Regeling vervallen per 01-01-2017

Ondermandaat opdrachtgever sociaal domein

Geldend van 01-07-2016 t/m 31-12-2016

Intitulé

Ondermandaat opdrachtgever sociaal domein

Artikel 1 Ondermandaat aan de opdrachtgever sociaal domein

1.De uitoefening van de navolgende bevoegdheden die het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester bij het Algemeen Mandaat- en Volmachtbesluit gemeente Arnhem 2016 aan de gemeentesecretaris hebben opgedragen, wordt overgedragen aan de opdrachtgever sociaal domein voor zover het gaat om aangelegenheden die binnen een van de veranderopgaven in het sociaal domein vallen.

A. Algemeen

1.

Het verrichten van feitelijke handelingen ter voorbereiding en uitvoering van aan de gemeente opgedragen taken.

2.

Het ondertekenen van correspondentie ter voorbereiding en uitvoering van beslissingen van de raad krachtens artikel 160, eerste lid, onder b, van de Gemeentewet.

NB: betreft niet het doen van voorstellen aan de raad, noch het ondertekenen van raadsbesluiten.

3.

Het verstrekken van bevestigingen en bewijzen van ontvangst.

4.

Het doorzenden van geschriften als bedoeld in artikel 2:3 van de Algemene wet bestuursrecht.

5.

Het doen van openbare bekendmakingen en het doen van kennisgevingen en mededelingen van voorgenomen en genomen beslissingen en van voorgenomen en verrichte andere handelingen.

6.

Het aanwijzen van een contactpersoon, die voor het betreffende cluster zorg draagt voor het registreren van medewerkers, die elektronische (officiële) bekendmakingen bij de Staatscourant en andere media aanleveren.

7.

Het aanvragen van bijdragen, subsidies en vergoedingen bij het Rijk, de Provincie en andere subsidiënten.

8.

Het nemen van besluiten inzake het geven van inzage van archiefbescheiden als bedoeld in de Archiefwet.

9.

Het toezicht houden en handhaven van de openbare orde in de voor het publiek toegankelijke gebouwen en de daarbij behorende erven, waar de gemeentelijke organisatie is gehuisvest, inclusief het geven van bevelen met het oog op de bescherming van veiligheid en gezondheid en inclusief het ontzeggen van de toegang tot voor de openbare dienst bestemde ruimten, indien zulks noodzakelijk moet worden geacht in het belang van de handhaving van de openbare orde of de voortgang van de werkzaamheden in die ruimten, dan wel op grond van het eigendomsrecht van de gemeente.

10.

a.Het vaststellen van vergoedingen aan leden van adviescommissies aan het college en de

burgemeester.

b.Het aanwijzen van de secretaris van de adviescommissie aan het college en de burgemeester.

B. Geschillen en geschilbeslechting

1.

Het nemen van besluiten tot het oplossen van conflicten door middel van bemiddeling door een onafhankelijke derde (mediation), voor zover het betreft conflicten die voortvloeien uit besluiten die zijn genomen op grond van dit mandaatbesluit.

2.

Het nemen van besluiten tot het voeren van rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures namens de gemeente of het bestuursorgaan, of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij de raad, voor zover het de raad aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist.

3.

a.Het indienen van verweerschriften en overige stukken en het vertegenwoordigen van de gemeente, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester, daaronder begrepen het optreden ter zitting namens de gemeente of deze bestuursorganen in het kader van gerechtelijke procedures bij de administratieve, burgerlijke en strafrechter en in het kader van bezwaarprocedures en administratieve beroepsprocedures.

b.Het aanwijzen van gemachtigden voor het uitoefenen van de onder a genoemde bevoegdheden.

4.

Het nemen van besluiten als bedoeld in artikel 7:1a van de Algemene wet bestuursrecht (instemmen rechtstreeks beroep rechtbank).

5.

a.Het nemen van een besluit op een bezwaarschrift als bedoeld in de Algemene wet

bestuursrecht, voor zover het in bezwaar bestreden besluit in mandaat is genomen door

een functionaris die

werkzaam is onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever, en tevens voor zover

hierbij niet wordt afgeweken van het advies van de desbetreffende bezwaarschriften

commissie.

b.Het beslissen op verzoeken van belanghebbenden om vergoeding van de kosten die zij in

verband met de behandeling van het bezwaar redelijkerwijs hebben moeten maken als bedoeld

in artikel 7:15 van de Algemene wet bestuursrecht.

6.

Het nemen van een besluit tot het verdagen van de beslissing op bezwaar als bedoeld in artikel 7:10, lid 3, 4 en 5 van de Algemene wet bestuursrecht.

C. Privaatrechtelijke rechtshandelingen (bv. overeenkomsten)

1.

Het beslissen tot het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen, met dien verstande dat de opdrachtgever sociaal domein deze bevoegdheid slechts heeft voor zover de verplichting die voor de gemeente wordt aangegaan het bedrag van één miljoen euro niet te boven gaat.

