Regeling vervallen per 01-01-2015

Subsidieregeling Regionaal Kompas Oost-Veluwe 2013

Geldend van 10-01-2013 t/m 31-12-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2013

Intitulé

Subsidieregeling Regionaal Kompas Oost-Veluwe 2013

Het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn;

 

Overwegende dat het college bevoegd is voor bepaalde vormen van subsidie nadere regels te stellen dan wel specifieke regelingen vast te stellen:

  • gelet op het feit dat centrumgemeente Apeldoorn jaarlijks subsidie verstrekt voor de maatschappelijke zorg in Oost-Veluwe (gemeente Apeldoorn, Epe, Voorst, Brummen en Heerde) en het wenselijk is om daar juridisch onderbouwde voorwaarden aan te verbinden alsmede criteria vast te stellen voor een verdeelmodel in geval de subsidieaanvragen het subsidieplafond overstijgen

  • gelet op artikel 160 van de Gemeentewet, titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening 2008; het gewenst is om subsidies voor activiteiten als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning, prestatievelden 7, 8 en 9, op basis van een subsidieregeling te verlenen.

 

Besluiten:

De navolgende subsidieregeling Regionaal Kompas Oost-Veluwe vast te stellen

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • 2.

    Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning;

  • 3.

    Asv: Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn;

  • 4.

    gemeente: de gemeente Apeldoorn

  • 5.

    raad: de gemeenteraad van Apeldoorn

  • 6.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn;

  • 7.

    centrumgemeente: centrumgemeente zoals aangewezen door Ministerie van VWS

  • 8.

    contra-indicatie: criterium op basis waarvan een hulpverlenende instelling een cliënt toegang tot hulpverlening weigert;

  • 9.

    maatschappelijke opvang: maatschappelijke opvang als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning;

  • 10.

    openbare geestelijke gezondheidszorg: openbare geestelijke gezondheidszorg als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning;

  • 11.

    verslavingsbeleid: verslavingsbeleid als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning;

  • 12.

    prestatie-indicator: een waarde die aanwijzingen geeft voor een goed betrouwbare schatting van het resultaat

  • 13.

    ketenbenadering: de benadering waarbij de opeenvolgende zorgactiviteiten ten behoeve van een cliënt zodanig op elkaar afgestemd zijn en zo met elkaar samenhangen dat elk individu de meest passende vorm van hulpverlening kan krijgen;

  • 14.

    begeleidingsplan: het plan waarin is aangegeven of, en zo ja welke, opvang en begeleiding van een cliënt nodig is, het begeleidingsplan bevat een zorgplan of behandelplan, een concreet tijdspad, de beoogde doelen en resultaten en een overzicht van de betrokken hulpverlening;

  • 15.

    activiteiten: activiteiten, waaronder begrepen producten en vormen van dienstverlening die in het kader van deze subsidieregeling voor subsidiëring in aanmerking komen.

  • 16.

    rangschikking: de volgorde waarin activiteiten worden geordend om te kunnen bepalen welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie in het geval de subsidieaanvragen het subsidieplafond overstijgen.

Artikel 2. Algemene subsidieverordening Apeldoorn

Tenzij uitdrukkelijk in deze subsidieregeling anders is bepaald gelden de voorwaarden en bepalingen van de Algemene subsidieverordening Apeldoorn.

Artikel 3. Bevoegdheid college

Het college is belast met de uitvoering van deze subsidieregeling.

Artikel 4. Subsidieplafond en verdeling van subsidiebudgetten

Indien toewijzing van alle tijdig ingediende subsidieaanvragen met betrekking tot in deze subsidieregeling subsidiabel gestelde activiteiten zou leiden tot een overschrijding van het door het college voor 2013 vastgestelde subsidieplafond, prioriteert het college de betreffende aanvragen met gebruikmaking van de in artikel 7 genoemde criteria en verleent het vervolgens subsidies aan de hand van de uitkomst van die prioritering.

