Regeling vervallen per 17-11-2012

Verordening op de heffing en de invordering van scheepvaartrechten 2012

Geldend van 17-12-2011 t/m 16-11-2012

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van scheepvaartrechten 2012

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN SCHEEPVAARTRECHTEN 2012

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    kade: de rechter Rijnoever, met uitzondering van het voormalig Rijksveer Malburgen (kadastraal bekend als gemeente Arnhem, sectie D, nr. 4934 en 4648), beginnende bij de Boterdijk daar waar de damwand begint ter hoogte van kilometerraai 884.105 en eindigende bij de haven, alsmede de wal van de haven, uitgezonderd het deel van de AKZO haven in eigendom van derden, zoals op de bij deze verordening behorende tekening is aangegeven;

  • 2.

    haven:de haven van Malburgen zoals op de bij deze verordening behorende tekening is aangegeven;

  • 3.

    vaartuig:een drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebruikt dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen of vervoeren van al dan niet met het drijvende lichaam één geheel uitmakende voorwerpen. Met inbegrip van een houtvlot, een watervliegtuig, een draagvleugelboot, een luchtkussenvoertuig, een drijvende boorinstallatie, een baggermolen, een drijvende kraan, een elevator, een ponton en elk drijvend werktuig, drijvend voorwerp of drijvende inrichting;

  • 4.

    pleziervaartuig:een vaartuig dat hoofdzakelijk gebruikt wordt voor de recreatie en niet bedrijfsmatig wordt gebruikt;

  • 5.

    overliggend pleziervaartuig: een pleziervaartuig dat langer dan een aaneengesloten periode van 4 weken een ligplaats inneemt in de haven of voor of aan de kade;

  • 6.

    passagiersschip:een vaartuig dat middel van vervoer is of hoofdzakelijk gebruikt wordt voor het bedrijfsmatig vervoer van personen;

  • 7.

    vrachtschip:een vaartuig dat geheel of hoofdzakelijk gebruikt wordt voor het vervoer van goederen;

  • 8.

    langdurig verblijvend vaartuig:een vaartuig dat langer dan een aaneengesloten periode van zes maanden een ligplaats inneemt en waarvoor een schriftelijke ontheffing op grond van artikel 2.1 van de verordening op het gebruik van de haven en kade is verleend door het college van burgemeester en wethouders;

  • 9.

    overige vaartuigen:alle vaartuigen die niet onder de categorieën 4 tot en met 10, als bedoeld in dit artikel, vallen, zoals sleepboten,autotransportschepen, roll-on/roll-offschepen, baggermolens, zuigers, elevatoren, drijvende werktuigen, zogenaamd aannemersmateriaal, boothuizen, vlotten en schepen die om welke reden dan ook zijn ondergemeten;

  • 10.

    havenmeester:de als zodanig van gemeentewege aangewezen ambtenaar aan wie het toezicht op de haven en de kade is opgedragen en zijn plaatsvervanger;

  • 11.

    meetbrief:een door een daartoe bevoegde instantie uitgegeven en in Nederland geldig document betreffende de tonnenmaat en het laadvermogen van een vaartuig;

  • 12.

    laadvermogen:het in kubieke meters uitgedrukte verschil tussen de zoetwaterverplaatsing van het vaartuig bij de grootst toegelaten diepgang en die van het ledige vaartuig;

  • 13.

    plaatsruimte:de oppervlakte van een vaartuig, berekend door de grootste lengtemaat van het vaartuig te vermenigvuldigen met de grootste breedtemaat, uitgedrukt in vierkante meters;

  • 14.

    termijn:een in de tabel genoemd tijdvak waarin het gebruik van de haven en/ of kade plaatsvindt:

    • a.

      dag: een etmaal;

    • b.

      week: een kalenderweek;

    • c.

      maand: een kalendermaand;

    • d.

      kwartaal: een kalenderkwartaal

    • e.

      jaar: een kalenderjaar.

  • 15.

    jachthaven:de jachthaven Valkenburg en de jachthaven Jason;

  • 16.

    gebruik maken van de kade:

    • -

      het rechtstreeks meren aan de kade van een vaartuig of

    • -

      het zonder directe verbinding meren van een vaartuig voor de kade of

    • -

      het door middel van een ander drijvend voorwerp aan de kade meren van een vaartuig of

    • -

      het aantal te exploiteren vierkante meters aan of voor de kade indien het een jachthaven betreft;

  • 17.

    gezagvoerder: degene, die op het vaartuig het gezag uitoefent en verantwoordelijk is voor de naleving van de geldende reglementen of degene die deze vervangt dan wel als zodanig optreedt; voor het geval noch de gezagvoerder, noch diens plaatsvervanger aanwezig is, wordt de eigenaar of gebruiker van het vaartuig aangemerkt als gezagvoerder. Voor jachthavens wordt de exploitant van de jachthaven als gezagvoerder aangemerkt.