Op deze privaatrechtelijke rechtshandelingen zijn uitgezonderd de rechtshandelingen als bedoeld in artikel 4, lid 1 onder 1 tot en met 3, het bepaalde in bijlage 2 onder 10 en 11 en het bepaalde in bijlage 4 onder 19 van het Algemeen mandaat- en volmachtbesluit gemeente Arnhem 2016.

2.

a.Het aansprakelijk stellen van derden.

b.Het besluiten op het aansprakelijk stellen van de gemeente door derden.

c.Het verrichten van handelingen tot stuiting van verjaring.

3.

Het besluiten tot het aanvaarden van erfstellingen, schenkingen en legaten tot een bedrag van ten hoogste vijftigduizend euro.

4.

a.Het vertegenwoordigen van de gemeente buiten rechte (artikel 171 Gemeentewet) ter

uitvoering van beslissingen die zijn genomen in de uitoefening van de bevoegdheden die zijn

omschreven in dit mandaatbesluit, of ter uitvoering van beslissingen genomen door de raad of door

of namens het college van burgemeester en wethouders.

b.Het aanwijzen van gevolmachtigden voor het uitoefenen van de onder a genoemde bevoegdheid.

D. Bestuursrechtelijke rechtshandelingen

1.

Het nemen van beslissingen op grond van de Verordening nadeelcompensatie Arnhem 2011,

indien en voor zover hierbij niet wordt afgeweken van het terzake uitgebrachte advies van de adviescommissie of de adviseur.

2.

Het nemen van besluiten op verzoeken om informatie als bedoeld in hoofdstuk III van de Wet openbaarheid van bestuur.

3.

Het uitoefenen van de aan het college toegekende bevoegdheden bij of krachtens een gemeentelijke subsidieverordening, met uitzondering van het vaststellen van ‘nadere regels’ (wettelijke voorschriften krachtens delegatie vastgesteld).

4.

Het aanwijzen van gemeenteambtenaren jegens welke de inlichtingenverplichtingen zoals vastgelegd in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen gelden, voor zover aan deze ambtenaren reeds bevoegdheden in het kader van het opleggen, heffen of invorderen van belastingen als bedoeld in de artikelen 231 en 232 Gemeentewet zijn gemandateerd.

5.

De uitoefening van bevoegdheden als bestuursorgaan in het kader van de klachtbehandeling van derden inzake ambtenaren (met uitzondering van de griffier) op grond van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht.

6.

Het opleggen en intrekken van een last onder bestuursdwang of last onder dwangsom, alsmede het uitoefenen van de overige bevoegdheden op grond van Titel 5.3 (Herstelsancties) en van de bevoegdheden op grond van Titel 5.4 (Bestuurlijke boete) van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede het beslissen over het verlenen, wijzigen en intrekken van gedoogbeschikkingen.

7.

Het naar voren brengen van zienswijzen als bedoeld in artikel 3:15 van de Algemene wet bestuursrecht.

8.

Het besluiten tot het toepassen van en het uitvoeren van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

9.

Het vaststellen van formulieren als bedoeld in artikel 4:4 van de Algemene wet bestuursrecht voor het indienen van aanvragen en het verstrekken van gegevens.

10.

Het nemen van beslissingen omtrent het niet behandelen van aanvragen als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht.

11.

Het inwinnen van advies als bedoeld in afdeling 3.3 van de Algemene wet bestuursrecht.

12.

Het horen van een aanvrager en belanghebbenden als bedoeld in afdeling 4.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht (De voorbereiding).

13.

De uitoefening van bevoegdheden als bestuursorgaan bij of krachtens titel 4.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Bestuursrechtelijke geldschulden).

14.

De uitoefening van bevoegdheden als bestuursorgaan bij of krachtens afdeling 4.1.3 van de Algemene wet bestuursrecht (Beslistermijn).

15.

Het vaststellen van beleidsregels dan wel richtlijnen met betrekking tot de aan de gemeente opgedragen taken en bevoegdheden.

16.

Het nemen van besluiten en het verrichten van werkzaamheden voortvloeiende uit de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp), behoudens

·de benoeming van een functionaris voor de gegevensbescherming als bedoeld in hoofdstuk 9 paragraaf 2 van deze wet.

2.De bevoegdheden als bedoeld in het eerste lid van dit artikel worden uitgeoefend overeenkomstig het bepaalde in het Algemeen Mandaat- en Volmachtbesluit gemeente Arnhem 2016.

Artikel 2 Slotbepaling

  • 1.

    Dit besluit wordt aangehaald als ‘Ondermandaat opdrachtgever sociaal domein’.

  • 2.

    Het onderhavig besluit treedt in werking op 1 juli 2016.

Arnhem, 29 juni 2016

De secretaris van de gemeente Arnhem,