Regeling vervallen per 01-06-2020

Besluit van het afdelingshoofd van de gemeente Arnhem houdende regels omtrent ondermandaatbesluit afdeling inkomen aanvragen Ondermandaatbesluit afdeling Inkomen Aanvragen cluster Werk en Inkomen

Geldend van 13-07-2017 t/m 31-05-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2017

Intitulé

Besluit van het afdelingshoofd van de gemeente Arnhem houdende regels omtrent ondermandaatbesluit afdeling inkomen aanvragen Ondermandaatbesluit afdeling Inkomen Aanvragen cluster Werk en Inkomen

ONDERMANDAATBESLUIT AFDELING INKOMEN AANVRAGEN

Het afdelingshoofd Inkomen Aanvragen van het cluster Werk en Inkomen van de gemeente Arnhem;

Gelet op het Besluit ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging gemeente Arnhem 2017 van de gemeentesecretaris van 27 juni 2017, zaaknummer 154407;

Besluit:

  • 1.

    Aan de in de bijlage van dit besluit genoemde functionarissen van de afdeling Inkomen Aanvragen van het cluster Werk en Inkomen op te dragen:

    • A.

      De uitoefening van de in de bijlage van dit besluit omschreven bevoegdheden;

    • B.

      De ondertekening van stukken bij de uitoefening van de onder A genoemde bevoegdheden.

  • 2.

    Te bepalen dat deze bevoegdheden dienen te worden uitgeoefend overeenkomstig het bepaalde in het Besluit ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging gemeente Arnhem 2017 van de gemeentesecretaris.

  • 3.

    Te bepalen dat de in de bijlage van dit besluit genoemde functionarissen van de aan hen verleende bevoegdheden uitsluitend gebruik maken voor zover het aangelegenheden betreft die behoren tot hun werkterrein (waaronder wordt verstaan de toepasselijke regelgeving en organisatie-eenheid).

  • 4.

    Te bepalen dat:

    • a.

      Dit besluit wordt aangehaald als “Ondermandaatbesluit afdeling Inkomen Aanvragen cluster Werk en Inkomen";

    • b.

      Dit besluit in werking treedt op de dag na die waarop deze wordt bekendgemaakt en terugwerkende kracht heeft ten aanzien van elke beslissing, die in de periode van 1 juli 2017 tot de dag van inwerkingtreding is genomen. Een dergelijke beslissing is daarmee van rechtswege bekrachtigd.

Afdelingshoofd

B.F.H.N. van den Berg

nr.

Bevoegdheid

Ondermandaat medewerkersniveau

Algemeen

1.

Het verrichten van feitelijke handelingen ter voorbereiding en uitvoering van aan de gemeente opgedragen taken.

Alle medewerkers

2.

Het ondertekenen van correspondentie ter voorbereiding en uitvoering van beslissingen van de raad krachtens artikel 160, eerste lid, onder b, van de Gemeentewet.

Geen ondermandatering

3.

Het verstrekken van bevestigingen en bewijzen van ontvangst.

Alle medewerkers

4.

Het doorzenden van geschriften als bedoeld in artikel 2:3 van de Algemene wet bestuursrecht.

Alle medewerkers

5.

Het doen van openbare bekendmakingen en het doen van kennisgevingen en mededelingen van voorgenomen en genomen beslissingen en van voorgenomen en verrichte andere handelingen.

Geen ondermandatering

6.

Het aanvragen van bijdragen, subsidies en vergoedingen bij het Rijk, de Provincie en andere subsidiënten.

Geen ondermandatering

7.

Het nemen van besluiten inzake het geven van inzage van archiefbescheiden als bedoeld in de Archiefwet.

Alle medewerkers

8.

Het toezicht houden en handhaven van de openbare orde in de voor het publiek toegankelijke gebouwen en de daarbij behorende erven, waar de gemeentelijke organisatie is gehuisvest, inclusief het geven van bevelen met het oog op de bescherming van veiligheid en gezondheid en inclusief het ontzeggen van de toegang tot voor de openbare dienst bestemde ruimten, indien zulks noodzakelijk moet worden geacht in het belang van de handhaving van de openbare orde of de voortgang van de werkzaamheden in die ruimten, dan wel op grond van het eigendomsrecht van de gemeente.

Alle medewerkers voor zover het betreft de eigen werkplek.

Geschillen en geschilbeslechting

1.

Het nemen van besluiten tot het oplossen van conflicten door middel van bemiddeling door een onafhankelijke derde (mediation), voor zover het betreft conflicten die voortvloeien uit besluiten die zijn genomen op grond van dit mandaatbesluit.

Geen ondermandatering

2.

Het nemen van besluiten tot het voeren van rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures namens de gemeente of het bestuursorgaan, of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij de raad, voor zover het de raad aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist.

Geen ondermandatering

3.

a.Het indienen van verweerschriften en overige stukken en het vertegenwoordigen van de gemeente, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester, daaronder begrepen het optreden ter zitting namens de gemeente of deze bestuursorganen in het kader van gerechtelijke procedures bij de administratieve, burgerlijke en strafrechter en in het kader van bezwaarprocedures en administratieve beroepsprocedures.

b.Het aanwijzen van gemachtigden voor het uitoefenen van de onder a genoemde bevoegdheden.

a.Geen ondermandatering

b.Geen ondermandatering

Privaatrechtelijke rechtshandelingen

1.

