Uitvoeringsvoorschriften gehandicaptenparkeerplaatsen op kenteken gemeente Apeldoorn

Geldend van 05-12-2013 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsvoorschriften gehandicaptenparkeerplaatsen op kenteken gemeente Apeldoorn

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

Inleiding

De gemeente Apeldoorn ontvangt regelmatig aanvragen van houders van een gehandicaptenparkeerkaart voor het realiseren van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken. Tijdens piekmomenten is de parkeerdruk in woonwijken dermate hoog dat het niet altijd mogelijk is om op een korte afstand van de betreffende woning te parkeren. Met het aanwijzen van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats wordt de mobiliteit van bewoners met en handicap gewaarborgd.

Door het ontbreken van vastgestelde voorschriften is de afgelopen jaren wisselend omgegaan met het toekennen van gehandicaptenparkeerplaatsen op kenteken. Dit schept onduidelijkheid voor zowel de gemeente Apeldoorn als de aanvrager van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats.

De bezwarencommissie (tijdens hoorzittingen) en de verkeersadviseur van de politie (bij advisering) hebben gevraagd naar de uitvoeringsvoorschriften inzake gehandicaptenparkeerplaatsen op kenteken. Met het vaststellen van uitvoeringsvoorschriften voor het al dan niet aanwijzen van gehandicaptenparkeerplaatsen op kenteken wordt duidelijkheid geschapen. Het wordt voor een aanvrager niet meer mogelijk te verwijzen naar een in het verleden aangewezen gehandicaptenparkeerplaats op kenteken die niet aan de vastgestelde uitvoeringsvoorschriften voldoet.

Na het vaststellen van de uitvoeringsvoorschriften weet een aanvrager van tevoren of hij/zij in aanmerking komt voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats.

In de Algemene wet bestuursrecht (artikel 4.81 t/m artikel 4.84) zijn regels opgenomen inzake het vaststellen van uitvoeringsvoorschriften. Voor het aanwijzen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken is daarnaast een aantal wettelijke bepalingen van kracht. In artikel 15, lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994) is opgenomen dat voor de plaatsing van (nader aan te wijzen) verkeersborden een verkeersbesluit vereist is. In artikel 18, lid 1, onder d van de WVW 1994 is daarnaast opgenomen in welke gevallen het college van burgemeester en wethouders deze verkeersbesluiten moet nemen. In artikel 8 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) is vervolgens opgenomen dat een gehandicaptenparkeerplaats kan worden gereserveerd voor een bepaald voertuig en artikel 12 van dit besluit meldt dat voor het aanwijzen van een gehandicaptenparkeerplaats een verkeersbesluit moet worden genomen.

Dit document omhelst de criteria voor de realisatie (1), de wijziging (2) en de verwijdering (3) van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken.

1. Realisatie gehandicaptenparkeerplaats op kenteken

Om te mogen parkeren op een algemene gehandicaptenparkeerplaats is een geldige gehandicaptenparkeerkaart vereist. In onderdeel 1.1 wordt hier op ingegaan. Aan de hand van een aantal criteria wordt getoetst of een aanvrager in aanmerking komt voor een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken. Deze criteria zijn in onderdeel 1.2 beschreven. In onderdeel 1.3 komt vervolgens een aantal locatiecriteria aan bod. Aan de hand van deze criteria wordt in overleg met de aanvrager de meest gunstige locatie gekozen. Ten slotte wordt in onderdeel 1.4 de totale procedure omtrent de realisatie van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken beschreven.

