Beleidsregels Marktverordening gemeente Apeldoorn 2008 (versie 3)

Geldend van 02-05-2013 t/m heden

Intitulé

BELEIDSREGELS MARKTVERORDENING GEMEENTE APELDOORN 2008

Burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn;

gelet op de Marktverordening gemeente Apeldoorn 2008 en artikel 160, lid 1, onder h, van de Gemeentewet;

BESLUITEN:

vast te stellen de navolgende Beleidsregels Marktverordening gemeente Apeldoorn 2008.

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Dag, tijd en plaats van de markt

  • 1. De markten vinden plaats, zoals aangegeven op de bijbehorende situatietekeningen, op:

    a.         maandag op het Centrummarktplein van 09.00 tot 16.00 uur;

    b.         dinsdag op het Violierenplein in De Maten van 08.30 tot 12.30 uur;

    c.         woensdag op het Centrummarktplein van 08.30 tot 12.30 uur;

    d.         woensdag op het winkelcentrum “t Fort” in Osseveld van 13.30 tot 18.00 uur;

    e.         donderdag op het winkelcentrum Anklaar in Zevenhuizen van 08.30 tot 12.30 uur;

    f.          donderdag op het Leienplein in het centrum 09.00 tot 14.00 uur;

    g.         vrijdag op het Schubertplein in Apeldoorn-zuid van 08.30 tot 12.30 uur;

    h.         zaterdag op het Centrummarktplein van 08.30 tot 17.00 uur.

  • 2.

    • De teammanager van het team PersoonsInformatieBeheer en Vergunningen (teammanager PIBV) kan, in afwijking van het eerste lid, bepalen dat de markt (tijdelijk) zal plaatsvinden

    a.         op een andere dag;

    b.         op een andere tijd;

    c.         op een andere plaats.

  • 3. De teammanager PIVB is bevoegd te bepalen dat geen markt wordt gehouden of dat de markt  tijdelijk zal plaatsvinden op een andere dag, indien de in het eerste lid bedoelde dag samenvalt        met één van de in artikel 2, eerste lid onder b van de Winkeltijdenwet genoemde dagen of delen daarvan.

  • 4. De teammanager PIVBkan de vergunninghouders (tijdelijk) een andere standplaats toewijzen dan waarvoor zij vergunning hebben.

  • 5.

    • Bij verplaatsing of verandering van markten wordt getracht via onderlinge overeenstemming tussen de vergunninghouders tot plaatstoewijzing te komen. Wordt er geen overeenstemming bereikt dan wijst de teammanager PIBV de standplaatsen op die markten toe met inachtneming van het bepaalde in artikel 9 van deze beleidsregels. Afhankelijk van de plaatselijke situatie kunnen daarop uitzonderingen worden gemaakt.

  • 6. De teammanager PIVB stelt de situatietekeningen vast.

HOOFDSTUK 2 Vergunningen en toewijzing standplaatsen

Artikel 2 Inschrijving wachtlijsten

  • 1. Aanvragers voor een vergunning voor een vaste standplaats kunnen worden ingeschreven op de wachtlijst voor vaste standplaatsen.

  • 2. Aanvragers voor een vergunning voor een dagplaats op de zaterdag- en maandagmarkt kunnen worden ingeschreven op de wachtlijst voor dagplaatsen.

  • 3. Aanvragers worden op een wachtlijst ingeschreven indien zij voldoen aan de vereisten in artikel 3 van de Marktverordening gemeente Apeldoorn 2008. Voor inschrijving op de wachtlijst voor de Biologische Boerenmarkt dient een aanvrager tevens te beschikken over een EKO keurmerk voor zijn producten.

Artikel 3 Vaste standplaatsen

  • 1. De aanvrager die zich op de wachtlijst heeft laten plaatsen voor een vaste standplaats ontvangt een schriftelijk bewijs van inschrijving.

  • 2. Voert hij een branche of subbranche, die niet op de markt aanwezig is, dan wordt hij hoger op de wachtlijst ingeschreven dan een aanvrager die een branche of subbranche voert, die al op de markt aanwezig is.

  • 3. De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:

    • a.

      als de aanvrager een aangeboden vaste standplaats weigert, tenzij hij dit op grond van bijzondere omstandigheden doet;

    • b.

      op schriftelijk verzoek van de aanvrager;

    • c.

      bij overlijden van de aanvrager;

    • d.

      als de leges voor plaatsing op de wachtlijst niet zijn betaald;

    • e.

      als de aanvrager een vaste standplaats wordt toegewezen;

    • f.

      als de aanvrager voor een vaste standplaats niet jaarlijks binnen één jaar na inschrijving schriftelijk om verlenging van de inschrijving heeft gevraagd.

  • 4. Van de doorhaling ontvangt aanvrager c.q. zijn nabestaande(n) een schriftelijke kennisgeving.

Artikel 4 Dagstandplaatsen

  • 1. Indien de vergunninghouder van een vaste standplaats niet uiterlijk een half uur voor de aanvangstijd van de markt zijn standplaats heeft ingenomen wordt de betreffende standplaats voor die dag als een dagplaats aangemerkt. Dit is niet van toepassing indien de vergunninghouder van een vaste standplaats de marktmeester voor dit tijdstip, onder opgave van een geldige reden die hem belet tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de standplaats vrij te houden

  • 2. Op alle markten kunnen dagplaatsen worden toegewezen. De marktmeester kan een  vergunning onder meer weigeren indien de branche van de aanvrager geen versterking betekent voor het aanbod op die markt. Dit laatste is niet van toepassing op de zaterdag- en maandagmarkt.

  • 3. De aanvrager van een dagstandplaats kan zich laten inschrijven op de wachtlijst voor dagstandplaatsen.

