Regeling vervallen per 15-07-2015

subsidieregeling algemene voorzieningen WMO 2015

Geldend van 31-07-2014 t/m 14-07-2015

Intitulé

SUBSIDIEREGELING ALGEMENE VOORZIENINGEN WMO 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn,

Overwegende dat het noodzakelijk is nadere regels vast te stellen voor het subsidiëren van algemene voorzieningen binnen de kaders van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015, de nota “De kracht van Apeldoorners”, de visie en uitvoeringsnota “Welzijn & Zorg, vrijwilligerswerk en mantelzorg 2014” en de Verordening maatschappelijke ondersteuning;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 4 van de Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn 2014;

BESLUIT:

De subsidieregeling Algemene voorzieningen WMO 2015 vast te stellen.

Artikel 1 Algemene bepalingen

  • 1. Tenzij in deze regeling uitdrukkelijk anders wordt vermeld, gelden de voorwaarden en bepalingen van de Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn 2014.

  • 2. Voor subsidieverstrekking geldt naast het bepaalde in deze subsidieregeling tevens het bepaalde in de beschrijving van de subsidieregeling.

  • 3. Voor toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      Asv: de Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn 2014;

    • b.

      Awb: Algemene wet bestuursrecht.

    • c.

      instelling: een organisatie die rechtspersoonlijkheid bezit, die zich ten doel stelt om zonder winstoogmerk activiteiten te verrichten ten behoeve van de inwoners van de gemeente Apeldoorn.

    • d.

      integraal aanbod: een dekkende en evenwichtige spreiding van functies afgestemd op de aantoonbare behoefte van de inwoners.

    • e.

      uitvoeringsovereenkomst: een schriftelijke overeenkomst tussen de subsidieontvanger en de gemeente waarvan de totstandkoming één van de voorwaarden is voor de verlening van de subsidie.

    • f.

      Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Het college kan op aanvraag aan een instelling subsidie verstrekken voor activiteiten die strekken tot het realiseren van een integraal aanbod van de navolgende functies afgestemd op de aantoonbare behoefte van de inwoners:

    • a.

      Ontmoeting;

    • b.

      Dagbesteding;

    • c.

      Cliëntondersteuning;

    • d.

      Maatschappelijke opvang;

    • e.

      Vrijwilligersondersteuning;

    • f.

      Mantelzorgondersteuning;

    • g.

      Toeleiding en begeleiding naar participatie;

  • 2. De subsidie, als bedoeld in lid 1, wordt in de vorm van een jaarlijkse subsidie verstrekt.

Artikel 3 Subsidieplafond

Het college stelt subsidieplafonds vast voor het subsidiëren van de in artikel 2 lid 1 genoemde functies.

Het college kan eerder vastgestelde subsidieplafonds verhogen of verlagen.

Artikel 4 De aanvraag

In afwijking van artikel 8, lid 1 Asv dient de aanvraag voor subsidie vóór 1 oktober 2014 ingediend te worden bij het college op de daarvoor door het college vastgestelde aanvraagformulier met bijbehorende bijlagen.

Artikel 5 Eisen aan de aanvrager

Voor subsidiëring op grond van deze regeling komen uitsluitend in aanmerking instellingen die:

  • a.

    beschikken over aantoonbare kennis en ervaring in het desbetreffende werkgebied;

  • b.

    zijn ingebed in de lokale sociale infrastructuur;

  • c.

    sectorconforme tarieven hanteren;

  • d.

    samenwerken in een samenwerkingsverband;

  • e.

    beschikken over een vrijwilligersbeleid;

  • f.

    beschikken, indien van toepassing, over beroepskrachten die de Nederlandse taal in woord en geschrift beheersen;

  • g.

    werken op methodische wijze, indien er sprake is van beroepskrachten;

  • h.

    een regeling vastgesteld hebben voor de afhandeling van klachten c.q. medezeggenschap van cliënten;

  • i.

    bij het uitvoeren van de activiteiten alleen gekwalificeerde beroepskrachten inzet die beschikken over competenties en vaardigheden conform bijgevoegd competentieprofiel;

  • j.

    geen eigen bijdrage heffen, met uitzondering van consumptieve en recreatieve goederen.

Artikel 6 Aanvullende beoordelingscriteria en verdeling subsidie

  • 1. Indien toewijzing van alle tijdig en volledig ingediende aanvragen met betrekking tot in deze subsidieregeling subsidiabel gestelde activiteiten zou leiden tot een overschrijding van het subsidieplafond als bedoeld in artikel 3, lid 1 rangschikt het college de aanvragen aan de hand van de navolgende kwaliteitscriteria:

    • a.

      de mate waarin de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd beantwoorden aan de doelstellingen van de betreffende functie(s).

    • b.

      de mate waarin de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd bijdragen aan de kwaliteit van het integrale aanbod.

    • c.

      de mate waarin sprake is van een integraal aanbod.

    • d.

      de mate waarin innovatieve projecten een onderscheidende bijdrage leveren aan producten, diensten of resultaten van de betreffende functie(s).

