subsidieregeling landschap Apeldoorn

1. Tenzij in deze regeling uitdrukkelijk anders wordt vermeld, gelden de voorwaarden en bepalingen van de Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn 2014.

2. Voor toepassing van deze uitvoeringsregeling wordt verstaan onder:

• a.

  Asv: de Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn 2014.

• b.

  Landschapselementen: groene, opgaande elementen bestaande uit inheemse loofhoutsoorten (zijnde: bosje, houtsingel, elzensingel, knotwilgenrij, bomenrij, hoogstamboomgaard, struweelhaag) of poelen;

• c.

  EHS: ecologische hoofdstructuur, zoals weergegeven op themakaart 1 van het Streekplan Gelderland 2005, Kansen voor de Regio’s, vastgesteld door Provinciale Staten op 29 juni 2005;

• d.

  EVZ: ecologische verbindingszone, ligging en doeltype aangeduid in het Natuurbeheerplan Gelderland;

• e.

  Poel: waterelement gelegen in een EVZ met als doeltype "kamsalamander" of waterelement dat bijdraagt aan instandhouding van de boomkikker, heikikker en kamsalamander;

• f.

  Hagen en heggen: opgaande lijnvormige elementen bestaande uit loofhoutsoorten, niet zijnde vlecht-, knip- of scheerheggen;

• g.

  Erfbeplanting: beplanting binnen het agrarisch bouwblok;

• h.

  Nationale Landschappen: de Nationale Landschappen zoals aangewezen in de Uitwerking streekplan Gelderland 2005;

• i.

  Kleinschalige recreatieve voorzieningen: openbaar toegankelijke voorzieningen zoals een wandelpad, bank, picknickset, klaphek en loopplank als brug;

• j.

  Wandelpad: eenvoudig, onverhard, openbaar toegankelijk wandelpad;

• k.

  Klompenpad: rondwandeling in het agrarisch cultuurlandschap. Gaat zoveel mogelijk over historisch tracé en voert voornamelijk over onverharde paden via boerenland en landgoederen en voldoet aan de kwaliteitscriteria klompenpaden van Stichting Landschapsbeheer Gelderland.

1. Subsidie kan worden verstrekt aan particulieren of bedrijven zijnde eigenaar van het betreffende perceel gelegen binnen het landelijk gebied van de gemeente Apeldoorn en buiten de bebouwde kommen (boswetgrens te vinden op https://www.arcgis.com/home/webmap/viewer.html?webmap=bc7c0a29184d40ddb071fb989e1c8fe1&extent=5.9076,52.1858,6.0344,52.2362), voor de volgende activiteiten:

2. Aanleg van landschapselementen, zoals gedefinieerd in artikel 1, lid 2 sub b. Onder aanleg wordt verstaan: materiaal en eventueel arbeidsloonkosten in geval van inhuur. Voor struweelhagen geldt dat deze gelegen moeten zijn buiten de EHS. Bij houtsingel, elzensingel, struweelhaag en knotwilgenrij is aanleg van een beschermend raster ook subsidiabel.

3. Aanleg en herstel van poelen, zoals gedefinieerd in artikel 1, lid 2 sub e. Onder aanleg wordt verstaan: materiaal, evt. huur materieel en arbeidsloonkosten.

4. Aanleg van rasters langs wandelpaden (eenzijdig, langs maximaal 25% van het pad) zoals gedefinieerd in artikel 1, lid 2 sub j. Onder aanleg wordt verstaan: materiaal en eventueel arbeidsloonkosten in geval van inhuur.

5. Aanleg van kleinschalige recreatieve voorzieningen zoals gedefinieerd in artikel 1, lid 2 sub i. Onder aanleg wordt verstaan: materiaal en eventueel arbeidsloonkosten in geval van inhuur.

6. Voor klompenpaden is subsidie beschikbaar voor de subsidiabele onderdelen voor Loenen en Beekbergen/Lieren in samenhang met de realisatie van landschapselementen. Subsidiabel zijn: proceskosten (met een maximum van 7.260 euro incl BTW) en aanlegkosten (met een maximum van 17.000 incl BTW).

1. Voor nieuw aan te leggen landschapselementen geldt dat:

• a.

  In geval van beplanting: inheemse loofhoutsoorten gebruiken.

• b.

  Bosjes en houtsingels tenminste 1000m2 (10 are) omvatten;

• c.