1.1: verstrekken gehandicaptenparkeerkaart

De regels omtrent het verstrekken van Europese gehandicaptenparkeerkaarten zijn opgenomen in de Regeling gehandicaptenparkeerkaart. Conform artikel 1 van de Regeling kunnen voor een gehandicaptenparkeerkaart in aanmerking komen:

  • a.

    bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en van brommobielen, die ten gevolge van een aandoening of gebrek een aantoonbare loopbeperking hebben van langdurige aard, waardoor zij – met de gebruikelijke loophulpmiddelen – in redelijkheid niet in staat zijn zelfstandig een afstand van meer dan 100 meter aan een stuk te voet te overbruggen;

  • b.

    passagiers van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en van brommobielen, die ten gevolge van een aandoening of gebrek een aantoonbare loopbeperking hebben van langdurige aard, waardoor zij – met de gebruikelijke loophulpmiddelen – in redelijkheid niet in staat zijn zelfstandig een afstand van meer dan 100 meter aan een stuk te voet te overbruggen en die voor het vervoer van deur tot deur continu afhankelijk zijn van de hulp van de bestuurder;

  • c.

    bestuurders en passagiers van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en van brommobielen, die ten gevolge van een aandoening of gebrek permanent rolstoelgebonden zijn;

  • d.

    bestuurders en passagiers van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en van brommobielen, andere dan bedoeld onder a. en b., die ten gevolge van een aandoening of gebrek aantoonbare ernstige beperkingen, andere dan loopbeperkingen hebben;

  • e.

    het bestuur van instellingen ten behoeve van het personeel belast met het vervoer van bewoners die voldoen aan de criteria onder b, c en d.

Op de Europese gehandicaptenparkeerkaart wordt met een hoofdletter B aangegeven of het een gehandicapte bestuurder betreft. Een hoofdletter P wordt gebruikt als het een gehandicapte passagier betreft. Een gehandicaptenparkeerkaart bestemd voor een instelling wordt aangeduid met een hoofdletter I.

De gemeente Apeldoorn werkt daarnaast met gemeentelijke gehandicaptenparkeerkaarten. De belangrijkste verschillen van een gemeentelijke gehandicaptenparkeerkaart met een Europese gehandicaptenparkeerkaart is dat een gemeentelijke gehandicaptenparkeerkaart enkel van kracht is in de gemeente Apeldoorn en dat voor een bestuurder een zelfstandige loopafstand van 200 meter geldt.

Afgifte van gehandicaptenparkeerkaarten vindt plaats door het WMO – loket van de gemeente Apeldoorn. Voor de afgifte van een gehandicaptenparkeerkaart moet de gemeente Apeldoorn medisch advies inwinnen.

1.2: criteria aanwijzen gehandicaptenparkeerplaats op kenteken

Iedere aanvraag voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats wordt getoetst op de volgende criteria:

  • -

    legitimatie en kentekenbewijs;

  • -

    afstand tot (eigen) woning;

  • -

    soort gehandicaptenparkeerkaart;

  • -

    ontbreken parkeermogelijkheid op eigen terrein.

Legitimatie en kentekenbewijs

De aanvrager dient zich te legitimeren en aan te tonen dat hij de gebruiker is van het te parkeren voertuig. Dit kan door het tonen van het kentekenbewijs dat op zijn naam staat of op naam van een medebewoner. Indien het een lease- of bruikleenauto betreft, kan dit door middel van het tonen van de leaseovereenkomst. Het Wmo-loket maakt hiervan bij het indienen van de aanvraag een kopie.

Afstand tot (eigen) woning

Het is van belang dat de aanvrager een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken aanvraagt binnen een afstand van 100 meter tot de (eigen) woning. Het is dan ook niet mogelijk om een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken aan te vragen die verder ligt dan deze afstand of voor een andere locatie dan nabij de (eigen) woning.

Soort gehandicaptenparkeerkaart

Bij dit criterium wordt gekeken naar het type Europese gehandicaptenparkeerkaart. De aanvrager die in het bezit is van een bestuurderskaart kan in aanmerking komen voor een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken. Als een aanvrager de beschikking heeft over een passagierskaart, dan komt de aanvrager enkel in aanmerking voor een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken als de aanvrager continu afhankelijk is van de bestuurder. Dit is het geval als de passagier:

  • -

    een verstandelijke beperking heeft;

  • -

    rolstoelgebonden is;

  • -

    jonger is dan 12 jaar.

