Regeling vervallen per 10-01-2013

subsidieregeling Fonds Cultuur

Geldend van 26-07-2007 t/m 09-01-2013

Intitulé

subsidieregeling Fonds Cultuur

Subsidieregeling Fonds Cultuur

artikel 1: Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem;

  • b.

    instelling: een organisatie die rechtspersoonlijkheid bezit en die zich ten doel stelt om zonder winstoogmerk activiteiten te verrichten ten behoeve van de ingezetenen van de gemeente Arnhem;

  • c.

    activiteit: een culturele activiteit in de vorm van een voorstelling, een uitvoering, een tentoonstelling of een presentatie in de disciplines muziek, theater, dans, beeldende kunst en vormgeving, multimedia, film, fotografie, literatuur en cultureel erfgoed;

  • d.

    openbaar karakter: een door de instelling georganiseerde openbare, voor een breed publiek toegankelijke voorstelling, presentatie en expositie, waaraan door publiciteit bekendheid wordt gegeven, bijvoorbeeld via de media, affiches en programmabladen;

  • e.

    de wet: de Algemene Wet Bestuursrecht;

  • f.

    ASV: de Algemene Subsidieverordening Arnhem 2002.

artikel 2: Subsidiëring

  • 1. a. Op het in artikel 4 lid 1 van de ASV genoemde beleidsterrein Cultuur kan het college aan een instelling voor culturele activiteiten die in Arnhem plaatsvinden en een openbaar karakter hebben, met inachtneming van deze regeling een subsidie verstrekken.

    • b.

      Het college kan thematische en inhoudelijk accenten leggen op basis van gemeentelijke ontwikkelingen (bijvoorbeeld bijzondere evenementen).

  • 2. De in lid 1 genoemde activiteiten dienen een minimale artistieke kwaliteit te hebben en dienen een verrijking te zijn van het bestaande culturele aanbod in Arnhem.

  • 3. De in het eerste lid genoemde activiteiten dienen voor de aanvragende instelling inhoudelijk nieuw te zijn en voor het eerste maal te worden opgezet. De activiteiten dienen in tijdsduur beperkt te zijn, het dient om een project te gaan.

  • 4. Reis- en verblijfskosten en investeringskosten (b.v. aanschaf instrumenten, uniformen, huisvesting, opslag enz.) komen niet voor subsidiëring in aanmerking.

  • 5. Het subsidie dient een aanvulling te zijn op andere inkomsten.

  • 6. Alleen kosten die in redelijkheid direct verband houden met de activiteit worden in aanmerking genomen.

  • 7. De aanvraag dient te worden ondersteund door een begroting die sluitend is en waarbij een realistisch dekkingsplan zit .

Artikel 3: Adviesgroep

Een ambtelijke adviesgroep bestaande uit minimaal 3 personen adviseert het college over de beoordeling van de aanvragen op grond van deze regeling.

artikel 4: Subsidieplafond

Het college stelt jaarlijks vóór 1 januari van het betreffende subsidiejaar de subsidieplafonds vast voor de periodes 1 januari tot 1 juli en 1 juli tot 1 januari.

artikel 5: Aanvraag

  • 1. Voor de indiening van de begroting en het activiteitenplan dient gebruik gemaakt te worden van het door het college te verstrekken aanvraagformulier.

  • 2. Naast de gegevens en bescheiden die ingevolge de Algemene Subsidieverordening 2002 dienen te worden overgelegd, dient de artistieke leiding haar curriculum vitae te overleggen.

  • 3. Voor een activiteit die plaatsvindt in de periode van 1 januari tot 1 juli dient de aanvraag uiterlijk vóór 1 oktober van het voorafgaande kalenderjaar te worden ingediend.

  • 4. Voor een activiteit die plaatsvindt in de periode van 1 juli tot 1 januari dient de aanvraag uiterlijk vóór 1 april van hetzelfde kalenderjaar te worden ingediend.

  • 5. Wordt een aanvraag niet voor de indieningsdata die in het derde en vierde lid zijn vermeld ingediend dan kan deze buiten behandeling worden gelaten.

  • 6. De aanvraag wordt in de eerstvolgende beoordelingstermijn behandeld. De twee beoordelingstermijnen zijn in april en oktober.

  • 7. Indien mogelijk en door de aanvrager gewenst kan worden besloten een aanvraag aan te houden om deze in een opvolgende termijn te behandelen.

  • 8. De beslissing op de subsidieaanvraag wordt uiterlijk binnen 3 maanden na binnenkomst van de aanvraag, genomen. Burgemeester en wethouders maken deze beslissing schriftelijk bekend aan de aanvrager binnen drie weken nadat zij is genomen.

artikel 6: Verdelingsmaatstaf

  • 1.

