Regeling vervallen per 22-08-2013

Regeling energiebesparing bestaande eigen woningen 2010

Geldend van 04-02-2010 t/m 21-08-2013

Intitulé

REGELING ENERGIEBESPARING BESTAANDE EIGEN WONINGEN 2010

burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn;

overwegende;

  • -

    dat het treffen van maatregelen in bestaande eigen woningen het energiegebruik van de bewoners verlaagt en daardoor de woonlasten bij verder stijgende energieprijzen beperkt;

  • -

    dat het treffen van maatregelen in bestaande eigen woningen bijdraagt aan het kwalitatief verbeteren van de bestaande woningvoorraad;

  • -

    dat het treffen van maatregelen in bestaande eigen woningen bijdraagt aan het realiseren van de gemeentelijke doelstelling ‘Apeldoorn energieneutraal in 2020’ en

  • -

    dat de provincie Gelderland budget beschikbaar heeft gesteld voor het opstellen en uitvoeren van een subsidieregeling voor particuliere eigenaar-bewoners, die energiebesparende maatregelen treffen in/aan hun huis,

gelet op artikel 160 van de Gemeentewet, Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening van de gemeente Apeldoorn;

BESLUITEN:

Vast te stellen de navolgende Regeling energiebesparing bestaande eigen woningen 2010.

Artikel 1 Algemene bepalingen

  • 1. Tenzij in deze regeling uitdrukkelijk anders wordt vermeldt, gelden de voorwaarden en bepalingen in de Algemene subsidieverordening (Asv).

  • 2. Deze regeling verstaat onder:

    • a)

      aanvraag: een aanvraag, ingediend bij het college door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier, om een bijdrage in de subsidiabele kosten van het aanschaffen en aanbrengen van maatregelen op of aan woningen in de gemeente Apeldoorn;

    • b)

      aanvrager: een meerderjarige natuurlijke persoon die voor tenminste 50% eigenaar is van een woning en daarin zijn hoofdverblijf heeft, dan wel voor tenminste 50% gerechtigde tot een appartementsrecht als bedoeld in artikel 106 e.v. van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek, voor zover deze rechten betrekking hebben op een woning, dan wel gemachtigde namens een vereniging van eigenaars, en die een aanvraag doet;

    • c)

      appartementsgebouw: één of meer van de woningen die tot een appartementencomplex behoren alsmede de gemeenschappelijke ruimten en voorzieningen in en aan dit appartementencomplex, en die worden beheerd door de vereniging van eigenaars die aanvrager hebben gemachtigd;

    • d)

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn;

    • e)

      energiemaatregelen: nieuw aangeschafte materialen en installaties ten behoeve van voorzieningen als bedoeld in artikel 5 lid 1 en 2;

    • f)

      maatregelen: het totaal van energiemaatregelen en PV-installatie;

    • g)

      PV-installatie: een industrieel vervaardigde photovoltaïsche zonne-energie-installatie voor de opwekking van elektriciteit, aangebracht in, op of aan een woning of bijgebouw, bestaande uit panelen en eventuele draagconstructie, spanningsomvormer en bekabeling en regeling voor aansluiting op de elektrische installatie van een woning;

    • h)

      subsidie: een door de gemeente te verstrekken financiële bijdrage in de door het college aanvaarde subsidiabele kosten van maatregelen die worden getroffen in of aan de woning van een aanvrager;

    • i)

      subsidiabele kosten: de kosten van maatregelen, eventueel vermeerderd met de kosten van door een deskundig vakbedrijf terzake van deze maatregelen in rekening gebrachte arbeidsuren en verminderd met de van derden ontvangen of nog te ontvangen bijdragen in deze kosten;

    • j)

      woning: een gebouw bedoeld voor bewoning, dan wel een appartementsgebouw.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Deze regeling is uitsluitend van toepassing op bestaande woningen in de gemeente Apeldoorn, die in gebruik genomen zijn vóór 1 augustus 2009 en die geschikt en bestemd zijn om voortdurend als hoofdverblijf ter beschikking te staan aan één of meer natuurlijke personen.

