Regeling vervallen per 06-02-2020

Subsidieregeling compensatie ouderbijdrage peuterspeelzaalwerk 2008

Geldend van 01-04-2008 t/m 05-02-2020

Intitulé

Subsidieregeling compensatie ouderbijdrage peuterspeelzaalwerk 2008

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn;

gelet op het raadsbesluit d.d. 14 oktober 2004, inzake kaderstelling peuterspeelzaalwerk, artikel 160 van de Gemeentewet, Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende Subsidieregeling compensatie ouderbijdrage peuterspeelzaalwerk.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeesters en wethouders;

  • b.

    peuterspeelzaal: een voorziening waar peuterspeelzaalwerk plaatsvindt en die voldoet aan de eisen van de Verordening peuterspeelzaalwerk;

  • c.

    compensatie ouderbijdrage: een jaarlijks door het college vast te stellen subsidie als tegemoetkoming in de kosten van de ouderbijdrage voor peuterspeelzaalwerk voor ouders met een inkomen tot 125% van de toepasselijke bijstandsnorm;

  • d.

    peuter: een kind in de leeftijd van 2 tot 4 jaar dat minimaal één dagdeel in de week naar een peuterspeelzaal gaat en niet geplaatst is op een voor VVE-kinderen gereserveerde plaats in een VVE-peuterspeelzaal;

  • e.

    VVE-kind: een voor Voor- en Vroegschoolse Educatie geïndiceerd kind op grond van de doelgroepencategorieën van de gemeentelijke Notitie onderwijsachterstandenbeleid 2006-2010, dat wil zeggen kinderen waarvan is vastgesteld dat zij een spraak- of taalachterstand hebben;

  • f.

    VVE-peuterspeelzaal: een peuterspeelzaal die voldoet aan de door het college vastgestelde toewijzingscriteria voor Voor- en Vroegschoolse Educatie;

  • g.

    houder: degene die een (VVE-)peuterspeelzaal exploiteert.

Artikel 2 Doel van de regeling

Het college wil met het verstrekken van de compensatie voor ouderbijdragen het gebruik van peuterspeelzalen door kinderen van ouders met een inkomen tot 125% van de toepasselijke bijstandsnorm bevorderen.

Artikel 3 Hoogte van de compensatie ouderbijdrage

  • 1. Het college verleent een compensatie voor de kosten van de ouderbijdrage van ouders met een inkomen tot 125 % van de toepasselijke bijstandsnorm. De bijdrage bestaat uit een maximaal subsidie per kalenderjaar per geplaatste peuter. Voorafgaand aan het kalenderjaar wordt de hoogte van de subsidie door het college vastgesteld.

  • 2. Voor ouders met een inkomen tot 112,5 % ontvangt de peuterspeelzaal een compensatiebijdrage van maximaal 100 % van het jaarlijks vastgestelde subsidiebedrag.

  • 3. Voor ouders met een inkomen tussen de 112,5 % en 125 % ontvangt de peuterspeelzaal een compensatiebijdrage van maximaal 50 % van het jaarlijks vastgestelde subsidiebedrag.

Artikel 4 Aanvraag

  • 1. De houder van een peuterspeelzaal dient een subsidieaanvraag in voor de ouderbijdrage van ouders met een inkomen tot 125 % van de toepasselijke bijstandsnorm.

  • 2. Bij de subsidieaanvraag maakt de houder gebruik van een door het college vastgesteld formulier.

  • 3. Binnen 12 weken na indiening van de subsidieaanvraag ontvangt de houder een beschikking tot subsidietoekenning met daarin vermeld het voorschotbedrag en de wijze van betaling.

  • 4. De subsidie wordt in volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen per peuterspeelzaal bevoorschot op basis van het aantal peuters waarvoor de compensatie in de ouderbijdrage wordt aangevraagd.

  • 5. Voor 1 mei van het kalenderjaar volgend op het subsidiejaar dient de houder een aanvraag tot subsidievaststelling in.

  • 6. Bij de aanvraag tot subsidievaststelling maakt de houder gebruik van een door het college vastgesteld verantwoordingsformulier.

  • 7. Binnen 12 weken na indiening van de aanvraag tot subsidievaststelling ontvangt de houder een beschikking tot subsidievaststelling.

Artikel 5 Voorwaarden

  • 1. De houder verdeelt de subsidie in gelijke maandelijkse termijnen.

  • 2. Per termijn brengt de houder de subsidie in mindering op de door de ouder met een inkomen tot 125% van het minimumloon te betalen kosten voor gebruik van de peuterspeelzaal.

  • 3. De houder houdt een adequate administratie bij van inkomsten en uitgaven in het kader van deze regeling.

Artikel 6 Reikwijdte en duur

  • 1. Deze regeling is niet van toepassing op de ouderbijdrage van ouders van peuters die geplaatst zijn op een VVE-plaats in een VVE-peuterspeelzaal.

  • 2. De regeling geldt zolang de gemeenteraad geld beschikbaar stelt voor de compensatie van de ouderbijdrage.

Artikel 7 Terugbetaling

Het college zal terugbetaling van de reeds verstrekte subsidie vorderen, indien de aanvrager onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt of op enige andere wijze misbruik heeft gemaakt van deze regeling.

Artikel 8 Mandaatverlening

Het college draagt de uitvoering van deze regeling op aan de directeur van de dienst Samenleving.

Artikel 9 Slotbepalingen

  • 1. In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het college.

  • 2. Deze regeling treedt in werking per 1 april 2008.

  • 3. Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Subsidieregeling compensatie ouderbijdrage peuterspeelzaalwerk’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college d.d. 16 april 2008
Gepubliceerd in het Apeldoorns Stadsblad d.d. 29 april 2008
Inwerking getreden d.d.1 april 2008