Artikel 2 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. Voor de berekening van het haven- en/of kadegeld gelden als grondslagen:

    • a.

      het laadvermogen van het vaartuig;

    • b.

      de plaatsruimte van het vaartuig;

    • c.

      het aantal te exploiteren vierkante meters conform de bij deze verordening behorende tekeningen waarop aangegeven de jachthavens Jason en Valkenburg.

  • 2. Voor het berekenen van het los- en opslaggeld geldt als grondslag de plaatsing van een object danwel het aantal vierkante meters oppervlakte.

  • 3. In de tarieventabel is aangegeven welke grondslag van toepassing is.

  • 4. Bij gebreke van een geldige meetbrief of bij weigering deze te tonen wordt het laadvermogen ambtshalve geschat en is de belasting naar de uitkomst van die schatting verschuldigd.

Artikel 3

  • 1. Het haven- en/of kadegeld en het los- en opslaggeld worden geheven naar de maatstaven en tarieven die zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemd tijdvak, eenheid of afmeting voor een geheel gerekend.

Artikel 4 Wijze van heffing

Het haven- en/of kadegeld en het los- en opslaggeld wordt geheven bij wege van gedagtekende nota of andere schriftuur waarop het gevorderde bedrag wordt vermeld.

Artikel 5 Tijdstip van verschuldigdheid

  • 1. De rechten moeten worden voldaan op het moment van aanbieding van de nota of de andere schriftuur.

  • 2. Indien de nota of de andere schriftuur wordt toegezonden, dient het verschuldigde te worden betaald binnen 14 dagen na dagtekening van de nota of de andere schriftuur.

Artikel 6 Kwijtschelding

Bij de invordering van de rechten wordt geen kwijtschelding verleend.

HOOFDSTUK II HAVEN- EN KADEGELD / LOS- EN OPSLAGGELD

Artikel 7 Aard van de heffing / belastbaar feit

  • 1. Onder de naam haven- en kadegeld wordt een recht geheven wegens het gebruik maken van de haven en/ of kade overeenkomstig de bestemming daarvan en/of het genot van door of vanwege de gemeente verstrekte diensten.

  • 2. Onder gebruik maken wordt mede verstaan het niet-onmiddellijk doch door middel van een ander drijvend voorwerp in de haven of aan de kade aanmeren van een vaartuig.

  • 3. Onder de naam los- en opslaggeld wordt voor het hebben van voorwerpen op of boven de kade een recht geheven.

Artikel 8 Belastingplicht

  • 1. Het haven- en/ of kadegeld wordt geheven van de gezagvoerder van het vaartuigindien het recht per keer wordt berekend, zodra het gebruik aanvangt en overigens, bij de aanvang van het tijdvak, waarvoor de betaling strekt.

  • 2. De berekening van het recht geschiedt ter keuze van de belastingplichtige per keer of per tijdvak.

  • 3. De belastingplichtige is verplicht, zodra hij met een vaartuig ligplaats neemt, daarvan onverwijld kennis te geven aan de havenmeester.

  • 4. Het los- en opslaggeld wordt geheven van degene die één of meer voorwerpen heeft op of boven de kade, danwel van degene ten behoeve van wie die voorwerpen op of boven de kade worden aangetroffen.

Artikel 9 Vrijstellingen

Geen haven- en/ of kadegeld wordt geheven voor het gebruik maken van de haven en/ of kade ten behoeve van:

  • 1.

    rijksvaartuigen, uitsluitend bestemd voor de openbare dienst;

  • 2.

    gemeentevaartuigen;

  • 3.

    hospitaalschepen;

  • 4.

    vaartuigen, waarvan de schippers ten genoegen van de havenmeester aantonen dat zij wegens ernstige familieomstandigheden of om redenen van overmacht van de haven en/ of kade gebruik moeten maken, mits er niet geladen en/ of gelost wordt;

  • 5.

    vrachtschepen, welke aanleggen tot het doen van inkopen van levensmiddelen, mits dit niet langer duurt dan drie uur en er gedurende die tijd niet geladen en/ of gelost wordt;

  • 6.

    vrachtschepen, welke op zaterdag na 12.00 uur aankomen en op maandag vóór 10.00 uur vertrekken zonder te hebben geladen en/ of gelost;

  • 7.

    vaartuigen die door ijsgang hun reis niet kunnen vervolgen, mits er niet wordt geladen en/ of gelost. De ijsgang wordt gerekend aan te vangen met de dag waarop van rijkswege de boeien worden weggenomen en op te houden met de dag waarop de boeien worden herplaatst;

  • 8.

    pleziervaartuigen, indien slechts éénmaal en gedurende ten hoogste twaalf achtereenvolgende uren binnen het tijdsverloop van zeven achtereenvolgende dagen van de haven en/ of kade gebruik gemaakt wordt.

HOOFSTUK III NADERE REGELS

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het haven- en/of kadegeld alsmede het los- en opslaggeld.

HOOFSTUK IV SLOTBEPALINGEN

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De 'Verordening scheepvaartrechten 2011' van 8 november 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking.

