Regeling vervallen per 02-12-2015

Subsidieregeling Fonds Cultuur Eenmalige Activiteiten

Geldend van 10-01-2013 t/m 01-12-2015

Intitulé

Subsidieregeling Fonds Cultuur Eenmalige Activiteiten

Subsidieregeling Fonds Cultuur Eenmalige Activiteiten

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem;

  • b.

    instelling: een organisatie die rechtspersoonlijkheid bezit en die zich ten doel stelt om zonder winstoogmerk activiteiten te verrichten ten behoeve van de ingezetenen van de gemeente Arnhem;

  • c.

    activiteit: een culturele activiteit in de vorm van een voorstelling, een uitvoering, een tentoonstelling of een presentatie/publicatie in de disciplines muziek, theater, dans, beeldende kunst en vormgeving, multimedia, film, fotografie, letteren en cultureel erfgoed; dan wel een festival, zijnde een reeks van onderling samenhangende culturele activiteiten die gedurende een in de tijd beperkte periode onder een gemeenschappelijke noemer worden georganiseerd en gepresenteerd.

  • d.

    openbaar karakter: een door de instelling georganiseerde openbare, voor een breed publiek toegankelijke voorstelling, presentatie en expositie, waaraan door publiciteit bekendheid wordt gegeven, bijvoorbeeld via de media, affiches en programmabladen;

  • e.

    de wet: de Algemene Wet Bestuursrecht;

  • f.

    ASV: de Algemene Subsidieverordening Arnhem 2002.

Artikel 2: Subsidiëring

  • 1. a. Op het in artikel 4 lid 1 van de ASV genoemde beleidsterrein Cultuur kan het college aan een instelling voor culturele activiteiten die in Arnhem plaatsvinden en een openbaar karakter hebben, met inachtneming van deze regeling een subsidie verstrekken.

    • b.

      Het college kan thematische en inhoudelijk accenten leggen op basis van gemeentelijke ontwikkelingen (bijvoorbeeld bijzondere evenementen).

  • 2. De in lid 1 genoemde activiteiten dienen een minimale artistieke kwaliteit te hebben en dienen een verrijking te zijn van het bestaande culturele aanbod in Arnhem.

  • 3. De in lid 1genoemde activiteiten dienen voor de aanvragende instelling inhoudelijk nieuw, eenmalig en niet tot de reguliere programmering behorend te zijn. Ingeval van een

    festival kan van deze bepaling worden afgeweken.

  • 4. Alleen die activiteiten waarvoor niet al een gemeentelijke subsidie wordt verstrekt, komen in aanmerking voor subsidiering op grond van deze regeling.

  • 5. Festivals kunnen maximaal twee maal in aanmerking komen voor een subsidie op basis van deze regeling.

  • 6. Reis- en verblijfskosten en investeringskosten (b.v. aanschaf instrumenten, uniformen, huisvesting, opslag enz.) komen niet voor subsidiëring in aanmerking.

  • 7. Het subsidie dient een aanvulling te zijn op andere inkomsten.

  • 8. Alleen kosten die in redelijkheid direct verband houden met de activiteit worden in aanmerking genomen.

  • 9. De aanvraag dient te worden ondersteund door een begroting die sluitend is en waarbij een realistisch dekkingsplan zit .

Artikel 3: Adviesgroep

Een ambtelijke adviesgroep bestaande uit minimaal 3 personen adviseert het college over de beoordeling van de aanvragen op grond van deze regeling.

Artikel 4: Subsidieplafond

Het college stelt jaarlijks vóór 1 januari van het betreffende subsidiejaar de subsidieplafonds vast voor de periodes 1 januari tot 1 juni en 1 juni tot 1 januari.

Artikel 5: Aanvraag

  • 1. Voor de indiening van de begroting en het activiteitenplan dient gebruik gemaakt te worden van het door het college te verstrekken aanvraagformulier.

  • 2. Naast de gegevens en bescheiden die ingevolge de Algemene Subsidieverordening 2002 dienen te worden overgelegd, dient de artistieke leiding haar curriculum vitae te overleggen.

  • 3. Ingeval de aanvraag een tweede editie van een festival betreft en voor de eerste editie een subsidie werd ontvangen uit onderhavig fonds, dan dient de aanvraag ook vergezeld te gaan van een inhoudelijk en financieel verslag van de eerste editie van het festival.

  • 4. Voor een activiteit die plaatsvindt in de periode van 1 januari tot 1 juni dient de aanvraag uiterlijk vóór 1 oktober van het voorafgaande kalenderjaar te worden ingediend.

  • 5. Voor een activiteit die plaatsvindt in de periode van 1 juni tot 1 januari dient de aanvraag uiterlijk vóór 1 maart van hetzelfde kalenderjaar te worden ingediend.

  • 6. Wordt een aanvraag niet voor de aanvraagdata die in het vierde en vijfde lid zijn vermeld ingediend dan kan deze buiten behandeling worden gelaten.

  • 7. De aanvraag wordt in de eerstvolgende beoordelingstermijn behandeld. De twee beoordelingstermijnen zijn drie maanden vanaf 1 maart en vanaf 1 oktober.

  • 8. Indien mogelijk en door de aanvrager gewenst kan worden besloten een aanvraag aan te houden om deze in een opvolgende termijn te behandelen.

