Regeling vervallen per 02-09-2010

Verordening cliëntenparticipatie gehandicaptenbeleid 2002

Geldend van 23-04-2003 t/m 01-09-2010

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie gehandicaptenbeleid 2002

Artikel 1 - Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a)

    cliëntenparticipatie gehandicaptenbeleid:de gestructureerde wijze, waarop de gemeente de zelforganisatie van belanghebbenden betrekt in de beleidsvorming, uitvoering en evaluatie van de Wet Voorzieningen Gehandicaptenbeleid en het integraal gemeentelijk gehandicaptenbeleid;

  • b)

    integraal gemeentelijk gehandicaptenbeleid: de samenhangende wijze, waarop de gemeente in al haar beleid en verantwoordelijkheden werkt aan de verbetering van de mogelijkheden tot gelijkwaardige maatschappelijke deelname van personen met een functiebeperking of een chronische aandoening;

  • c)

    platform: de door het college als zodanig aangewezen en binnen de gemeente actief zijnde zelforganisatie van personen met een functiebeperking of een chronische aandoening, die als doelstelling heeft de verbetering van de positie van personen met deze beperkingen;

  • d)

    gehandicapte: persoon met een functiebeperking of een chronische aandoening die ten gevolge van een langdurige lichamelijke, of verstandelijke beperking, of blijvende gezondheidsproblemen, belemmeringen ondervinden in het inrichten van hun eigen leven of in hun mogelijkheden tot maatschappelijke participatie;

  • e)

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • f)

    Gehandicaptenraad Arnhem: instelling van overleg en belangenbehartiging van en voor gehandicapten.

Artikel 2 – Instellen en in stand houden platform gehandicaptenbeleid 1.

1. Het college bevordert het instellen en in standhouden van een gemeentelijk platform cliëntenparticipatie gehandicaptenbeleid.1.

2. Het platform maakt onderdeel uit van en valt onder bestuurlijke verantwoordelijkheid van de Gehandicaptenraad Arnhem.

Artikel 3 - Doelstelling

1.De cliëntenparticipatie heeft tot doel te bewerkstelligen, dat belanghebbenden bij de Wet Voorzieningen Gehandicapten en het integraal gemeentelijk gehandicaptenbeleid door zelforganisatie en vanuit een onafhankelijke positie optimaal betrokken zijn bij de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijk beleid.

2.De cliëntenparticipatie heeft voorts tot doel bij te dragen aan de totstandkoming en de verbetering van het integraal gemeentelijk gehandicaptenbeleid dat gericht is op het realiseren van volwaardig burgerschap en op het bieden van gelijke mogelijkheden aan personen met een functiebeperking of een chronische aandoening.

Artikel 4 - Beleidsterreinen

In het kader van de cliëntenparticipatie wordt het platform betrokken bij:

  • a)

    de beleidsvoorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijke beleid met betrekking tot de Wet Voorzieningen Gehandicapten. Hieronder worden ook begrepen de uitvoeringsregels met betrekking tot de verstrekking van voorzieningen, de afspraken met leveranciers, met uitvoerders, met woningcorporaties en met indicatiestellers;

  • b)

    het integraal gemeentelijk gehandicaptenbeleid met betrekking tot:

1º voornemens, beleid of activiteiten van de gemeente gericht op het brengen van samenhang in het beleid op verschillende terreinen ten behoeve van personen met een functiebeperking of een chronische aandoening;

2º het algemene beleid en de uitvoering op die terreinen die invloed hebben op de positie van personen met een functiebeperking of een chronische aandoening, waaronder in ieder geval:

  • a)

    welzijn en volksgezondheid

  • b)

    sociale zaken en arbeid

  • c)

    (speciaal) onderwijs

  • d)

    volkshuisvesting en bouwzaken

  • e)

    ruimtelijke ordening

  • f)

    verkeer en vervoer

  • g)

    cultuur en sport

Artikel 5 - Advies

1.In het kader van de cliëntenparticipatie vraagt het college het platform om advies.

2.Het platform kan uit eigener beweging advies uitbrengen aan het college.

