Klachtenregeling ongewenste omgangsvormen in de werksituatie

Geldend van 16-07-2002 t/m heden

Intitulé

Klachtenregeling ongewenste omgangsvormen in de werksituatie

KLACHTENREGELING ONGEWENSTE OMGANGSVORMEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Ongewenste omgangsvormenGedragingen, handtastelijkheden, op- of aanmerkingen over het uiterlijk, seksuele geaardheid, ras, geloof, landsaard en dergelijke, die worden gekenmerkt door eenzijdigheid of dwang en die door de persoon tot wie ze gericht zijn als ongewenst worden ervaren.

  • b.

    Bevoegd gezaghet college van burgemeester en wethouders van de gemeente Appingedam.

  • c.

    MeldingEen melding over ongewenste omgangsvormen.

  • d.

    KlachtEen klacht over ongewenste omgangsvormen, die bij de klachtencommissie wordt ingediend.

  • e.

    KlagerDe persoon die zich wendt tot de vertrouwenspersoon c.q. een klacht indient.

  • f.

    AangeklaagdeDe persoon tegen wie een klacht is ingediend.

  • g.

    ContactpersoonDe persoon, als bedoeld in artikel 3.

  • h.

    MeldpuntHet meldpunt , als bedoeld in artikel 4.

  • i.

    VertrouwenspersoonDe persoon, als bedoeld in artikel 5.

  • j.

    KlachtencommissieDe commissie, als bedoeld in artikel 7.

Artikel 2 Bereik van de regeling

Deze regeling is van toepassing op een ieder, die werkzaamheden verricht voor de instelling/ organisatie of anderszins deel uitmaakt van de gemeenschap van de instelling/organisatie en geconfronteerd wordt met ongewenste omgangsvormen.

Artikel 3 De contactpersoon

  • 1.

    Er is bij Arbo Noord een contactpersoon, die een klager zonodig verwijst naar een vertrouwenspersoon.

  • 2.

    De contactpersoon is de vaste bedrijfsmaatschappelijk werker van de instelling/organisatie, werkzaam bij Arbo Noord.

Artikel 4 Het meldpunt

Een telefonisch meldpunt bij Arbo Noord (tel: 050 524 28 54) dat door iedere medewerker van de organisatie, die een vraag, een melding of een klacht heeft over ongewenste omgangsvormen, gebeld kan worden.Degene, die de telefoon opneemt regelt dat er een antwoord komt op de vraag door een vertrouwenspersoon in te schakelen. De mensen van het meldpunt vervullen ook de functie van secretariaat van de klachtencommissie.

Artikel 5 De vertrouwenspersoon, algemeen

  • 1.

    Arbo Noord heeft een pool van vertrouwenspersonen aangesteld, die als aanspreekpunt kunnen functioneren voor degene, die meent slachtoffer te zijn geworden van ongewenste omgangsvormen.Door de contactpersoon wordt bekeken welke vertrouwenspersoon in desbetreffende situatie de aangewezen persoon is.

  • 2.

    De vertrouwenspersoon is verplicht tot geheimhouding van alle zaken, die hij in zijn hoedanigheid van vertrouwenspersoon verneemt. De plicht tot geheimhouding geldt niet t.a.v. de klachtencommissie en het bevoegd gezag, artsen en de aangeklaagde, tenzij de klager anders wenst. De plicht tot geheimhouding geldt ook niet indien de vertrouwenspersoon sterke vermoedens c.q. aanwijzingen heeft dat er gevaar dreigt voor derden. In dat geval zal de vertrouwenspersoon in overleg treden met het bevoegd gezag. De geheimhoudingsplicht vervalt niet nadat betrokkene zijn taak als vertrouwenspersoon heeft beëindigd.

  • 3.

    De vertrouwenspersoon legt verantwoordelijkheid af over de in deze functie verrichte werkzaamheden aan de directie van Arbo Noord.

Artikel 6 De vertrouwenspersoon, taken en bevoegdheden

  • 1.