  • 4. Voert hij een branche of subbranche, die niet op de markt aanwezig is, dan wordt hij hoger op de wachtlijst ingeschreven dan een aanvrager die een branche of subbranche voert, die al op de markt aanwezig is. 

  • 5. De aanvrager kan alleen voor een standplaats in aanmerking komen indien hij een branche voert die nog niet op de markt aanwezig is of een branche voert waarvan het op de branchelijst (als vermeld in artikel 8 van deze beleidsregels) gewenste maximum op de betreffende dag nog niet bereikt is. Is dat wel bereikt dan kan hem, indien hij de eerstgenoteerde op de wachtlijst voor dagstandplaatsen is, alsnog een standplaats worden toegewezen

  • 6. Zijn er meerdere aanvragers met een branche die al op de markt vertegenwoordigd is maar waarvan er volgens de branchelijst meer gewenst worden wordt de standplaats toegewezen in volgorde van datum van inschrijving op de wachtlijst

  • 7. Indien een vergunninghouder van een vaste standplaats niet aanwezig is wordt zijn standplaats niet toegewezen aan een aanvrager met dezelfde branche

  • 8. De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:

    a. als de aanvrager een aangeboden vaste standplaats weigert, tenzij hij dit op grond van bijzondere omstandigheden doet;

    b. op verzoek van de aanvrager;

    c. bij overlijden van de aanvrager;

    d. als de aanvrager een vaste standplaats wordt toegewezen;

    e. indien de aanvrager die geplaatst is op de wachtlijst voor een dagplaats op de zaterdag- en/of maandagmarkt niet tenminste één keer per drie weken een dagstandplaats op die markten heeft ingenomen c.q. heeft getracht deze te verkrijgen.

  • 9.

    • De aanvrager van een vergunning voor een dagplaats moet zich uiterlijk een half uur voor de aanvangstijd van de markt aanmelden bij de marktmeester. Een aanvrager die voor de eerste keer een dagplaats wil innemen dient zich uiterlijk een uur voor de aanvangstijd van de markt aan te melden bij de marktmeester.

  • 10.

    • Vergunninghouders van vaste standplaatsen die naast een op een marktdag vrije standplaats staan kunnen naar die standplaats doorschuiven alvorens een vrije standplaats wordt toegewezen als een dagplaats.

  • 11.

    • De toewijzing van een dagplaats geschiedt een half uur voor de aanvangstijd van de markt.

  • 12.

    • Vergunninghouders van dagplaatsen moeten binnen een uur na toewijzing hun standplaats hebben ingenomen.

  • 13. Dagplaatsen kunnen ook worden toegewezen aan niet-marktondernemers die met hun producten een aanvulling vormen voor de markt.

Artikel 5 Standwerkerplaatsen

  • 1. Standwerkerplaatsen worden alleen toegewezen op de maandag- en zaterdagmarkt.

  • 2. Gegadigden die in aanmerking willen komen voor een standwerkerplaats moeten zich uiterlijk op de woensdag daaraan voorafgaand voor 12.00 uur aanmelden bij de marktmeester. Bij de aanmelding vermeldt de gegadigde het artikel waarmee gaat worden gewerkt.

  • 3. Standwerkers die gezamenlijk willen optreden moeten dat bij de aanmelding vermelden. Aan een gezamenlijk optreden is een maximum verbonden van twee personen. Zij kunnen ieder voor een vergunning voor een standwerkerplaats in aanmerking komen. Indien één van beiden voor een standwerkerplaats in aanmerking komt, komt de ander niet meer voor een standwerker-plaats in aanmerking.

  • 4. Een standwerker die niet bij de aanmelding kenbaar heeft gemaakt dat hij gezamenlijk met iemand wil optreden mag de standwerkerplaats later niet alsnog samen met een ander benutten. Hieronder wordt mede verstaan dat het niet is toegestaan dat een standwerker zich laat aflossen door een ander.

  • 5. Om voor een standwerkerplaats in aanmerking te komen moet de standwerker voldoen aan de vereisten genoemd in artikel 3 van de Marktverordening gemeente Apeldoorn 2008.

  • 6. Als er meer gegadigden dan standwerkerplaatsen zijn dan loot de marktmeester ter bepaling van wie de standwerkerplaatsen krijgen toegewezen met dien verstande dat:

    • a.

      per artikel niet meer dan 1 standwerker wordt toegelaten;

    • b.

      een standwerker met hetzelfde artikel slechts twee maal per maand wordt toegelaten.

  • 7. Als er minder gegadigden zijn dan standwerkerplaatsen wordt een standwerker met hetzelfde artikel slechts twee maal per maand toegelaten en wordt per artikel niet meer dan één standwerker toegelaten. Via loting wordt bepaald welke standwerker.

  • 8. De standwerker die een standwerkerplaats mag innemen wordt de donderdag volgend op de woensdag als hiervoor genoemd voor 12.00 uur door de marktmeester telefonisch geïnformeerd.

  • 9. Een standwerker moet werken zoals in artikel 1, onder i, van de Marktverordening gemeente Apeldoorn 2008 is omschreven.

  • 10. Het is uitsluitend op daartoe door het college aangewezen standwerkerplaatsen toegestaan als standwerker op te treden.

  • 11. Worden er meerdere standwerkers voor de standwerkerplaatsen uitgenodigd dan bepaalt de marktmeester op het openingstijdstip van de markt door loting de volgorde waarin standwerkers een standwerkerplaats kiezen.

  • 12. De standwerker die een standwerkerplaats is toegewezen is verplicht met het door hem aangemelde artikel te werken.

  • 13. Een standwerker mag geen prijsaanduidingen, meet- en weegmiddelen evenals geluidsversterkende middelen gebruiken.

  • 14. Beoordeling van het standwerken geschiedt door de marktmeester. Van een negatieve beoordeling wordt een standwerker schriftelijk op de hoogte gesteld.