Hoofdstuk 2 Inhoudelijke bepalingen

Artikel 5. Reikwijdte subsidieregeling

1 De subsidieregeling strekt zich uit tot activiteiten die bijdragen aan de volgende beleidsdoelen:

a het bieden van maatschappelijke opvang en de preventie van dak- en thuisloosheid;

b het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg (met uitzondering van het bieden van psychosociale hulp bij rampen) en het functioneren van een meldpunt;

c het bevorderen van sociale verslavingszorg, de maatschappelijke zorg gericht op verslaafden en de preventie van verslavingsproblemen.

2 Zowel subsidies die de gemeente als centrumgemeente verleent als ook subsidies die de gemeente buiten die hoedanigheid voor lokale activiteiten verleent, vallen onder de werking van de subsidieregeling

Artikel 6. Subsidiabele activiteiten

1 Onverminderd het in artikel 4 bepaalde komen activiteiten die bijdragen aan de realisering van de in artikel 5 genoemde beleidsdoelen voor subsidie in aanmerking indien zij gericht zijn op de volgende activiteiten:

a preventie, voorlichting, informatie en advies;

b ambulante (woon)begeleiding en (psychosociale) dienstverlening;

c outreachende bemoeizorg, outreachende begeleiding en (OGGZ)zorgtoeleiding;

d crisisopvang, nachtopvang, woonvoorzieningen en begeleid wonen;

e inloopvoorzieningen en gebruikersruimten;

f medische heroïneverstrekking;

g individuele begeleidingsplannen voor maatschappelijke zorg;

h sociaal raadslieden;

i buddyzorg, vriendendiensten en vergelijkbare maatjesprojecten;

j cliëntgestuurde initiatieven voor het opbouwen van een sociaal netwerk.

2 In het kader van deze subsidieregeling komen niet voor subsidie in aanmerking activiteiten die gericht zijn op:

a dagbesteding en activering;

b opvang en begeleiding van ex-gedetineerden en veelplegers.

3 Subsidies die de gemeente verleent in de hoedanigheid van centrumgemeente worden slechts verstrekt voor activiteiten die plaatsvinden binnen (de gemeenten behorende tot) het werkgebied van de centrumgemeente Apeldoorn. Incidenteel kan ook subsidie worden verleend voor activiteiten die buiten het werkgebied plaatsvinden, maar die bestemd zijn voor personen afkomstig uit het werkgebied van centrumgemeente Apeldoorn, een en ander ter beoordeling van het college. Het werkgebied van centrumgemeente Apeldoorn is: het grondgebied van de gemeenten Apeldoorn, Epe,, Voorst, Brummen en Heerde.

4 Bij de uitvoering van de op basis van deze subsidieregeling gesubsidieerde activiteiten nemen instellingen en organisaties de Gedragscode landelijke toegankelijkheid en regiobinding maatschappelijke opvang in acht (bijlage 1: Gedragscode)

Artikel 7. Aanvullende subsidiecriteria

1 Indien zich de situatie voordoet als bedoeld in artikel 4, beoordeelt het college eerst met toepassing van artikel 6 de subsidiabiliteit van de activiteiten waarvoor tijdig subsidie is aangevraagd en rangschikt vervolgens de subsidieaanvragen aan de hand van de onderstaande subsidiecriteria.

Bij de rangschikking wordt de volgorde bepaald door de mate waarin:

a de aanvrager in vorige jaren subsidie heeft ontvangen en stopzetting van de gesubsidieerde activiteiten tot vernietiging van maatschappelijk kapitaal leidt;

b de aanvraag voorziet in activiteiten die gericht zijn op de preventie van meervoudige problemen en problemen op het gebied van de geestelijke gezondheid / verslavingsproblemen;

c de aanvraag voorziet in activiteiten die naar het oordeel van het college voorzien in tekorten / behoeften van kwetsbare inwoners;

d de aanvraag kosteneffectief is omdat de verhouding tussen het gevraagde subsidiebedrag per eenheid en de prestaties gelijk of beter is dan het regionale gemiddelde voor die activiteit of beter is dan een door het college te bepalen norm;

e de aanvraag is afgestemd met ketenpartners;

f de aanvraag bijdraagt tot een stedelijk sluitend aanbod;

g de activiteiten gericht zijn op de achtereenvolgende doelgroepen:

  • 1.

    deelnemers laatste kansbeleid

  • 2.

    deelnemers preventieve woonbegeleiding

  • 3.

    jongeren t/m 23 jaar (zwerfjongeren, potentiële zwerfjongeren en jonge moeders met meervoudige problemen (tienermoeders)

  • 4.

    meervoudige probleemgezinnen met kinderen

  • 5.

    overige meervoudige probleemgevallen

2 Het college honoreert de aanvragen naar de volgorde van de uitkomst van de

rangschikking.

