Regeling vervallen per 21-07-2015

Subsidieregeling Amateurkunst

Geldend van 28-03-2013 t/m 20-07-2015

Intitulé

Subsidieregeling Amateurkunst

artikel 1: Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    amateurkunst: kunst die uit liefhebberij, dat wil zeggen niet beroepsmatig, wordt bedreven;

  • b.

    instelling: een organisatie die rechtspersoonlijkheid bezit en die zich ten doel stelt om zonder winstoogmerk activiteiten te verrichten ten behoeve van de ingezetenen van de gemeente Arnhem op het gebied van amateurkunst;

  • c.

    actieve leden: contributiebetalende leden van een vereniging, die de artistieke activiteiten van de instelling mede uitvoeren dan wel bestuurlijk actief zijn, of deelnemers aan de artistieke activiteiten van een stichting die hieraan een financiële bijdrage leveren. De artistieke leiders, commissarissen, ereleden en dergelijke worden niet als zodanig aangemerkt;

  • d.

    kunstcategorieën: categorieën van kunstuitingen te onderscheiden in:

  • -muziek: grote gezelschappen, orkestmuziek, majorettekorpsen

    - zang: alle koren

    - theater/dans: alle cultuuruitingen die tot theater, muziek- of bewegingstheater en dans gerekend kunnen worden

  • e.

    artistieke leiding: een dirigent, instructeur, regisseur, choreograaf, tentoonstellingmaker, en dergelijke die een erkende opleiding heeft gevolgd;

  • f.

    activiteit: de artistiek gerichte uitvoerende activiteiten van een instelling met een openbaar karakter;

  • g.

    openbaar karakter: een door de instelling georganiseerde openbare, voor publiek toegankelijke activiteit waaraan door middel van publiciteit bekendheid wordt gegeven, bijvoorbeeld via de media, affiches en programmabladen. Optredens op bedrijfsfeesten, serenades etc. worden niet als openbare optredens gezien;

  • h.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem.

  • i.

    de wet: de Algemene Wet Bestuursrecht.

  • j.

    ASV: Algemene Subsidieverordening Arnhem 2002

artikel 2: Subsidiëring

  • 1.

    Op het in artikel 4 lid 1 van de ASV genoemde beleidsterrein Cultuur- Amateurkunst kan het college eens per twee jaar subsidie verstrekken aan instellingen die activiteiten met een openbaar karakter op het gebied van amateurkunst verrichten.

  • 2.

    Alleen instellingen die op basis van artikel 4 een score van 6 punten of meer behalen komen voor subsidie in aanmerking.

  • 3.

    Om voor subsidie in aanmerking te komen dient de instelling gedurende minimaal 2 jaar voorafgaand aan de indiening van de aanvraag actief te zijn op het gebied van amateurkunst en zich gepresenteerd hebben in Arnhem op één van de openbare Arnhemse podia.

  • 4.

    Om voor subsidie in aanmerking te komen dient voor de leden van een vereniging een contributieplicht te bestaan. Deelnemers aan de artistieke activiteiten van een stichting dienen hieraan een financiële bijdrage leveren.

  • 5.

    Het subsidie wordt verleend voor twee jaar.

  • 6.

    Indien een instelling voor activiteiten die onder deze regeling vallen reeds subsidie ontvangt van de gemeente Arnhem, dan komt deze instelling niet in aanmerking voor subsidie uit deze regeling.

Artikel 3

Subsidieplafond Het college stelft voorafgaand aan het eerste kalenderaar voor een periode van twee jaar het subsidieplafond vast.

artikel 4: Aanvraag

  • 1.

    Voor de indiening van de begroting en het activiteitenplan dient gebruik gemaakt te worden van het door het college te verstrekken aanvraagformulier.

  • 2.

    Naast de gegevens en bescheiden die ingevolge de Algemene Subsidieverordening 2002 dienen te worden overgelegd, dient de artistieke leiding een curriculum vitae te overleggen.

  • 3.

    De aanvraag dient vóór 1 april van het jaar voorafgaand aan de tweejaarlijkse subsidieperiode te worden ingediend. De eerste subsidieperiode is 2014/2015.

  • 4.

    De aanvraag wordt beoordeeld aan de hand van de bij de aanvraag verstrekte gegevens,

  • 5.

    Wordt een aanvraag niet binnen de termijn die in het derde lid is vermeld ingediend, dan kan het college besluiten deze buiten behandeling te laten.

  • 6.

    De beslissing op de subsidieaanvraag wordt uiterlijk binnen 6 maanden na binnenkomst van de aanvraag, genomen. Het college maakt deze beslissing schriftelijk bekend aan de aanvrager binnen drie weken nadat zij is genomen

artikel 5: Verdelingsmaatstaf

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie wordt op basis van de aard van de instelling ingedeeld bij één van de kunstcategorieën.

  • 2.

    Het bedrag dat de gemeenteraad van Arnhem op de jaarlijkse begroting beschikbaar stelt voor deze subsidieregeling wordt volgens de volgende verdeelsleutel over de verschillende kunstcategorieën verdeeld.