Het beslissen tot het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen, voor zover de verplichting die daarbij voor de gemeente wordt aangegaan niet meer dan 250.000 euro bedraagt.

Geen ondermandatering

2.

a.Het aansprakelijk stellen van derden.

b.Het besluiten op het aansprakelijk stellen van de gemeente door derden.

c.Het verrichten van handelingen tot stuiting van verjaring.

a.Geen ondermandatering

b.Geen ondermandatering

c.Geen ondermandatering

3.

Het besluiten tot het aanvaarden van erfstellingen, schenkingen en legaten tot een bedrag van ten hoogste vijftigduizend euro.

Geen ondermandatering

4.

a.Het vertegenwoordigen van de gemeente buiten rechte (artikel 171 Gemeentewet) ter uitvoering van beslissingen die zijn genomen in de uitoefening van de bevoegdheden die zijn omschreven in dit mandaatbesluit, of ter uitvoering van beslissingen genomen door de raad of door of namens het college van burgemeester en wethouders.

b.Het aanwijzen van gevolmachtigden voor het uitoefenen van de onder a genoemde bevoegdheid.

a.Geen ondermandatering

b.Geen ondermandatering

Bestuursrechtelijke rechtshandelingen

1.

Het nemen van besluiten op verzoeken om informatie als bedoeld in hoofdstuk III van de Wet openbaarheid van bestuur.

Geen ondermandatering

2.

Het nemen van besluiten op verzoeken als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Wet hergebruik van overheidsinformatie.

Geen ondermandatering

3.

Het uitoefenen van de aan het college toegekende bevoegdheden bij of krachtens een gemeentelijke subsidieverordening, met uitzondering van het vaststellen van ‘nadere regels’ (wettelijke voorschriften krachtens delegatie vastgesteld) en met uitzondering van de subsidieregelingen Burgerkracht, Amateurkunst en subsidieregelingen op het gebied van de Transformatie Sociaal Domein.

Geen ondermandatering

4.

Het opleggen en intrekken van een last onder bestuursdwang of last onder dwangsom, alsmede het uitoefenen van de overige bevoegdheden op grond van Titel 5.3 (Herstelsancties) en van de bevoegdheden op grond van Titel 5.4 (Bestuurlijke boete) van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede het beslissen over het verlenen, wijzigen en intrekken van gedoogbeschikkingen.

Geen ondermandatering

5.

Het naar voren brengen van zienswijzen als bedoeld in artikel 3:15 van de Algemene wet bestuursrecht.

Alle medewerkers

6.

Het besluiten tot het toepassen van en het uitvoeren van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

Geen ondermandatering

7.

Het vaststellen van formulieren als bedoeld in artikel 4:4 van de Algemene wet bestuursrecht voor het indienen van aanvragen en het verstrekken van gegevens.

Geen ondermandatering

8.

Het nemen van beslissingen omtrent het niet behandelen van aanvragen als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht.

Alle consulenten

9.

Het inwinnen van advies als bedoeld in afdeling 3.3 van de Algemene wet bestuursrecht.

Alle medewerkers

10.

Het horen van een aanvrager en belanghebbenden als bedoeld in afdeling 4.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht (De voorbereiding).

Alle medewerkers

11.

De uitoefening van bevoegdheden als bestuursorgaan bij of krachtens titel 4.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Bestuursrechtelijke geldschulden).

Alle consulenten

12.

De uitoefening van bevoegdheden als bestuursorgaan bij of krachtens afdeling 4.1.3 van de Algemene wet bestuursrecht (Beslistermijn).

Alle consulenten

13.

Het vaststellen van beleidsregels dan wel richtlijnen met betrekking tot de aan de gemeente opgedragen taken en bevoegdheden.

Geen ondermandatering

14.

Het nemen van besluiten en het verrichten van werkzaamheden voortvloeiende uit de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp).

Alle consulenten

Specifieke bevoegdheden

1.

Het opleggen van bestuurlijke boeten.

Alle consulenten

2.

Het nemen van besluiten (niet zijnde het beslissen op bezwaarschriften en beslissingen tot het instellen van (hoger) beroep) op grond van de Participatiewet en Ioaw, met uitzondering van:

-het vaststellen dat iemand tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort en het vaststellen van de loonwaarde;

-het verstrekken van loonkostensubsidie.

Alle consulenten

3.

Het nemen van besluiten (niet zijnde het beslissen op bezwaarschriften en beslissingen tot het instellen van (hoger) beroep) bij 'bedreigende situaties' (zoals gedwongen woningontruiming, beëindiging van gas, elektra en water dan wel opzegging van de zorgverzekering) via het toekennen van bijzondere bijstand of een voorliggende voorziening (zoals individuele inkomenstoeslag).

Alle consulenten

4.

Het nemen van herzienings- en terugvorderingsbesluiten met betrekking tot wetten en regelingen die door het cluster Werk en Inkomen worden uitgevoerd.

Alle medewerkers

5.

Het nemen van besluiten, niet zijnde het beslissen op bezwaarschriften en beslissingen tot het instellen van (hoger) beroep), met betrekking tot de voorlopige teruggaaf belastingen.

Alle medewerkers