  • 15. De maximale afmeting van een standwerkerplaats bedraagt 4 x 3 m (l x d).

  • 16. Standwerkerplaatsen die niet door standwerkers worden ingenomen kunnen worden toegewezen aan gegadigden voor een dagplaats en aan niet-marktondernemers die met hun (promotie-)artikelen een versterking vormen voor de markt.

Artikel 6 Toewijzing zaterdag- en maandagmarkt

  • 1. Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats op de zaterdag- en maandagmarkt meer aanvragers in aanmerking komen, kan de standplaats, bij gebleken belangstelling, achtereenvolgens worden toegewezen aan:

    a.         de vergunninghouder van een vaste standplaats die naar een andere standplaats van niet meer dan gelijke grootte wil. Toewijzing geschiedt in volgorde van plaatsing op de anciënniteitlijst. Staan er ondernemers op dezelfde datum ingeschreven op deze lijst dan wordt tussen die ondernemers geloot ter bepaling van de volgorde waarin zij mogen kiezen.

    b.         degene die zich op de wachtlijsten heeft laten inschrijven en een branche voert die nog niet op de markt aanwezig is maar wel volgens de branchelijst gewenst wordt, zulks in volgorde van datum van inschrijving op de wachtlijst voor dagstandplaatsen en de wachtlijst voor vaste standplaatsen die daartoe worden samengevoegd.

    c.         degene die zich op de wachtlijsten heeft laten inschrijven en een branche voert die nog niet op de markt aanwezig is en niet op de branchelijst als gewenst staat aangegeven, zulks in volgorde van datum van inschrijving op de wachtlijst voor dagstandplaatsen en de wachtlijst voor vaste standplaatsen, die daartoe worden samengevoegd.

    d.         indien de standplaats niet binnen een maand nadat de belangstelling onder de vergunninghouders van een vaste standplaats is gepeild, is toegewezen aan degene onder b en c genoemd, kan deze t.b.v. uitbreiding van degene onder a worden toegewezen. Uitbreiding kan met maximaal 8 strekkende meter.

    e.         degene die zich op de wachtlijsten heeft laten inschrijven en een branche voert die al op de markt aanwezig is maar waarmee meerdere ondernemers gewenst worden, zulks in volgorde van datum van inschrijving op de wachtlijst voor dagstandplaatsen en de wachtlijst voor vaste standplaatsen, die daartoe worden samengevoegd.

    f.         indien de standplaats niet kan worden opgevuld met de hiervoor genoemden zal getracht worden de standplaats via werving op te vullen. Bij de opvulling zal rekening worden gehouden met de branchelijst.

  • 2.

    • Een vaste standplaats kan niet worden toegewezen als het eigen verkoopmateriaal van een aanvrager niet inpasbaar is in de vrijgekomen ruimte of als dit op grond van veiligheids- c.q. milieueisen niet is toegestaan. De aanvrager kan desgewenst op de wachtlijst worden gehandhaafd.

  • 3.

    • De standplaatsen in de buitenrijen van de zaterdagmarkt, evenwijdig aan het Marktplein (straat) en de Stationsstraat worden alleen toegewezen aan vergunninghouders die (willen) bakken, braden, koken en grillen op gas en/of frituren op gas en elektrisch, aan vergunninghouders die een seizoenstandplaats (willen) innemen en aan vergunninghouders die minimaal gedurende een aaneengesloten periode van 5 jaar in genoemde rijen staan en hun standplaats willen uitbreiden of een andere standplaats in die buitenrijen willen innemen.

  • 4.

    • De standplaatsen in de buitenrijen van de maandagmarkt, evenwijdig aan het Marktplein (straat) en Stationsstraat worden alleen toegewezen aan vergunninghouders die (willen) bakken, braden, koken en grillen op gas en/of frituren op gas en elektrisch aan vergunninghouders die een seizoenplaats (willen) innemen en aan vergunninghouders die foodproducten en bloemen willen verkopen.

  • 5.

    • Moet een markt anders worden ingericht, bijvoorbeeld om deze aantrekkelijker te maken, dan kunnen standplaatsen waarop een ondernemer wil bakken, braden, koken en grillen op gas en/of frituren op gas en elektrisch in de binnenrijen worden gecreëerd mits de veiligheid en goede bereikbaarheid voor hulpverleningsvoertuigen kan worden gewaarborgd.

  • 6.

    • Ontstaat leegstand dan beslist de teammanager PIBV over de invulling.

  • 7.

    • Opgezegde vaste standplaatsen worden om de twee maanden als vaste standplaatsen uitgegeven.

Artikel 7 Toewijzing overige markten

  • 1. Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats op de overige markten meer aanvragers in aanmerking komen, kan de standplaats, bij gebleken belangstelling achtereenvolgens worden toegewezen aan:

    a.         de vergunninghouder van een vaste standplaats die naar een andere standplaats van niet meer dan gelijke grootte wil. Toewijzing geschiedt in volgorde van plaatsing op de anciënniteitlijst. Staan er ondernemers op dezelfde datum ingeschreven dan wordt tussen die ondernemers geloot ter bepaling van de volgorde waarin zij mogen kiezen.

    b.         degene die zich op de wachtlijst heeft laten inschrijven met dezelfde branche als die van de vergunninghouder die de standplaats opzegt. Dit geldt alleen als de vergunninghouder die de standplaats opzegt een branche voert die dan niet meer op de markt vertegenwoordigd is. Toewijzing geschiedt in volgorde van datum van inschrijving op de wachtlijst.

    c.         degene die zich op de wachtlijst heeft laten inschrijven en een branche voert die nog niet op de markt aanwezig is maar volgens de branchelijst wel gewenst wordt, zulks in volgorde van datum van inschrijving op de wachtlijst.