3.Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd dat het van invloed kan zijn op het te nemen besluit; dit houdt in ieder geval in dat:

  • a.

    bij nieuw beleid en verandering van beleid het platform betrokken wordt bij de totstandkoming van het beleid en bij het vaststellen van de hoofdlijnen van beleid;

  • b.

    bij de verdere invulling van het beleid het platform betrokken wordt bij de invulling van de hoofdlijnen van het beleid;

  • c.

    bij evaluatie het platform betrokken wordt bij het vaststellen van vragen die ten grondslag liggen aan de evaluatie, het trekken van conclusies en het doen van aanbevelingen.

4.In het geval het college in een voorstel aan de gemeenteraad afwijkt van het advies van het platform, wordt dit bij het voorstel vermeld, waarbij tevens wordt aangegeven op welke gronden van het advies is afgeweken.5.

Het college voorziet het platform van de informatie ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van het platform. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om ontwikkelingen en wijzigingen te kunnen volgen.

Artikel 6 - Overleg

1.Tussen het college en het platform vindt tenminste één maal per jaar overleg plaats.

2.In het overleg komt in ieder geval ter sprake en worden afspraken gemaakt over:

  • a)

    de onderwerpen waarover het platform geconsulteerd wordt;

  • b)

    de wijze en het moment waarop het platform in betreffende beleidsvormingsprocessen wordt betrokken;

  • c)

    de financiële middelen voor de werkzaamheden van het platform op basis van een werkplan en een begroting;

  • d)

    de voorgang van de cliëntenparticipatie;

  • e)

    de samenhang tussen verschillende beleidsterreinen.

3.Overleg tussen het college en het platform vindt voorts plaats indien het belang van het advies daartoe aanleiding geeft.

4.Van het overleg en de afspraken met het platform doet het college binnen redelijke termijn schriftelijk rapportage aan het platform. Daarbij zal in ieder geval worden aangegeven wat met de door het platform gegeven adviezen is gedaan.

5.Het college wijst een ambtelijke contactpersoon aan voor de communicatie met het platform. Tussen het platform, de contactpersoon en de gemeentelijke diensten vindt regelmatig overleg plaats over de participatie van de gehandicapten bij het gehandicaptenbeleid.

6.Met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde overleg kunnen het college en het platform agendapunten aandragen.

Artikel 7 - Faciliteiten

  • 1.

    Het college stelt ten behoeve van het platform zodanige middelen ter beschikking aan de Gehandicaptenraad Arnhem dat het platform redelijkerwijze in staat kan worden geacht om in het kader van de uitvoering van deze verordening de belangen te behartigen van de in de gemeente woonachtige personen met een functiebeperking of een chronische aandoening.

  • 2.

    De middelen als bedoeld in het eerste lid worden jaarlijks toegekend op basis van een werkplan en een begroting.

  • 3.

    Voor niet reguliere activiteiten kan het platform bij het college een projectsubsidie aanvragen.

Artikel 8 - Slotbepalingen

  • 1.

    In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college na raadpleging van het platform.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Cliëntenparticipatie Gehandicaptenbeleid 2002”.

  • 3.

    Deze verordening treedt in werking 6 weken na haar bekendmaking.

Artikelgewijze toelichting

Artikel 1 Begrippen

Ad a. In de artikelen 4, 5 en 6 wordt de cliëntenparticipatie nader uitgewerkt.

Ad b. Op het moment van vaststelling van de verordening cliëntenparticipatie gehandicaptenbeleid ontbreekt een nota integraal gemeentelijk gehandicaptenbeleid. In de loop van 2003 zal deze nota worden in goed overleg met betrokkenen worden opgesteld en door de gemeente bestuurlijk worden vastgesteld.

Artikel 4 Beleidsterreinen

Ad b. Het betreft specifiek beleid voor mensen met een functiebeperking en algemeen gemeentelijk beleid voor terreinen waarbij er sprake is van een aanmerkelijk belang voor mensen met een functiebeperking. Bij genoemde terreinen gaat het o.a. om:

  • -

    welzijnsbeleid en voorzieningen voor mensen met een functiebeperking met aandacht voor bereikbaarheid, beschikbaarheid en toegankelijkheid;

  • -

    algemeen en specifiek gezondheidsbeleid en voorzieningen voor mensen met functiebeperking. n.b. In de eerste helft van 2003 zal een nieuwe gemeentelijke nota volksgezondheidsbeleid worden opgesteld waarbij het platform zal worden betrokken.