Bij deze passagiers is het namelijk niet verantwoord om de passagier alleen voor de deur op te halen of af te zetten. Het is echter wel van belang dat in dit geval een medebewoner de bestuurder is van het motorvoertuig waarvoor de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt afgegeven.

Een aanvrager die in het bezit is van een gemeentelijke gehandicaptenparkeerkaart (bestuurder of passagier) en ook voldoet aan de criteria voor een Europese gehandicaptenparkeerkaart, komt ook in aanmerking komen voor een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken. De aanvraag wordt dan eerst ter toetsing voorgelegd aan de medisch adviseur van de gemeente. Deze toetst of de aanvrager in aanmerking komt voor een Europese gehandicaptenparkeerkaart. Afhankelijk van de uitkomst wordt de procedure voortgezet. De medewerker van het Wmo-loket adviseert hierbij en geeft aan of de betrokken persoon hierin kansrijk zal zijn.

Ontbreken parkeermogelijkheid op eigen terrein

De aanvrager komt niet in aanmerking voor een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken als er een parkeermogelijkheid op eigen terrein aanwezig is. Hierbij valt te denken aan een oprit/carport, een garagebox of een parkeerplaats in een parkeergarage. De aanvrager komt echter alsnog in aanmerking voor een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken als de breedte van de garagebox minder is dan 3,50 meter.

In specifieke te motiveren gevallen kan afgeweken worden van de hiervoor genoemde criteria. Deze gemotiveerde afwijking dient duidelijk in het te nemen verkeersbesluit omschreven te worden.

1.3: criteria locatiekeuze gehandicaptenparkeerplaats op kenteken

Nadat getoetst is of een aanvrager in aanmerking komt voor een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken, moet een keuze worden gemaakt voor de exacte locatie en de inrichting van de gehandicaptenparkeerplaats. In veel gevallen is deze locatiekeuze en inrichting maatwerk. In overleg met de aanvrager wordt de locatie en de inrichting bepaald. Bij het kiezen van de locatie en inrichting moet echter rekening worden gehouden met de volgende criteria:

  • -

    bij voorkeur geen locatie langs een gebiedsontsluitingsweg;

  • -

    bij voorkeur voldoen aan richtlijnen CROW;

  • -

    aanpassing parkeervak mag bij voorkeur niet ten koste gaan van een extra openbare parkeerplaats.

Bij voorkeur geen locatie langs een gebiedsontsluitingsweg

De gemeente Apeldoorn heeft de wegcategorisering van het gemeentelijk wegennet vastgesteld in de Verkeersvisie 2010 – 2020. In de wegcategorisering wordt onderscheid gemaakt in de functies gebiedsontsluitingsweg (verkeersader) en erftoegangsweg (verblijfsgebied). Op gebiedsontsluitingswegen staat de doorstroming van het verkeer centraal. De doorstroming van het verkeer is op erftoegangswegen echter ondergeschikt aan de verblijfsfunctie op de weg. Gezien de beperkte mobiliteit van houders van een gehandicaptenparkeerkaart is het wenselijk dat een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt gerealiseerd op een erftoegangsweg. Het conflict tussen de parkeerbewegingen van de bestuurder en de verkeersdoorstroming op de gebiedsontsluitingsweg wordt hiermee voorkomen.

Bij voorkeur voldoen aan richtlijnen CROW

Voor de realisatie van een gehandicaptenparkeerplaats adviseert het kennisplatform verkeer en vervoer CROW (kennisplatform verkeer en vervoer) specifieke afmetingen. Deze specifieke afmetingen worden geadviseerd zodat de gebruikers van een gehandicaptenparkeerplaats de parkeerplaats op een veilige manier kunnen naderen/verlaten. De keuze om de afmetingen van een parkeervak aan te passen is in veel gevallen maatwerk. Dit is mede afhankelijk van de financiële gevolgen die deze keuze kan hebben. In overleg met de aanvrager moet worden gezocht naar een passende oplossing. Een gehandicaptenparkeerplaats wordt enkel afgekruist door middel van vakmarkering als er in de betreffende situatie geen vakmarkering aanwezig is op of langs de weg.

