Regeling vervallen per 01-01-2017

BELEIDSREGELS BESCHERMD WONEN GGZ

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2016

Intitulé

BELEIDSREGELS BESCHERMD WONEN GGZ

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn;

gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Apeldoorn 2015;

BESLUITEN

vast te stellen de Beleidsregels Beschermd Wonen GGZ.

HOOFDSTUK 1. Inleiding

Met ingang van 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van Beschermd Wonen binnen de Wmo. De feitelijke realisatie van deze ondersteuning is door aanwijzing van het Rijk voorlopig een taak van de centrumgemeenten. Voor wat betreft (Maatschappelijke) Opvang is er sprake van voortzetting van de centrumgemeente constructie, Beschermd Wonen is daar nu aan toegevoegd. Via de verlening van mandaat bieden regiogemeenten hun centrumgemeente het juridisch kader om de betreffende taken daadwerkelijk uit te voeren.

Het college van de gemeente Apeldoorn heeft voor Beschermd Wonen een regionale taak als centrumgemeente voor de gemeenten Brummen, Epe, Heerde en Voorst.

Bij Beschermd Wonen gaat het om het bieden van onderdak en begeleiding aan mensen met psychische of psychosociale problemen (ZZP GGZ categorie C).

Beschermd Wonen is een maatwerkvoorziening. Deze maatwerkvoorziening biedt mensen 24-uurs toezicht. De doelstelling van Beschermd Wonen is om voor mensen met psychische of psychosociale problemen die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving zo veel mogelijk zelfredzaamheid en participatie in de maatschappij te bereiken.

Belangrijke achtergrondinformatie: De Beleidsregels Beschermd Wonen GGZ zijn tijdelijk. Ze zijn bedoeld als toetsingskader voor beleid en uitvoering voor dit jaar en volgend jaar (2015 en 2016). In 2017 worden de Beleidsregels opgevolgd door de Transformatieagenda Beschermd Wonen.

HOOFDSTUK 2. Begripsbepalingen

In deze Beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    Beschermd Wonen: wonen in een accommodatie van een instelling met 24-uurs toezicht.

  • b.

    24-uurs toezicht: direct aanwezige zorg, begeleiding en toezicht, die gericht is op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, psychisch en psychosociaal beter functioneren, stabilisatie van het psychiatrisch ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de cliënt of voor anderen.

  • c.

    Feitelijk dakloos: personen die voor hun overnachting aangewezen zijn op straat, of op een kortdurend verblijf in een laagdrempelige opvangvoorziening (minimaal 10 nachten per jaar) of een tijdelijk onderkomen bij familie, vrienden of kennissen.

  • d.

    ZRM: zelfredzaamheidsmatrix Apeldoorn, die de mate van zelfredzaamheid van cliënten eenvoudig en volledig in beeld brengt. De ZRM toetst de zelfredzaamheid op de leefgebieden: inkomen, dagbesteding, huisvesting, gezinsrelaties, geestelijke gezondheidszorg, fysieke gezondheid, verslaving, vaardigheden bij activiteiten van het dagelijks leven (ADL), sociaal netwerk, maatschappelijke participatie en justitie. Per leefgebied is aangegeven welke feitelijke omstandigheden bij welk niveau van zelfredzaamheid horen.

  • e.

    Opvang: onderdak en begeleiding aan personen die de thuissituatie hebben verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor hun veiligheid als gevolg van huiselijk geweld of kindermishandeling. Deze personen zijn niet in staat zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving (artikel 1.1.1 Wmo 2015).

  • f.

    Maatwerkvoorziening Beschermd Wonen: op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een persoon afgestemd geheel van diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen ten behoeve van beschermd wonen.

  • g.

    Zelfstandig wonen: wonen in een eigen (huur)woning met extramurale ondersteuning.

HOOFDSTUK 3. Beoordeling – criteria Beschermd Wonen

Het college van de gemeente Apeldoorn stelt aan de hand van onderstaande criteria vast of de cliënt tot de doelgroep behoort:

  • a.

    De cliënt is 18 jaar of ouder en heeft de Nederlandse nationaliteit of verblijft legaal in Nederland (artikel 1.2.2. lid 1 Wmo 2015).

  • b.

    De problemen die de cliënt ondervindt in het zelfstandig handhaven in de samenleving zijn niet op te lossen op eigen kracht, bijvoorbeeld met gebruikelijke hulp, mantelzorg, hulp van andere personen uit het sociale netwerk, gebruikmaking van algemeen gebruikelijke voorzieningen, algemene voorzieningen of voorliggende voorzieningen, (para)medische zorg en/of door extramurale begeleiding.

  • c.

    Er is met behulp van de ZRM vastgesteld dat de cliënt niet zelfstandig kan wonen. Zie Bijlage ZRM met de scores per levensdomein die van toepassing zijn voor Beschermd Wonen.

  • d.

    Intramurale behandeling voor de psychiatrische aandoening/beperking is afgerond of staat niet (meer) op de voorgrond. Gebaseerd op de mogelijkheden van de cliënt staat de op participatie gerichte ondersteuning vanuit de beschermende woonomgeving op de voorgrond.