  • -

    onderwijs met accenten op het speciaal onderwijs en het aangepaste leerlingenvervoer;

  • -

    volkshuisvesting m.n. voor wat betreft aanpasbaar bouwen van woningen waarbij op diverse niveaus rekening wordt gehouden met mensen met functiebeperkingen;

  • -

    ruimtelijke ordening c.q. inrichting openbare ruimte met aandacht voor toegankelijkheid, bereikbaarheid en beschikbaarheid van voorzieningen welke (mede)ten dienste staan aan mensen met een functiebeperking;

  • -

    verkeer: m.n. het aspect van verkeersveiligheid; vervoer: toegankelijkheid openbaar vervoer (lage instapbussen e.d.) en beschikbaarheid van goed speciaal vervoer (o.a. rolstoelvervoer en regiotaxi’s);

  • -

    cultuur en sport: een toegankelijk algemeen aanbod en een specifiek aanbod gericht op verhogen van de participatie hierdoor door mensen met functiehandicap.

Artikel 5 Advies

Ad 1. Het door het college van B&W gevraagde advies betreft: het door de gemeente voorgenomen beleid en op voorgenomen uitvoeringsmaatregelen (als uitwerking van vastgesteld beleid), binnen de reikwijdte van de onder artikel 4 genoemde terreinen.

Ad 2. Advies op eigen initiatief van het platform kan tevens een door het platform gewenst beleid of gewenste uitvoering van beleid betreffen.

Artikel 6 Overleg

Ad 1. Als regel geldt dat de in dit lid bedoelde afspraken gemaakt worden in het bestuurlijke overleg in de maanden oktober of november bij de bespreking van begroting en werkplan van de Gehandicaptenraad Arnhem.

Ad 2. De coordinerende ambtenaar voor het gehandicaptenbeleid bij de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling zal in goed overleg met alle betrokkenen de agenda opstellen voor het bestuurlijk “najaarsoverleg”

De jaarlijkse begroting van het platform cliëntenparticipatie maakt onderdeel uit van de begroting van de Gehandicaptenraad Arnhem (GRA) waaronder het platform ressorteert. Daarmee fungeert het bestuur van de GRA ook als rechtspersoon voor het platform CP.

Ad 3. Als algemene regel kan hieraan toegevoegd worden dat: hoe groter het belang voor gehandicapten, des te eerder zal het platform betrokken worden bij de beleidsvorming c.q. het beleidsproces.

Ad 5. In de praktijk zal de contactambtenaar MO met de GRA in casu het platform contact blijven houden over de wijze waarop is omgegaan met gegeven advies en de tijdstippen van behandeling en definitieve besluitvorming van beleidsvoorstellen.

Artikel 7 Faciliteiten

A Niet reguliere activiteiten voor zover deze voor het komende jaar planbaar zijn worden zo mogelijk opgenomen in de begroting (jaarlijkse subsidieaanvraag bij het college). In dat kader zal ook beslist worden of en in welke mate extra subsidiemiddelen beschikbaar worden gesteld. In het bestuurlijke overleg in het najaar zal hierover nader overleg mogelijk zijn. Voor nieuwe -niet in het jaarplan geplande- activiteiten is het bij uitzondering mogelijk om op willekeurig welk tijdstip een projectsubsidie aan te vragen.

Gemeentelijke Informatieverstrekking in een aangepaste leesvorm (b.v. grootletterschrift, diskette of braille) zal, vanwege de bewerkelijkheid en het kostenaspect, alleen in bijzondere gevallen plaatsvinden. Voorbeeld: specifiek beleid of uitvoeringsmaatregelen voor blinden zouden qua informatie in samengevatte vorm in braille geleverd kunnen worden als na overleg met het platform blijkt dat er geen goed alternatief is voor informatieoverdracht. Per keer zal hiervoor apart budget gevonden moeten worden.