Subsidieregeling non-formele volwasseneneducatie en innovatieve projecten volwasseneneducatie Stedendriehoek en Noord Veluwe 2018

Geldend van 28-02-2018 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling non-formele volwasseneneducatie en innovatieve projecten volwasseneneducatie Stedendriehoek en Noord Veluwe 2018.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn,

gelezen het Regionaal beleidsplan educatie basisvaardigheden arbeidsmarktregio Stedendriehoek en Noord Veluwe en de notitie Taal en Toekomst;

gelet op artikel 4 van de Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn en de Wet Educatie en Beroepsonderwijs;

BESLUIT: vast te stellen de navolgende Subsidieregeling non-formele volwasseneneducatie en innovatieve projecten volwasseneneducatie Stedendriehoek en Noord Veluwe 2018.

Hoofdstuk 1 non-formele volwasseneneducatie Stedendriehoek en Noord Veluwe

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Tenzij in dit hoofdstuk uitdrukkelijk anders wordt vermeld, gelden de voorwaarden en bepalingen van de Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn 2014.

  • 2.

    In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

    • a.

      ANBI instelling: algemene nut beoogde instelling;

    • b.

      Asv: de Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn 2014;

    • c.

      basisvaardigheden: vaardigheden als bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onder b t/m f van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

    • d.

      beleidsplan: Regionaal beleidsplan educatie basisvaardigheden arbeidsmarktregio Stedendriehoek en Noord Veluwe;

    • e.

      college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn;

    • f.

      deelnemer: een volwassen persoon die behoort tot de doelgroep laaggeletterden;

    • g.

      doorlopende leerlijn: een sluitende leerlijn tussen de educatieve activiteit die de deelnemer volgt en een vervolgactiviteit die de vorm kan hebben van enerzijds doorstroom naar non-formele of formele educatietrajecten en anderzijds de vorm kan hebben van activiteiten waarbij centraal staat dat deelnemers blijven oefenen met de basisvaardigheden;

    • h.

      non-formele educatie: niet diplomagerichte educatie, maar wel gericht op deelaspecten van de eindtermen Wet educatie en beroepsonderwijs. Aanbieders hebben geen diploma-erkenning nodig;

    • i.

      outcome: het effect dat de activiteit heeft op de deelnemers. Afhankelijk van de doelstelling van de activiteit heeft de outcome betrekking op de toename van kennis en vaardigheden op het betreffende leefgebied en indien mogelijk op de op de doorstroom naar bijvoorbeeld vrijwilligerswerk, een participatieactiviteit of andere vormen van educatie;

    • j.

      output: een direct tot de activiteit herleidbaar resultaat, zoals het aantal deelnemers aan een activiteit, aantal deelnemers dat doorverwezen is, aantal (opgeleide) vrijwilligers en het aantal intakegesprekken, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen NT1- en NT2-leerders;

    • k.

      taalhuis: een herkenbare, fysieke plek die als ontmoetingsruimte van de wijk, het dorp of de stad fungeert waar iedereen terecht kan die aan de slag wil met basisvaardigheden als lezen, schrijven, spreken, rekenen en digitale vaardigheden. Daarnaast is het een helpdesk voor taalvrijwilligers;

    • l.

      WEB: Wet educatie en beroepsonderwijs.

Artikel 1.2 Doelstelling

De subsidie non-formele volwasseneneducatie heeft tot doel het opzetten, uitvoeren en realiseren van non-formele educatie zoals is vastgelegd in de WEB en het beleidsplan, middels het opzetten en uitbouwen van taalhuizen, werven en trainen van vrijwilligers, aanschaf en onderhoud lesmateriaal, waarbij het aangaan van samenwerkingsconvenanten met uitvoerders het uitgangspunt is.

Artikel 1.3 Aanvragers en aanvraag

  • 1.

    De aanvragers van een subsidie voor het uitvoeren van taal-, rekeneducatie en digitale vaardigheden kunnen zijn: ANBI instellingen die aanbieders ondersteunen in activiteiten gericht op de doelen uit het beleidsplan.

  • 2.

    Om in aanmerking te komen voor een subsidie moet er sprake zijn van een samenwerkingsverband van tenminste twee organisaties.

  • 3.

    De aanvrager is bereid kosteloos medewerking te verlenen aan onderzoek naar de kwaliteit en de resultaten van de educatie.

