Nadere regels betreffende Moscowa

Geldend van 01-03-1994 t/m heden

Intitulé

HET COLLEGE VAN B&W VAN DE GEMEENTE ARNHEMgelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;dienst Milieu en Openbare Werken;gelet op de Beheersverordening Moscowa en artikel 156 van de Gemeentewet;besluit vast te stellen:

NADERE REGELS BETREFFENDE MOSCOWA

Artikel 1 Openingstijden

De begraafplaats is van 1 april tot en met 30 september dagelijks toegankelijk van 8.30 tot 16.30 uur, en van 1 oktober tot en met 31 maart van 9.00 tot 16.00.

Artikel 2 Rechten

Rechten worden geheven conform de geldende verordening op de lijkbezorgingstarieven Arnhem.

Artikel 3 Grafafmetingen

  • 1.

    In elk graf mogen drie lijken boven elkaar geplaatst worden, met dien verstande evenwel, dat in bijzondere kindergraven slechts twee inlagen zijn toegestaan.

  • 2.

    Voor de afmetingen van de graven en het aantal daarin te begraven lijken geldt hetgeen hierna is vermeld.

Bijzondere graven

uitgiftetermijn in jaren

lengte

breedt

diepte

aantal inlagen

grafkelders

30

2.60

1.10

2.00

3

zandgraven

20/30

2.10

1.00

2.60

3

kindergraven

30

1.60

0.80

1.90

2

urnengraf

20

1.00

1.00

n.v.t.

2

urnengraf

in urnentuin

20

1.00

1.00

n.v.t.

1

Algemene graven

uitgiftetermijn

inj aren

lengte

breedte

diepte

aantal

inlagen

graven niet zijnde

kindergraven

10

2.10

3.20

2.10

6

kkindergraven

20

1.60

3.20

2.10

12

  • 3.

    In een bijzonder graf mogen in plaats van een lijk van een volwassene, twee kinderlijken worden begraven.

  • 4.

    Het recht tot het begraven van een tweede kinderlijk op dezelfde hoogte vervalt echter zodra boven het eerste kinderlijk een lijk van een volwassene is begraven.

  • 5.

    In een dubbele grafkelder alsmede in een bijzonder dubbel zandgraf als vermeld in artikel 14, tweede lid van de op 4 maart 1985 vastgestelde en thans vervallen verordening begraafplaats Moscowa, mogen gedurende de uitgegeven tijd in totaal zes lijken worden begraven.

Artikel 4 Grafkelder

  • 1. De bouw van een grafkelder geschiedt zodanig dat deze past in de structuur en het algemeen aanzien van Moscowa.

  • 2. De wijze waarop grafkelders worden gebouwd en onderhouden, is onderworpen aan de goedkeuring van de directeur van de dienst Milieu en Openbare Werken. Indien de bouw en het onderhoud van de grafkelder niet op de goedgekeurde wijze geschieden, kunnen burgemeester en wethouders het recht op de grafkelder vervallen verklaren zonder terugbetaling van het ingevolge de geldende verordening op de lijkbezorgingstarieven geheven recht op een grafkelder.

Artikel 5 Bijzetting van asbussen in graven

  • 1. Ten aanzien van het stoffelijk overschot van een lijk na crematie kan afgeweken worden van het bepaalde in artikel 3 voor zover het betreft de plaatsing in of op een graf, niet zijnde een urnengraf.

  • 2. In een bijzonder graf, niet zijnde een urnengraf, mogen in de plaats van een lijk van een volwassene, meerdere asbussen worden begraven of bijgezet, zolang daarvoor naar het oordeel van burgemeester en wethouders voldoende ruimte aanwezig is.

  • 3. Het recht tot het begraven of bijzetten van een tweede of volgende asbus op dezelfde hoogte in een graf, niet zijnde een urnengraf, vervalt echter zodra boven de eerste asbus een lijk is begraven.

  • 4. Asbussen kunnen ondergronds of bovengronds worden bijgezet in urnengraven.

  • 5. Bij ondergrondse bijzetting van een asbus is een urn niet verplicht.

  • 6. Bij bovengrondse bijzetting van een asbus is een urn verplicht.

Artikel 6 Graftekenvergunning

  • 1. Bij de aanvraag voor vergunning tot het hebben van een grafteken behoort een werktekening te worden ingediend.

  • 2. Op deze werktekening dienen tenminste voor te komen:

    • a.

      een boven-, voor-, en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte-, en lengtematen;

    • b.

      de soort, kleur, bewerking van de te gebruiken materialen;

    • c.

      de vermelding of de letters e.d. ingehakt of opgehakt zijn of van welk materiaal zij zijn;

    • d.

      de woordindeling van het opschrift en de plaats van de figuratie(s);

    • e.

      de soort van het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het grafteken daarop.

