Regeling vervallen per 02-01-2014

Verordening Winkeltijden Arnhem

Geldend van 26-09-2013 t/m 01-01-2014

Intitulé

Verordening Winkeltijden Arnhem

Artikel 1 Begripsbepalingen

Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Winkeltijdenwet;

  • b.

    winkel: een winkel als bedoeld in artikel 1 van de wet;

  • c.

    feestdag: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste Kerstdag en tweede Kerstdag;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    de volgende deelgebieden worden onderscheiden:

    • -

      Binnenstad

    • -

      Arnhem- Noord

    • -

      Arnhem- Zuid

  • f.

    de volgende winkelcentra en branches worden onderscheiden:

    • -

      Winkelcentrum Presikhaaf

    • -

      Winkelcentrum Kronenburg

    • -

      Woonboulevard

    • -

      Autobranche

    • -

      Tuincentra

    • -

      Bouwmarkten

    • -

      Ambulante handel

    • -

      Levensmiddelenbranche

Artikel 2 Beslistermijn

  • 1. Het college beslist op een aanvraag om een ontheffing binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen. Deze termijn kan eenmaal met ten hoogste acht weken worden verdaagd.

  • 2. Indien een aanvraag voor een ontheffing wordt ingediend minder dan acht weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de ontheffing nodig heeft, kan het college besluiten de aanvraag niet te behandelen.

Artikel 3 Overdracht van de ontheffing

  • 1. Ontheffingen op grond van deze verordening zijn overdraagbaar na verkregen toestemming van het college.

  • 2. In geval van een voorgenomen overdracht van de in het eerste lid bedoelde ontheffingen doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

Artikel 4 Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Het college van burgemeester en wethouders kan een ontheffing intrekken of wijzigen, indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

  • f.

    de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.

Artikel 5 Zon- en feestdagenregeling (koopzondagen)

  • 1. De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid, onder a en b van de wet, gelden niet op ten hoogste twaalf, door het college aan te wijzen, zon- en feestdagen per kalenderjaar.

  • 2. Deze bevoegdheid geldt voor elk van de in artikel 1 genoemde deelgebieden, winkelcentra en branches afzonderlijk

  • 3. Openstelling van de in dit artikel genoemde winkels vindt uitsluitend plaats op zon- en feestdagen tussen 12.00 en 18.00 uur.

Artikel 6 Openstelling van levensmiddelen-winkels op de avonden van zon- en feestdagen (avondwinkels)

  • 1. Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, aanhef, en onder a en b van de wet vervatte verboden ten behoeven van winkels.

  • 2. Het college kan voor ten hoogste negenavondwinkels ontheffing verlenen.

  • 3. Aan de ontheffing worden in elk geval de volgende voorschriften verbonden:

    • a.

      de winkel dient op de zon- en feestdagen vóór 16.00 uur gesloten te zijn;

    • b.

      er dienen uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren te worden verkocht, met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Drank- en Horecawet.

  • 4. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

Artikel 7 Openstellingop zon- en feestdagenvoor bijzondere situaties

  • 1. Het college kan voor wat betreft zon- en feestdagen ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet genoemde verboden, ten behoeve van:

    • a.

      bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;

    • b.

      het uitstallen van goederen.

      c. tentoonstellingen in kunstateliers en galeries.

  • 2. De ontheffing kan worden verleend in geval van: feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen of beurzen.

Artikel 8 Openstelling op werkdagen tussen 22:00 en 06:00 uur (nachtwinkels)

  • 1. Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2, eerste lid, aanhef en onder c. van de wet.

  • 2. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

Artikel 8 a Bepaalde winkels

  • De in artikel 2, eerste lid van de wet vervatte verboden, voor zover deze betreking hebben op de zon- en feestdagen, gelden niet ten aanzien van :

    a. musea;

    b. winkels waar de bedrijfsactiviteit hoofdzakelijk bestaat uit het verhuren van voorbespeelde videobanden en andere voorbespeelde beelddragers, mits in die winkels geen andere goederen worden te koop aangeboden of verkocht dan videobanden en andere beelddragers, alsmede tijdschriften en catalogie, die betrekking hebben op het te huur aangeboden assortiment.

Artikel 8 b Straatverkoop van bepaalde goederen

De in artikel 2, tweede lid van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zon- en feestdagen, gelden niet ten aanzien van het op straat te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.

Artikel 8 c Sportcomplexen

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zon- en feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van sportcomplexen, waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen worden verkocht, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

  • 2. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zon- en feestdagen, gelden niet ten aanzien van het in of op het terrein van sportcomplexen te koop aanbieden en verkopen van goederen die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstelling van die sportcomplexen.

Artikel 8 d Ramadan

De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zon- en feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van brood en gebak dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden.

Artikel 9 Toerisme

  • 1.

    De verboden, bedoeld in artikel 2, eerste lid van de wet gelden niet, om reden van op de gemeente gericht toerisme, voor zover zij betrekking hebben op de zon- en feestdagen, voor winkels waar hoofdzakelijk eet- en drinkwaren plegen te worden verkocht met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet;

  • 2.

    De verboden, bedoeld in artikel 2, eerste lid van de wet gelden niet, om reden van op de gemeente gericht toerisme, voor zover zij betrekking hebben op de zon- en feestdagen:

  • a

    voor het terrein van Burgers Zoo gedurende de tijden dat deze attractie geopend is voor het publiek voor de verkoop van geringe etenswaren, tabak, souvenirs en drank, met uitzondering van alcoholhoudende drank;

  • b

    voor de campingterreinen van 10.00 tot 22.00 uur voor de verkoop van voedingsmiddelen en kampeerartikelen in de campingwinkels ten behoeve van de campinggasten;

  • 3.

    Het college kan per deelgebied, winkelcentrum dan wel branche, naast de 12 reguliere koopzondagen als bedoeld in artikel 5, maximaal 9 zon- en feestdagen aanwijzen, om redenen van op de gemeente gericht toerisme, waarvoor de verboden, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de wet, niet van kracht zijn;

  • 4.

    Het college kan, in aanvulling op het bepaalde in lid 3, het aantal zon- en feestdagen waarop de verboden bedoel in artikel 2, eerste lid, van de wet niet van kracht zijn, uitbreiden. Daarvoor dient voldoende draagvlak onder winkeliers te bestaan.

  • 5.

    Het college kan bepalen dat het toeristisch regime in bepaalde gevallen en/of locaties, bij negatieve invloed op de woon- en leefomgeving en/of openbare orde en veiligheid, niet van toepassing is.

  • 6.

    Openstelling van de in lid 1, lid 3 en lid 4 van dit artikel genoemde winkels vindt uitsluitend plaats op zon- en feestdagen tussen 12.00 en 18.00 uur.

Artikel 10 Intrekking voorgaande regeling

De “Verordening Winkeltijden Arnhem” vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 2 december 1996, gewijzigd in de openbare raadsvergadering van 9 november 2009 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2013.

Artikel 11 Inwerkingtreden

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2013.

Artikel 12 Overgansbepaling

Besluiten, genomen krachtens de verordening bedoeld in artikel 10 die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Winkeltijden Arnhem".