  • e.

    Noodzakelijk voor de cliënt is verblijf in een instelling met de daarbij behorende zorg door middel van 24-uurs toezicht.

  • f.

    De cliënt accepteert een begeleiding/ontwikkelingstraject dat met inachtneming van zijn mogelijkheden gericht is op het realiseren van een situatie waarin hij in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.

  • g.

    Er is geen sprake is van een andere (voorliggende) voorziening, zoals de Zorgverzekeringswet (Zvw) , Wet langdurige zorg (Wlz), Jeugdwet of de Wet forensische zorg.

  • i.

    Er is geen sprake is van een acute crisissituatie in de geestelijke gezondheid en/of op andere levensdomeinen en als gevolg hiervan mogelijkheden zijn voor crisisopvang/opname in de Zvw.

  • j.

    Het (feitelijk) dakloos zijn of slachtoffer zijn van huiselijk geweld is op zichzelf geen grond voor de toegang tot Beschermd Wonen GGZ.

HOOFDSTUK 4. Beëindiging (begeleiding) Beschermd Wonen.

Naast hetgeen in artikel 15, lid 2 van de verordening is geregeld, kan het college een maatwerkvoorziening Beschermd Wonen tevens weigeren of intrekken indien: a. De cliënt in staat is om mee te werken aan een passend ondersteuningstraject, maar niet bereid is mee te werken. b. De cliënt zich ernstig misdraagt jegens andere cliënten in de instelling of jegens de medewerkers.

HOOFDSTUK 5. Overgangsregime

Voor burgers die voor 1 januari 2015 al een indicatie voor een GGZ C pakket vanuit de AWBZ kregen, geldt dat er sprake is van overgangsrecht. In deze overgangsperiode moet de gemeente in overleg met de cliënt een nieuw ondersteunings-arrangement vaststellen.

Wie op 1 januari 2015 een geldige indicatie op grond van de AWBZ heeft voor een ZZP GGZ-C gaat in eerste instantie over naar Beschermd Wonen in de Wmo. De cliënt behoudt zijn aanspraken op Beschermd Wonen tenminste voor een periode van 5 jaar of indien de lopende indicatie voor een kortere periode geldt, voor de nog resterende duur van die indicatie en uiterlijk tot 1-1-2020.

Indien een cliënt sinds 1-1-2015 ononderbroken gebruik maakt van een intramurale voorziening van Beschermd Wonen en met instemming van de cliënt wordt een ondersteuningsplan opgesteld waarbij de cliënt zelfstandig gaat wonen, schort het college het overgangsrecht op de indicatie Beschermd Wonen op gedurende een periode van 90 dagen.

Binnen een periode van 90 dagen nadat de cliënt feitelijk de instelling verlaat en zelfstandig is gaan wonen kan de cliënt kenbaar maken dat hij/zij alsnog terug wil keren naar een intramurale voorziening voor Beschermd Wonen vanwege een terugval. In dat geval loopt het overgangsrecht op de indicatie voor Beschermd Wonen gewoon door.

Voor mensen die gebruikmaken van het PGB geldt dat zij gedurende de periode van één jaar recht houden op dit PGB (uiterlijk tot 1-1-2016) en dat zij vervolgens tot de einddatum van de indicatie of uiterlijk tot 1-1-2020 wél recht houden op hun indicatie.

HOOFDSTUK 6 Overige bepalingen

Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2015.

Citeertitel: Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Beschermd Wonen GGZ.

Ondertekening

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders d.d.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
de secretaris, de burgemeester,

Bijlage 1: ZRM: Zelfredzaamheidsmatrix Apeldoorn

Met deze matrix wordt de situatie van de cliënt op verschillende levensdomeinen beoordeeld.

Domein ZRM

Score

Geestelijke gezondheid

Alleen 2

Leidend

Financiën

2-3-4-5

Dagbesteding

2-3-4

Huisvesting

2-3

Huiselijke relaties

2-3-4

Aanvullend

Lichamelijke gezondheid

2-3-4-5

Verslaving

2-3-4-5

Activiteiten dagelijks leven

2

Sociaal netwerk

2-3

Maatschappelijke participatie

2-3

Justitie

2-3-4-5

Toelichting: Score 5: volledig zelfredzaam, Score 4: voldoende zelfredzaam, Score 3: beperkt zelfredzaam, Score 2: niet zelfredzaam, Score 1: acute problematiek (crisis). Een minimale score van 2 op het gebied van Geestelijke gezondheid is leidend. Score 1, acute problematiek, komt daarom ook niet voor in bovenstaande tabel. Score 1 bij geestelijke gezondheid is een acute fase, waarbij intramurale behandeling in een instelling nodig is. Score 1 in de andere levensdomeinen is ook een contra-indicatie voor Beschermd Wonen. Score 1 impliceert acute problematiek en deze heeft prioriteit. De crisis moet eerst voorbij zijn. Er moet enige stabiliteit op alle levensdomeinen zijn, pas dan is Beschermd Wonen passend.