    d.         degene die zich op de wachtlijst heeft laten inschrijven en een branche voert die nog niet op de markt aanwezig is en niet op de branchelijst als gewenst staat aangegeven, zulks in volgorde van datum van inschrijving op de wachtlijst.

     e.        indien de standplaats niet binnen een maand nadat de belangstelling onder de vergunninghouders van een vaste standplaats is gepeild, is toegewezen aan degene onder b. genoemd, kan deze alsnog t.b.v. uitbreiding aan degene onder a genoemd worden toegewezen.

    f.          degene die zich op de wachtlijst heeft laten inschrijven en een branche voert die al op de markt aanwezig is maar waarmee volgens de branchelijst meerdere ondernemers gewenst worden, zulks in volgorde van datum van inschrijving op de wachtlijst.

    g.         indien de standplaats niet kan worden opgevuld met de hiervoor genoemden zal getracht worden de standplaats via werving op te vullen. Bij de opvulling zal rekening worden gehouden met de branchelijst.

  • 2. Een vaste standplaats kan niet worden toegewezen als het eigen verkoopmateriaal van een aanvrager niet inpasbaar is in de vrijgekomen ruimte of als dit op grond van veiligheids- c.q. milieueisen niet is toegestaan. De aanvrager kan desgewenst op de wachtlijst worden gehandhaafd.

  • 3.

    • Vergunninghouders die op een standplaats (willen) bakken, braden, koken en grillen op gas en/of frituren op gas en elektrisch zijn aangewezen op de buitenrijen van de markten. Indien de veiligheid  en de goede bereikbaarheid voor hulpverleningsdiensten kan worden gewaarborgd kunnen aan de hiervoor genoemde vergunninghouders ook plaatsen in de binnenrijen worden toegewezen.

  • 4. De toewijzing van de vaste standplaatsen op de Biologische Boeren Markt geschiedt in volgorde van plaatsing op de wachtlijst. De branchering is hier niet op van toepassing.

Artikel 8 Branches

  • 1.

    • De teamleider PIBV stelt jaarlijks voor iedere markt een branchelijst vast waarop vermeld de artikelen die op de markten worden verkocht, onderverdeeld in Hoofdbranches en Subbranches. Op de branchelijsten wordt tevens het aantal ondernemers en het aantal gewenste ondernemers per hoofd- en subbranche vermeld.

  • 2. De vaststelling geschiedt niet dan nadat de teamleider PIBV de branchecommissie om advies heeft gevraagd. De branchecommissie bestaat uit de voorzitter van de lokale afdeling van de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel, een vertegenwoordiger van het Hoofdbedrijfsschap Detailhandel (HBD), twee ondernemers van de Apeldoornse markten en een vertegenwoordiger van het college.

  • 3.

    • Een vergunninghouder van een vaste standplaats die artikelen wil gaan verkopen die tot een andere branche behoren dan waarvoor hij vergunning heeft dient zich opnieuw op de wachtlijst te laten plaatsen. Plaatsing op de wachtlijst en toewijzing van een vaste standplaats geschiedt met in achtneming van deze beleidsregels.

  • 4.

    • Vergunninghouders die voor de inwerkingtreding van deze beleidsregels al een vergunning voor de verkoop van ongeregelde goederen hadden behouden hun vergunning tot zij de standplaats opzeggen. De vergunning kan niet worden overgeschreven.

  • 5.

    • Vooruitlopend op het onder lid 1 gestelde kan de marktmeester standplaatsen toewijzen aan vergunninghouders met nieuwe branches.

Artikel 9 Anciënniteitlijst

  • 1.

    • Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst met vermelding en in volgorde van de datum, waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen.

  • 2.

    • De inschrijving op de anciënniteitlijst wordt doorgehaald indien de vergunning wordt ingetrokken.

  • 3.

    • Wanneer tijd en/of plaats van een markt, zoals bepaald in artikel 1 van deze beleidsregels verandert, is de teammanager PIBV bevoegd de op die markten gesitueerde standplaatsen in te delen op basis van de op de branchelijsten bepaalde Hoofdbranches en Subbranches. Toewijzing van de standplaatsen geschiedt dan aan de eerstgenoemde op de anciënniteitlijst in die hoofdbranche en/of subbranche, en zo vervolgens.

  • 4.

    • In geval van incidentele verplaatsing van een markt worden de standplaatsen op die markt, indien daarover geen onderlinge overeenstemming tussen de vergunninghouders van die markt kan worden bereikt, toegewezen in volgorde van de plaats op de anciën-niteitlijst.

Artikel 10 Overschrijving standplaats

  • 1. In geval van overlijden, blijvende arbeidsongeschiktheid of het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd van de vergunninghouder kan de vergunning voor de vaste standplaats worden overgeschreven op de achterblijvende echtgenoot, de geregistreerde partner, een andere achterblijvende persoon met wie hij duurzaam samenwoont(de) of op een kind van de vergunninghouder. De vergunning voor de vaste standplaats kan ook worden overgeschreven op de echtgenoot, de geregistreerde partner of op een andere achterblijvende persoon met wie hij duurzaam samenwoont(de), indien deze drie jaar op de standplaats heeft meegewerkt.

  • 2. Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op diegenen zoals hiervoor genoemd kan, in geval van overlijden, blijvende arbeidsongeschiktheid of het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd van de vergunninghouder, een medewerker van de vergunning-houder, die direct voorafgaand aan het overlijden, het tijdstip waarop de arbeidsongeschiktheid is vastgesteld of het tijdstip waarop de pensioengerechtigde leeftijd is bereikt, gedurende een aaneengesloten periode van 3 jaar op de standplaats heeft meegewerkt, een vergunning voor een vaste standplaats van gelijke grootte worden verleend. In gevallen waarin de standplaats groter is dan 24 m1 kan de medewerker slechts in aanmerking komen voor toewijzing van een standplaats van maximaal 24 m1.

