Regeling vervallen per 01-01-2017

VERORDENING PARKEERBELASTINGEN 2016

Geldend van 31-12-2015 t/m 31-12-2016

Intitulé

VERORDENING PARKEERBELASTINGEN 2016

De raad van de gemeente Apeldoorn;

gelezen het voorstel van het college d.d. 24 september 2015, nr. 100/2015;

gelet op artikel 225 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2016.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • b

    motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;

  • c

    houder: degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens;

  • d

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computer, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

e centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Apeldoorn een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘parkeerbelastingen’ worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting terzake van het parkeren van een motorvoertuig op een bij, dan wel krachtens deze of een eerdere verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting terzake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van de degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 2. Als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b.

      zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft

      plaatsgevonden: de houder van het motorvoertuig, met dien verstande dat:

  • 1. als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;

  • 2. als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 3a Vrijstelling

De belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van houders van een geldige gehandicaptenparkeerkaart (zowel met de aanduiding B van bestuurder als met de P van passagier) uitgegeven door de gemeente Apeldoorn, mits deze parkeerkaart met de daartoe bestemde zijde op een van buitenaf duidelijk leesbare plaats direct achter de voorruit van het motorvoertuig is geplaatst.

Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

  • 1. De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

  • 2. De begrenzing van de verschillende tariefzones wordt aangegeven in de bij deze verordening behorende kaart.

Artikel 5 Wijze van heffing

  • 1 De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven door voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college gestelde voorschriften.

  • 2 De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven door voldoening op aangifte.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1 De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon inloggen op de centrale computer.

  • 2 De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 7 Termijnen van betaling

1De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

2 In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, als het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon inloggen op de centrale computer.

3 De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

4 Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college bij openbaar te maken besluit.

Artikel 9 Kosten

De kosten van de naheffingsaanslag terzake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 60,=.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de parkeerbelastingen wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college kan nadere regels vaststellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De Verordening Parkeerbelastingen 2015 (versie 2), vastgesteld op 18 juni 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Parkeerbelastingen 2016’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering d.d. 26 november 2015.
De raad voornoemd,
drs. A. Oudbier drs. J.C.G.M. Berends MPA
raadsgriffier voorzitter

TARIEVENTABEL behorende bij de verordening Parkeerbelastingen 2016

1.Begripsomschrijvingen.

Onverminderd de in artikel 1 van de verordening genoemde begripsomschrijvingen wordt voor de toepassing van deze tarieventabel verstaan onder:

Tariefzones C en R De gebieden die op de - bij de verordening behorende - kaart (bijlage 2) als zodanig zijn aangegeven.

Tariefzone W De gebieden die op de - bij de verordening behorende - kaart (bijlage 2) zijn aangegeven met de nummering W.1, W.2 e.v.

Parkeergarage Px De gemeentelijke parkeergarages: P1 – Marktplein, P3 – Orpheus, P4 – Koningshaven en P8 – Brinklaan.

  • 2.

    Tarieven.

  • 1.

    Het tarief voor het parkeren op een parkeerplaats of een parkeerterrein met parkeerapparatuur, waarvoor geen maximum tarief per dag is vastgesteld, bedraagt:

    1.1 in tariefzone C

    1.1.1 per uur € 2,87

    1.2 in tariefzone R

    1.2.1 per uur € 2,47

    1.3 in tariefzone W

    1.3.1 per uur € 0,41

  • 2.

    Het tarief voor het parkeren op een parkeerplaats of een parkeerterrein met parkeerapparatuur, waarvoor een maximum tarief per dag is vastgesteld, bedraagt:

    2.1 in tariefzone C

    2.1.1 per uur € 2,47

    2.1.2 op zaterdag van 10.00 – 16.00 uur, per uur € 2,87

    2.1.3 met een maximum tarief per dag van € 13,80

    2.2 in tariefzone R

    2.2.1 per uur € 2,05

    2.2.2 op zaterdag van 10.00 – 16.00 uur, per uur € 2,47

    2.2.3 met een maximum tarief per dag van € 13,10

    De parkeerkosten van paragrafen 1 en 2 worden met PIN betaling per minuut berekend.

  • 3.

    Het tarief voor het parkeren in een parkeergarage bedraagt:

    3.1 in parkeergarage P1 (Marktplein)

    3.1.1 basistarief van 07.00 - 21.00 uur

    per 14 min. of gedeelte daarvan € 0,50

    3.1.2 basistarief van 21.00 - 07.00 uur

    per 25 min. of gedeelte daarvan € 0,50

    3.1.3piektarief op maandag en zaterdag (voor alle garages)

    3.1.3 van 07.00 - 19.00 uur per 11min. of gedeelte daarvan € 0,50

    3.1.3 3.1.4 piektarief op donderdag van 19.00 - 21.00 uur

    3.1.3 per 12 min. of gedeelte daarvan € 0,50

    3.1.3 3.1.5 met een maximum tarief op zondag en dinsdag t/m vrijdag

    3.1.3 van 07.00 - 19.00 uur van € 11,00

    3.1.3 3.1.6 met een maximum tarief op maandag en zaterdag

    3.1.3 van 07.00 - 19.00 uur van € 13,50

    3.1.3 3.1.7 met een maximum tarief van 19.00 - 07.00 uur van € 5,90

    3.1.33.2 in parkeergarages P4 (Koningshaven) en P8 (Brinklaan)