  • 3. De aanvraag vermeldt naam en adres van de rechthebbende, en wordt gedateerd en ondertekend door de rechthebbende.

  • 4. De vergunning wordt op naam van de rechthebbende gesteld.

Artikel 7 Grafteken ten behoeve van algemene graven en kindergraven

  • 1. Het grafteken bestaat uit een staand of een liggend element.

  • 2. Een liggend monument is minimaal 20 x 20 x 5 cm en maximaal 80 x 40 x 10 cm. Een onderplaat is niet verplicht. Een opbouw is niet toegestaan.

  • 3. Een staand monument is minimaal 60 x 40 x 5 cm en maximaal 80 x 50 x 10 cm, met dien verstande dat aan de onderzijde over een hoogte van 4 cm de dikte 5 cm is in verband met de uitgespaarde sleuf in de fundering.

Artikel 8 Grafteken ten behoeve van bijzondere graven

  • 1. Het totale grondoppervlak van het grafteken is maximaal 200 x 100 cm. Hierin is de door de gemeente aangebrachte funderingsbalk inbegrepen.

  • 2. De totale hoogte van het grafteken is gemeten vanaf de door de gemeente aangebrachte funderingsbalk maximaal 150 cm.

Artikel 9 Grafteken ten behoeve van bijzondere kindergraven

  • 1. Het totale grondoppervlak van het grafteken is maximaal 150 x 75 cm.

  • 2. De totale hoogte van het grafteken is gemeten vanaf het maaiveld maximaal 100 cm.

Artikel 10 Grafteken ten behoeve van urnengraven

  • 1. Het totale grondoppervlak van het grafteken is maximaal 50 x 50 cm.

  • 2. De totale hoogte van het grafteken is, gemeten vanaf het maaiveld, maximaal 100 cm.

  • 3. Bij bovengrondse bijzetting van een asbus is de maximale maat als genoemd in de leden 1 en 2 maatgevend voor het grafmonument inclusief de urn.

  • 4. De materiaalkeuze is vrij.

Artikel 11 Grafteken ten behoeve van grafkelders

  • 1. Het totale grondoppervlak van het grafteken is maximaal 260 x 110 cm.

  • 2. De totale hoogte van het grafteken is gemeten vanaf het maaiveld maximaal 150 cm.

Artikel 12 Bijzetting in graven met grotere afmetingen

In afwijking van het in artikel 3 voor grafkelders en zandgraven vermelde maximum aantal te begraven lijken, mogen in grafkelders en zandgraven, die grotere afmetingen hebben dan die welke voor deze graven in artikel 3 zijn aangegeven, lijken begraven worden zolang daarvoor, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, voldoende ruimte aanwezig is.

Artikel 13 Register

Op Moscowa zijn aanwezig en worden geregeld bijgehouden:

  • a.

    een register, waarin de namen van de teraarde bestelden, met de datum van de teraarde bestelling en de plaats waar zij teraarde besteld zijn, worden aangetekend;

  • b.

    een register, vermeldende de namen van natuurlijke of rechtspersonen die het uitsluitend recht hebben verkregen, met aanduiding van het bijzondere graf waarop deze rechten betrekking hebben;

  • c.

    een register, waarin de namen van gecremeerden met vermelding van de dag van hun crematie nummer en de asbestemming worden aangetekend;

  • d.

    een register, vermeldende de namen van de natuurlijke of rechtspersonen die het uitsluitend recht hebben verkregen, met aanduiding van het nisnummer waarop de rechten betrekking hebben.

Artikel 14 Milieuvoorschriften

Reinigingsmiddelen en bestrijdingsmiddelen die zijn voorzien van het gevaarsymbool 'doodshoofd' of 'andreaskruis' zijn verboden voor onderhoud van grafmonumenten en beplantingen.

Artikel 15

  • 1.

    Deze nadere regels betreffende Moscowa treden in werking, nadat zij op de daarvoor voorgeschreven wijze zijn bekendgemaakt.

  • 2.

    De nadere regels betreffende Moscowa vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 25 februari 1992, nr. 92.010089, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 31 augustus 1993, nr. 93. 017275, worden bij de inwerkingtreding van de nadere regels bedoeld in lid 1, ingetrokken.

Aldus vastgesteld in het college van burgemeester en wethouders van Arnhem op 22 februari 1994.

nr. 94.019536

De secretaris, De voorzitter,

H.Hofman P. Scholten