Aanpassing parkeervak mag bij voorkeur niet ten koste gaan van een extra openbare parkeerplaats

Als in overleg met de aanvrager een keuze is gemaakt voor een locatie voor de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken en er wordt besloten om de afmetingen van het bestaande parkeervak aan te passen, dan mag deze aanpassing bij voorkeur niet ten koste gaan van een extra openbare parkeerplaats. Met name in relatief oudere woonwijken is de parkeercapaciteit schaars. De beschikbare parkeercapaciteit moet dan ook zo effectief mogelijk worden benut. In veel gevallen is het dan ook wenselijk om een locatie te kiezen aan de kopse kant van een parkeerstrook.

1.4 : procedure aanwijzen gehandicaptenparkeerplaats op kenteken

Voordat een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken daadwerkelijk is gerealiseerd moeten de volgende zeven stappen worden uitgevoerd:

1.Invullen aanvraagformulier

Aanvragers voor een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken moeten als eerste stap een aanvraagformulier invullen. Dit aanvraagformulier is digitaal op te vragen via de gemeentelijk website of analoog via het gemeentelijke telefoonnummer. Het formulier moet persoonlijk worden ingeleverd bij het Wmo-loket van de gemeente Apeldoorn.

2.Betalen leges/toetsen aanvraagformulier

Op grond van artikel 29 van het BABW kunnen de kosten voortvloeiende uit de plaatsing van bord E6 van bijlage 1 van het RVV 1990 worden verhaald op degene of degenen ten behoeve van wie het bord is geplaatst. De kosten van deze plaatsing worden in de gemeente Apeldoorn niet verhaald op de aanvrager. De aanvrager betaalt echter wel leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag.

Bij het inleveren van het aanvraagformulier bij het Wmo-loket van de gemeente Apeldoorn toetst de consulent of de aanvraag voldoet aan de criteria die genoemd zijn in onderdeel 1.2. In het bevestigende geval wordt de aanvraag in procedure gebracht. Op dat moment moeten de leges worden betaald. Deze kosten worden niet terugbetaald als de aanvraag alsnog wordt afgewezen. De hoogte van het bedrag is opgenomen in de ‘Tarieventabel leges’ van de gemeente Apeldoorn.

3.Toetsen aanvraag locatie

De aanvraag wordt vervolgens beoordeeld door een verkeerskundig medewerker van de gemeente Apeldoorn. Indien de aanvraag voldoet aan de criteria die genoemd zijn in onderdeel 1.3 wordt in goed overleg met de aanvrager de locatie van de betreffende parkeerplaats besproken. Een afspraak op locatie kan onderdeel uitmaken van de procedure. De aanvraag voor een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt afgewezen als deze niet voldoet aan de vastgestelde criteria. Op de afwijzing staat bezwaar en beroep open.

4.Nemen verkeersbesluit

Nadat het aanvraagformulier is goedgekeurd en de locatie van de betreffende parkeerplaats is besproken, wordt een verkeersbesluit genomen door het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn. Volgens artikel 12 van het BABW geschiedt de realisatie van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken namelijk krachtens een verkeersbesluit.

In het verkeersbesluit wordt de exacte cijfer- en lettercombinatie van het kenteken niet benoemd, maar wordt aangegeven dat een onderbord wordt geplaatst met het kenteken van het voertuig dat door de aanvrager in gebruik is. Hiermee wordt voorkomen dat een nieuw verkeersbesluit genomen moet worden bij de aankoop van een nieuw voertuig door de aanvrager.