    De vertrouwenspersoon heeft tot taak:a) degene, die meent slachtoffer te zijn van ongewenste omgangsvormen bij te staan en van advies te dienen;b) na te gaan of er door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt;c) in overleg met de klager te bekijken of gebeurtenissen aanleiding geven tot het indienen van een klacht bij de klachtencommissie;d) de persoon op diens verzoek te ondersteunen bij het indienen van een klacht bij de klachtencommissie;e) contact onderhouden met de klager om te bezien of het indienen van een klacht niet leidt tot repercussies voor de klager en te bezien of verwijzing naar een andere instantie, gespecialiseerd in hulpverlening en nazorg noodzakelijk en wenselijk is

  • 2.

    De vertrouwenspersoon rapporteert problemen bij de afhandeling van klachten aan de persoon van de instelling/organisatie, die daarvoor is aangewezen.De vertrouwenspersoon is bevoegd informatie in te winnen inzake ongewenste omgangsvormen bij betrokkenen, na toestemming van degene die om advies komt en voor zover de uitvoering van de taken dat noodzakelijk maakt. De vertrouwenspersoon neemt, ter bescherming van de belangen van alle direct betrokkenen, de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht bij de uitoefening van zijn taak.

Artikel 7 De klachtencommissie, samenstelling

  • 1.

    Er is door Arbo Noord een klachtencommissie ingesteld, die bestaat uit een pool van een aantal personen, met verschillende deskundigheid.

  • 2.

    Na aanmelding van een klacht bij het secretariaat van de klachtencommissie stelt dat secretariaat in overleg met een uit de pool te kiezen voorzitter, de klachtencommissie samen op basis van de aard van de klacht en van verschillend geslacht

  • 3.

    De commissie bestaat uit drie leden, waaronder de voorzitter. Aan de commissie wordt een secretaris toegevoegd, te leveren door het secretariaat van de klachtencommissie.

Artikel 8 Klachtencommissie, taken en bevoegdheden

  • 1.

    De klachtencommissie is belast met het onderzoeken van ingediende klachten over ongewenste omgangsvormen en geeft gevraagd of ongevraagd advies aan het bevoegd gezag over: a) de (on-)gegrondheid van een klacht;b) het nemen van maatregelen ten aanzien van de aangeklaagde;c) overige door het bevoegd gezag te nemen besluiten.

  • 2.

    De klachtencommissie vervult haar taak zonder vooringenomenheid.

  • 3.

    De klachtencommissie neemt, ter bescherming van alle direct betrokkenen, de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht bij de behandeling van een klacht.De leden van de klachtencommissie zijn verplicht tot geheimhouding van alle zaken die zij in hun hoedanigheid vernemen. De plicht tot geheimhouding geldt niet indien de klachtencommissie sterke vermoedens c.q. aanwijzingen heeft dat er gevaar dreigt voor derden. In dat geval zal de klachtencommissie in overleg treden met het bevoegd gezag. De plicht tot geheimhouding vervalt niet na beëindiging van de functie van lid van de klachtencommissie.

  • 4.

    De klachtencommissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van een klacht bevoegd alle gewenste inlichtingen in te winnen.

Artikel 9 Het indienen van een klacht

Klachten over ongewenste omgangsvormen kunnen, al dan niet met behulp van de vertrouwenspersoon, worden ingediend bij het secretariaat van de klachtencommissie of het bevoegd gezag.

  • 1.

    Een klacht, die binnen komt bij het bevoegd gezag wordt doorgezonden naar het secretariaat van de klachtencommissie.

  • 2.

    Een klacht wordt schriftelijk ingediend.

  • 3.

    Een klacht dient te zijn ondertekend en bevat ten minste:a) de naam, het adres en het telefoonnummer van de klager;b) de dagtekening;c) een omschrijving van de gedraging(en) waarover geklaagd wordt.d) De naam en het adres van degene, die aangeklaagd wordt

  • 4.

    Indien niet is voldaan aan het gestelde in lid 3 wordt de klager in de gelegenheid gesteld het binnen twee weken te veranderen. Is dan ook nog niet voldaan aan het gestelde in lid 3 dan kan de klacht niet ontvankelijk worden verklaard.

  • 5.

    Anonieme klachten worden niet in behandeling genomen.

  • 6.

    Op de ingediende klacht wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 7.

    De klachtencommissie stelt het bevoegd gezag onverwijld schriftelijk op de hoogte van de ontvangst van een klacht en doet het bevoegd gezag daarbij een kopie van de klacht toekomen.