  • 3. Indien een ondernemer vergunning heeft voor een vaste standplaats op één of meerdere markten in Apeldoorn en hij zijn standplaats op één of meerdere van die markten wil opzeggen kan/kunnen de echtgenoot, de geregistreerde partner, een andere persoon met wie hij duurzaam samenwoont, een kind of een medewerker, die, direct voorafgaande aan het tijdstip waarop de standplaats wordt opgezegd, een aaneengesloten periode van 3 jaar op de betreffende standplaats heeft meegewerkt, een vergunning voor een vaste standplaats van gelijke grootte op de betreffende markt worden verleend. In gevallen waarin de standplaats groter is dan 24 m1 kan één van de gegadigden als hiervoor genoemd slechts in aanmerking komen voor toewijzing van een standplaats van maximaal 24 m1.

  • 4. De hiervoor genoemde termijn van 3 jaar gaat in op de eerste marktdag van meewerken volgende op de schriftelijke aanmelding bij de teammanager PIBV.

  • 5. Degene op wiens naam de vaste vergunning wordt overgeschreven c.q. degene die een standplaats van gelijke grootte krijgt toegewezen moet voldoen aan de vereisten in artikel 3 van de Marktverordening gemeente Apeldoorn 2008. Hij wordt onderaan de anciënniteitlijst ingeschreven.

  • 6. Bij overschrijving van een standplaats van gelijke grootte op een kind, heeft dat kind, voor de toewijzing van die standplaats, recht op anciënniteit vanaf het moment dat het 3 jaar op de standplaats heeft meegewerkt.

  • 7. Bij overschrijving van een vergunning van een standplaats wordt geen rekening gehouden met de branchelijst voor de betreffende markt.

HOOFDSTUK 4 Het gebruik van de standplaats

Artikel 11 Innemen standplaats

  • 1.

    • De vergunninghouder van een vaste standplaats neemt tenminste 45 marktdagen zijn standplaats op de markt persoonlijk in. Gedurende het eerste kwartaal van ieder jaar dient de vergunninghouder, behoudens vakantie, ziekte en bijzondere omstandigheden, in ieder geval 1 x per twee weken en 10 x per dertien weken zijn standplaats in te nemen. In geval van ziekte langer dan een maand of bijzondere omstandigheden kan de teammanager PIBV op verzoek van de vergunninghouder hem toestemming verlenen om zich te laten vervangen. In geval van ziekte wordt de toestemming voor maximaal twee jaar verleend. In geval van bijzondere omstandigheden geldt een termijn van maximaal 1 jaar.

  • 2.

    • De aanvrager voor een dagplaats neemt tenminste één keer per drie achtereenvolgende weken een dagplaats op de markt in of moet ten minste één keer per drie achtereenvolgende weken trachten een dagplaats te verkrijgen door zich met zijn artikelen te melden bij de marktmeester. In geval van ziekte langer dan een maand of bijzondere omstandigheden kan de teammanager PIBV op verzoek van de aanvrager hem ontheffing verlenen van de verplichting als hiervoor aangegeven. De ontheffing wordt maximaal voor één jaar verleend.

  • 3.

    • De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn standplaats in te nemen, deelt dit voor de datum waarop hij voor het eerst verhinderd is mee aan de marktmeester. Tevens deelt hij mee hoe lang zijn verhindering gaat duren.

  • 4.

    • De aanvrager voor een dagplaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is één keer per drie achtereenvolgende weken een dagplaats in te nemen of een dagplaats te verkrijgen deelt dit voor de datum waarop hij voor het eerst verhinderd is mee aan de marktmeester. Tevens deelt hij hoe lang zijn verhindering gaat duren.

Artikel 12 Aan- en afvoer

  • 1. Het is de vergunninghouder van een vaste standplaats op maandag en zaterdag niet toegestaan meer dan vijf uur voor de aanvangstijd en meer dan twee uur na de sluitingstijd van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen dan wel goederen aan of af te voeren op het marktterrein; op de overige markten zijn dit respectievelijk drie uur voor aanvang en anderhalf uur na afloop van die markten.

  • 2. Een vergunninghouder die de avond voor de marktdag eigen materiaal op het marktterrein wil plaatsen moet daartoe ontheffing van de teammanager PIBV hebben.

  • 3. Gedurende de periode tussen de in lid 1 genoemde tijdstippen en de openingstijden en sluitingstijden van de markten, zoals in artikel 1 bepaald, is het de vergunninghouders geoorloofd hun producten te verkopen

  • 4. Vervoermiddelen van vaste standplaatshouders die niet noodzakelijk zijn voor directe verkoop moeten voor de aanvangstijd van de markt van het marktterrein zijn verwijderd.

  • 5. Vervoermiddelen van standwerkers en vergunninghouders voor een dagplaats moeten uiterlijk een half uur na aanvangstijd van de markt van het marktterrein zijn verwijderd. De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt in te nemen en zijn waren volledig uitgestald te hebben.

  • 6. Voertuigen mogen niet eerder dan na sluitingstijd van de markt het marktterrein oprijden. Een uitzondering hierop vormen de voertuigen van de standwerkers. Deze voertuigen mogen een uur voor het sluitingstijdstip van de markt het marktterrein oprijden. De standwerker dient de standwerkerplaats voor het sluitingstijdstip van de markt te hebben ontruimd en met zijn verkoopmiddelen te hebben verlaten...

  • 7. Voertuigen van vergunninghouders van de zaterdag- en maandagmarkt mogen niet eerder dan een half uur voor sluitingstijd oprijden tot de afsluiting van het marktterrein.

  • 8. De marktmeester kan, voor wat betreft de tijdstippen van aan- en afvoer, ontheffing verlenen.