  Rijbeplanting (elzensingel, knotwilgenrij of bomenrij), gerekend over het totaal aantal rijen, ten minste 20 bomen omvatten;

• d.

  Hoogstamfruitgaarden tenminste 15 en maximaal 50 bomen omvatten.

• e.

  Voor aanleg en herstel van poelen geldt een minimale omvang van 3 are en ligging op een plek met grondwatertrap 3 of ondieper.

1. Aanvragen om subsidie worden tenminste acht weken voorafgaande aan de activiteiten ingediend.

2. Het college beslist op een aanvraag om een subsidie als bedoeld in het eerste lid binnen acht weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.

3. De subsidieontvanger is gehouden, indien de met de subsidie verkregen goederen en rechten binnen vijf jaar na de subsidievaststelling worden vervreemd of anderszins aan derden ter beschikking worden gesteld, hiervan melding te doen aan het college.

1. Voor de bepaling van de subsidiabele kosten geldt voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, als maatstaf het Normenboek Alterra. Deze normen moeten gehanteerd worden bij het berekenen van het maximaal te declareren bedrag (totaalkosten, inclusief eigen bijdrage)

[Klik hier om het document te downloaden]

2. De subsidie bedraagt maximaal 87,5% van de subsidiabele kosten voor activiteiten binnen de begrenzing van de Nationale Landschappen. Voor activiteiten buiten de begrenzing van de Nationale Landschappen bedraagt de subsidie maximaal 62,5% van de subsidiabele kosten.

3. Voor het subsidiëren van de activiteiten als genoemd in artikel 2 zijn de navolgende bedragen beschikbaar. Deze bedragen zijn tevens de subsidieplafonds voor het betreffende jaar.

4. De subsidieregeling is van kracht van 1 oktober 2014 t/m 31 december 2016.

1.

• Het college kan in aanvulling op artikel 9 van de Asv een subsidieaanvraag ook weigeren indien:

a.Het betreft kosten die worden gemaakt voor natuurontwikkeling zoals bedoeld in het Natuurbeheerplan Gelderland, met uitzondering van kosten die worden gemaakt voor de aanleg en voor het wegwerken van achterstallig onderhoud aan poelen;

b. De activiteiten binnen de begrenzing van rijksbeschermde buitenplaatsen plaatsvinden;

c. Het erfbeplanting en beplanting van tuinen betreft;

d. Het activiteiten betreft op terreinen in eigendom van een publiekrechtelijke rechtspersoon en/of bos- en landgoedeigenaren;

e. Het activiteiten betreft die uitgevoerd worden als verevening of compensatie;

f. De activiteiten niet passen binnen het Groot Apeldoorns Landschapskookboek, de Groene Mal van Apeldoorn of de gebiedsvisie Beekbergsepoort.

1. De subsidieontvanger dient binnen 12 weken na afloop van de werkzaamheden een aanvraag tot subsidievaststelling bij het college in;

2. In afwijking van artikel 17 en 18 van de Asv legt de subsidieontvanger bij een aanvraag tot subsidieverlening en vaststelling de volgende informatie over. Bij de subsidieaanvraag dient men aan te leveren:

• -

  situatietekening op schaal van de aan te leggen landschapselement(en) en/of recreatieve voorziening(en).

• -

  offerte van het aan te schaffen materiaal, incl. BTW

• -

  bij inhuur voor de uitvoering van de werkzaamheden: een offerte van de hovenier/aannemer, incl. BTW

Bij het verzoek om subsidievaststelling dient men aan te leveren:

• -

  een (kopie)factuur van de aangeschafte beplanting(en), recreatieve voorziening(en) of de aangelegde of herstelde poel. Incl. BTW en gedateerd tussen 01-10-2014 en 31-12-2016.

• -

  mits van toepassing: een (kopie)factuur van de arbeidskosten (hovenier of aannemer). Incl. BTW en gedateerd tussen 01-10-2014 en 31-12-2016.

• -

  een betalingsbewijs (= bankafschrift of afdruk van internetbankieren) van de factuur/facturen, gedateerd tussen 01-10-2014 en 31-12-2016.

• -

  een duidelijke foto van het aangelegde element na aanleg. Minimaal één foto per element

De regeling is open tot 31 december 2016. Voor die tijd moet het verzoek om subsidievaststelling bij de gemeente ingediend zijn.