Artikel 3 Budget

  • 1. Op grond van de ‘Subsidieregeling vitaal Gelderland 2008’ heeft de provincie Gelderland aan de gemeente Apeldoorn een budget verstrekt van € 100.000,- voor het opstellen en uitvoeren van een subsidieregeling voor particuliere eigenaar-bewoners, die energiebesparende maatregelen treffen in/aan hun huis.

  • 2. Het in het eerste lid genoemde budget dient tevens als subsidieplafond als bedoeld in artikel 4.22 van de Algemene subsidieverordening beschouwd te worden voor uitvoering van zowel de ‘Regeling energiebesparing eigen woningen 2009’ als de ‘Regeling energiebesparing eigen woningen 2010’.

  • 3. Het in het eerste lid genoemde budget vervalt op 1 december 2010 voor zover het dan nog niet tot uitbetaling is gekomen.

Artikel 4 Subsidie

  • 1. Het college kan ten laste van het in artikel 3 bedoelde budget aan aanvrager een subsidie van € 800,- verstrekken voor het treffen van energiemaatregelen.

  • 2. Indien aanvrager in aanmerking komt voor de in het eerste lid bedoelde subsidie, dan kan het college aanvullend ten laste van het in artikel 3 bedoelde budget aan aanvrager voor de plaatsing van een PV-installatie een subsidie verstrekken van € 3,77 per Wattpiek geïnstalleerd vermogen, tot een maximum van 400 Wattpiek per woning.

  • 3. Het in het lid 2 bedoelde is niet van toepassing indien de Regeling voor het realiseren van PV-installaties in Zuidbroek van toepassing is.

Artikel 5 Energiemaatregelen

  • 1. Tot de energiemaatregelen worden gerekend:

    Isolatiemaatregelen

    • a)

      Kruipruimte isolatie met Drowa chips of met een vergelijkbaar product;

    • b)

      Vloerisolatie met een R-waarde, die groter is dan of gelijk aan 2,50 m2.K/W;

    • c)

      Gevelisolatie met een R-waarde, die groter is dan of gelijk aan 2,50 m2.K/W;

    • d)

      Spouwmuurisolatie met een R-waarde, die groter is dan of gelijk aan 1,3 m2.K/W;

    • e)

      Dakisolatie met een R-waarde, die groter is dan of gelijk aan 2,50 m2.K/W;

    • f)

      Leidingisolatie;

    • g)

      Isolerende HR++ beglazing met Ugl-waarde die kleiner is dan of gelijk aan 1,20 W/m2.K;

    • h)

      Draaiend raam met thermische onderbreking, die samen met de beglazing een Uw-waarde (Uraam) heeft, die kleiner is dan of gelijk aan 1,70 W/m2.K;

    • i)

      Geïsoleerde buitendeur met een U-waarde die kleiner is dan of gelijk aan 2,0 W/m2.K;

    Installatietechnische maatregelen

    • j)

      Thermostatische mengkraan voor de douche;

    • k)

      Installatietechnische voorzieningen om warmte uit douchewater terug te winnen;

    • l)

      Installatie voor het terugwinnen van warmte uit ruimteventilatielucht, inclusief het daarbij behorende kanaalwerk en de luchtbehandelingkast, met een energetisch rendement van ten minste 80%;

    • m)

      Vraaggestuurd ventilatiesysteem met CO2- of vochtsensoren;

    • n)

      Zelfregulerend ventilatierooster;

    • o)

      Warmtepompboiler voor het verwarmen van tapwater, bestaande uit een warmtepomp die warmte onttrekt aan ventilatielucht en een warmteopslagvat;

    • p)

      Elektrische warmtepomp voor ruimteverwarming, die is gekoppeld aan een centraal verwarmingssysteem dat geschikt is voor een aanvoertemperatuur (Taanvoer) van maximaal 55° C;

    • q)

      Gaswarmtepomp voor ruimteverwarming, die is gekoppeld aan een centraal verwarmingssysteem dat geschikt is voor een aanvoertemperatuur (Taanvoer) van maximaal 55° C;

    • r)

      Micro-warmtekrachtsysteem (HRe-ketel);

    • s)

      Brandstofcel Cv-ketel;

    • t)

