Regeling vervallen per 01-04-2016

Nadere regels voor het gebruiken van de weg of een weggedeelte anders dan overeenkomstig de publieke functie daarvan

Geldend van 21-07-2011 t/m 31-03-2016

Intitulé

Het college van burgemeester en wethouders van Arnhem,

overwegende

dat in artikel 2.1.5.1, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening voor Arnhem (APV) is aangegeven wanneer verboden is de weg of een weggedeelte te gebruiken anders dan overeenkomstig de functie daarvan;

dat in het vierde lid van dit artikel is aangegeven dat het college nadere regels kan stellen omtrent het bepaalde in het eerste lid;

dat het college het vanuit het oogpunt van duidelijkheid en kenbaarheid gewenst acht voor diverse soorten objecten vast te stellen in welke gevallen en onder welke voorwaarden geen overtreding van het verbod aan de orde is;

besluit;

vast te stellen de Nadere regels voor het gebruik van de weg of een weggedeelte anders dan overeenkomstig de publieke functie daarvan (Nadere regels OOR)

Nadere regels OOR

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    Centrum: het gebied omsloten door, en inclusief, de Eusebiusbinnensingel, Velperbinnensingel, Velperplein, Jansbinnensingel, de binnenstadszijde van het Willemsplein, Nieuwe Plein, Nieuwe Oeverstraat, Kleine Oord, Broerenstraat, Turfstraat, omgeving Markt en Sabelspoort en Walburgstraat.

  • b.

    Categorie A : Jansstraat, Grote Oord, Vijzelstraat, Ketelstraat, Roggestraat.

  • c.

    Categorie B: straten in het centrum met een breedte van minimaal 4.90 meter, uitgezonderd de onder categorie A vallende straten.

  • d.

    Categorie C: straten in het centrum, uitgezonderd de onder categorie A en B vallende straten.

  • e.

    Winkelstraat: een buiten het centrum gelegen (deel van de) weg met een overwegende winkelfunctie.

  • f.

    Winkelcentrum: een buiten het centrum gelegen gebouw of een reeks gebouwen waarin meerdere winkels zijn gevestigd. Voorbeelden zijn de grote winkelcentra zoals Kronenburg en Presikhaaf, maar ook kleinere wijkwinkelcentra zoals Elderhof en de Drieslag in Malburgen.

  • g.

    Verfraaiiing: bloembakken en bankjes.

  • h.

    Stoepbord: een reclamebord bestemd en geschikt om op de stoep voor een winkel of bedrijfspand te worden geplaatst, daaronder begrepen menuborden.

  • i.

    Feestversiering: sfeerverhogende versiering, daaronder begrip verlichting, ter gelegenheid van een nationaal of internationaal evenement of een nationaal feest, zoals kerstmis. sinterklaas of Koninginnedag.

  • j.

    Grote groen in de stad: grote en kleine parken in de stad (zoals de parken Sonsbeek, Angerenstein, Immerloo, Westerveld) en de uiterwaardgebieden (zoals Meinerswijk en Stadsblokken). Het wijkgroen, zoals grasveldjes en plantsoenen valt hierbuiten.

  • k.

    Grote groen om de stad: het gebied buiten de stedelijke bebouwing.

  • l.

    Prikkeldraad: gegalvaniseerd ijzerdraad, op bepaalde kleine afstanden van scherpe stekels voorzien, gebruikt om de toe-, door- of uitgang te beletten, schrikdraad, puntdraad en andere scherpe voorwerpen.

Artikel 2 Stoepborden

  • 1. Het plaatsen van een stoepbord op de weg is geen overtreding van het verbod als bedoeld in artikel 2.1.5.1, eerste lid, APV indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      het bord is niet hoger dan 1,5 meter en niet breder dan 1 meter;

    • b.

      het bord is direct verplaatsbaar en heeft een stabiele, weerbestendige, solide constructie;

    • c.

      het bord mag uitsluitend voor een bedrijfspand worden geplaatst waarvan degene die het bord plaatst de rechthebbende is en enkel tijdens de openingstijden van het betreffende bedrijfspand;

    • d.

      er mag maximaal per bedrijf (winkel of horecagelegenheid) één bord worden geplaatst;

    • e.

      het bord wordt geplaatst op het voor voetgangers bestemde gedeelte van de weg of achter de voorgevelrooilijn;

    • f.

      indien het bord op een straat met een verkeersfunctie wordt geplaatst, dient een minimale doorgang van 1,5 meter voor voetgangers te worden vrijgehouden;

    • g.

      op wegen of weggedeelten enkel bestaand uit een trottoir dient te allen tijde een vrije en onbelemmerde doorgang van minimaal 3,5 meter aanwezig te zijn ten behoeve van hulpdiensten;

    • h.

      het plaatsen van een bord is niet toegestaan in combinatie met de uitstalling van verkoopmateriaal;

    • i.

      het stoepbord wordt waar mogelijk op één lijn geplaatst met andere objecten en niet op de geleidelijn voor blinden.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor het Centrum, met uitzondering van binnen dit gebied gelegen horecagelegenheden waar maximaal één menubord op een terras mag worden geplaatst.