    3.1.3 3.2.1 basistarief van 07.00 - 21.00 uur

    3.1.3 per 18 min. of gedeelte daarvan € 0,50

    3.1.3 3.2.2 basistarief van 21.00 - 07.00 uur

    3.1.3 per 32 min. of gedeelte daarvan € 0,50

    3.1.3 3.2.3 piektarief op zaterdag van 10.00 - 16.00 uur

    3.1.3 per 17 min. of gedeelte daarvan € 0,50

    3.1.3 3.2.4 met een maximum tarief op zondag t/m vrijdag

    3.1.3 van 07.00 - 19.00 uur van € 8,50

    3.1.3 3.2.5 met een maximum tarief op zaterdag

    3.1.3 van 07.00 - 19.00 uur van € 10,10

    3.1.3 3.2.6 met een maximum tarief van 19.00 - 07.00 uur van € 4,50

    3.1.3 3.3 in parkeergarage P3 (Orpheus)

    3.1.3 3.3.1 per 13 minuten of gedeelte daarvan € 0,50

    3.1.3 3.3.2 met een maximum tarief per halve dag van € 6,00

    3.1.3 3.3.3 met een maximum tarief per dag van € 9,00

  • 4.

    Het tarief voor een permanente parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt per maand:

    4.1 voor het parkeren in een parkeergarage:

    4.1.1 bewonersvergunning

    voor 24 uur per dag gedurende 7 dagen per week € 19,78

    4.1.2 kantoorvergunning ma t/m vr van 07.00-19.00 uur

    voor 12 uur per dag gedurende 5 dagen per week € 66,50

    4.1.3 winkelvergunning alle dagen van 07.00-22.00 uur

    voor 15 uur per dag gedurende 7 dagen per week € 80,04

    4.1.4 all-inn vergunning

    voor 21 uur per dag gedurende 7 dagen per week € 92,96

    4.1.5 parttime vergunning alle ochtenden, middagen of avonden

    voor 6 uur per dag gedurende 7 dagen per week € 42,38

    4.2 voor het parkeren op een terrein of een weggedeelte

    in zones C en R, anders dan onder 4.1 genoemd:

    4.2.1 bewonersvergunning

    voor 24 uur per dag gedurende 7 dagen per week € 9,69

    4.2.2 kantoorvergunning ma t/m vr van 08.00-18.00 uur

    voor 10 uur per dag gedurende 5 dagen per week € 44,43

    4.2.3 winkelvergunning alle dagen van 08.00-21.00 uur

    voor 13 uur per dag gedurende 7 dagen per week € 60,01

    4.2.4 parttime vergunning alle ochtenden, middagen of avonden

    voor 5 uur per dag gedurende 7 dagen per week € 32,89

    4.3 voor het parkeren op een terrein of een weggedeelte

    in zone W:

    4.3.1 bewonersvergunning

    voor 24 uur per dag gedurende 7 dagen per week € 0,00

    4.3.2 zakelijke vergunning

    voor 7 uur per dag gedurende 7 dagen per week € 44,43

    4.4 voor het parkeren op alle terreinen en weggedeelten

    anders dan onder 4.1 genoemd:

    4.4.1algemene vergunning

    4.4.1 voor 13 uur per dag gedurende 7 dagen per week € 78,47

  • 5.

    Het tarief voor een tijdelijke parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt:

    5.1 voor een maandkaart in een parkeergarage:

    5.1.1 ma t/m vr van 07.00-19.00 uur

    voor 12 uur per dag gedurende 5 dagen per week € 74,75

    5.1.2 alle dagen van 07.00-22.00 uur

    voor 15 uur per dag gedurende 7 dagen per week € 87,70

    5.1.3all-inn

    5.1.3 voor 21 uur per dag gedurende 7 dagen per week € 101,23

    5.1.3 5.2 voor een maandkaart op een terrein of een weggedeelte

    5.1.3 in zones C en R, anders dan onder 5.1 genoemd:

    5.1.3 5.2.1 voor 13 uur per dag gedurende 7 dagen per week € 67,51

    5.1.3 5.3 voor een maandkaart op alle terreinen en weggedeelten

    5.1.3 anders dan onder 5.1 genoemd:

    5.1.3 5.3.1 voor 13 uur per dag gedurende 7 dagen per week € 85,97

    5.1.3 5.4 voor een weekkaart op terreinen en weggedeelten

    5.1.3 in zone W:

    5.1.3 5.4.1 voor 12 uur per dag € 13,04

    5.1.3 5.5 voor een dagkaart op terreinen en weggedeelten

    5.1.3 in zone W:

    5.1.3 5.5.1 voor 12 uur € 2,54

    5.1.3 5.6 voor een kraskaart op een terrein of een weggedeelte

    5.1.3 in zone W (alleen verkrijgbaar voor bewoners):

    5.1.3 5.6.2 voor 12 uur in zone W.1 € 0,77

    5.1.3 5.6.3 voor 12 uur in zone W.2 € 1,04

    5.1.3 5.6.4 voor 12 uur in zone W.3 € 1,27

    5.1.3 5.6.5 voor 2 uur in zone W.3 € 0,46

  • 6.

    Het tarief voor afgifte van een duplicaat van een vergunning als genoemd onder 4.1.1 tot en met 4.4.2 bedraagt éénmaal het bij de betreffende vergunning behorende maandtarief.

  • 7.

    Het tarief voor het verstrekken van een bezoekerskaart voor bewoners van de binnenstad van Apeldoorn bedraagt:

  • 7.

    1 Eerste kaart behorend bij het woonadres € 0,00

  • 7.

    2 Vervangende kaart behorend bij het woonadres € 6,50

Behorende bij het raadsbesluit van 26 november 2015.

De raad voornoemd,

drs. A. Oudbier drs. J.C.G.M. Berends MPA

raadsgriffier voorzitter