Regeling vervallen per 01-01-2015

Kwijtscheldingsbesluit 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2014

Intitulé

KWIJTSCHELDINGSBESLUIT 2014

De raad van de gemeente Apeldoorn;

Gelezen het voorstel van het college d.d. 10 september 2013, nr. 125/2013;

Gelet op artikel 255, derde lid van de Gemeentewet, artikel 26 Invorderingswet 1990, alsmede de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990;

BESLUIT:

vast te stellen het navolgende Kwijtscheldingsbesluit 2014:

Artikel 1 Omvang

  • 1. Gehele of gedeeltelijke kwijtschelding kan worden verleend voor aanslagen op grond van:

    • a.

      de verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen;

    • b.

      de verordening op de heffing en invordering van rioolheffing;

    • c.

      de verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting, met toepassing van de

      regels, welke in de betreffende verordening hondenbelasting inzake kwijtschelding zijn

      opgenomen;

    • d.

      de verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing, met toepassing van

      de regels, welke in de betreffende verordening afvalstoffenheffing inzake kwijtschelding

      zijn opgenomen;

    • e.

      de verordening op de heffing en invordering van begraafplaatsrechten, met dien verstande

      dat uitsluitend voor verlenging van het onderhoudsrecht kwijtschelding wordt verleend,

      waarbij het onderhoudsrecht voor een eigen graf waarvoor het uitsluitend recht op begraven is verleend voor onbepaalde tijd tot het tijdstip waarop de begraafplaats tien jaar is gesloten, is uitgezonderd.

Artikel 2 Kosten van bestaan

  • 1. Bij de kwijtschelding van de in artikel 1 van dit besluit genoemde heffingen wordt in afwijking van artikel 16, tweede lid, onderdelen a en b, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan gesteld op 100 %.

  • 2. In afwijking van het eerste lid worden de kosten van bestaan van de in artikel 1a van de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen bedoelde AOW-gerechtigde personen gesteld op 100 % van de toepasselijke, in genoemd artikel 1a bedoelde netto AOW-bedragen.

Artikel 3 Netto kosten kinderopvang

Als uitgaven als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 worden mede in aanmerking genomen de in artikel 28, derde lid, van genoemde regeling bedoelde netto kosten van kinderopvang.

Artikel 4 Vermogen

  • 1. In afwijking van artikel 12, tweede lid onder d van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 mag het totale bedrag aan financiële middelen van de belastingschuldige niet meer bedragen dan € 2.269,--. Indien de belastingschuldige een echtgenoot heeft, als bedoeld in artikel 3 van de Wet werk en bijstand, dan mag dit bedrag niet meer bedragen dan € 4.538,--.

  • 2. Voor personen die op 31 december 1999 de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt, is artikel 12 van de Uitvoeringsregeling wel volledig van toepassing.

Artikel 5 Voorwaarden

  • 1. Indien een verzoek wordt ontvangen en er op de aanslag, waarvoor het verzoek om kwijtschelding wordt gedaan, reeds invorderingskosten in rekening zijn gebracht, dan kan niet eerder tot kwijtschelding worden overgegaan dan nadat de kosten volledig zijn voldaan.

  • 2. Als bij het indienen van het verzoek om kwijtschelding wordt vastgesteld dat er sprake is van andere openstaande aanslagen bij de belastingschuldige en/of zijn echtgeno(o)t(e), als bedoeld in artikel 3 van de Wet Werk en Bijstand, waarvan de vervaldatum op het moment van het indienen van het verzoek is verstreken en waarvoor geen (dwangmatige) betalingsregeling is verleend, dan kan er besloten worden tot kwijtschelding onder voorwaarden. De gestelde voorwaarden worden in de beschikking vermeld.

Artikel 6 Overgangsbepaling

Het Kwijtscheldingsbesluit 2013 blijft van toepassing op aanvragen kwijtschelding, die vóór 1 januari 2014 ontvangen worden.

Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Het Kwijtscheldingsbesluit 2013, vastgesteld op 8 november 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van inwerkingtreding, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op aanvragen kwijtschelding die vóór 1 januari 2014 ontvangen worden.

  • 2. Dit kwijtscheldingsbesluit treedt in werking op 1 januari 2014.

  • 3. Dit kwijtscheldingsbesluit wordt aangehaald als ‘Kwijtscheldingsbesluit 2014’.