Artikel 13 Aanzien van de standplaats

  • 1. De vergunninghouder is verplicht ervoor te zorgen dat zijn standplaats steeds een goed verzorgd aanzien biedt, dat hij tijdens en na de markt zijn afval, verpakkingsmaterialen en dergelijke inzamelt en na afloop van de markt meeneemt en dat hij voordat hij het marktterrein verlaat, de ondergrond en de onmiddellijke omgeving van zijn standplaats vetvrij en schoon achter laat.

  • 2. Eventuele nalatigheid van de vergunninghouder voor wat betreft het hiervoor bepaalde kan betekenen dat de gemeente een en ander op kosten van de vergunninghouder doet.

  • 3. De vergunninghouder aan wie vergunning is verleend eet- en drinkwaren voor consumptie gereed te maken en te verkopen, moet voldoende afvalbakken plaatsen.

  • 4. De vergunninghouder mag zijn standplaats of een deel daarvan niet zichtbaar voor opslag gebruiken.

  • 5. De vergunninghouder dient de verkoopzijde van de kraam, van de plank tot aan de grond, af te schermen door middel van een zeil.

  • 6. Het is de vergunninghouder, op marktterreinen waarin marktankers zijn aangebracht, niet toegestaan pinnen of andere voorwerpen in het marktterrein te slaan. Voor het vastmaken van met name de zeilen en parasols moet de vergunninghouder gebruik maken van de in het marktterrein aangebrachte marktankers.

Artikel 14 Gebruik elektra en gas

  • 1. Voor het gebruik van elektra en gas ten behoeve van het bakken, braden, koken, grillen of frituren is de toestemming van de teamlmanager PIBV vereist.

  • 2. Voor het verkrijgen van die toestemming dient de gebruiker aan te tonen dat de door hem te gebruiken installaties, toestellen en brandblusmiddelen door een daartoe bevoegde instantie zijn goedgekeurd. Het bewijs van goedkeuring mag niet ouder zijn dan een jaar.

  • 3. Vergunninghouders die elektrische installaties en/of gasinstallaties gebruiken moeten voldoen aan de eisen zoals door de brandweer Apeldoorn-Epe gesteld in de ‘Voorschriften, bak- en braadinrichting en verwarmingstoestellen’.

  • 4. Het is de vergunninghouder niet toegestaan voor de verlichting van zijn standplaats gebruik te maken van andere dan elektrische verlichting, zelf te voorzien in zijn elektriciteitsvoorziening en lampen te gebruiken van 100 watt of meer, tenzij deze energiezuinig zijn.

  • 5. De marktmeester kan hiervan ontheffing verlenen.

Artikel 15 Uitstallen

  • 1. Een vergunninghouder van een standplaats mag in de lengtepaden niet verder uitstallen dan tot aan de eerste lat van de kraam en in de breedtepaden niet verder dan de overkapping van de kraam. Verlengers tellen daarin niet mee. Een vergunninghouder die eigen materiaal gebruikt moet zich in die lijn van de eerste lat voegen.

  • 2. Overkapping is toegestaan mits deze de doorgang in de paden niet belemmert en geen extra obstakels in de paden met zich mee brengt.

  • 3. Gebruiken vergunninghouders de maximaal toegestane ruimte waardoor de doorgang in de paden wordt belemmerd dan kan de marktmeester een vergunninghouder sommeren de in gebruik genomen ruimte te verminderen.

Artikel 16 Eigen materiaal

  • 1. Voor het gebruik van eigen materiaal zoals verkoopwagens, kramen, parasols, tafels, e.d. is de toestemming van de teammanager PIBV vereist. Toestemming kan op verzoek worden verleend onder de volgende voorwaarden:

    • a.

      het eigen materiaal, incl. dissel, mag niet meer ruimte innemen dan het aantal meters dat de standplaats groot is. Het moet volledig inpasbaar zijn binnen de standplaats;

    • b.

      uitklapbare toonbanken of vitrines mogen niet buiten de eerste lat van de in de in de rij gesitueerde kramen en/of staanders uitsteken;

    • c.

      aan het eigen materiaal mogen aan de zijden geen dichte zeilen worden aangebracht die de doorgang aan de verkoopzijde verhinderen of het zicht op de naastgelegen verkoop-gelegenheid beperken;

    • d.

      het eigen materiaal moet een minimale (klep)hoogte hebben van 2.10 meter.

      e. indien een verkoopwagen is voorzien van kleppen dienen deze aan de achterzijde, de zijde t.o. de naar het publiek gerichte zijde, zodanig deelbaar te zijn dat de vergunninghouder niet meer ruimte inneemt dan hem is toegewezen.;

  • 2. Bij het verzoek om toestemming moet een gedetailleerde, op schaal uitgebrachte tekening van het eigen materiaal worden overgelegd en zo mogelijk foto’s van het eigen materiaal.

  • 3. Bij het plaatsen van eigen materiaal mogen al geplaatste marktkramen geheel of gedeeltelijk afgebroken c.q. verplaatst worden, mits deze in de oorspronkelijke staat weer worden opgebouwd.

  • 4. Aanvragers voor een dagplaats is het toegestaan eigen materiaal te voeren mits dit inpasbaar is binnen de toegewezen standplaats.

Artikel 17 Gebruik geluidsapparatuur

Het, op de standplaats, gebruik maken van geluidsapparatuur is alleen toegestaan na verleende toestemming van de teammanager PIBV. Bezoekers van de markt of andere vergunninghouders mogen van het gebruik van geluidsapparatuur geen hinder hebben.

Artikel 18 Prijsaanduiding

De vergunninghouder is, onverminderd het bepaalde in het Besluit prijsaanduiding goederen, verplicht, indien de ten verkoop aangeboden goederen geprijsd worden de prijsaanduiding zodanig aan te geven dat deze geen aanleiding geeft tot misverstand en duidelijk leesbaar is.