  • 4.

    De aanvraag wordt online ingediend op de website van de gemeente Apeldoorn.

  • 5.

    De periode waarin een aanvraag kan worden ingediend loopt van 5 maart 2018 tot 18 april 2018.

  • 6.

    De subsidieaanvraag dient vergezeld te gaan van een begroting.

  • 7.

    Het tijdstip van binnenkomst van een aanvraag, zoals bedoeld in artikel 1.6 wordt bepaald door het moment waarop de aanvraag volledig is.

Artikel 1.4 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Op grond van deze regeling kan ten behoeve van de in artikel 1.2 genoemde doelstelling subsidie worden verstrekt voor het samenstel of een combinatie van de volgende activiteiten:

    • a.

      opzetten en uitbouwen van taalhuizen;

    • b.

      non-formele educatie: niet diplomagerichte basiseducatie, maar wel gericht op deelaspecten van de eindtermen van de WEB;

    • c.

      werving en training van taalvrijwilligers voor inzet ten behoeve van basiseducatie. Hierbij kan ook gedacht worden aan bijstandsgerechtigden die een tegenprestatie voor hun uitkering moeten verrichten.

  • 2.

    De aanvrager moet vooraf aannemelijk maken en achteraf aantonen dat de educatieve activiteit een bijdrage levert aan het verbeteren van de basisvaardigheden zoals genoemd in de WEB, in relatie tot een of meerdere leefgebieden.

  • 3.

    De activiteiten dienen in het desbetreffende jaar te worden uitgevoerd.

Artikel 1.5 Doelgerichte criteria

Voor de uit te voeren activiteiten waarvoor een subsidieaanvraag wordt ingediend dient sprake te zijn van de volgende voorwaarden, die nader zijn omschreven in het beleidsplan:

  • a.

    aantoonbare samenwerking;

  • b.

    concreet gedefinieerd meetbaar resultaat, zowel wat betreft output als outcome;

  • c.

    doorlopende leerlijn;

  • d.

    contextgerichtheid;

  • e.

    omschrijving bereik doelgroep, met onderscheid tussen NT1- en NT2-leerders;

  • f.

    passende inzet van personeel bij de uitvoering;

  • g.

    onderbouwing van de individuele behoefte;

  • h.

    aansluiting bij Taal voor het leven.

Artikel 1.6 Subsidieplafond en verdelingsregels

  • 1.

    Voor het subsidiëren van de activiteiten als bedoeld in artikel 1.4 is het bedrag beschikbaar zoals dat in de begroting voor de WEB voor 2018 is vastgesteld. Dit bedrag is tevens het subsidieplafond;

  • 2.

    De volledig ingediende aanvragen worden behandeld in volgorde van binnenkomst.

Artikel 1.7 Beoordeling subsidieaanvragen

Uitsluitend subsidieaanvragen die voldoen aan de eisen van artikel 1.3 en 1.4 worden in behandeling genomen door middel van een individuele inhoudelijke beoordeling aan de hand van de hierna genoemde kwaliteitscriteria:

  • a.

    de mate waarin het inhoudelijke plan past binnen het beleidsplan;

  • b.

    de mate van inzet van vrijwilligers in combinatie met professionele trainers/docenten;

  • c.

    de mate waarin de activiteit een bijdrage levert aan de zelfredzaamheid van de deelnemer;

  • d.

    de mate waarin de doorlopende leerlijn voor de individuele deelnemer gerealiseerd wordt;

  • e.

    de mate waarin wordt samengewerkt met partners.

Artikel 1.8 Voorschotten

Aan de subsidieontvanger wordt een voorschot van 100 % van het verleende subsidiebedrag uitbetaald.

Artikel 1.9 Vaststelling van de subsidie

  • 1.

    De aanvrager dient voor 1 mei 2019 een aanvraag tot het vaststellen van de subsidie in;

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling wordt online ingediend op de website van de gemeente Apeldoorn;

  • 3.

    De artikelen 17,18 en 19 van de Asv zijn van toepassing op de vaststelling van de subsidie.

Hoofdstuk 2 innovatieprojecten volwasseneneducatie 2018

Artikel 2.1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Tenzij in dit hoofdstuk uitdrukkelijk anders wordt vermeld, gelden de voorwaarden en bepalingen van de Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn 2014.

  • 2.

    In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

    • a.

