Verordening op de heffingen en de invordering van marktgelden 2014

Artikel 1

Onder de naam ‘marktgeld’ wordt een recht geheven ter zake van het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten, bestaande uit het ter beschikking stellen van een standplaats voor het uitoefenen van de markthandel en daarmee verband houdende handelingen en/of het gebruik van verstrekte hulpmiddelen.

Artikel 2

Het recht is verschuldigd door:

1 degene, die tijdens de voor het houden van een markt aangewezen uren, gebruik maakt van een standplaats op de markt;

2 degene, die tijdens de voor het houden van een markt aangewezen uren ruimte op markten inneemt met opstallen, teneinde deze te verhuren.

Artikel 3

1 Het recht voor het gebruik maken van een standplaats wordt berekend per eenheid van één strekkende meter in beslag genomen ruimte.

2 Het recht voor het innemen van ruimte op markten met opstallen wordt berekend per eenheid van één strekkende meter.

3 Een gedeelte van een eenheid wordt voor een gehele gerekend.

Artikel 4

1Het recht wordt berekend aan de hand van de bij deze verordening behorende en daarvan

deel uitmakende tarieventabel.

2 Het recht kan per keer, dan wel bij wijze van abonnement worden voldaan.

Artikel 5

Het recht wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

Artikel 6

1 Het recht moet, indien per dag of per keer gebruik gemaakt wordt van een standplaats op een markt, c.q. ruimte op de markt ingenomen wordt met opstallen, voldaan worden op het moment van uitreiking van de kennisgeving.

2 Het recht moet, indien bij wijze van abonnement gebruik gemaakt wordt van de markt, voldaan worden bij aanvang van het kalenderkwartaal waarvoor het abonnement is aangegaan.

Artikel 7

Bij de invordering van het recht wordt geen kwijtschelding als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 (Stb. 1990/221) verleend.

Artikel 8

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de marktgelden.

Artikel 9

1 De 'Marktgeldverordening 2013' van 5 november 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de derde dag na die van bekendmaking.

3De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

4 In afwijking van het in de voorgaande leden bepaalde, blijven, indien de datum van inwerkingtreding ligt na de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de bepalingen van de verordening die wordt ingetrokken gelden voor zover daarvan de heffing van het recht in die periode plaatsvindt.

5 Deze verordening kan worden aangehaald als 'Marktgeldverordening 2014'.