Beschermd Wonen

Geldend van 01-01-2017 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2017

Intitulé

Beschermd Wonen

1 Inleiding

Met ingang van 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van Beschermd

Wonen binnen de Wmo. De feitelijke realisatie van deze ondersteuning is door aanwijzing van het

Rijk voorlopig een taak van de centrumgemeenten. Voor wat betreft (Maatschappelijke) Opvang is er

sprake van voortzetting van de centrumgemeente constructie, Beschermd Wonen is daar nu aan

toegevoegd. Via de verlening van mandaat bieden regiogemeenten hun centrumgemeente het

juridisch kader om de betreffende taken daadwerkelijk uit te voeren.

Bij Beschermd Wonen gaat het om het bieden van onderdak en begeleiding aan mensen met

psychische of psychosociale problemen (ZZP GGZ categorie C).

Beschermd Wonen is een maatwerkvoorziening. Deze maatwerkvoorziening biedt mensen 24-uurs

toezicht. De doelstelling van Beschermd Wonen is om voor mensen met psychische of psychosociale

problemen die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving zo veel mogelijk

zelfredzaamheid en participatie in de maatschappij te bereiken.

2 Afwegingskader

Er is sprake van onderscheid in:

  • ·

    Langdurig zorgafhankelijk (groep 1): De cliënt heeft meerdere diagnoses en ontvangt ondersteuning gericht op herstel en stabiliteit. Deze inzet is gericht op ondersteuning bij het herstel, zodat er meer stabiliteit ontstaat. Het is de vraag of de cliënt op termijn kan uitstromen. Mogelijk is het bieden van stabiliteit het maximaal haalbare. Inzet van Bouwsteen woonzorg herstel (24 uur zorg en toezicht aanwezig), of bouwsteen groepswonen herstel (24 uur zorg en toezicht aanwezig).

  • ·

    Ontwikkelgericht (groep 2): De cliënt ontvangt begeleiding in het kader van herstel en uitstroom binnen 1 tot 3 jaar. De begeleiding is gericht op de ontwikkeling van de zelfredzaamheid en participatie op alle levensdomeinen. Er wordt gewerkt aan uitstroom, maar de inzet om het herstel van de cliënt te bewerkstelligen, vraagt nog de meeste aandacht. Inzet van Bouwsteen woonzorg herstel (24 uur zorg en toezicht aanwezig), of bouwsteen groepswonen herstel (24 uur zorg en toezicht aanwezig).

  • ·

    Uitstroomgericht (groep 3): De cliënt is naar verwachting in staat om binnen een jaar zelfstandig te gaan wonen. De ondersteuning is vooral gericht op het zich eigen maken van de vaardigheden die daarvoor nodig zijn. De begeleiding richt zich ook op het vinden van passende woonruimte. Inzet van Bouwsteen woonzorg uitstroom (24 uur zorg en toezicht nabij), of bouwsteen groepswonen uitstroom (24 uur zorg en toezicht nabij).

Het college stelt aan de hand van onderstaande criteria vast of de cliënt tot de doelgroep behoort:

  • a)

    De cliënt is 18 jaar of ouder en heeft de Nederlandse nationaliteit of verblijft legaal in Nederland (artikel 1.2.2. lid 1 Wmo 2015).

  • b)

    De problemen die de cliënt ondervindt in het zelfstandig handhaven in de samenleving zijn niet op te lossen op eigen kracht, bijvoorbeeld met gebruikelijke hulp, mantelzorg, hulp van andere personen uit het sociale netwerk, gebruikmaking van algemeen gebruikelijke voorzieningen, algemene voorzieningen of voorliggende voorzieningen, (para)medische zorg en/of door extramurale begeleiding.

  • c)

    Er is met behulp van de ZRM vastgesteld dat de cliënt niet zelfstandig kan wonen. Zie Bijlage ZRM met de scores per levensdomein die van toepassing zijn voor Beschermd Wonen.

  • d)

    Intramurale behandeling voor de psychiatrische aandoening/beperking is afgerond of staat niet (meer) op de voorgrond. Gebaseerd op de mogelijkheden van de cliënt staat de op participatie gerichte ondersteuning vanuit de beschermende woonomgeving op de voorgrond.

  • e)

    Noodzakelijk voor de cliënt is verblijf in een instelling met de daarbij behorende zorg door middel van 24-uurs toezicht.