Artikel 19 Meet- en weegwerktuigen

  • 1. De vergunninghouder is, onverminderd het bepaalde in de IJkwet en het IJkreglement, verplicht voor zover goederen per maat of gewicht worden verkocht, ervoor te zorgen dat de gebruikte meet- of weegwerktuigen in deugdelijke staat verkeren.

  • 2. Hij moet het weegwerktuig zodanig aan de naar de bezoekers van de markt gekeerde zijde van de standplaats plaatsen, dat het daarop bij weging aangegeven gewicht voor bezoekers duidelijk leesbaar is.

HOOFDSTUK 5 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 20 Overgangs- en slotbepalingen

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als ‘Beleidsregels Marktverordening gemeente Apeldoorn 2008’ en vervangen de ‘Uitwerking Verordening op de warenmarkten voor de gemeente Apeldoorn 2000’.

Artikel 21 Mandaat

Alle bevoegdheden die op basis van deze beleidsregels worden uitgeoefend door de teammanager PIBV of de marktmeester dienen te worden beschouwd als mandaat van het college als bedoeld in artikel 10:1 van de Algemene wet bestuursrecht.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college d.d. 6 februari 2009
Gepubliceerd in het Apeldoorns Stadsblad d.d. 18 februari 2009
Inwerking getreden d.d. 27 februari 2009
Gewijzigd vastgesteld door het college d.d. 20 augustus 2010 (art. 1 lid 2 t/m 5, art. 4 lid 5 t/m 7, art. 6 lid 1 en 2, art. 7 lid 1, 2, en 6, art. 8, art. 10 lid 7, art. 11 lid 1 en art. 21)
Gepubliceerd in het Apeldoorns Stadsblad d.d. 1 september 2010
In werking getreden d.d. 2 september 2010
Gewijzigd vastgesteld door het college d.d.  22 april 2013 (openingstijden en indeling maandagmarkt aangepast)
Gepubliceerd in het Apeldoorns Stadsblad d.d. 1 mei 2013
In werking getreden d.d. 2 mei 2013

TOELICHTING BELEIDSREGELS MARKTVERORDENING GEMEENTE APELDOORN 2008

De Beleidsregels geven aan hoe het college omgaat met de bevoegdheden zoals neergelegd in de Marktverordening gemeente Apeldoorn 2008.

In hoofdstuk 1 worden onder meer het aantal markten, de plaatsen en tijdstippen genoemd.

Hoofdstuk 2 gaat in op vergunningen en toewijzing van standplaatsen. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de Anciënniteitenlijst en de overschrijving van standplaatsen en hoofdstuk 4 regelt het gebruik van de standplaats.

Hoofdstuk 5 bevat de slotbepalingen.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen.

In de gemeente Apeldoorn vinden wekelijks 8 markten plaats.

Op grond van artikel 160, eerste lid onder h van de Gemeentewet is het college bevoegd tot het instellen, afschaffen of veranderen van markten.

Het college heeft ook de mogelijkheid om, onder meer op grond van onvoorziene en bijzondere omstandigheden, de markt op andere dagen, tijden en plaatsen te houden of geen markt te houden. Het college dient hierbij de verschillende belangen goed af te wegen. Het belang van de markt weegt hierin zwaar. Bij onvoorziene en bijzondere omstandigheden moet bijvoorbeeld gedacht worden aan extreme weersomstandigheden, of bestratings- en rioleringswerkzaamheden op het marktterrein, herindeling van het marktterrein, herinrichting van de omgeving van de markt of evenementen.

Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat het begrip onvoorziene en bijzondere omstandigheden zo ruim wordt opgevat dat de warenmarkt veelvuldig kan worden verplaatst. Hier zal terughoudend mee worden omgegaan. Dat geldt ook ingeval de teammanager PIBV de vergunninghouders (tijdelijk) een andere standplaats wil toewijzen. Ook daarbij moet de nodige zorgvuldigheid in acht worden genomen.

Bij verplaatsing of andere inrichting van markten wordt eerst getracht in goed overleg met de ondernemers de standplaatsen toe te wijzen. Lukt dit niet, dan geschiedt toewijzing volgens de voor de betreffende markt geldende anciënniteitlijst.

Hoofdstuk 2 Vergunningen en toewijzing standplaatsen.

Er worden twee soorten wachtlijsten gehanteerd, te weten wachtlijsten voor vaste standplaatsen en wachtlijsten voor dagstandplaatsen. De toewijzing van zowel vaste als dagstandplaatsen is erop gericht zoveel mogelijk variëteit aan branches op de markten te krijgen. Bij plaatsing op de wachtlijsten wordt met het oog daarop voorrang gegeven aan ondernemers die een nieuwe branche voeren. Zij krijgen een hogere plaats op de wachtlijst.

De toewijzing van vaste standplaatsen op de overige markten sluit aan bij de toewijzing van vaste standplaatsen op de zaterdag- en maandagmarkt. De daarin te volgen procedure is slechts voor een deel van toepassing bij de toewijzing van vaste standplaatsen op de Biologische Boerenmarkt. Dit houdt verband met het feit dat er meer standplaatsen zijn dan aanvragers.

Dagstandplaatsen worden ingenomen door de zogeheten meelopers. Vergeleken met eerdere beleidsregels kunnen ook dagplaatsen worden toegestaan op de overige markten. Dagplaatsen kunnen ook worden toegewezen aan niet-marktondernemers. Marktondernemers gaan voor op niet-marktondernemers. Bij de toewijzing dient wel rekening te worden gehouden met de branchering van de markt en met de te verkopen producten die moeten bijdragen aan de versterking van de markt . De marktmeester beoordeelt dit laatste.

