Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand.

Geldend van 24-01-2008 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 05-04-2007

Intitulé

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand.

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand

Burgemeester en wethouders van de gemeente Appingedam,

gelet op het reglement houdende bepalingen ten aanzien van de ambtenaren van de burgerlijke stand, de buitengewone ambtenaren van de burgerlijke stand en de openstelling van het bureau van de burgerlijke stand, kortweg ‘het Reglement op de burgerlijke stand’ genoemd, zoals vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders d.d. 10 november 2000,

gelet op de bereikte overeenstemming in de commissie voor georganiseerd overleg, d.d. 15 februari 2008,

BESLUITEN:

vast te stellen de navolgende regeling:

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand van de gemeente Appingedam

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan:

  • a.

    buitengewoon ambtenaar: de bezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, zoals bedoeld in het Reglement op de burgerlijke stand.

  • b.

    CAR/UWO: de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst van de gemeente Appingedam.

Artikel 2 Aanstelling

  • 1.

    Aanstelling geschiedt in tijdelijke dienst voor bepaalde tijd voor maximaal vijf jaren.

  • 2.

    Een aanstelling voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege.

Artikel 3 Bezoldiging

  • 1.

    De buitengewoon ambtenaar ontvangt een bezoldiging in de vorm van een vergoeding per voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap gelijk aan viermaal het uurloon behorende bij het hoogste bedrag van schaal 8, bijlage IIa van de CAR/UWO

  • 2.

    De vergoeding bedoeld in het eerste lid, wordt opgehoogd met het percentage van de vakantietoelage van artikel 6:3, tweede lid, van de CAR/UWO.

  • 3.

    De vergoeding bedoeld in het eerste lid wordt opgehoogd met het percentage van de eindejaarsuitkering van artikel 3:6 van de CAR/UWO.

  • 4.

    De vergoeding bedoeld in het eerste lid wordt opgehoogd met een percentage van 8,6% ter compensatie van het niet genieten van het vakantieverlof.

Artikel 4 Aanspraken bij ziekte

  • 1.

    Bij ziekte van de buitengewoon ambtenaar jonger dan 65 jaar zijn de artikelen 7:1 tot en met 7:3 (definities, begeleiding en recht op bezoldiging bij ziekte), 7:9 tot en met 7:14 (verplichtingen en sancties) en 7:19 tot en met 7:21 (samenloop doorbetaling bezoldiging en uitkering) van de CAR/UWO van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Voor toepassing van dit artikel wordt onder bezoldiging verstaan: het gemiddelde van het totaal aan vergoedingen bedoeld in artikel 3, over de 12 maanden onmiddellijk voorafgaande aan de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar. Voor zover de ambtenaar op deze datum zijn betrekking nog geen 12 maanden heeft vervuld, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand is toegekend over de periode waarin hij in dienst is.

  • 3.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar verstaan: de dag waarop de ambtenaar is aangewezen om een huwelijk of geregistreerd partnerschap te voltrekken, waarvoor hij wegens ziekte is verhinderd.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen.

Artikel 5 Reiskosten

  • 1.

    De buitengewoon ambtenaar ontvangt een reiskostenvergoeding tot een bedrag van het fiscaal vrijgelaten bedrag per kilometer. Per huwelijk dan wel geregistreerd partnerschap wordt aan de buitengewoon ambtenaar maximaal 50 km. vergoed.

  • 2.

    Voor het bezoeken van bijeenkomsten e.d., op verzoek van het hoofd publiekszaken, wordt de reiskostenregeling toegepast die geldt voor de gemeenteambtenaren.

Artikel 6 Ontslag en schorsing

  • 1.

    Ontslag kan worden verleend overeenkomstig de artikelen 8:1 (op verzoek), 8:2 en 8:2a (na ouderdomspensioen), 8:4 (wegens reorganisatie), 8:5 (wegens arbeidsongeschiktheid), 8:6 (wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid), 8:7 en 8:8 (overige ontslaggronden), 8:11 (wegens FPU), 8:12 en 8:12:1 (van rechtswege en tussentijdse ontslag uit tijdelijke aanstelling) en 8:13 (als disciplinaire straf) van de CAR/UWO.

  • 2.

    Schorsing van de buitengewoon ambtenaar vindt plaats overeenkomstig artikel 8:15:1 en 8:15:2 van de CAR/UWO.

Artikel 7 Overige rechten en verplichtingen

De artikelen 15:1, 15:1b tot en met 15:1g (verplichtingen rond integriteit), 15:1:12 (vergoeding van schade), 15:1:15 (beoordeling van de ambtenaar),15:1:16 (uniform of dienstkleding), 15:1:19 (verbod betreden arbeidsterrein), 15:1:20 (infectieziekten), 15:1:23 tot en met 15:1:25 (vergoeden van schade) en 15:2 van de CAR/UWO zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8 Plichtsverzuim

De buitengewoon ambtenaar die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich overigens schuldig maakt aan plichtsverzuim, kan disciplinair worden gestraft, overeenkomstig hoofdstuk 16 van de CAR/UWO.

Artikel 9

Deze regeling treedt in werking met ingang van 5 april 2007.

Artikel 10

Deze regeling kan worden aangehaald als de rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Appingedam.

Ondertekening

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Appingedam,
, burgemeester. , secretaris.(E.A. Groot) (J.G. de Jonge)
Vastgesteld 24-01-2008