  • f)

    De cliënt accepteert een begeleiding/ontwikkelingstraject dat met inachtneming van zijn mogelijkheden gericht is op het realiseren van een situatie waarin hij in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.

  • g)

    Er is geen sprake van een andere (voorliggende) voorziening, zoals de Zorgverzekeringswet (Zvw), Wet langdurige zorg (Wlz), Jeugdwet of de Wet forensische zorg.

  • h)

    Er is geen sprake van een acute crisissituatie in de geestelijke gezondheid en/of op andere levensdomeinen en als gevolg hiervan zijn er mogelijkheden voor crisisopvang/opname in de Zvw.

  • i)

    Het (feitelijk) dakloos zijn of slachtoffer zijn van huiselijk geweld is op zichzelf geen grond voor de toegang tot Beschermd Wonen GGZ.

Naast hetgeen in artikel 15, lid 2 van de verordening is geregeld, kan het college een

maatwerkvoorziening Beschermd Wonen tevens weigeren of intrekken indien:

  • a)

    De cliënt in staat is om mee te werken aan een passend ondersteuningstraject, maar niet bereid is mee te werken.

  • b)

    De cliënt zich ernstig misdraagt jegens andere cliënten in de instelling of jegens de medewerkers.

Aansluiting Wmo, Jeugd en Participatiewet Beschermd Wonen

De specifieke regelgeving voor jongeren ten aanzien van huurtoeslag en bijstand in het kader van de Participatiewet sluiten onvoldoende op elkaar aan. Dit is een weeffout in ons sociale systeem. Het gevolg hiervan is dat jongeren onterecht worden opgenomen in de Maatschappelijke Opvang of Beschermd Wonen terwijl er eerder sprake is van een huisvestings- of inkomensprobleem dan van een ondersteuningsvraag.

Samen met aanbieders zal de toegang nader vorm en inhoud geven aan de indicaties voor jongeren 18+. Het moet helder zijn voor welke jongeren de Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen wél of niet de geëigende voorziening is en welke jongeren in staat zijn om uit te stromen naar zelfstandig wonen met begeleiding mits de financiële randvoorwaarden op orde zijn.

Belemmeringen voor de uitstroom van jongeren tot 23 jaar, zoals het ontbreken van betaalbare woonmogelijkheden en/of (voldoende) inkomen van de jongeren worden voortvarend aangepakt. Bijvoorbeeld doordat de lokale gemeente financieel bijspringt om het zelfstandig wonen mogelijk te maken. De toegang kan bijvoorbeeld besluiten om binnen de lokale Wmo de huur voor een jongere voor een bepaalde tijd te betalen als daarmee een onnodig verblijf in Beschermd Wonen wordt voorkomen.

Overgangsregime

Voor burgers die voor 1 januari 2015 al een indicatie voor een GGZ-C pakket vanuit de AWBZ kregen, geldt dat er sprake is van overgangsrecht. In deze overgangsperiode moet de gemeente in overleg met de cliënt een nieuw ondersteunings-arrangement vaststellen.

Wie op 1 januari 2015 een geldige indicatie op grond van de AWBZ heeft voor een ZZP GGZ-C gaat in eerste instantie over naar Beschermd Wonen in de Wmo. De cliënt behoudt zijn aanspraken op Beschermd Wonen tenminste voor een periode van 5 jaar of indien de lopende indicatie voor een kortere periode geldt, voor de nog resterende duur van die indicatie en uiterlijk tot 1-1-2020. Wij noemen dit de groep:

Zelfredzaam (groep 4): De cliënt woont zelfstandig in de wijk en ontvangt ambulante begeleiding, gericht op herstel en/of stabiliteit. Het kan hierbij gaan om enkele uren begeleiding per week tot en met intensieve begeleiding. Cliënten die gebruik maken van het overgangsrecht op basis van een CIZ-indicatie die is afgegeven vóór 1 januari 2015 en deze extramuraal verzilveren, vallen onder deze groep. Na afloop van het overgangsrecht (per 31 december 2019) of het aflopen van de CIZ-indicatie, zal een groot deel van deze cliënten doorstromen naar ambulante ondersteuning in de lokale Wmo.

Indien een cliënt sinds 1-1-2015 ononderbroken gebruik maakt van een intramurale voorziening van Beschermd Wonen en met instemming van de cliënt wordt een ondersteuningsplan opgesteld waarbij de cliënt zelfstandig gaat wonen, schort het college het overgangsrecht op de indicatie Beschermd Wonen op gedurende een periode van 90 dagen.

