Regeling vervallen per 21-05-2019

Verordening Burgerinitiatief

Geldend van 08-11-2007 t/m 20-05-2019

Intitulé

Verordening Burgerinitiatief

Verordening Burgerinitiatief

Artikel 1 Definitie

In deze verordening wordt verstaan onder een burgerinitiatiefvoorstel: een voorstel van een initiatiefgerechtigde ter plaatsing op de agenda van de Politieke Maandag.

Artikel 2 Agendering door de raad

De Agendacommissie plaatst een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van Politieke Maandag, indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

Ongeldig is het verzoek dat:

  • a.

    niet door ten minste 100 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund;

  • b.

    een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat; of

  • c.

    niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5.

Artikel 3 Initiatiefgerechtigde

  • 1. Initiatiefgerechtigd zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, alsmede ingezetenen van de gemeente van zestien jaar en ouder die met uitzondering van hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad.

  • 2. Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het verzoek bepalend.

Artikel 4 Uitsluitingen

  • 1. Een burgerinitiatiefvoorstel houdt niet in:

    • a.

      een voorstel voor een besluit dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

    • b.

      een vraag over het gemeentelijke beleid;

    • c.

      een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur;

    • d.

      een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur; of

    • e.

      een onderwerp waarover korter dan twee jaar voor indiening van het burgerinitiatiefvoorstel door de raad een besluit is genomen, behoudens in het geval van substantiële en voldoende concrete nieuwe feiten of omstandigheden die ten tijde van de beraadslaging over het onderwerp in de raad niet bekend waren.

  • 2. Indien de Agendacommissie het verzoek afwijst wegens strijd met het gestelde in het vorige lid onder a, zendt de Agendacommissie het voorstel door aan het college dan wel de burgemeester.

Artikel 5 Wijze van indiening

  • 1. Het verzoek tot plaatsing van een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de Agendacommissie.

  • 2. Het verzoek bevat ten minste:

    • a.

      een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatiefvoorstel;

    • b.

      een toelichting op het burgerinitiatiefvoorstel;

    • c.

      de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de indiener en zijn plaatsvervanger; en

    • d.

      een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

Artikel 6 Ontvangstbevestiging; aanvulling van het verzoek

  • 1. De voorzitter van de Agendacommissie bevestigt de ontvangst van een burgerinitiatiefvoorstel schriftelijk aan de indiener van het verzoek.

  • 2. Indien een burgerinitiatiefvoorstel niet voldoet aan de eisen bedoeld in de artikelen 2, sub a en c en 4 stelt de voorzitter van de Agendacommissie de indiener van het verzoek gedurende een termijn van ten hoogste vier weken in de gelegenheid om de vastgestelde gebreken te herstellen.

  • 3. De voorzitter van de Agendacommissie doet van de ontvangst van een burgerinitiatiefvoorstel en van een besluit als bedoeld in het vorige lid schriftelijk mededeling aan de raad.

  • 4. De termijn bedoeld in het tweede lid vangt aan met ingang van de datum van dagtekening van de schriftelijke mededeling bedoeld in het derde lid.

Artikel 7 Behandeling door de raad

  • 1. Zo spoedig mogelijk na ontvangst van een burgerinitiatiefvoorstel of, indien toepassing is gegeven aan artikel 5, tweede lid, na ontvangt van de aanvullende gegevens, plaatst de Agendacommissie het burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de Politieke Maandag.

  • 2. De voorzitter van de Agendacommissie nodigt de indiener schriftelijk uit voor de vergaderingen waarvoor het burgerinitiatiefvoorstel is geagendeerd. De indiener of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergaderingen de gelegenheid om zijn burgerinitiatiefvoorstel mondeling nader toe te lichten.

  • 3. Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatiefvoorstel een besluit heeft genomen, wordt dit besluit bekendgemaakt aan de indiener.

  • 4. Het besluit wordt voorts bekendgemaakt op de in de gemeente gebruikelijke wijze.

Artikel 8 Evaluatie

De Agendacommissie brengt tweejaarlijks een evaluatie uit over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening op het burgerinitiatief gemeente Arnhem”.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 oktober 2007.