  • 3. Datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4. In afwijking van het in de voorgaande leden bepaalde, blijven, indien de datum van inwerkingtreding ligt na de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de bepalingen van de verordening die wordt ingetrokken gelden voor zover daarvan de heffing van het recht in die periode plaatsvindt.

  • 5. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening scheepvaartrechten 2012’.

TARIEVENTABEL behorend bij de ‘Verordening scheepvaartrechten 2012’, van 8 november 2011

RUBRIEK 1 Haven- en kadegeld

Par. 1

1.1.1

De in deze paragraaf vermelde tarieven zijn exclusief BTW.

1.1.2

Het haven- en kadegeld bedraagt indien het per keer wordt berekend

1.1.2.1

voor overige vaartuigen

-voor iedere 10 m2 in te nemen plaatsruimte:

€ 1,07

1.1.2.2

Voor vrachtschepen die Arnhem aandoen, uitsluitend met de bedoeling een gedeelte van de roerende zaken te lossen of te laden, indien het gewicht van de te lossen of te laden roerende zaken minder bedraagt dan de helft van de tonnage van het vaartuig:

-voor iedere 10 m3 laadvermogen

€ 0,52

1.1.2.3

voor passagiersschepen:

-voor iedere 10 m2 in te nemen plaatsruimte

€ 1,23

1.1.2.4

voor alle vrachtschepen uitgezonderd 1.1.2.2 en 1.1.2.5:

-per 10 m3 laadvermogen

€ 1,07

1.1.2.5

voor vrachtschepen die Arnhem in doorvaart aandoen zonder dat hierbij wordt gelost of geladen:

-voor iedere 10 m3 laadvermogen

€ 0,36

1.1.3

Het haven- en kadegeld bedraagt:

1.1.3.1

voor vaartuigen, genoemd onder 1.1.2.1. tot en met 1.1.2.3 waarmee langer dan zeven dagen zonder onderbreking van de haven en/ of kade gebruik gemaakt wordt, is opnieuw haven- en/ of kadegeld verschuldigd voor elk volgend tijdvak van zeven dagen.

1.1.3.1.1

voor vaartuigen, genoemd onder 1.1.2.5. waarmee langer dan vier dagen zonder onderbreking van de haven en/ of kade gebruik gemaakt wordt, is opnieuw haven- en/ of kadegeld verschuldigd voor elk volgend tijdvak van vier dagen.

1.1.4

Het haven- en/ of kadegeld bedraagt, indien het bij wege van abonnement berekend wordt:

1.1.4.1

voor passagiersschepen:

voor iedere 10 m2 in te nemen plaatsruimte:

-per jaar

€56,00

1.1.4.2

voor alle vrachtschepen:

per 10 m3 laadvermogen:

-per jaar

€48,00

1.1.4.3

voor overige vaartuigen:

voor iedere 10 m2 in te nemen plaatsruimte:

-per jaar

€48,00

1.1.4.4

voor jachthavens:

voor iedere m2 te exploiteren gedeelte aan of voor de kade zoals aangegeven op deze verordening behorende tekeningen:

-per jaar

€ 1,43

1.1.4.5

voor een langdurig verblijvend vaartuig:

voor iedere 10 m2 in te nemen plaatsruimte:

-per jaar

€56,00

Par. 2

1.2.1

De in deze paragraaf vermelde tarieven zijn inclusief BTW.

1.2.2

Het haven- en kadegeld bedraagt indien het per keer wordt berekend:

voor pleziervaartuigen en overliggende pleziervaartuigen:

voor iedere 10 m2 in te nemen plaatsruimte:

-gedurende niet meer dan 7 achtereenvolgende dagen

€ 1,23

1.2.3

Het haven- en/ of kadegeld bedraagt, indien het bij wege van abonnement berekend wordt:

1.2.3.1

voor overliggende pleziervaartuigen:

voor iedere 10m2 in te nemen plaatsruimte:

-per jaar

€48,00

RUBRIEK 2 Los- en opslaggeld

2

Het tarief bedraagt:

2.1

voor het plaatsen op de kade van een met de grond verbonden kraan of van een ander los- of laadwerktuig zoals een mobiele kraan, een laadschop e.d.:

-per jaar

€143,00

2.2

Het hiervoor genoemde bedrag wordt verhoogd met een bedrag berekend over de kade oppervlakte welke door het werktuig bestreken kan worden per m2 :

-per jaar

€ 9,90

-per kwartaal

€ 3,05

-per maand

€ 1,43

-per week

€ 0,47

2.2.1

De verhoging als bedoeld in 2.2 is niet verschuldigd indien voor de hier bedoelde oppervlakte los- en opslaggeld als gemeld in deze rubriek van de tarieventabel is voldaan voor de duur van een kalenderjaar.

2.3

Voor ieder ander los- of laadwerktuig:

-per maand

€218,00

-per week

€ 64,00

-per dag

€ 14,10

2.4

Het tarief bedraagt: voor het plaatsen van voorwerpen op de kade - opslaggeld per m2

-per jaar

€ 9,90

-per kwartaal

€ 3,05

-per maand

€ 1,43

-per week

€ 0,47