      ANBI instelling: algemene nut beoogde instelling;

    • b.

      Asv: de Algemene subsidieverordening gemeente Apeldoorn 2014;

    • c.

      basisvaardigheden: vaardigheden als bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onder b t/m f van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

    • d.

      beleidsplan: Regionaal beleidsplan educatie basisvaardigheden arbeidsmarktregio Stedendriehoek en Noord Veluwe;

    • e.

      college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn;

    • f.

      contextgerichte samenwerking: samenwerking tussen aanbieders van educatietrajecten en professionals actief binnen de maatschappelijke context zoals benoemd in de notitie Taal en Toekomst;

    • g.

      deelnemer: een volwassen persoon die behoort tot de doelgroep laaggeletterden;

    • h.

      doorlopende leerlijn: een sluitende leerlijn tussen de educatieve activiteit die de deelnemer volgt en een vervolgactiviteit die de vorm kan hebben van enerzijds doorstroom naar non-formele of formele educatietrajecten en anderzijds de vorm kan hebben van activiteiten waarbij centraal staat dat deelnemers blijven oefenen met de basisvaardigheden;

    • i.

      formele educatie: diplomagerichte educatie basisvaardigheden, gericht op deelaspecten van de eindtermen WEB;

    • j.

      maatschappelijk verantwoord ondernemen (Mvo): ondernemen op een wijze die overeenkomt met de strekking van de “Beleidsbrief Maatschappelijk verantwoord ondernemen” van het Kabinet d.d. 28 juni 2013;

    • k.

      non-formele educatie: niet diplomagerichte educatie, maar wel gericht op deelaspecten van de eindtermen Wet educatie en beroepsonderwijs. Aanbieders hebben geen diploma-erkenning nodig;

    • l.

      notitie: notitie Taal en Toekomst;

    • m.

      outcome: het effect dat de activiteit heeft op de deelnemers. Afhankelijk van de doelstelling van de activiteit heeft de outcome betrekking op de toename van kennis en vaardigheden op het betreffende leefgebied en indien mogelijk op de op de doorstroom naar bijvoorbeeld vrijwilligerswerk, een participatieactiviteit of andere vormen van educatie;

    • n.

      output: een direct tot de activiteit herleidbaar resultaat, zoals het aantal deelnemers aan een activiteit, aantal deelnemers dat doorverwezen is, aantal (opgeleide) vrijwilligers en het aantal intakegesprekken, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen NT1 en NT2-leerders;

    • o.

      penvoerder: de door het samenwerkingsverband aangewezen penvoerende organisatie;

    • p.

      project: in een project wordt vanuit een contextgerichte samenwerking invulling gegeven aan educatie gericht op ontwikkelen van basisvaardigheden voor de deelnemers. Het programma is afgestemd op de individuele ontwikkelvraag en mogelijkheden van de deelnemers en kan zowel individueel als groepsgewijs worden aangeboden. Het programma bestaat uit educatie van basisvaardigheden gecombineerd met activiteiten die aansluiten bij de ontwikkelvraag zoals benoemd in de notitie. Resultaten zijn ook zichtbaar op het niveau van de individuele deelnemer;

    • q.

      samenwerkingsverband: samenwerking tussen twee of meer partijen, waarbij in ieder geval de samenwerking tot stand komt tussen formeel en non-formeel onderwijs;

    • r.

      WEB: Wet educatie en beroepsonderwijs.

Artikel 2.2 Doelstelling

De subsidie heeft tot doel het opzetten, uitvoeren en realiseren van innovatieve projecten volwasseneneducatie in het kader van de WEB. Deze projecten passen binnen de context van het beleidsplan en de notitie.

Artikel 2.3 Aanvragers en aanvraag

  • 1.

    De aanvragers van een subsidie voor het uitvoeren van een innovatieproject volwasseneneducatie zijn:

    • a.

      ANBI instellingen die taalaanbieders ondersteunen in activiteiten gericht op de doelen uit het beleidsplan;

    • b.

      taalaanbieders;

    • c.

      vrijwilligersorganisaties;

    • d.

      of professionele organisaties, waaronder bedrijven en instellingen die door hun bijdrage aan het behalen van de doelstelling van deze regeling vorm en inhoud willen geven aan maatschappelijk verantwoord ondernemen.

  • 2.

    Om in aanmerking te komen voor een subsidie moet er sprake zijn van een samenwerkingsverband.

