Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening op de heffing en de invordering van liggeld woonschepen 2017

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2017

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van liggeld woonschepen 2017.

De raad der gemeente Appingedam;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

d.d. 15 november 2016;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;

B E S L U I T :

besluit vast te stellen de volgende:

Verordening op de heffing en de invordering van liggeld woonschepen 2017.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    woonschip: elk vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of te oordelen naar zijn constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot dag- of nachtverblijf van een of meer personen;

  • b.

    ligplaats: een gedeelte van de woonschepenhaven, bestemd of geschikt om door een woonschip met bijbehorende voorzieningen te worden ingenomen;

  • c.

    bijbehorende voorzieningen: zaken zonder welke het gebruik van het schip als woning niet goed mogelijk is, zoals een bijboot, steiger en een loopplank;

  • d.

    dag: een etmaal of gedeelte daarvan;

  • e.

    maand: een kalendermaand;

  • f.

    jaar: een kalenderjaar.

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1. Onder de naam 'liggeld woonschepen' wordt een recht geheven voor het hebben van een ligplaats voor een woonschip, daaronder begrepen de diensten die met de ligplaats verband houden, bij een verblijf op de aangewezen ligplaatsen.

  • 2. Met betrekking tot het eerste lid wordt het liggeld woonschepen geheven vanaf de dag, waarop het verblijf binnen de gemeente met een woonschip op de aangewezen ligplaatsen een termijn van 14 al dan niet aaneengesloten dagen binnen hetzelfde kalenderjaar te boven gaat.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. Het liggeld wordt geheven van degene die de ligplaats heeft.

  • 2. Als degene die de ligplaats heeft wordt aangemerkt de gebruiker van een woonschip in de woonschepenhaven. Wie als gebruiker wordt aangemerkt, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 4 Belastingtarief

Het liggeld woonschepen bedraagt per ligplaats voor een woonschip per jaar € 585,60.

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

Het liggeld woonschepen wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Het tweede lid en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een andere ligplaats feitelijk in gebruik neemt.

Artikel 8 Termijnen van betaling/Automatische incasso

  • 1.

    De aanslagen moeten worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 2.

    Ingeval het totaalbedrag van het aanslagbiljet waarop de aanslagen staan vermeld € 4.000 of meer bedraagt, moet dit bedrag, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, worden betaald op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 3.

    De belastingschuldige kan machtiging tot automatische incasso verlenen indien het totale bedrag van het gecombineerde aanslagbiljet gemeentelijke belastingen minder dan € 4.000 bedraagt. Het minimum termijnbedrag bedraagt € 10. Ingeval een machtiging tot automatische incasso is verleend, wordt het aantal termijnen bepaald door het totale bedrag van het gecombineerde aanslagbiljet gemeentelijke belastingen te delen door het minimum termijnbedrag, met dien verstande dat het aantal termijnen niet meer dan tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4.

    De in het derde lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien twee van de tien termijnen niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen één maand na afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan gelden de betaaltermijnen als bedoeld in het eerste lid.

  • 5.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van het liggeld woonschepen wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van liggeld woonschepen.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De Verordening liggeld woonschepen 2016 van 17 december 2015 wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2017.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover terzake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

  • 4.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 5.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening liggeld woonschepen 2017.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare
vergadering d.d. 15 december 2016.
De raad voornoemd,
, voorzitter. , griffier.
(H.K. Pot) (T.G.C. Kramer-Klein)