Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college van burgemeester en wethouders

Geldend van 12-03-2002 t/m heden

Intitulé

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college van burgemeester en wethouders

Artikel 1 Verdeling werkzaamheden en onderlinge vervanging

  • 1.

    Het college regelt de verdeling van zijn werkzaamheden.

  • 2.

    Vakantie of anderszins afwezigheid voor een periode van een week of langer wordt door het betreffende collegelid tijdig gemeld in een vergadering van het college.

  • 3.

    Het college regelt de onderlinge vervanging in geval van verhindering of ontstentenis van één der wethouders.

Het college regelt de vervanging van de burgemeester in geval van zijn/haar verhindering of ontstentenis.

Artikel 2 Nevenfuncties

  • 1.

    Onder nevenfunctie wordt in dit artikel verstaan een nevenfunctie van een collegelid die uit hoofde van zijn ambt en/of als vertegenwoordiger van het gemeentebestuur van Arnhem wordt vervuld.

  • 2.

    Het collegelid dat een nevenfunctie bekleedt en niet in staat is deze functie te vervullen, dan wel verhinderd is een bijeenkomst verband houdende met zijn nevenfunctie bij te wonen, draagt er zorg voor dat de vergader- en overige stukken die in verband hiermee worden ontvangen tijdig aan zijn of haar plaatsvervanger ter hand worden gesteld.

  • 3.

    Het collegelid, dat een nevenfunctie bekleedt, draagt er zorg voor dat verslagen van in verband met zijn nevenfunctie gehouden vergaderingen in kopie aan zijn of haar plaatsvervanger worden verstrekt.

  • 4.

    Het collegelid, dat een nevenfunctie bekleedt, draagt er zorg voor dat vergader- en overige stukken, die in verband met de nevenfunctie worden ontvangen, in kopie aan de overige leden van het college worden verstrekt, voor zover deze hierom hebben verzocht en het karakter van de stukken dit toelaat.

  • 5.

    Het collegelid, dat een nevenfunctie bekleedt, geeft op verzoek van één of meer van de overige collegeleden een mondelinge toelichting over aangelegenheden verband houdende met zijn nevenfunctie in een vergadering van het college.

  • 6.

    Het bepaalde in het tweede en derde lid is slechts van toepassing indien de in deze leden genoemde plaatsvervanger door het college is aangewezen.

Artikel 3 Dag en plaats van de vergaderingen

  • 1.

    Het college vergadert in de regel eenmaal per week op een in onderling overleg vast te stellen dag en tijdstip en voorts zo dikwijls de voorzitter of twee wethouders het nodig achten.

  • 2.

    Indien twee of meer wethouders een vergadering nodig achten verzoeken zij onder opgave van redenen aan de voorzitter deze bijeen te roepen.

De vergaderingen worden als regel in het stadhuis gehouden.

Artikel 4 Voorstellen en agenda

  • 1.

    De leden kunnen onderwerpen op de agenda plaatsen en ten aanzien van de geagendeerde onderwerpen voorstellen doen.

  • 2.

    De te behandelen voorstellen worden schriftelijk aan de vergadering voorgelegd met gebruikmaking van het daarvoor door burgemeester en wethouders vastgestelde formulier .

  • 3.

    De secretaris ziet er op toe dat met betrekking tot de te behandelen voorstellen de voor een zorgvuldige behandeling vereiste ambtelijke adviezen zijn uitgebracht.

  • 4.

    De secretaris ziet er op toe dat een voorstel niet op de agenda wordt geplaatst dan nadat het lid/de leden van het college die op grond van de verdeling van de werkzaamheden als bedoeld in artikel 1, eerste lid in het bijzonder bij de zaak is/zijn betrokken, blijkens parafering van het voorstel kennis hebben genomen.

  • 5.

    De secretaris draagt er zorg voor dat uiterlijk vrijdag voorafgaande aan de gewone vergadering de agenda aan de collegeleden wordt toegezonden met een fotokopie van de daarop geplaatste voorstellen.

  • 6.

    Voor de overige vergaderingen wordt, als regel twee maal 24 uur van tevoren, door de secretaris aan de leden van het college een agenda toegezonden.

  • 7.

    Uitsluitend de voorstellen die op de agenda staan, kunnen in behandeling komen, tenzij het college anders besluit.

  • 8.

    Ieder lid heeft het recht amendementen op gedane voorstellen in te dienen.

Artikel 5 Verslaglegging

  • 1.

    De secretaris draagt zo spoedig mogelijk na de vergadering zorg voor de notulering van de vergadering.

  • 2.

    De notulen bevatten ten minste:

    • a.

      de namen van de aanwezige leden;

    • b.

      de namen van de afwezige leden;

    • c.

      de namen van de andere personen die hebben deelgenomen aan de beraadslaging;

    • d.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • e.

      een formulering van de door het college genomen besluiten.

  • 3.

    Een lid van het college kan doen aantekenen, dat hij zich met een genomen besluit niet heeft verenigd, desgewenst met bijvoeging van redenen.

  • 4.

    Voor zover naar het oordeel van burgemeester en wethouders, gelet op de bestaande regelingen ter zake, geen bezwaar bestaat tegen openbaarheid, worden de besluiten van het college op een openbare besluitenlijst vermeld.

De openbare besluitenlijst wordt zo spoedig mogelijk beschikbaar gesteld.

  • 5.

    Van de overige besluiten wordt een afzonderlijke lijst opgemaakt.

  • 6.

    Het verslag, alsmede de in het vierde en vijfde lid bedoelde lijsten worden door het college in de eerstvolgende vergadering vastgesteld.

Artikel 6 Stemmingen

  • 1.

    Indien geen van de leden van het college bij het nemen van een besluit stemming vraagt, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.

  • 2.

    Indien een lid van het college bij het nemen van een besluit stemming vraagt, wordt mondeling gestemd, tenzij het derde lid wordt toegepast.

  • 3.

    a. Indien een lid van het college dat verlangt, wordt bij het nemen van een besluit over een benoeming, voordracht of aanbeveling van personen gestemd bij gesloten en ongetekende briefjes.

    • b.

      Indien daarbij de stemming beperkt is tot een persoon en de stemmen staken, beslist het lot.

    • c.

      Indien in de overige gevallen bij een eerste stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, dan vindt een tweede stemming plaats tussen de twee personen die bij de eerste stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij die eerste stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de tweede stemming zal plaatshebben. Indien bij de tussenstemming of bij de tweede stemming de stemmen staken beslist het lot.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op de eerstvolgende dag nadat deze op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt.

Op dat moment vervalt het door burgemeester en wethouders op 26 september 1995 vastgestelde reglement van orde voor de vergaderingen van burgemeester en wethouders.