Ondernemers die bakken, braden koken en grillen op gas en/of frituren op gas en elektrisch zijn, met het oog op de veiligheid cq. de bereikbaarheid voor hulpdiensten, aangewezen op de buitenrijen van een markt. Dit geldt ook voor ondernemers die seizoenproducten verkopen. Leegstand, die mogelijk ontstaat als het seizoen voorbij is, is in een buitenrij minder bezwaarlijk.

Bakken en braden c.a. kan ook worden toegestaan in de binnenrijen mits de hulpdiensten hiermee akkoord gaan.

Om de grote markten vol te houden is ervoor gekozen 1 maal per twee maanden de leeggekomen standplaatsen op te vullen. Eenmaal jaarlijks ontvangen de ondernemers een brief waarin de procedure wordt uitgelegd en de data worden genoemd waarop de opvulling plaatsvindt.

De leeggekomen standplaatsen op de kleinere markten worden zo snel mogelijk opgevuld.

Er is geen maximale maat meer van standplaatsen. Bedoeling daarvan is dat de ondernemer niet belemmerd wordt bij zijn bedrijfsvoering. Ook dubbele koppen zijn toegestaan.  

Standwerkerplaatsen kennen we alleen op de zaterdag (6) en op de maandag (4). Omdat lang niet altijd alle standwerkerplaatsen worden ingenomen is de mogelijkheid gecreëerd om in die gevallen deze ook in te laten nemen door stille kramers danwel (niet-) marktondernemers die hun product willen promoten.

De criteria waarop standwerken wordt beoordeeld worden voor de plaatstoewijzing/loting aan de standwerker overhandigd zodat hij weet wat er van hem verwacht wordt.

Belangrijk is dat een standwerker ook als zodanig werkt omdat deze groep ondernemers de levendigheid van de markt verhoogt en daardoor aantrekkelijker maakt voor het publiek.

Voor wat betreft de branches en subbranches wordt de branchelijst van de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel gehanteerd.

Hoofdstuk 3 Anciënniteitenlijst en overschrijving standplaatsen

De anciënniteitlijst is een lijst waarop vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven met vermelding en in volgorde van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen. Iedere markt heeft zijn eigen lijst.

Om meer te kunnen sturen op kwaliteit en routing van een markt kan de anciënniteitenlijst in hoofd- en subbranches worden opgedeeld, in die zin dat ondernemers per hoofd- subbranche in volgorde van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen een plaats op een markt krijgen toegewezen.

De lijst wordt ook gebruikt bij de opvulling van leeggekomen standplaatsen.

Een standplaats kan in een aantal gevallen worden overgeschreven. Komt een vergunninghouder te overlijden, wordt hij blijvend arbeidsongeschikt of bereikt hij de pensioengerechtigde leeftijd dan is het op sociale overwegingen gerechtvaardigd dat zijn vergunning voor de vaste plaats kan worden overgeschreven.

Ook bestaat de mogelijkheid dat in de hiervoor genoemde gevallen een medewerker een standplaats kan worden toegewezen. Het betreft dan veelal een standplaats en niet de standplaats van de vergunninghouder.

Hoofdstuk 4 Het gebruik van de standplaats

Voor wat betreft de tijdstippen van aan- en afvoer is een onderscheid gemaakt tussen de tijdstippen op de maandag- en zaterdagmarkt en de overige markten. M.n. op de grote markten is het inrichten van de veelal grotere kramen een arbeidsintensieve en tijdrovende zaak.

Ook is een onderscheid gemaakt tussen de tijdstippen waarop voertuigen van standwerkers en dagplaatshouders en de voertuigen van de overige vergunninghouders moeten zijn verwijderd. De reden hiervoor hangt samen met het tijdstip waarop standwerkers en dagplaatshouders hun standplaats krijgen toegewezen.

Standwerkers dienen een uur voor afloop van de markt de standwerkerplaats te verlaten. Dit is bepaald om te voorkomen dat de standwerkers bij het oprijden van de overige vergunninghouders het oprijden blokkeren.

Ten behoeve van de aantrekkelijkheid van de markt is het gewenst dat de markt een nette en overzichtelijke aanblik heeft.

De kraam dient daarom aan de voorzijde onder het verkoopblad te zijn afgesloten, zodat waren of goederen die mogelijk onder het verkoopblad of achter de kraam zijn opgeslagen, niet voor het publiek zichtbaar zijn.

Voorkomen dient te worden dat er afval op straat wordt gegooid. Na afloop van de markt blijft de verantwoordelijkheid voor het afval bij de vergunninghouder. Van belang is dat het door de vergunninghouder verzamelde afval ook daadwerkelijk wordt meegenomen.

Na afloop van de maandag- en zaterdagmarkten wordt het marktplein geveegd. Dit gebeurt niet na de overige markten.

In het belang van de orde op de markt, kan de vergunninghouder niet worden toegestaan de markt op willekeurige, voor de sluitingstijd van de markt gelegen, momenten te verlaten. De marktmeester kan ontheffing verlenen en zal dat bijvoorbeeld doen ingeval van persoonlijke omstandigheden.

In de voorschriften van de brandweer zijn bepalingen opgenomen met betrekking tot onder meer gasinstallaties, kook-, bak-, braadtoestellen, verwarmingstoestellen, elektrische installaties, blusmiddelen, opbouw en periodieke controle.

Voor wat betreft de opbouw worden onder meer eisen gesteld aan het zeildoek en aankleding en versiering van verkoopmiddelen.

 

In verband met de (brand-)veiligheid dienen uitstallingen bekend te zijn bij de marktmeester. Daarom moet de vergunninghouder toestemming hebben voor extra uitstallingen. Extra uitstallingen zijn bijvoorbeeld statafels en reclameborden

Ter voorkoming en beperking van geluidsoverlast is bepaald dat het op de standplaats gebruik maken van geluidsapparatuur alleen toegestaan is na toestemming van de teammanager PIBV.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

De slotbepalingen wijzen voor zich.