Artikel 8. Vereisten subsidieontvanger

Een subsidie wordt slechts verleend aan een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid en zonder winstoogmerk. Voor maatschappelijke zorg dient de instelling of organisatie:

  • 1.

    te zijn toegelaten op grond van artikel 8 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) door het College voor Zorgverzekeringen (CvZ).

  • 2.

    te beschikken over HKZ-certificering voor de GGz. (Keurmerk in het kader van de Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector).

  • 3.

    uiterlijk per de ingangsdatum van de wet Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling te beschikken over een protocol / meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling conform die wetgeving

  • 4.

    uiterlijk per 1-1-2013 te bewerkstelligen dat de voorzieningen van de aanbieder zijn voorzien van het Internationaal Toegankelijkheidssysmbool (ITS) op basis van een test door het Projectbureau Toegankelijkheid van de CG-Raad

Artikel 9. Hoogte subsidie

  • 1

    Het college kan bij het bepalen van de hoogte van de subsidie gebruik maken van nader vast te stellen normbedragen.

  • 2

    Het college kan van deze normbedragen afwijken indien:

a de subsidieontvanger in een door het college te bepalen overbruggingsperiode het gevraagde subsidiebedrag in overeenstemming brengt met het genormeerde subsidiebedrag;

b het college van mening is dat stopzetting van de activiteit maatschappelijk onaanvaardbaar is of op langere termijn tot hogere kosten leidt;

c het college nadere eisen aan de activiteit stelt waardoor meerkosten ontstaan.

Artikel 10. Aanvullende weigeringsgronden

Naast de in de artikelen 4:25 en 4:35 Awb en artikel 4 Asv genoemde gevallen kan de subsidie worden geweigerd indien naar het oordeel van het college:

  • 1.

    de subsidieaanvrager niet voldoende bijdraagt aan de ketenbenadering;

  • 2.

    er voor soortgelijke activiteiten al subsidie wordt verleend;

  • 3.

    de activiteiten onvoldoende bijdragen aan de concrete doelstelling die zijn opgenomen in het Regionaal Kompas Oost-Veluwe 2008-2011 (verlengd t/m 2013)

  • 4.

    de aard en omvang van de activiteit(en) waarvoor subsidie wordt aangevraagd niet aansluiten op de door het college geconstateerde tekorten en behoeften

  • 5.

    de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd, niet kosteneffectief is omdat de verhouding tussen het gevraagde subsidiebedrag per eenheid en de prestaties slechter is dan een door het college te bepalen norm

  • 6.

    de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd uitsluitend of mede tot doel heeft de deelnemers te overtuigen van een politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging;

  • 7.

    de voorzieningen van de aanbieder onvoldoende toegankelijk zijn voor mensen met een beperking

  • 8.

    de subsidieaanvrager niet is ingebed in de lokale of regionale zorgstructuur;

  • 9.

    de regiogemeente waarbinnen de te subsidiëren activiteit wordt verricht en/of voor wiens lokale bevolking de activiteit primair is bedoeld, vanuit de eigen verantwoordelijkheid voor die activiteit bezien onvoldoende bijdraagt in de kosten van de activiteit;

  • 10.

    de financiële continuïteit van de bedrijfsvoering van de subsidieaanvrager niet is gegarandeerd.