Toelichting op de verordening Burgerinitiatief

AANLEIDING / PROBLEEMSTELLING

Op 24 april 2006 heeft uw raad ingestemd met het voorstel om in aanvulling op de nieuwe vergaderorde een regeling te in te voeren die de Arnhemse burger het recht geeft een nieuw onderwerp op de agenda van uw raad te plaatsen en er een beslissing van uw raad over te vragen. Uw raad gaf ons de opdracht een verordening burgerinitiatief voor te bereiden en aan u ter besluitvorming voor te leggen.

Tevens gaf uw raad ons opdracht om een nieuwe referendumverordening voor te bereiden.

Wij streven er naar nog dit jaar, mede op basis van de evaluatie van het in juni in onze stad gehouden Preferendum Havenkwartier, aan u een aangepaste referendumverordening ter besluitvorming aan te bieden.

Dit voorstel heeft betrekking op de invoering van het Burgerinitiatief.

2. DOEL EN ARGUMENTEN

Het nieuwe Arnhemse vergadermodel is ingegeven door de wens van de gemeenteraad om meer burgergericht te besturen. In dit verband zijn er meerdere momenten waarop de Arnhemse burger kan inspreken. Ten eerste bestaat het aan een specifiek onderwerp gebonden inspreekrecht. Dit inspreekrecht wordt uitgeoefend in de zogenaamde informatiefase, op het moment dat de fractiestandpunten nog niet zijn bepaald. Kenmerkend voor deze vorm van inspraak is dat het initiatief bij het bestuur (de raad, de fracties, het college, de burgemeester) ligt; de inspraakmogelijkheid is altijd gekoppeld aan een onderwerp dat door het bestuur wordt ingebracht, in de vorm van een initiatiefvoorstel of een voorstel of brief van het college van burgemeester en wethouders. Naast de aan een specifiek onderwerp gebonden inspraak is op de Politieke Maandag het vrije inspreekrecht mogelijk. Het vrije inspreekrecht geeft de Arnhemse burger de mogelijkheid ieder gewenst onderwerp op de agenda van de Politieke Maandag te plaatsen. Het vrije inspreekrecht krijgt echter alleen een vervolg indien het bestuur (het college, een raadslid, een fractie) het onderwerp daarna ‘overneemt’.

De mogelijkheid bestaat dat onderwerpen de agenda van de gemeenteraad niet halen; óf omdat het bestuur daartoe geen initiatief neemt, óf omdat een door de burger genomen initiatief geen weerklank vindt bij het bestuur.

Bij het burgerinitiatief neemt de burger zelf het initiatief voor het plaatsen van een voorstel op de agenda van de gemeenteraad en is daarbij niet afhankelijk van het bestuur; het is de gemeenteraad die als het ware participeert in het initiatief van de burger. Wel blijft natuurlijk altijd de uiteindelijke beslissingsbevoegdheid over een voorstel, ook als dat afkomstig is van de burger, bij de gemeenteraad berusten.

Het burgerinitiatief is een instrument om de positie van de raad te versterken omdat het de legitimiteit van raadsbesluiten kan vergroten en omdat het betrokkenheid van burgers bij de gemeentelijke politiek wezenlijk inhoud kan geven. Die betrokkenheid uit zich niet langer alleen door het actief zijn binnen een politieke partij. Burgers zoeken ook andere manieren om uitdrukking te geven aan hun betrokkenheid en aan hun wens invloed uit te oefenen op het bestuur. Met de invoering van het burgerinitiatief wordt het systeem van representatieve democratie aangevuld met participatieve elementen.

Een aantal willekeurige voorbeelden van burgerinitiatieven zijn:

  • ·

    het beschikbaar stellen van een krediet voor de aanleg van een skatebaan;

  • ·

    de stichting van een museum;

  • ·

    het invoeren van een maandelijkse autoloze zondag;

  • ·

    de realisatie van een gedenkmonument;

  • ·

    het in stand houden van industrieel erfgoed.

De invoering van het burgerinitiatief kan geslaagd worden genoemd als een of meer van onderstaande doelen worden bereikt:

  • ·

    het burgerinitiatief verkleint de afstand tussen de Arnhemse burger en de Arnhemse politiek en verbetert de relatie tussen hen;

  • ·

    het burgerinitiatief biedt de Arnhemse burger de mogelijkheid om buiten verkiezingen om voorstellen op de lokale politieke agenda te plaatsen;

  • ·

    er wordt een brug geslagen tussen ideeën in de Arnhemse samenleving en discussies in de gemeenteraad;

  • ·

    scherpe politieke discussies;

  • ·

    het burgerinitiatief leidt tot verrassende oplossingen voor bestaande problemen.