    • -

      muziek : 57%

    • -

      zang: 25%

    • -

      theater/dans: 18%

  • 3.

    Binnen iedere kunstcategorie worden met behulp van het in lid 4 omschreven puntensysteem de aanvragen in onderlinge samenhang gewogen op grond van de volgende maatstaven:

  • 1.

    Kwaliteit

    • 1.1

      Mate van professionele artistieke leiding, gediplomeerd en/of erkend door de brancheorganisatie.

    • 1.2

      Mate van opleiding ten behoeve van de medewerkers/leden van de instelling, hierbij valt te denken aan workshops, masterclasses, educatieve activiteiten onder professionele begeleiding. Repetities uitgezonderd.

    • 1.3

      Mate van deelname aan erkende kwaliteitscircuits, brancheorganisaties, concoursen, festivals, wedstrijden.

  • 2.

    Maatschappelijk belang

    • 2.1

      De samenstelling van het ledenbestand, waaronder het aantal actieve leden, de leeftijdsopbouw en mate van participatie van diverse bevolkingsgroepen uit Arnhem

    • 2.2

      Mate van bereik van het publiek in totaal en onder de diverse bevolkingsgroepen in Arnhem, straatoptredens zijn in deze context niet relevant

    • 2.3

      Mate van aantal sociaal-culturele activiteiten op openbare Arnhemse podia: bijvoorbeeld optredens/presentaties/exposities in de wijk en/of voor welzijns-, zorg-, of onderwijsinstellingen, liefdadigheidsdoelen.

  • 3.

    Stedelijk belang

    • 3.1

      Mate van openbare activiteiten die bijdragen aan de uitstraling van Arnhem, bijvoorbeeld optredens/ presentaties/exposities op openbare podia in het centrum van Arnhem, tijdens optochten, hoogtijdagen, straatoptredens

    • 3.2

      Mate van openbare optredens/presentaties/exposities op openbare podia buiten de regio (regio: Arnhem, Oosterbeek, Duiven, Elst, Huissen, Velp en Westervoort)

    • 3.3

      Mate van bijzondere public relations-, promotie- en marketinginspanningen.

  • 4.

    De hoogte van het subsidiebedrag wordt als volgt vastgesteld.

Voor ieder van de in lid 3 van dit artikel weergegeven 9 maatstaven kan een instelling 1 punt krijgen, indien de instelling boven of op het gewogen gemiddelde binnen de van toepassing zijnde kunstcategorie presteert.

Daarnaast kan een instelling nog 1 bonuspunt krijgen indien hij zich onderscheidt ten opzichte van de andere aanvragers in dezelfde kunstcategorie op één van de onder lid 2 van dit artikel genoemde criteria.

De instelling die in aanmerking voor subsidie komt ontvangt:

  • -

    het basisbedrag: dat wil zeggen het totaalbedrag per kunstcategorie gedeeld door het totale aantal te behalen punten in de betreffende categorie maal 6 punten;

  • -

    bedrag per punt, het basisbedrag kan worden aangevuld met een bedrag per behaald punt boven de 6: het totaalbedrag per kunstcategorie wordt verminderd met de som van basisbedragen. De uitkomst hiervan wordt gedeeld door het totaal aantal punten dat is behaald boven de 6.

  • 5.

    Het subsidie wordt verstrekt tot het maximum van het tekort in de begroting van de aanvrager over het jaar voorafgaand aan de tweejaarlijkse periode waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • 6.

    Het subsidie kan minimaal € 1.000,-- en maximaal € 7.000,-- per instelling per jaar bedragen.

artikel 6 Bevoorschotting

Op basis van een verleende subsidie kan door het college een voorschot van 100% worden verstrekt.

artikel 7: Weigeringsgronden

De subsidieverstrekking kan naast de in artikel 4:25 en 4:35 van de wet genoemde gevallen in ieder geval geweigerd worden indien gegronde reden bestaat aan te nemen dat:

  • a.

    de activiteiten van de aanvrager niet in voldoende mate in het algemeen gemeentelijk belang zijn;

  • b.

    de aanvrager ook zonder subsidie over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;

  • c.

    de activiteiten zoals blijkt uit de ingediende begroting een onvoldoende betrouwbare financiële basis hebben;

  • d.

    de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

  • e.

    de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

  • f.

    de activiteiten een politiek, godsdienstig of levensbeschouwelijk karakter hebben.

artikel 8: Verplichting

Bij een besluit tot subsidieverlening wordt aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd: a. de subsidieontvanger verleent alle medewerking aan evaluatie en monitoring.

b.de subsidieontvanger meldt onmiddellijk iedere wijziging ten opzichte van de gegevens die bij de aanvraag zijn overgelegd.

artikel 9: Afwijkingsmogelijkheid

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van een aanvrager afwijken van een of meerdere bepalingen van deze regeling.

Artikel 10 Evaluatie en monitoring

Deze regeling wordt periodiek geëvalueerd voor het eerst in 2008.

artikel 11: Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking ervan.

artikel 12: Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als: Subsidieregeling Amateurkunst.