Artikel 11. Aanvullende subsidieverplichtingen

Naast de verplichtingen die op grond van de Awb en de Asv bij subsidieverlening aan de subsidieontvanger kunnen worden opgelegd, gelden voor de subsidieontvanger in ieder geval de volgende verplichtingen:

  • 1.

    de subsidieontvanger stelt voor elke cliënt die in opvang of begeleiding wordt genomen een individueel begeleidingsplan op voor alle leefgebieden waarop zich problemen voordoen. De leefgebieden zijn: a. zorg: geestelijke gezondheid, lichamelijke gezondheid en zelfverzorging b. wonen, c. dagbesteding, d. financiën, e. sociaal netwerk, f. veiligheid

  • 2.

    de subsidieontvanger werkt samen met gemeenten en instellingen die actief zijn op hetzelfde terrein en levert een positieve bijdrage aan de ketenbenadering;

  • 3.

    de subsidieontvanger levert een actieve bijdrage aan de stedelijke overleggen;

  • 4.

    de subsidieontvanger voldoet aan de registratieverplichtingen krachtens de Wet maatschappelijke ondersteuning (bijlage 2: Regeling maatschappelijke ondersteuning)

  • 5.

    de subsidieontvanger voldoet aan door het college vast te stellen registratie-verplichtingen (bijlage 3: Registratiegegevens begeleidingspannen en INTRAVAL)

  • 6.

    de subsidieontvanger stelt de eigen registratiegegevens beschikbaar voor onderzoek aan een door het college aan te wijzen onderzoeksbureau voor zover dit en de wijze waarop de gegevens beschikbaar worden gesteld niet in strijd is met de Wet bescherming persoonsgegevens of andere wettelijke regelingen die de privacy betreffen.

Artikel 12. Verplichtingen andere overheden

Voor zover de subsidieverlening activiteiten betreft waarvoor door andere overheden gelden ter beschikking zijn gesteld aan de gemeente Apeldoorn, zijn de verplichtingen die de andere overheden aan de gemeente Apeldoorn ten aanzien van de besteding van deze gelden heeft opgelegd - voor zover relevant - van overeenkomstige toepassing op de subsidieontvanger.

Artikel 13. Doelgebonden verplichtingen

1 Het college kan de subsidieontvanger doelgebonden verplichtingen als bedoeld in artikel 4:38 Awb opleggen in het kader van:

a de openingsuren;

b de kwalificaties van het personeel;

c de samenwerking met andere instellingen;

d de hoogte van de tarieven voor, of bijdragen van deelnemers aan gesubsidieerde activiteiten;

e het innen van de eigen bijdrage van cliënten conform de door de centrumgemeente Apeldoorn vastgestelde verordening inzake de eigen bijdrage Wmo in het kader van de maatschappelijke opvang. (Bijlage 4 Verordening eigen bijdrage maatschappelijke opvang en vrouwenopvang).

2 Voor door de gemeente in het kader van deze regeling gefinancierde individuele begeleidingstrajecten gelden aanvullende verplichtingen (Bijlage 5 Verplichtingen individuele begeleidingsplannen).

3 Het college is tevens bevoegd bij de subsidieverlening andere doelgebonden verplichtingen dande in deze subsidieregeling en in de Asv 2008 genoemde, op te leggen.

Artikel 14. Niet-doelgebonden verplichtingen

Het college kan niet-doelgebonden verplichtingen als bedoeld in artikel 4:39 Awb opleggen ten aanzien van:

  • 1.

    de inschakeling van werkzoekenden en leerlingen;

  • 2.

    het vaststellen van een gedragsprotocol in geval van strafbare feiten of normoverschrijdend gedrag;

  • 3.

    het bestrijden van discriminatie;

  • 4.

    de bevordering van de toegankelijkheid van accommodaties voor mensen met een beperking;

  • 5.

    de bevordering van de integratie van allochtonen;

  • 6.

    de bevordering van de emancipatie van bepaalde groepen op een bepaald terrein;

  • 7.

    de bevordering van het democratisch functioneren van de subsidieontvanger.

Hoofdstuk 3 Procedurele bepalingen

Artikel 15. Subsidieaanvraag 2013

1 Om voor een subsidie in aanmerking te komen, dient vóór 1 mei 2012 een schriftelijke aanvraag bij het college te zijn ingediend, onder bijvoeging van de volgende stukken:

a een daadwerkelijk verzoek om subsidie voor het kalenderjaar 2013

b een activiteitenplan, waarin een gespecificeerd overzicht is opgenomen van door de subsidieaanvrager voorgenomen activiteiten en de door hem nagestreefde doelen. Dit overzicht dient in ieder geval informatie te bevatten over:

  • -

    het volume van de afzonderlijke activiteiten, uitgedrukt in teleenheden en het gevraagde subsidiebedrag per teleenheid per activiteit;

  • -

    een toelichting op doelen, beoogde resultaten of maatschappelijke effecten (zo veel mogelijk uitgedrukt in prestatie-indicatoren), methodieken, doelgroepen en eventuele door de subsidieaanvrager gehanteerde contra-indicaties;

c een gespecificeerde begroting bestaande uit een overzicht van de geraamde inkomsten en uitgaven, voor zover deze betrekking hebben op de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

d vermelding of en in hoeverre sprake is van één of meer van de in artikel 7 lid 1genoemde omstandigheden op basis waarvan het college een rangschikking kan maken (zie artikel 7, lid 1.);

e de wijze waarop de subsidieaanvrager cliënttevredenheid meet;

f opgave van bij andere bestuursorganen of organisaties ingediende aanvragen voor subsidie dan wel sponsoring of vergoeding ten behoeve van of tegemoetkoming in dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot die aanvragen.

2 Binnen uiterlijk 12 weken na de vaststelling van de gemeentebegroting 2013 beslist het college conform artikel 8 Asv op de ingediende subsidieaanvragen 2013. De subsidiebeschikkingen vermelden tevens een besluit over eventuele bevoorschotting.

Artikel 16. Aanvraag vaststelling subsidie 2013

1 De aanvraag tot vaststelling van de subsidie 2013 dient schriftelijk vóór 1 mei 2014 bij het college te worden ingediend.

2 De aanvraag tot vaststelling van de subsidie 2013 dient vergezeld te gaan van de volgende stukken:

a een daadwerkelijk verzoek tot vaststelling van de voor 2013 verleende subsidie;

b een verslag van de in 2013 verrichte activiteiten met een beschrijving van de gevolgde werkwijze en het behaalde resultaat in relatie tot de bij de subsidieverlening vastgestelde resultaatverplichtingen en een overzicht van de gerealiseerde inkomsten en uitgaven, voor zover deze betrekking hebben op de activiteiten waarvoor subsidie is verleend;

3 In aanvulling op de in het tweede lid genoemde stukken kan het college in de beschikking tot subsidieverlening aangeven dat bij de aanvraag tot subsidievaststelling een of meer van de volgende stukken moeten worden meegezonden:

a een door het bestuur ondertekende jaarrekening met daarin minimaal een staat van baten en lasten alsmede een balans en toelichtingen daarop;

b een verklaring omtrent van getrouwheid en rechtmatigheid, afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek alsmede het accountantsrapport waarop de verklaring is gebaseerd.

c een door een accountant opgesteld rapport van specifieke werkzaamheden met betrekking tot de activiteiten waarvoor subsidie is verleend.

4 Binnen 12 weken na indiening van de complete aanvraag tot subsidievaststelling neemt het college daarover een bestuit.

Artikel 17. Hardheidsclausule

Het college kan artikelen van deze subsidieregeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van de opvang en begeleiding van kwetsbare burgers leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 18. Onvoorziene gevallen

In onvoorziene gevallen beslist het college.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 19. Overgangsrecht

1 Deze subsidieregeling zijn van toepassing op subsidieaanvragen met betrekking tot activiteiten in het kalenderjaar 2013.

2 In beschikkingen opgenomen subsidieafspraken met een meerjarig karakter worden gestand gedaan.

Artikel 20. Inwerkingtreding

Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag van publicatie en werkt terug tot 1 maart 2012.

Artikel 21. Citeertitel

Deze subsidieregeling worden aangehaald als:

Subsidieregeling Regionaal Kompas Oost-Veluwe 2013

Aldus vastgesteld door het college d.d. 26 november 2012

Gepubliceerd in het Apeldoorns Stadsblad d.d. 9 januari 2013

Inwerking getreden d.d. 10 januari 2013 en werkt terug tot 1 januari 2013

Bijlagen:

1: Gedragscode landelijke toegankelijkheid en regiobinding

2: Regeling maatschappelijke ondersteuning

3: Registratiegegevens begeleidingspannen en INTRAVAL

4 Verordening eigen bijdrage maatschappelijke opvang en vrouwenopvang

5 Verplichtingen individuele begeleidingsplannen.