3. TOELICHTING VOORSTEL

a. Wat verstaan we onder een burgerinitiatief

Bij de regeling van het burgerinitiatief wordt door gemeenten doorgaans een keuze gemaakt uit een tweetal omschrijvingen van het begrip ‘burgerinitiatief’. Allereerst is er de omschrijving die ervan uitgaat dat een burger alleen concrete voorstellen kan indienen bij de raad. In dit voorstel is voor deze definitie gekozen. Een ruimere definitie biedt de mogelijkheid dat ook een onderwerp op de agenda van de raad wordt geplaatst, zonder dat een concreet voorstel is bijgevoegd. Dit ruimere alternatief bestaat in Arnhem al in de vorm van het vrije inspreekrecht voor de burger op de Politieke Maandag waarmee ieder onderwerp op de agenda van de Politieke Maandag geplaatst kan worden.

b. Het aantal benodigde handtekeningen

Gezien de vergaande strekking die een concreet voorstel aan de raad zou kunnen hebben zal uw gemeenteraad inzicht willen hebben in de vraag of een voorstel breed wordt gedragen, alvorens uw eigen politieke afweging te maken. Dat pleit ervoor het aantal handtekeningen dat een voorstel moet steunen niet op een te laag aantal vast te stellen. Anderzijds dient het vereiste aantal handtekeningen niet al te hoog te zijn omdat daarmee een te hoge drempel ontstaat waaraan niet of slechts zeer moeizaam voldaan kan worden.

Het bepalen van het aantal benodigde handtekeningen is al met al een arbitraire zaak. Wij hebben ons georiënteerd op de regeling van het burgerinitiatief in de provincie Gelderland en andere gemeenten. De provincie Gelderland eist dat het burgerinitiatief voorzien is van 1500 handtekeningen; in diverse gemeenten in ons land worden uiteenlopende aantallen gehanteerd variërend van 1 (in Amersfoort) tot 300 (in Delft) tot 1100 (in Amsterdam).

Tegen deze achtergrond stellen wij u voor het aantal benodigde handtekeningen in Arnhem te stellen op 350. Bij de vaststelling van dit aantal hebben wij in onze overweging betrokken, dat dit aantal nagenoeg overeenkomt met het aantal stemmen dat benodigd is om met voorkeurstemmen in uw raad gekozen te worden. Dit gegeven heeft ons in de keuze voor dit aantal gesterkt.

c. Wie kan een burgerinitiatief indienen

Het ligt voor de hand het initiatiefrecht in ieder geval toe te kennen aan kiesgerechtigden voor de gemeenteraadsverkiezingen, vanuit de gedachte dat het burgerinitiatief een instrument is om burgers bij de besluitvorming van de raad te betrekken en die door hen te laten beïnvloeden. Wij stellen u echter voor om de categorie initiatiefgerechtigden daarnaast uit te breiden door de leeftijd ten opzichte van de kiesgerechtigde leeftijd te verlagen naar zestien jaar. Jongeren kunnen op deze wijze betrokken worden bij de gemeentelijke politiek.

d. Wat kan niet met een burgerinitiatief gevraagd worden

De beperkingen die wij voorstellen aan de inhoud van een burgerinitiatiefvoorstel vloeien vooral voort uit doelmatigheidsoverwegingen. Als eerste zouden wij voorstellen willen uitsluiten die een besluit vragen dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad. Het is weinig efficiënt om de raad te belasten met de beraadslaging over een onderwerp waarover de raad uiteindelijk geen beslissende bevoegdheid heeft. Een ander argument voor deze uitsluiting is, dat de afstand tussen burger en bestuur alleen maar zou worden vergroot als de burger na het doorlopen van de burgerinitiatiefprocedure te horen krijgt, dat de raad niets met de burgerinitiatiefvoorstel kan doen, omdat hij er niet over gaat.

Een vraag over gemeentelijk beleid kan naar onze mening ook geen onderwerp van een burgerinitiatief zijn. Voor dit soort vragen staan de burger andere wegen open, zoals het spreekrecht in een commissie- of raadsvergadering of een spreekuur van een wethouder.