  • 3.

    Het bestaan van een samenwerkingsverband zoals genoemd in het tweede lid moet worden aangetoond met een intentieverklaring van actieve deelname aan het project door betrokken partijen.

  • 4.

    De penvoerder dient namens de organisaties die deelnemen in het samenwerkingsverband de aanvraag in. De penvoerder maakt deel uit van het samenwerkingsverband.

  • 5.

    Door ondertekening van de bij de aanvraag bijgevoegde intentieverklaring tot samenwerking, verklaren de aan het samenwerkingsverband deelnemende organisaties dat de deelnemer aan het samenwerkingsverband die de aanvraag heeft ondertekend, optreedt als penvoerder en verklaren de deelnemers akkoord te zijn met de inhoud van de aanvraag en bijlagen.

  • 6.

    De aan het samenwerkingsverband deelnemende organisaties zijn bereid kosteloos medewerking te verlenen aan onderzoek naar de kwaliteit en de resultaten van de educatie.

  • 7.

    De aanvraag wordt online ingediend op de website van de gemeente Apeldoorn.

  • 8.

    De periode waarin een aanvraag kan worden ingediend loopt van 5 maart 2018 tot 18 april 2018.

  • 9.

    De subsidieaanvraag dient vergezeld te gaan van

    • a.

      een begroting;

    • b.

      een getekende intentieverklaring tot samenwerking van partijen.

  • 10.

    Het tijdstip van binnenkomst van een aanvraag, zoals bedoeld in artikel 1.6 wordt bepaald door het moment waarop de aanvraag volledig is.

Artikel 2.4 Samenwerkingsverband

  • 1.

    Indien de subsidie wordt verstrekt aan het samenwerkingsverband, verzendt het college de beschikkingen omtrent de subsidie, waaronder in ieder geval de beschikking tot subsidieverlening, wijziging en -vaststelling aan de penvoerder.

  • 2.

    Indien de subsidie wordt verstrekt aan het samenwerkingsverband, verstrekt het college de voorschotten aan de penvoerder. Deze betalingen gelden als betalingen aan de subsidie ontvangende organisaties en dienen door de penvoerder per ommegaande doorbetaald te worden aan de subsidie ontvangende organisaties.

  • 3.

    De subsidieontvangers in het samenwerkingsverband dienen hun rapportages, overeenkomstig het bepaalde in de verleningsbeschikking, in via de penvoerder.

  • 4.

    De subsidieontvangers in het samenwerkingsverband stellen het college, via de penvoerder, onverwijld schriftelijk in kennis van al hetgeen, waaronder wijzigingen, dat van belang is voor de subsidieverstrekking, de uitvoering van de activiteiten en/of het nakomen van de verplichtingen.

  • 5.

    Het college voert correspondentie en overleg met de penvoeder over uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten en/of het nakomen van de verplichtingen, overeenkomstig het bepaalde in de verleningsbeschikking. De penvoerder informeert over al hetgeen voor de subsidieontvangers in het samenwerkingsverband van belang is om de gesubsidieerde activiteiten goed uit te kunnen voeren en subsidieverplichtingen na te kunnen komen.

  • 6.

    De aan de subsidieontvangers in het samenwerkingsverband onverschuldigd betaalde subsidiebedragen kunnen van de penvoerder worden teruggevorderd als de penvoerder de doorbetalingsverplichting als bedoeld in het tweede lid niet of niet geheel nakomt.

Artikel 2.5 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Het college kan aan aanvragers ten behoeve van de in artikel 2.2 genoemde doelstelling een subsidie verlenen voor een educatieproject bestaande uit non-formele en formele educatie.

  • 2.

    De aanvrager moet vooraf aannemelijk maken en achteraf aantonen dat het project een bijdrage levert aan het verbeteren van de basisvaardigheden en de zelfredzaamheid van de deelnemers en past binnen de context van het beleidsplan en de notitie.

  • 3.

    Het project moet gericht zijn op een duurzaam effect, waarbij de behoefte van de deelnemers centraal staan.

  • 4.

    De activiteiten dienen in hetzelfde jaar te worden uitgevoerd als het jaar waarin de subsidie wordt verleend.

  • 5.

    De subsidie bedraagt maximaal € 50.000 per project.

Artikel 2.6 Doelgerichte criteria

  • 1.