Artikel 10 De klachtenprocedure

  • 1.

    De klager en de aangeklaagde worden zo snel mogelijk na het indienen van de klacht door de klachtencommissie gehoord in een niet openbare hoorzitting. De voorzitter bepaalt de plaats en het tijdstip van de hoorzitting.

  • 2.

    De voorzitter nodigt klager en beklaagde uit voor een hoorzitting en vermeldt in de uitnodiging welke leden van de klachtencommissie zitting hebben, en dat klager en aangeklaagde zich tijdens de hoorzitting kunnen laten bijstaan door een raadsman/-vrouw of een vertrouwenspersoon. Beiden kunnen de klachtencommissie verzoeken getuigen en deskundigen te horen. Ook de klachtencommissie is bevoegd getuigen of deskundigen uit te nodigen voor een hoorzitting.

  • 3.

    De voorzitter doet de klacht toekomen aan de aangeklaagde, gelijktijdig met de uitnodiging voor de hoorzitting

  • 4.

    Eventuele andere door de klager aan de klachtencommissie overlegde stukken liggen vanaf de datum van de uitnodiging voor de hoorzitting voor de aangeklaagde ter inzage op het secretariaat van de klachtencommissie;

  • 5.

    Voor het houden van een hoorzitting is vereist, dat ten minste twee leden van de klachtencommissie, waaronder de voorzitter, aanwezig zijn;

  • 6.

    De klager en de aangeklaagde worden buiten elkaars aanwezigheid gehoord, tenzij de klachtencommissie met instemming van de klager en de aangeklaagde anders bepaalt.

  • 7.

    Van de hoorzittingen worden verslagen gemaakt. De verslagen vermelden de namen van de aanwezigen met daarbij de vermelding van hun hoedanigheid. De verslagen bevatten voorts een zakelijke weergave van hetgeen door beide partijen is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 8.

    De klager en de aangeklaagde ontvangen een afschrift van de verslagen met betrekking tot hun gesprek en de commissie stelt hen in de gelegenheid daarop binnen een termijn van tien dagen schriftelijk te reageren.

  • 9.

    De klachtencommissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het advies.

  • 10.

    De klachtencommissie brengt binnen vier weken na de laatste hoorzitting schriftelijk advies uit aan het bevoegd gezag. Deze termijn kan een maal met twee weken worden verlengd. De klachtencommissie meldt deze verlenging met redenen omkleed aan de klager, de aangeklaagde en het bevoegd gezag.

  • 11.

    Bij het advies aan het bevoegd gezag voegt de klachtencommissie het verslag van de hoorzitting, de ingediende klacht en de overige door de klager en de aangeklaagde aan de klachtencommissie overlegde stukken.

  • 12.

    De klachtencommissie stuurt de klager en de aangeklaagde bericht van het feit dat het advies aan het bevoegd gezag is verzonden. De werkgever zal het advies aan de klager en de aangeklaagde toesturen en hen in de gelegenheid stellen binnen tien werkdagen te reageren alvorens tot besluitvorming over te gaan (zie ook besluitvorming van het bevoegd gezag - Pag. 6).

Artikel 11 De uitspraak

Binnen vier weken na ontvangst van het advies van de klachtencommissie neemt het bevoegd gezag een gemotiveerd besluit ter zake en deelt hij de klager, de aangeklaagde en de voorzitter van de klachtencommissie gemotiveerd mee of hij het oordeel over de gegrondheid van de klacht deelt en of hij naar aanleiding van dat oordeel maatregelen neemt en zo ja welke. Tevens geeft hij een kopie van het advies van de commissie mee aan klager een aangeklaagde.

Artikel 12 Overige bepalingen

  • 1.

    alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het bevoegd gezag;

  • 2.

    De regeling kan worden aangehaald als ‘Klachtenregeling ongewenst omgangsvormen in de werksituatie’.

  • 3.

    Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na die van de vaststelling;

  • 4.

    De regeling betreffende klachtenbehandeling bij sexuele intimidatie in de werksituatie zoals vastgesteld op 17 december 1998 komt hiermee te vervallen.

Ondertekening

Appingedam, 15 juli 2002
Het college van bugemeester en wethouders van de gemeentem Appingedam,
, burgemeester. , secretaris(E.A. Groot) (J.H.C. Stel)