Regeling vervallen per 16-06-2011

Verordening subsidiëring onderhoudskosten veldsportaccommodaties 2002

Geldend van 01-01-2002 t/m 15-06-2011

Intitulé

VERORDENING SUBSIDIËRING ONDERHOUDSKOSTEN VELDSPORTACCOMMODATIES 2002

De raad van de gemeente Apeldoorn;

gelezen het voorstel van het college d.d. 12 april 2002, nr. 53-2002;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende Verordening subsidiëring onderhoudskosten veldsport-accommodaties.

Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    raad: de raad van de gemeente Apeldoorn;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn;

  • c.

    vereniging: de sportvereniging, die gelegenheid tot sportbeoefening op amateurbasis biedt en die hoofdgebruiker is van een veldsportaccommodatie als opgenomen in de door het college vast te stellen lijst.

Artikel 2 Doel van de verordening

De verordening beoogt de in artikel 1, onder c, genoemde vereniging een bijdrage te verstrekken in de onderhoudskosten van veldsportaccommodaties.

Artikel 3 Subsidie

  • 1. In afwijking van het bepaalde in de Algemene subsidieverordening (Asv) moeten verenigingen, die voor een subsidie krachtens deze bijzondere verordening in aanmerking willen komen, vóór 1 oktober een subsidieverzoek indienen voor het daaropvolgende jaar door middel van een volledig ingevuld en door de voorzitter en penningmeester ondertekend standaardaanvraagformulier.

  • 2. De aanvraag dient tenminste vergezeld te zijn van een opgaaf van het aantal spelende leden en het aantal verenigingsteams per 1 augustus van het lopende jaar.

Artikel 4

Het per jaar beschikbare subsidiebudget wordt als volgt verdeeld:

  • 1.

    50 % van het subsidiebudget wordt verdeeld op basis van het aantal genormeerde velden; 50% van het subsidiebudget wordt verdeeld op basis van het aantal actieve spelers.

  • 2.

    Subsidie wordt voor wat betreft het aantal wedstrijdvelden slechts toegekend voor ten hoogste het aantal velden dat de vereniging volgens door het college te bepalen normen voor haar sportbeoefening nodig heeft.

  • 3.

    Voor de onder lid 2 bedoelde normen wordt uitgegaan van de door NOC*NSF opgestelde speelveldbelasting.

  • 4.

    Het met toepassing van de verdeelsleutel onder lid 1 berekende subsidiebedrag bedraagt niet meer dan € 2.300,= per veld per jaar prijspeil januari 2002. Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast naar het indexcijfer, waarmee de onderhoudskosten stijgen.

Artikel 5

  • 1. Indien de vereniging in onvoldoende mate voorziet in de uitvoering van onderhouds-werkzaamheden kan dit – na ingebrekestelling door of vanwege het college – leiden tot korting op of inhouding van het subsidiebedrag.

  • 2. Een beoordeling van de onderhoudsstaat (‘schouw’) gebeurt door gemeente en vereniging tezamen.

  • 3. Wanneer tussen gemeente en vereniging geen overeenstemming bestaat over de uitkomst van de onderhoudsschouw, kan nader advies worden gevraagd van een door gemeente en vereniging aan te wijzen onafhankelijke deskundige.

  • 4. De kosten van het advies als bedoeld in lid 3 worden door gemeente en vereniging elk voor de helft gedragen.

Artikel 6

  • 1. Het subsidie wordt aangemerkt als een subsidie naar niet-financiële norm.

  • 2. Het subsidiebedrag wordt jaarlijks vóór 1 april uitbetaald.

Artikel 7 Slotbepalingen

  • 1. De Asv is van toepassing met uitzondering van de artikelen 7 en 17.

  • 2. Het college kan van één of meer bepalingen van deze bijzondere verordening afwijken indien toepassing ervan tot onevenredige onbillijkheid zou leiden.

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening subsidiëring onderhoudskosten veldsportaccommodaties’.

  • 4. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2002.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering d.d. 25 april 2002
Inwerking getreden d.d. 1 januari 2002

TOELICHTING VERORDENING SUBSIDIËRING ONDERHOUDSKOSTEN VELDSPORT-ACCOMMODATIES

Artikel 1, onder c

Gemeentelijke ondersteuning richt zich vooral op de breedtesport. Daarom is in de beschrijving de koppeling met sportbeoefening op amateurbasis gelegd. Binnen de regelingen van sportbonden zijn bepalingen opgenomen over het amateurbegrip. Onder bepaalde voorwaarden kunnen kostenvergoedingen aan spelers worden verstrekt. Bij die gehanteerde begripsbepaling wordt aangesloten.

Het subsidiebudget wordt verdeeld onder een specifieke, concreet beschreven groep van verenigingen c.q. accommodaties. Het college stelt hiervan een lijst op en houdt wijzigingen bij.

Artikel 3

Ingevolge de Verordening Algemene Subsidieregeling Sport komen sportverenigingen in aanmerking voor een bijdrage in de algemene verenigingskosten. De gegevens uit het daarvoor gehanteerde standaardaanvraagformulier kunnen tevens worden gebruikt als basis voor de aanvraag en berekening van het onderhoudssubsidie.

Artikel 4

Lid 3: Het toepassen van de NOC*NSF-norm betekent dat een onafhankelijk vastgestelde speelveldbelasting wordt gehanteerd.

Lid 4: Het subsidie is een bijdrage in de onderhoudskosten. Een afnemend veldenaantal zou er toe leiden dat de bijdrage onevenredig stijgt in verhouding tot de totale kosten. Het bedrag van € 2.300,= per jaar is circa 50% van de onderhoudskosten van een voetbalveld in natuurgras. Ingeval door verenigingen is geïnvesteerd in kunstgras, zijn weliswaar de onderhoudskosten lager t.o.v. het onderhoud van natuurgras maar vindt ook een gedeeltelijke compensatie plaats van de hogere investerings- c.q. vervangingskosten.

Artikel 5

Tegenover het verkrijgen van het onderhoudssubsidie dient de vereniging ook adequaat onderhoudswerk te verrichten. Bij wijze van steekproef zal een beoordeling gebeuren.

Artikel 7

Lid 1: Artikel 7 van de Algemene subsidieverordening (Asv) refereert aan een activiteitenprogramma met bijbehorende kosten. Het subsidie op basis van deze verordening strekt als bijdrage in specifieke accommodatiekosten; artikel 17 van de Asv vraagt inzending van een aantal verenigingsgegevens (begroting, activiteitenprogramma, financieel verslag en activiteitenverslag), die voor toepassing van deze verordening niet noodzakelijk zijn. Op basis van andere bepalingen van de Asv kan het college noodzakelijke gegevens bij de verenigingen (doen) opvragen en inzien.