    Voor de te ontwikkelen en uit te voeren projecten waarvoor een subsidieaanvraag wordt ingediend gelden de volgende voorwaarden:

    • a.

      aantoonbare samenwerking tussen formeel en non-formeel onderwijs van minimaal twee partijen;

    • b.

      concreet gedefinieerd meetbaar resultaat, zowel wat betreft output als outcome;

    • c.

      doorlopende leerlijn;

    • d.

      contextgerichtheid;

    • e.

      onderbouwing van de scholingsvraag en de wijze waarop die gericht is op deelaspecten van de eindtermen van de WEB;

    • f.

      omschrijving bereik doelgroep, met onderscheid tussen NT1- en NT2-leerders;

    • g.

      passende inzet van personeel bij de uitvoering;

    • h.

      het project is innovatief.

  • 2.

    De projecten dienen een oplossing te bieden of een bijdrage daaraan voor een bestaand probleem met betrekking tot een of meerdere van de onderwerpen zoals genoemd onder ‘Beleidsambities voor 2018’ in de notitie.

Artikel 2.7 Subsidieplafond

  • 1.

    Voor het subsidiëren van de activiteiten als bedoeld in artikel 2.5 is het bedrag beschikbaar zoals dat in de begroting voor de WEB voor 2018 is vastgesteld. Dit bedrag is tevens het subsidieplafond.

  • 2.

    Het subsidieplafond per gemeente is als volgt onderverdeeld:

Apeldoorn:

€ 191.083

Brummen:

€ 21.669

Deventer:

€ 139.865

Elburg:

€ 18.386

Epe:

€ 30.206

Ermelo:

€ 22.326

Harderwijk:

€ 54.501

Lochem:

€ 26.922

Nunspeet:

€ 22.326

Olst/Wijhe:

€ 12.476

Putten:

€ 19.043

Voorst:

€ 19.043

Zeewolde:

€ 17.729

Zutphen:

€ 61.068

Artikel 2.8 Beoordeling subsidieaanvragen

  • 1.

    De beoordeling en toekenning van subsidieaanvragen vindt plaats per gemeente;

  • 2.

    De volledig ingediende aanvragen worden behandeld in volgorde van binnenkomst;

  • 3.

    Uitsluitend subsidieaanvragen die voldoen aan de eisen van artikel 2.3, 2.5 en 2.6 worden in behandeling genomen door middel van individuele inhoudelijke beoordeling aan de hand van de hierna genoemde criteria:

    • a.

      kwaliteit van de aanvraag;

    • b.

      in hoeverre het inhoudelijke plan past binnen de context van het Beleidsplan en de notitie;

    • c.

      de mate waarin het plan vernieuwend is;

    • d.

      de inzet van vrijwilligers in combinatie met professionele trainers/docenten;

    • e.

      de wijze waarop wordt samengewerkt met partners zoals vermeld in artikel 2.6;

    • f.

      de mate waarin de projecten een bijdrage leveren aan verbetering van de basisvaardigheden en de zelfredzaamheid van de deelnemer;

    • g.

      de mate waarin de doorlopende leerlijn voor de individuele deelnemer gerealiseerd wordt;

    • h.

      de beschrijving van de output en outcome.

Artikel 2.9 Voorschotten

Aan de subsidieontvanger wordt een voorschot van 100 % van het verleende subsidiebedrag uitbetaald.

Artikel 2.10 Vaststelling van de subsidie

  • 1.

    De penvoerder dient voor 1 mei 2019 een aanvraag tot het vaststellen van de subsidie in.

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling wordt online ingediend op de website van de gemeente Apeldoorn;

  • 3.

    De artikelen 17,18 en 19 van de Asv zijn van toepassing op de vaststelling van de subsidie.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 3.1 Inwerkingtreding en Citeertitel

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag, volgend op die van de vaststelling.

  • 2.

    Deze regeling kan worden aangehaald als Subsidieregeling non-formele educatie en innovatieve projecten volwasseneneducatie Stedendriehoek en Noord Veluwe 2018.

Aldus vastgesteld door het college van B&W d.d. 27 februari 2018

Gepubliceerd in het Gemeenteblad, te raadplegen via: www.officiëlebekendmakingen.nl

Stedendriehoek en Noord Veluwe

Aanvragen kunnen ingediend worden via de website van de gemeente Apeldoorn.