    De aanvragen die aan het gestelde van artikel 2 voldoen, worden in onderlinge samenhang gewogen op grond van de volgende criteria:

    • a.

      de mate van artistieke kwaliteit;

    • b.

      de mate van originaliteit en vernieuwing: dit kan blijken uit de inhoud, de opzet van de activiteit, de deelnemers en/of de locatie van de uitvoering ten opzichte van eerder uitgevoerde activiteiten;

    • c.

      de mate van publieksbereik en afstemming van het plan op de beoogde doelgroep: de activiteit heeft minimaal een openbaar karakter en in het publiciteitsplan wordt omschreven wat het publieksbereik is, wie de beoogde doelgroep is en hoe de activiteit is afgestemd op het publiek of de beoogde doelgroep;

    • d.

      de mate waarin op aantoonbare wijze wordt gestreefd naar co-financiering en/of aanvullende inkomsten;

    • e.

      de mate waarin de activiteit een belang voor Arnhem heeft: dit kan blijken uit de mate waarin subsidiëring van de activiteit bijdraagt aan een verrijking van het culturele aanbod en/of bijdraagt aan een evenwichtige spreiding van de activiteiten over de stad, over de verschillende kunstdisciplines en over instellingen met een verschillende graad van professionaliteit;

    • f.

      de mate waarin voldaan wordt aan thematische en inhoudelijke accenten die per beoordelingsronde door het college kunnen worden gelegd op basis van gemeentelijke ontwikkelingen (bijvoorbeeld bijzondere evenementen).

2. a. Op grond van de mate waarin de instellingen voldoen aan de in lid 1 weergegeven criteria stelt de adviesgroep een rangorde op van de instellingen.

  • b.

    Het college stelt op advies van de beoordelingsgroep de uiteindelijke rangorde vast. De instellingen die het hoogst in rangorde staan komen in aanmerking voor subsidie tot en voor zover het subsidieplafond ex artikel 4 van deze regeling is bereikt. De subsidieverstrekking wordt geweigerd aan instellingen die lager in rangorde zijn geplaatst.

    • 2.

      Het subsidie wordt verstrekt tot maximaal het reële tekort in de begroting van de aanvrager.

    • 3.

      Het subsidie bedraagt 75% van de kosten van de activiteit met een maximum van

€ 5.000,--

Voor instellingen op het gebied van amateurkunst, die minder dan twee jaar bestaan, geldt dat het subsidie 50% van de kosten van de activiteit bedraagt met een maximum van € 500,--.

artikel 7: Weigeringsgronden

De subsidieverstrekking kan naast de in artikel 4:25 en 4:35 van de wet genoemde gevallen in ieder geval geweigerd worden indien gegronde reden bestaat aan te nemen dat:

  • a.

    de activiteiten van de aanvrager niet in voldoende mate in het algemeen gemeentelijk belang zijn;

  • b.

    de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld, zoals de het aanwenden van de gelden ter leniging van de algehele exploitatietekort van de instelling;

  • c.

    de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

  • d.

    de aanvrager zonder subsidie over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;

  • e.

    de aanvrager zich niet of onvoldoende aantoonbaar heeft ingespannen om co-financiering of andere inkomsten te genereren;

  • f.

    de activiteiten blijkens de ingediende begroting een onvoldoende betrouwbare financiële basis hebben;

  • g.

    de activiteiten een politiek, godsdienstig of levensbeschouwelijk karakter hebben.

artikel 8: Verplichting

  • 1. Bij een besluit tot subsidieverlening wordt aan de subsidieontvanger de verplichting opgelegd om iedere wijziging ten opzichte van de gegevens die bij de gemeente bekend zijn, onmiddellijk te melden.

  • 2. Bij een besluit tot subsidieverlening wordt aan de subsidie-ontvanger de verplichting opgelegd om bij iedere publicatie over de activiteit waarvoor subsidie is verleend te vermelden dat de gemeente Arnhem de betreffende activiteit subsidieert.

  • 3. Uiterlijk binnen twaalf weken na afloop van de gesubsidieerde activiteit dient u een aanvraag om vaststelling van de subsidie in te dienen.

  • 4. Bij de aanvraag om vaststelling van de subsidie dient aangetoond te worden dat co-financiering heeft plaatsgevonden.

artikel 9: Afwijkingsmogelijkheid

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van een aanvrager afwijken van een of meerdere bepalingen van deze regeling.

artikel 10: Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking ervan.

artikel 11: Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als: Subsidieregeling Fonds Cultuur.