      Lage-temperatuur centraal verwarmingsysteem (LTV-systeem) waarvan de ontwerp-aanvoertemperatuur (Taanvoer) maximaal 55° C bedraagt;

    Voorzieningen voor het opwekken of toepassen van duurzame energie

      • u)

        Zonneboiler voor het verwarmen van tapwater met behulp van zonlicht, bestaande uit één of meerdere zonnecollectoren en een warmteopslagvat;

      • v)

        Combizonneboiler voor het verwarmen van tapwater en voor ruimteverwarming met behulp van zonlicht, bestaande uit één of meerdere zonnecollectoren en een warmteopslagvat met een al dan niet geïntegreerde Cv-brander;

      • w)

        Kleine windturbine die geschikt is voor de stedelijke omgeving en de daarbij behorende spanningsomvormer;

      • x)

        Pelletkachel;

      • y)

        Pelletketel.

  • 2. Het college kan de in het eerste lid vermelde lijst van energiemaatregelen uitbreiden.

  • 3. Tot de energiemaatregelen worden in ieder geval niet gerekend:

    • a)

      Beglazing met Ugl-waarde die groter is dan 1,20 W/m2.K;

    • b)

      Ramen, deuren en kozijnen, behoudens de maatregelen genoemd in lid 1 onder g), h) en i)

    • c)

      Gevel-, dak- of vloerisolatie met een R-waarde die kleiner is dan 2,50 m2.K/W;

    • d)

      Spouwmuurisolatie met een R-waarde, kleiner dan 1,3 m2.K/W;

    • e)

      Draaiend raam met thermische onderbreking die samen met de beglazing een Uw-waarde (Uraam) heeft die groter is dan 1,70 W/m2.K;

    • f)

      Geïsoleerde buitendeur met een U-waarde die groter is dan 2,0 W/m2.K;

    • g)

      Mechanische ventilatie;

    • h)

      Spaarlampen, LED- en TL-verlichting;

    • i)

      Glazen vliesgevels;

    • j)

      Verbeteren luchtdichtheid;

    • k)

      Kierdichting;

    • l)

      Opheffen koudebruggen;

    • m)

      PV-installatie.

Artikel 6 De aanvraag

  • 1. Een aanvraag wordt schriftelijk ingediend op een door het college vastgesteld formulier en gaat vergezeld van een opgave van:

    • a)

      de te treffen energiemaatregelen;

    • b)

      het adres van de woning waar de energiemaatregelen worden getroffen;

    • c)

      de subsidiabele kosten van het treffen van de energiemaatregelen, alsmede een financiële onderbouwing van deze opgave, inclusief de ontvangen of nog te ontvangen bijdragen van derden;

    • d)

      een door de leverancier of installateur opgestelde schatting van de energiebesparing in GJ per jaar;

    • e)

      een realistische planning van de uitvoering van de werkzaamheden.

  • 2. Indien een aanvraag aanvullend betrekking heeft op een PV-installatie, dan dient de aanvraag tevens vergezeld te gaan van een opgave van:

    • a)

      een beschrijving van de PV-installatie;

    • b)

      het vermogen van de PV-installatie, uitgedrukt in Wattpiek, alsmede de berekening van dat vermogen;

    • c)

      de subsidiabele kosten van het aanschaffen, plaatsen en aansluiten van een PV-installatie, alsmede een financiële onderbouwing van deze opgave, inclusief de ontvangen of nog te ontvangen bijdragen van derden;

    • d)

      een realistische planning van de uitvoering van de werkzaamheden.

Artikel 7 Afhandelen aanvraag

  • 1. Indien de aanvraag niet alle gegevens bevat die het college voor het nemen van een beslissing noodzakelijk acht, stelt het college aanvrager in de gelegenheid de aanvraag binnen een termijn van vier weken te completeren.

  • 2. Indien de aanvraag niet binnen de aangegeven termijn is gecompleteerd neemt het college de aanvraag niet in behandeling.

  • 3. Het college handelt aanvragen in volgorde van binnenkomst af.

  • 4. Het college neemt binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag dan wel na het compleet worden van de aanvraag een beslissing.