Artikel 3 Verkoopmateriaal

  • 1. Het uitstallen van verkoopmateriaal op de weg is geen overtreding van het verbod als bedoeld in artikel 2.1.5.1, eerste lid, APV indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      het verkoopmateriaal is direct verplaatsbaar;

    • b.

      het verkoopmateriaal mag uitsluitend voor een bedrijfspand worden uitgestald waarvan degene die het materiaal uitstalt de rechthebbende is;

    • c.

      het verkoopmateriaal mag enkel tijdens de openingstijden van het betreffende bedrijfspand op de weg worden geplaatst;

    • d.

      het verkoopmateriaal wordt geplaatst op het voor voetgangers bestemde gedeelte van de weg;

    • e.

      indien het verkoopmateriaal op een straat met een verkeersfunctie wordt uitgestald, dient een minimale doorgang van 1,5 meter voor voetgangers te worden vrijgehouden;

    • f.

      op wegen of weggedeelten enkel bestaand uit een trottoir dient te allen tijde een vrije en onbelemmerde doorgang van minimaal 3,5 meter aanwezig te zijn ten behoeve van hulpdiensten;

    • g.

      er dient een minimale doorgang van 1,5 meter voor in- en uitkomende bezoekers van het bedrijfspand te worden vrijgehouden;

    • h.

      het verkoopmateriaal mag tot maximaal 0,75 meter uit de gevel worden uitgestald;

    • i.

      het verkoopmateriaal wordt waar mogelijk op één lijn geplaatst met andere objecten en niet op de geleidelijn voor blinden.

    • j.

      het uitstallen van verkoopmateriaal is niet toegestaan in combinatie met het plaatsen van een stoepbord.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor het Centrum, met uitzondering van verse dagwaren, zoals groente, fruit en bloemen.

Artikel 4 Verfraaiingen

  • 1.Het plaatsen van een verfraaiing op de weg vormt geen overtreding van het verbod als bedoeld in artikel 2.1.5.1, eerste lid, APV indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      de verfraaiing is direct verplaatsbaar;

    • b.

      de verfraaiing mag uitsluitend voor een bedrijfspand worden geplaatst waarvan degene die de verfraaiing plaatst de rechthebbende is en enkel tijdens de openingstijden van het betreffende bedrijfspand;

    • c.

      de verfraaiing wordt geplaatst op het voor voetgangers bestemde gedeelte van de weg;

    • d.

      indien de verfraaiing op een straat met een verkeersfunctie wordt uitgestald, dient een minimale doorgang van 1,5 meter voor voetgangers te worden vrijgehouden;

    • e.

      op wegen of weggedeelten enkel bestaand uit een trottoir dient te allen tijde een vrije en onbelemmerde doorgang van minimaal 3,5 meter aanwezig te zijn ten behoeve van hulpdiensten;

    • f.

      er dient een minimale doorgang van 1,5 meter voor in- en uitkomende bezoekers van het bedrijfspand te worden vrijgehouden;

    • g.

      de verfraaiing mag tot maximaal 0,75 meter uit de gevel worden geplaatst mits de breedte van de straat dit toestaat en mag niet hoger zijn dan 1,80 meter;

    • h.

      de verfraaiing wordt waar mogelijk op één lijn geplaatst met andere objecten en niet op de geleidelijn voor blinden.

      • 2.

        In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, onder g, mag bij Categorie A de verfraaiing maximaal 40 cm uit de gevel worden geplaatst.

      • 3.

        Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op Categorie C.

      • 4.

        Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op Categorie A en B op de dagen dat er een grootschalig evenement (zoals Living Statues, Koninginnedag) in het Centrum wordt gehouden. Het college geeft hiervan tijdig kennis.

Artikel 4a Steenstraat e.o.

  • 1. In afwijking van het bepaalde in de artikelen 2 tot en met 4 geldt voor de Steenstraat, Bloemstraat en Velperbuitensingel (gedeeltelijk) dat stoepborden, verkoopmateriaal en verfraaiingen enkel mogen worden geplaatst op de op bijgevoegde kaartjes, met de nummers 001099270, 00109271 en 00109272, met blauwe arcering aangegeven ruimtes.

  • 2. Voor de in het eerste lid bedoelde situaties geldt dat stoepborden, verkoopmateriaal en verfraaiingen enkel mogen worden geplaatst voor het bedrijfspand van de rechthebbende hierop en enkel tijdens de openingstijden van het betreffende bedrijfspand.

Artikel 5 Feestversiering boven de weg

  • 1. Het aanbrengen van feestversiering boven de weg is geen overtreding van het verbod als bedoeld in artikel 2.1.5.1, eerste lid, APV indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      de versiering mag geen schade veroorzaken aan eigendommen van de gemeente of derden;

    • b.

      de versiering mag niet worden bevestigd aan bomen en lantarenpalen en mag niet met pennen in de bestrating worden bevestigd;

    • c.

      indien de versiering bestaat uit verlichting dan dient deze op een hoogte van ten minste 4.20 meter boven de weg te worden bevestigd;

    • d.

      indien de versiering bestaat uit verlichting dient de onderlinge afstand tussen verlichtingsbogen ten minste 10 meter te bedragen.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op het Centrum, Winkelstraten en –centra, het Grote groen in de stad en het Grote groen om de stad.

Artikel 6 Prikkeldraad

Het aanbrengen van prikkeldraad op, aan of boven de weg vormt geen overtreding van het verbod als bedoeld in artikel 2.1.5.1, eerste lid, APV indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    het prikkeldraad hangt niet lager dan 2, 20 meter boven het voor voetgangers of (brom)fietsers bestemde deel van de weg of

  • b.

    het prikkeldraad is op meer dan 0,25 meter uit de uiterste rand van de weg, op van de weg af gerichte delen van een afscheiding aangebracht.

Artikel 7 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als: Nadere regels OOR.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2010.