5.Versturen brief

De aanvrager voor een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken ontvangt een brief op het moment dat het verkeersbesluit is ondertekend door het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn. In deze brief wordt onder andere toegelicht dat de aanvraag door het college is gehonoreerd en wordt de aanvrager op de hoogte gesteld omtrent de realisatie van de parkeerplaats.

De aanvrager ontvangt ook een brief als de aanvraag door het college is afgewezen. Als de aanvraag wordt afgewezen, dan wordt stap 4 niet uitgevoerd. Tegen de afwijzing staat bezwaar en beroep open.

6.Publicatie verkeersbesluit

Op basis van artikel 26 van het BABW wordt het verkeersbesluit gepubliceerd. Na de publicatie kunnen belanghebbenden binnen een periode van zes weken een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders. Het bezwaarschrift wordt dan ter advies voorgelegd aan een onafhankelijke bezwaarschriftencommissie.

7.Opdracht tot uitvoering

Het besluit is na publicatie meteen van kracht. Gezien de beperkte mobiliteit van houders van een gehandicaptenparkeerkaart is het van belang dat de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken zo spoedig mogelijk wordt gerealiseerd. Na publicatie wordt dan ook meteen opdracht gegeven om de betreffende parkeerplaats te realiseren. Hierbij wordt het risico gelopen dat bij een eventueel bezwaarschrift dat gegrond wordt verklaard de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken weer verwijderd moet worden.

2. Wijzigen kenteken of wijzigen locatie gehandicaptenparkeerplaats op kenteken

Bij de aanschaf van een nieuw voertuig moet het onderbord op de gehandicaptenparkeerplaats op kenteken worden vervangen. De aanvrager dient bij het Wmo-loket door het tonen van het kentekenbewijs of de lease-/bruikleenovereenkomst aan te tonen met welk voertuig in het vervolg op de plek geparkeerd gaat worden. Het vervangen van het onderbord wordt uitgevoerd door de gemeente Apeldoorn. Voor het wijzigen van het onderbord worden geen kosten in rekening gebracht.

In verband met verhuizing of in het kader van efficiëntie kan de locatie van een bestaande gehandicaptenparkeerplaats op kenteken worden gewijzigd. Hiervoor moet de procedure genoemd onder paragraaf 1.4 opnieuw worden gevolgd. Dit houdt dus in dat de aanvrager opnieuw leges moet betalen. Er worden geen leges in rekening gebracht als de wijziging van de locatie van de gehandicaptenparkeerplaats een initiatief is van de gemeente Apeldoorn.

3. Verwijderen gehandicaptenparkeerplaats op kenteken

Een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken wordt verwijderd indien er sprake is van één van de volgende gevallen:

  • -

    de aanvrager (of medebewoner) is verhuisd;

  • -

    de aanvrager (of medebewoner) is overleden;

  • -

    de aanvrager (of medebewoner) is niet langer in het bezit van een voertuig;

  • -

    de aanvrager (of medebewoner) is niet langer in het bezit van een geldig rijbewijs;

  • -

    de aanvrager beschikt niet langer over een gehandicaptenparkeerkaart;

  • -

    indien de parkeerplaats is toegewezen op grond van door de aanvrager verschafte onjuiste gegevens en de parkeerplaats niet zou zijn toegewezen indien de onjuistheid van die gegevens ten tijde van de aanvraag en keuring bekend zou zijn geweest.

De uitvoeringsvoorschriften treden in werking op de dag na de dag van bekendmaking. Deze uitvoeringsvoorschriften worden aangehaald als ‘uitvoeringsvoorschriften gehandicaptenparkeerplaatsen op kenteken gemeente Apeldoorn’.

Aldus vastgesteld door het college d.d. 17 juli 2013

Gepubliceerd in het Apeldoorns Stadsblad d.d. 4 december 2013

Inwerking getreden d.d. 5 december 2013