Artikel 8 Verlening subsidie

  • 1. Het college besluit aanvrager een subsidie als bedoeld in artikel 4 van € 800,- toe te kennen voor energiemaatregelen indien:

    • a)

      het budget toereikend is om de aanvraag te honoreren

    • b)

      de aanvraag wordt ingediend voor 1 maart 2010;

    • c)

      de subsidiabele kosten naar zijn oordeel in redelijke verhouding staan tot het te verkrijgen resultaat;

    • d)

      de subsidiabele kosten voor energiemaatregelen meer bedragen dan € 3.200, -;

    • e)

      de aanvraag bij hem wordt ingediend vóór het treffen van de maatregelen;

    • f)

      de einddatum van de planning vóór 1 april 2010 ligt;

    • g)

      voor de betreffende woning in een periode van vijf jaren voorafgaand aan de aanvraag door de gemeente Apeldoorn nog geen subsidie voor het treffen van maatregelen is toegekend, en er nog geen eerdere aanvraag in behandeling is;

    • h)

      naar zijn oordeel geen gegronde redenen bestaan aan te nemen dan wel vastgesteld wordt, dat niet aan de voorwaarden en bepalingen van deze regeling of aan wettelijke bepalingen wordt of zal worden voldaan.

  • 2. Het college besluit aanvrager voor de plaatsing van een PV-installatie een subsidie als bedoeld in artikel 4 toe te kennen van € 3,77 per Wattpiek geïnstalleerd vermogen, tot een maximum van 400 Wattpiek per woning, en tot maximaal de subsidiabele kosten, indien wordt voldaan aan de in het eerste lid genoemde voorwaarden en tevens de Regeling voor het realiseren van PV-installaties in Zuidbroek niet van toepassing is.

  • 3. Indien terzake van de kosten van maatregelen aanvrager van derden al andere bijdragen heeft ontvangen of zal ontvangen, waardoor deze bijdragen tezamen met de subsidie op grond van deze regeling hoger zijn dan 50% van de totale kosten, dan zal de subsidie worden beperkt tot een zodanig bedrag dat de gezamenlijke bijdragen gelijk zijn aan 50% van de totale kosten.

Artikel 9 Vaststelling subsidie

  • 1. De aanvrager kan uiterlijk drie maanden na uitvoering van de maatregelen de uitkering van de toegekende subsidie aanvragen door middel van een door het college vastgesteld formulier ‘Gereedmelding energiebesparende maatregelen’.

  • 2. De aanvrager overlegt met het formulier de facturen van door derden uitgevoerde werkzaamheden, dan wel facturen van de aanschaf van zelf uitgevoerde maatregelen, en van de ontvangen of nog te ontvangen tegemoetkomingen in de kosten.

  • 3. De aanvrager doet opgave van de subsidie-aanvragen bij derden.

  • 4. Uitkering van de toegekende subsidie vindt pas plaats nadat aanvrager aan een inspecteur van de gemeente de mogelijkheid heeft gegeven de aangebrachte maatregelen te inspecteren;

  • 5. Na het overschrijden van de planning met meer dan zes maanden wordt een toegekende subsidie niet meer uitgekeerd.

  • 6. Indien uit de gereedmelding blijkt dat er sprake is van subsidieaanvragen bij derden waarop aanvrager nog geen beschikking heeft ontvangen, dan houdt het college de afhandeling van de gereedmelding aan totdat aanvrager de beschikking overlegt en opgave doet van de ontvangen of nog te ontvangen tegemoetkomingen in de kosten van derden.

Artikel 10 Nadere regels

Het college kan voor de uitvoering van deze regeling nadere regels vaststellen.

Artikel 11 Mandaat

Het college mandateert de hem toekomende bevoegdheden aan de directeur van de dienst Openbare Werken, met uitzondering van de bevoegdheid ex artikel 12.

Artikel 12 Hardheidsclausule

Indien vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van deze regeling naar het oordeel van het college zou leiden tot een onredelijke beslissing, kan het college afwijken van het bepaalde in deze regeling.

Artikel 13 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling energiebesparing bestaande eigen woningen 2010” en treedt in werking met ingang van 1 januari 2010.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college d.d. 15 januari 2010
Gepubliceerd in het Apeldoorns Stadsblad d.d. 27 januari 2010
Inwerking getreden d.d. 4 februari 2010