  • 9. De beslissing op de subsidieaanvraag wordt uiterlijk binnen 3 maanden na de uiterlijke aanvraagdatum genomen. Burgemeester en wethouders maken deze beslissing schriftelijk bekend aan de aanvrager binnen drie weken nadat zij is genomen.

Artikel 6: Verdelingsmaatstaf

  • 1.

    De aanvragen die aan het gestelde van artikel 2 voldoen, worden in onderlinge samenhang gewogen op grond van de volgende criteria:

    • a.

      participatie (passieve en actieve deelname van het publiek): de mate van publieksbereik en afstemming van het plan op de beoogde doelgroep; in de aanvraag wordt omschreven wat het publieksbereik is, wie de beoogde doelgroep is en hoe de activiteit is afgestemd op het publiek of de beoogde doelgroep;

    • b.

      zichtbaarheid: de mate waarin de activiteit bijdraagt aan de beeldvorming van Arnhem als cultuurstad. Spreiding van de activiteiten over de stad, het jaar, de verschillende kunstdisciplines, de professionele niveaus en over initiatiefnemers wordt hierbij meegewogen;

    • c.

      de mate van de artistieke kwaliteit die van de aanvrager mag worden verwacht;

    • d.

      de mate van originaliteit en vernieuwing: dit kan blijken uit de inhoud, de opzet van de activiteit, de deelnemers en/of de locatie van de uitvoering ten opzichte van eerder door de aanvrager uitgevoerde activiteiten en ten opzicht van andere activiteiten in de stad;

    • e.

      de mate waarin op aantoonbare wijze wordt gestreefd naar co-financiering en/of aanvullende inkomsten;

    • f.

      de mate waarin voldaan wordt aan thematische en inhoudelijke accenten die per beoordelingsronde door het college kunnen worden gelegd op basis van gemeentelijke ontwikkelingen (bijvoorbeeld bijzondere evenementen).

2. a. Op grond van de mate waarin de instellingen voldoen aan de in lid 1 weergegeven criteria stelt de adviesgroep een rangorde op van de instellingen.

b.Het college stelt op advies van de adviesgroep de uiteindelijke rangorde vast. De instellingen die het hoogst in rangorde staan komen in aanmerking voor subsidie tot en voor zover het subsidieplafond ex artikel 4 van deze regeling is bereikt. De subsidieverstrekking wordt geweigerd aan instellingen die lager in rangorde zijn geplaatst.

3. Het subsidie wordt verstrekt tot maximaal het reële tekort in de begroting van deaanvrager.

4.Het subsidie bedraagt maximaal 75% van de kosten van de activiteit met een maximum van € 5.000,--, voor festivals geldt een maximum van € 7.500,--.

Voor instellingen op het gebied van amateurkunst, die minder dan twee jaar bestaan, geldt dat het subsidie 50% van de kosten van de activiteit bedraagt met een maximum van € 500,--.

Artikel 7: Weigeringsgronden

  • 1. De subsidieverstrekking kan naast de in artikel 4:25 en 4:35 van de in de wet genoemde gevallen in ieder geval geweigerd worden indien gegronde reden bestaat aan te nemen dat:

    • a.

      de activiteiten van de aanvrager niet in voldoende mate in het algemeen gemeentelijk belang zijn;

    • b.

      de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld, zoals de het aanwenden van de gelden ter leniging van de algehele exploitatietekort van de instelling;

    • c.

      de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

    • d.

      de aanvrager zonder subsidie over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;

    • e.

      de aanvrager zich niet of onvoldoende aantoonbaar heeft ingespannen om co-financiering of andere inkomsten te genereren;

    • f.

      de activiteiten blijkens de ingediende begroting een onvoldoende betrouwbare financiële basis hebben;

    • g.

      de activiteiten een politiek, godsdienstig of levensbeschouwelijk karakter hebben.

  • 2. De subsidieverstrekking wordt geweigerd in geval niet voldaan wordt aan eisen van deze regeling.

Artikel 8: Verplichtingen

  • 1. Bij een besluit tot subsidieverlening wordt aan de subsidieontvanger de verplichting opgelegd om iedere wijziging ten opzichte van de gegevens die bij de gemeente bekend zijn, te melden.

  • 2. Bij een besluit tot subsidieverlening wordt aan de subsidieontvanger de verplichting opgelegd om bij iedere publicatie over de activiteit waarvoor subsidie is verleend te vermelden dat de gemeente Arnhem de betreffende activiteit subsidieert.

Artikel 9: Subsidievaststelling

  • 1. Indien de subsidie € 5.000,-- of lager is behoeft deze niet te worden verantwoord door het toezenden van een inhoudelijk en financieel verslag. Wel kan het college van burgemeester en wethouders steekproefsgewijs controleren of de subsidie is/wordt besteed aan het doel waarvoor deze is verstrekt.

  • 2. Is een subsidie hoger dan € 5.000,--, dan dient deze verantwoord te worden door toezending van een inhoudelijk verslag van de activiteit(en). Dit dient binnen twaalf weken na afloop van de activiteit(en) te gebeuren.

  • 3. Is een subsidie hoger dan € 5.000,--, dan is een financieel verslag alleen vereist wanneer dit in de beschikking tot toekenning van de subsidie met redenen omkleed wordt aangegeven.

Artikel 10: Afwijkingsmogelijkheid

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van een aanvrager afwijken van een of meerdere bepalingen van deze regeling.

Artikel 11: Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking ervan.

Artikel 12: Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als: Subsidieregeling Fonds Cultuur Eenmalige Activiteiten.