    • e.

      de mate waarin sprake is van (bestaande) samenwerking tussen de subsidiepartners binnen het integrale aanbod en op welke wijze aan deze samenwerking uitvoering wordt gegeven.

    • f.

      de mate waarin sprake is van (bestaande) samenwerking met overige sociale partners, waaronder de gemeente en op welke wijze aan deze samenwerking uitvoering wordt gegeven.

    • g.

      de mate waarin een relatie wordt gelegd met de doelstellingen van de Wmo en de overige functies.

  • 2. De instellingen die het hoogst in rangorde staan komen in aanmerking voor subsidie voorzover de subsidieverstrekking bijdraagt aan het realiseren van het integrale aanbod en tot het subsidieplafond als bedoeld in artikel 3 is bereikt.

Artikel 7 Aanvullende weigeringsgronden

De subsidieverlening kan, naast de in artikel 4:25, 4:35 Awb en artikel 9 Asv genoemde gevallen, geweigerd worden indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:

  • a.

    de activiteiten blijkens de ingediende begroting een onvoldoende betrouwbare financiële basis hebben;

  • b.

    de activiteiten geen aantoonbare bijdrage leveren aan het integrale aanbod;

  • c.

    de activiteiten onvoldoende bijdragen aan de doelstellingen van de Wmo en de functies als bedoeld in artikel 2 lid 1;

  • d.

    de subsidieaanvrager niet voldoet aan de in artikel 5 gestelde eisen.

Artikel 8 Subsidiabele kosten

1.De subsidie wordt verstrekt tot het maximum van de aantoonbare behoefte.

Artikel 9 Voorwaarden

  • 1. Subsidie kan worden verleend onder de opschortende voorwaarde dat terzake van de uitvoering van de verleningsbeschikking een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36 lid 1 van de Awb tot stand komt.

  • 2. Een subsidie ten laste van de begroting, die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen in de begroting beschikbaar zullen worden gesteld.

Artikel 10 Verplichtingen

  • 1. Het college kan in aanvulling op artikel 11 en 12 Asv aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opleggen:

    • a.

      de subsidieontvanger verleent alle medewerking aan evaluatie en monitoring van gesubsidieerde activiteiten;

    • b.

      de subsidieontvanger informeert het college onverwijld indien de continuïteit van de gesubsidieerde activiteiten in het geding zijn;

    • c.

      de subsidieontvanger leeft de op hem rustende verplichtingen uit hoofde van de Wmo en de daarop gebaseerde of daarmee verband houdende wet- en regelingeving na;

    • d.

      de subsidieontvanger blijft gedurende de looptijd van de subsidie voldoen aan de eisen en criteria zoals genoemd in deze subsidieregeling;

    • e.

      de subsidieontvanger is op de hoogte van en neemt, indien nodig, deel aan relevante netwerken voor informatie-uitwisseling. Gebruikt stedelijke expertisecentra bij het uitvoeren van haar dienstverlening;

    • f.

      de subsidieontvanger is op de hoogte van en sluit aan bij stedelijke en gebiedsgerichte ontwikkelingen op het gebied van welzijn en zorg;

    • g.

      de subsidieontvanger bepaalt op basis van behoefte analyse van het gebied, die aansluit op gevraagde resultaten, de inzet van personeel en verkrijgt voor die inzet op voorhand instemming van het college;

    • h.

      de subsidieontvanger is in het bezit van een verklaring omtrent gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet Justitiële en strafvorderlijke gegevens voor beroepskrachten en andere personen die beroepsmatig met de cliënten in contact komen;

    • i.

      de subsidieontvanger draagt er zorg voor dat de beroepskrachten continu worden opgeleid en bijgeschoold op basis van relevante ontwikkelingen;

    • j.

      dient uiterlijk per ingangsdatum van de wet Meldcode voor huiselijk geweld te beschikken over een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling conform die wetgeving.

  • 2. Het college kan daarnaast bij subsidieverlening nog overige doelgebonden verplichtingen opleggen.

Artikel 11 Voorschotten

  • 1. Aan de subsidieontvanger wordt een voorschot van 100 % van het verleende

    subsidiebedrag uitbetaald.

  • 2. Het voorschot wordt binnen 6 weken na de subsidieverlening in termijnen betaalbaar gesteld.

Artikel 12 Vaststelling van de subsidie

  • 1. Art 17, 18 en 19 Asv zijn van toepassing op de vaststelling van de subsidie.

  • 2. De informatie als bedoeld in artikel 17 lid 2, alsmede het verslag als bedoeld in artikel 18 lid 2 en artikel 19 lid 2 bevat naast “tellen” (kwantiteit) ook elementen van “vertellen” (klanttevredenheid/beleving).

Artikel 13 Afwijkingsbevoegdheid

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van een aanvrager afwijken van één of meerdere bepalingen van deze regeling.

Artikel 14 Evaluatie

Deze regeling wordt periodiek geëvalueerd.

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op de dag na die van bekendmaking;

  • 2.

    Deze regeling kan worden aangehaald als subsidieregeling Algemene voorzieningen WMO 2015