming

In dit artikel wordt de hoogte van de tegemoetkoming geregeld en hoe deze wordt bepaald. Aanvaard is namelijk dat bouwoverlast kan leiden tot een verstoring van het evenwicht tussen financiële woonlasten en het woongenot. Het verschil met hetgeen dat overblijft na aantasting van het woongenot ten opzichte van de situatie vóór aantasting, wordt in het kader van deze verordening aangemerkt als gederfd woongenot en kan, evenals dat het geval is bij de Verordening Nadeelcompensatie en Planschade Noord/Zuidlijn, worden aangemerkt als vermogensschade en betreft daarom een nettocompensatie.

Hoewel aangenomen moet worden dat het gederfde woon- en gebruiksgenot niet voor alle bewoners respectievelijk ondernemers gelijk is, beoogt deze verordening de gebruikers van woon- en bedrijfsruimte nadrukkelijk een uniforme, eenvoudige en (algemeen) aanvaardbare tegemoetkoming te verstrekken voor het gederfde woon- en gebruiksgenot.

Om dit te bereiken is aansluiting gezocht bij het waarderingsstelsel voor zelfstandige woningen, dat door het Ministerie van VROM is opgesteld in het kader van het Besluit huurprijzen woonruimte.

Binnen dit waarderingsstelsel kan aan de kwaliteit van de woonomgeving maximaal 25 punten worden toegekend. Volgens de handleiding bij het Besluit huurprijzen woonruimte kan het voorkomen dat als gevolg van hinderlijke situaties niet aan de (positieve) waardering van de woonomgeving wordt toegekomen. Hoewel de feitelijke hinder van dag tot dag, per bouwlocatie en zelfs daarbinnen kan verschillen, is voor deze verordening de hoogte van de tegemoetkoming vastgesteld op het, op grond van het VROM-puntenstelsel, maximaal mogelijke kwaliteitsverlies.

Naast het (volledige) kwaliteitsverlies kent het VROM-puntenstelsel echter ook nog een aftrek voor hinderlijke situaties warmee niet op andere wijze in de waardering van de woonruimte rekening is gehouden. Deze aftrek bedraagt maximaal 40 punten. Voor de toepassing van deze verordening wordt een tegemoetkoming op basis van deze 40 punten toegekend indien voor de betreffende bouwfase/bouwlocatie (tevens) een zogeheten werktijdenontheffing voor het verrichten van werkzaamheden gedurende 24 uur  per dag is afgegeven en deze werkzaamheden ook daadwerkelijk worden uitgeoefend en deze werkzaamheden  minimaal 6 maanden aaneengesloten duren.

Mede gelet op de grotere afstand die bestaat tot de daadwerkelijke bouwplaats is de aftrek van woon- en bedrijfsruimte voor bewoners en ondernemers van de zijstraten gesteld op 10 punten.

Artikel 4. Aanvraag

De aanvraagprocedure van de vergoeding wordt in dit artikel beschreven. Voor toekenning van de tegemoetkoming dient de aanvrager gebruik te maken van het "Aanvraagformulier tegemoetkoming bouwactiviteiten Noord/Zuidlijn", dat door het college van burgemeester en wethouders met het uitvoeringsbesluit behorende bij deze verordening wordt vastgesteld. Het aanvraagformulier wordt zoveel als mogelijk per post toegezonden aan de hoofdbewoners en ondernemers van de adressen zoals die zijn opgenomen op de adressenlijst.

Bij het aanvraagformulier dient de aanvrager aan te tonen dat hij/zij woonachtig/werkzaam is (geweest) op het desbetreffende adres ten tijde van de bouwactiviteiten. Dit kan door de hoofdbewoner worden aangetoond gemaakt door het overleggen van een kopie van de volgende stukken:

1. als het een huurwoning betreft het huurcontract, dan wel als het een koopwoning betreft het eigendomsbewijs van de woning;

2. een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

3. een geldig legitimatiebewijs.

In geval van de ondernemer kan het feitelijke gebruik van de bedrijfsruimte aangetoond worden door het overleggen van een kopie van:

1. het huurcontract of het eigendomsbewijs van de bedrijfsruimte;

2. een recent uittreksel (niet ouder dan 1 maand) uit het Handelsregister;

3. een geldig legitimatiebewijs.

Ten behoeve van de uitbetaling van de financiële tegemoetkoming dient tevens een kopie van een recent bankafschrift (niet ouder dan 1 maand) overgelegd te worden, waaruit blijkt dat de huur ook daadwerkelijk wordt afgeschreven.

Twee maal per kalenderjaar wordt de financiële tegemoetkoming uitgekeerd. Een aanvraag dient uiterlijk binnen 6 maanden na afloop van het voorgaande kalenderjaar te worden ingediend door de bewoner of ondernemer die meent dat hij voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking komt. Aanvragen kunnen worden ingediend tot uiterlijk 1 januari 2016. Dit is het einde van de bouwfase. Aanvragen die na vorenstaande datum worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.