Binnen een periode van 90 dagen nadat de cliënt feitelijk de instelling verlaat en zelfstandig is gaan wonen kan de cliënt kenbaar maken dat hij/zij alsnog terug wil keren naar een intramurale voorziening voor Beschermd Wonen vanwege een terugval. In dat geval loopt het overgangsrecht op de indicatie voor Beschermd Wonen gewoon door.

Voor mensen die gebruikmaken van het PGB geldt dat zij gedurende de periode van één jaar recht houden op dit PGB (uiterlijk tot 1-1-2016) en dat zij vervolgens tot de einddatum van de indicatie of uiterlijk tot 1-1-2020 wél recht houden op hun indicatie.

3 Voorliggende voorzieningen

Binnen de Wmo is ambulante ondersteuning voorliggend op Beschermd Wonen.

Voor cliënten in Beschermd Wonen is dagbesteding in de vorm van een algemene voorziening voorliggend aan dagbesteding in de vorm van een maatwerkvoorziening.

4 Algemeen gebruikelijke voorzieningen

Niet van toepassing voor Beschermd Wonen.

5 Maatwerkvoorzieningen

De beschikbare maatwerkvoorzieningen staan in de actuele productcodelijst weergegeven.

Bijlage 1 Begrippenlijst beleidsregels Beschermd Wonen

  • a)

    Beschermd Wonen: is het wonen in een accommodatie van een instelling met 24-uur zorg en toezicht aanwezig c.q. nabij.

  • b)

    24-uurs toezicht: direct aanwezige zorg, begeleiding en toezicht, die gericht is op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, psychisch en psychosociaal beter functioneren, stabilisatie van het psychiatrisch ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de cliënt of voor anderen.

  • c)

    Feitelijk dakloos: personen die voor hun overnachting aangewezen zijn op straat, of op een kortdurend verblijf in een laagdrempelige opvangvoorziening (minimaal 10 nachten per jaar) of een tijdelijk onderkomen bij familie, vrienden of kennissen.

  • d)

    ZRM: zelfredzaamheidsmatrix, die de mate van zelfredzaamheid van cliënten eenvoudig en volledig in beeld brengt. De ZRM toetst de zelfredzaamheid op de leefgebieden: inkomen, dagbesteding, huisvesting, gezinsrelaties, geestelijke gezondheidszorg, fysieke gezondheid, verslaving, vaardigheden bij activiteiten van het dagelijks leven (ADL), sociaal netwerk, maatschappelijke participatie en justitie. Per leefgebied is aangegeven welke feitelijke omstandigheden bij welk niveau van zelfredzaamheid horen.

  • e)

    Opvang: onderdak en begeleiding aan personen die de thuissituatie hebben verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor hun veiligheid als gevolg van huiselijk geweld of kindermishandeling. Deze personen zijn niet in staat zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving (artikel 1.1.1 Wmo 2015).

  • f)

    Maatwerkvoorziening Beschermd Wonen: op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een persoon afgestemd geheel van diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen ten behoeve van beschermd wonen.

  • g)

    Zelfstandig Wonen: wonen in een eigen (huur)woning met ambulante ondersteuning.

Bijlage 2 Zelfredzaamheidsmatrix Beschermd Wonen

Met deze matrix wordt de situatie van de cliënt op verschillende levensdomeinen beoordeeld.

Toelichting:

Score 5: volledig zelfredzaam,

Score 4: voldoende zelfredzaam,

Score 3: beperkt zelfredzaam,

Score 2: niet zelfredzaam,

Score 1: acute problematiek (crisis).

Een minimale score van 2 op het gebied van Geestelijke gezondheid is leidend. Score 1, acute

problematiek, komt daarom ook niet voor in bovenstaande tabel. Score 1 bij geestelijke gezondheid

is een acute fase, waarbij intramurale behandeling in een instelling nodig is. Score 1 in de andere

levensdomeinen is ook een contra-indicatie voor Beschermd Wonen. Score 1 impliceert acute

problematiek en deze heeft prioriteit. De crisis moet eerst voorbij zijn. Er moet enige stabiliteit op

alle levensdomeinen zijn, pas dan is Beschermd Wonen passend.