Ook moet voorkomen worden, dat het burgerinitiatief andere procedures zoals de bezwaar- of de klachtprocedure doorkruist. Met het oog hierop stellen wij u voor te bepalen dat het burgerinitiatiefvoorstel geen bezwaar tegen een genomen besluit of een klacht over een gedraging van het gemeentebestuur kan inhouden. Hiervoor heeft de burger andere wegen.

Ten slotte is het in onze ogen evenmin de bedoeling dat zaken die recent nog in uw raad aan de orde zijn geweest opnieuw onderwerp van bespreking worden als gevolg van een burgerinitiatief. Dit zou de besluitvorming in de raad te zeer kunnen frustreren. Wij stellen u voor daar een termijn van twee jaar voor te hanteren met dien verstande dat indien er sprake is van nieuwe feiten deze termijn niet van toepassing hoeft te zijn.

e. Hoe moet een burgerinitiatief worden ingediend

Omdat de Agendacommissie het dagelijkse bestuur van de raad vormt, ligt het voor de hand om het burgerinitiatiefvoorstel bij de voorzitter van de Agendacommissie te laten indienen. Aan het verzoek zal een aantal minimumvereisten gesteld moeten worden. Hoewel het uit praktische overwegingen zoals uniformiteit, overzichtelijkheid en duidelijkheid wellicht raadzaam is indiening van een burgerinitiatiefvoorstel plaats te laten vinden door middel van een standaardformulier voor burgerinitiatieven, kiezen wij daar niet voor. Wij stellen u voor geen nadere vormvoorschriften voor een burgerinitiatiefvoorstel te hanteren. Om fraude met namen te voorkomen dient natuurlijk wel naar personalia gevraagd te worden, zoals adressen en geboortedata. Op grond van deze gegevens kan onderzocht worden of het verzoek de steun van voldoende personen heeft.

f. Hoe wordt een burgerinitiatief behandeld op de Politieke Maandag

Het ligt voor de hand een burgerinitiatiefvoorstel zoveel mogelijk te behandelen als alle andere voorstellen. Dat betekent dat het de drie besluitvormingsfases zal doorlopen. Voor de behandeling, zowel in de raadscommissie als in de raad, worden de indieners uitgenodigd en in de gelegenheid gesteld het woord te voeren om hun voorstel uit te leggen en het te verdedigen. Uiteraard kunnen zij geen gebruik maken van het stemrecht.

4. FINANCIËN

De kosten van de invoering van het burgerinitiatief zijn waarschijnlijk relatief laag maar ook moeilijk in te schatten. Afhankelijk van het aantal initiatieven dat zal worden ingediend zal dit extra inzet vergen. Inzet van uw raad, in de vorm van meer vergadermomenten; inzet van de griffie, in de vorm van begeleiding en voorlichting. Vooralsnog gaan wij er van uit dat deze extra inzet geleverd kan worden binnen de bestaande financiële kaders. Afhankelijk van de ontwikkelingen zou dit anders kunnen worden. Als dit het geval is dan zullen wij dit aan u voorleggen.

5. RISICO’S

Met de invoering van het burgerinitiatief worden de doelen nagestreefd zoals wij vermeldden in rubriek 2 van dit voorstel. Het bereiken van deze doelen vraagt een extra inspanning van de raadsleden. U zult alle initiatieven moeten ontvangen en beoordelen, er moet een beslissing worden genomen op elk initiatief. Het is belangrijk zich daarbij te realiseren dat een slecht afgehandeld burgerinitiatief averechts zal werken. Burgers kunnen daardoor het vertrouwen in de politiek verliezen.

6. UITVOERING EN EVALUATIE

Naar onze mening is de griffie het meest geschikt om de indieners van een burgerinitiatief te ondersteunen en te begeleiden. In dit verband stellen wij voor de griffier te belasten met het organiseren van de voorlichting over het burgerinitiatief en de zorg voor het betrokken houden van de burger bij de wijze waarop het initiatief wordt behandeld en uitgewerkt.

Voorts stellen wij u voor de werking van het burgerinitiatief te evalueren na ca. twee jaren, tegen het einde van de zittingsperiode van uw raad en zullen wij de burgemeester verzoeken in het burgerjaarverslag een onderdeel Burgerinitiatieven op te nemen.