Uiterlijk 8 weken na de aanvraag ontvangt de aanvrager een beslissing omtrent de toekenning van de tegemoetkoming. Tegen deze beslissing kan bezwaar worden gemaakt bij het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. Het besluit is voorzien van een rechtsmiddelenclausule.

In geval de aanvrager gedurende de bouwactiviteiten verhuist moet hij/zij de datum van verhuizing zo spoedig mogelijk melden aan het college van burgermeester en wethouders van Amsterdam (zie bovenstaande adressering).

Met de datum van verhuizing wordt bedoeld de datum van de overdracht van de sleutel van de woning. De datum van verhuizing dient uiterlijk te worden doorgegeven op de dag dat de aanvrager niet meer woonachtig is op het betreffende adres.

Ten aanzien van deze verordening en de daarop gebaseerde financiële tegemoetkoming geldt tenslotte dat geen gebruik kan worden gemaakt van deze verordening, als reeds op andere wijze of op basis van een andere regeling een financiële tegemoetkoming heeft plaatsgevonden in het kader van hinder door de bouwactiviteiten van de Noord/Zuidlijn.

Artikel 5. Weigeringsgronden

In dit artikel wordt aangegeven wanneer het college niet zal overgaan tot het toekennen van een financiële tegemoetkoming. Het niet feitelijk woonachtig of werkzaam zijn op het adres en/of het anderszins genieten van een tegemoetkoming naar aanleiding van bouwactiviteiten die in het kader van de aanleg van de Noord/Zuidlijn wordt verstrekt, bijvoorbeeld op basis van de Verordening Nadeelcompensatie en Planschade Noord/Zuidlijn.

Artikel 6. Betaling

De tegemoetkoming wordt achteraf twee keer per jaar aan de aanvrager uitgekeerd vanaf het moment van aanvang van de bouwactiviteiten aan het betreffende deel van de Noord/Zuidlijn, voor de periode dat de aanvrager daar feitelijk woonachtig/werkzaam was.

Bij verhuizing van de aanvrager tijdens de bouwactiviteiten geldt dat de tegemoetkoming aan de aanvrager wordt uitgekeerd naar rato van de periode dat hij woonachtig/werkzaam is geweest in de woning respectievelijk bedrijfsruimte. De tegemoetkoming wordt uitgekeerd tot en met de maand waarin de verhuizing plaatsvindt. Dit geldt eveneens in het geval dat de aanvrager een woning/bedrijfsruimte als nieuwe bewoner/ondernemer betrekt en vervolgens een aanvraag indient. Wanneer de verhuizing (sleuteloverdracht) niet op de eerste dag van de maand plaatsvindt, krijgt de vertrekkende bewoner/ondernemer het volledige maandbedrag. De komende bewoner/ondernemer die eveneens een beroep doet op de regeling krijgt eveneens het maandbedrag.

De uitbetaling van de tegemoetkoming vindt plaats zo spoedig mogelijk nadat de hoogte ervan is vastgesteld. Afhankelijk van de duur van de bouwactiviteiten kan het college dit bedrag in één keer of in termijnen uitkeren.

Artikel 7. Tijdelijke gebruiksovereenkomst

Dit artikel heeft tot doel bewoners/ondernemers die onder bepaalde voorwaarden en (vaak) met een bepaald doel een woning/bedrijfsruimte tijdelijk in gebruik hebben expliciet uit te sluiten van de regeling. Het zal bijvoorbeeld gaan om zogenaamde anti-kraakwachten. Deze groep tijdelijke gebruikers betaalt geen huur, maar een gebruiksvergoeding. Deze gebruiksvergoeding ligt ver beneden de reële huurwaarde. Huurders in het bezit van een tijdelijke huurovereenkomst die wel een reële huur betalen, bijvoorbeeld werknemers van een buitenlandse organisatie die hier tijdelijk woonachtig zijn, vallen wel binnen deze regeling.

Artikel 8. Hardheidsclausule

Er kunnen zich gevallen voordoen waarin strikte toepassing van de verordening een weigering tot het toekennen van de (gedeeltelijke) financiële tegemoetkoming inhoudt, hoewel een tegemoetkoming in het specifieke geval wel gerechtvaardigd is. In dat geval kan het college besluiten om toch een gehele of gedeeltelijke tegemoetkoming toe te kennen op basis van deze regeling. Aangezien het hierbij gaat om uitzonderingsgevallen, kan de tegemoetkoming alleen uitgekeerd worden als kan worden aangetoond dat de desbetreffende hoofdbewoner of ondernemer langdurig aaneengesloten hinder ondervindt of heeft ondervonden als gevolg van de bouwactiviteiten voor de Noord/Zuidlijn.

Artikel 10. Inwerkingtreding

Deze verordening is van kracht vanaf het moment van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2010. Verder is in dit artikel bepaald dat de verordening eindigt op 31 december 2015

Artikel 11. Citeertitel

In dit artikel is geregeld hoe deze regeling wordt aangehaald.